This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0332
Case C-332/13: Request for a preliminary ruling from the Kúria (Hungary) lodged on 19 June 2013 — Ferenc Weigl v Nemzeti Innovációs Hivatal
Zaak C-332/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Kúria (Hongarije) op 19 juni 2013 — Weigl Ferenc/Nemzeti Innovációs Hivatal
Zaak C-332/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Kúria (Hongarije) op 19 juni 2013 — Weigl Ferenc/Nemzeti Innovációs Hivatal
PB C 274 van 21.9.2013, p. 3–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 274 van 21.9.2013, p. 2–2
(HR)
21.9.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 274/3 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Kúria (Hongarije) op 19 juni 2013 — Weigl Ferenc/Nemzeti Innovációs Hivatal
(Zaak C-332/13)
2013/C 274/05
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Kúria
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Weigl Ferenc
Verwerende partij: Nemzeti Innovációs Hivatal
Prejudiciële vragen
1) |
Is het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van toepassing op de dienstbetrekking van staatsambtenaren en andere ambtenaren? |
2) |
Moet artikel 30 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat de hierin vervatte bepaling inzake kennelijk onredelijk ontslag moet worden toegepast ongeacht of de lidstaat zich gebonden acht door artikel 24 van het herziene Europees Sociaal Handvest? |
3) |
Zo ja, moet artikel 30 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat een nationale bepaling volgens welke een staatsambtenaar zonder opgave van redenen kan worden ontslagen, aan het begrip „kennelijk onredelijk ontslag” beantwoordt? |
4) |
Moet de uitdrukking „overeenkomstig het gemeenschapsrecht en de nationale wetgevingen en praktijken” in artikel 30 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat een lidstaat bij wet een specifieke groep personen kan aanwijzen waarop artikel 30 niet hoeft te worden toegepast wanneer hun dienstbetrekking wordt beëindigd? |
5) |
Naargelang van het antwoord op de tweede tot en met de vierde vraag, moet artikel 51, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, voor zover het gaat om staatsambtenaren, aldus worden uitgelegd dat de nationale rechter de nationale wetgeving buiten toepassing moet laten wanneer deze in strijd is met artikel 30 van het Handvest? |