This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CA0060
Case C-60/13: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 3 April 2014 — European Commission v United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland (Failure of a Member State to fulfil obligations — European Union’s own resources — Decision 2000/597/EC, Euratom — Article 8 — Regulation (EC, Euratom) No 1150/2000 — Articles 2, 6, 9, 10 and 11 — Refusal to make own resources available to the European Union — Erroneous Binding Tariff Information documents — Imports of fresh garlic as frozen garlic — Imputability of the error to the national customs authorities — Financial liability of the Member States)
Zaak C-60/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 april 2014 — Europese Commissie/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland [Niet-nakoming — Eigen middelen van Unie — Besluit 2000/597/EG, Euratom — Artikel 8 — Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 — Artikelen 2, 6 en 9 tot en met 11 — Weigering om eigen middelen ter beschikking van Europese Unie te stellen — Onjuiste bindende tariefinlichtingen — Invoer van verse knoflook als diepvriesknoflook — Toerekenbaarheid van vergissing aan nationale douaneautoriteiten — Financiële aansprakelijkheid van lidstaten]
Zaak C-60/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 april 2014 — Europese Commissie/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland [Niet-nakoming — Eigen middelen van Unie — Besluit 2000/597/EG, Euratom — Artikel 8 — Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 — Artikelen 2, 6 en 9 tot en met 11 — Weigering om eigen middelen ter beschikking van Europese Unie te stellen — Onjuiste bindende tariefinlichtingen — Invoer van verse knoflook als diepvriesknoflook — Toerekenbaarheid van vergissing aan nationale douaneautoriteiten — Financiële aansprakelijkheid van lidstaten]
PB C 159 van 26.5.2014, p. 10–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 159/10 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 april 2014 — Europese Commissie/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
(Zaak C-60/13) (1)
([Niet-nakoming - Eigen middelen van Unie - Besluit 2000/597/EG, Euratom - Artikel 8 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 - Artikelen 2, 6 en 9 tot en met 11 - Weigering om eigen middelen ter beschikking van Europese Unie te stellen - Onjuiste bindende tariefinlichtingen - Invoer van verse knoflook als diepvriesknoflook - Toerekenbaarheid van vergissing aan nationale douaneautoriteiten - Financiële aansprakelijkheid van lidstaten])
2014/C 159/12
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Caeiros en L. Flynn, gemachtigden)
Verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: S. Brighouse en J. Beeko, gemachtigden, bijgestaan door K. Beal, QC)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van artikel 4, lid 3, VEU en artikel 8 van besluit 2000/597/EG, Euratom, van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253, blz. 42), alsook van de artikelen 2, 6, 9, 10 en 11 van verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 2000/597, zoals gewijzigd bij verordening (EG, Euratom) nr. 2028/2004 van de Raad van 16 november 2004
Dictum
1) |
Door te weigeren om het bedrag van 20 061 462,11 Britse Pond (GBP) aan douanerechten over te maken, welk bedrag, dat op de invoer van verse knoflook verschuldigd was, wegens een onjuiste bindende tariefinlichting is gederfd, is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 8 van besluit 2000/597/EG, Euratom, van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen en de artikelen 2, 6, 9, 10 en 11 van verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, zoals gewijzigd bij verordening (EG, Euratom) nr. 2028/2004 van de Raad van 16 november 2004. |
2) |
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten. |