Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0252

    Zaak C-252/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (Engeland & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk) op 16 mei 2012 — Specsavers International Healthcare Ltd, Specsavers BV, Specsavers Optical Group Ltd, Specsavers Optical Superstores Ltd/Asda Stores Ltd

    PB C 227 van 28.7.2012, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    28.7.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 227/13


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (Engeland & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk) op 16 mei 2012 — Specsavers International Healthcare Ltd, Specsavers BV, Specsavers Optical Group Ltd, Specsavers Optical Superstores Ltd/Asda Stores Ltd

    (Zaak C-252/12)

    2012/C 227/18

    Procestaal: Engels

    Verwijzende rechter

    Court of Appeal (Engeland & Wales) (Civil Division)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Specsavers International Healthcare Ltd, Specsavers BV, Specsavers Optical Group Ltd, Specsavers Optical Superstores Ltd

    Verwerende partij: Asda Stores Ltd

    Prejudiciële vragen

    1)

    Indien een handelaar houder is van afzonderlijk ingeschreven gemeenschapsmerken voor

    i)

    een beeldmerk;

    ii)

    een woordmerk;

    en deze beide tezamen gebruikt, kan dit dan gebruik van het beeldmerk voor de toepassing van de artikelen 15 en 51 van verordening nr. 207/2009 (1) opleveren? Zo ja, hoe dient het gebruik van het beeldmerk te worden beoordeeld?

    2)

    Maakt het daarbij verschil of:

    i)

    het woordmerk over het beeldelement is geplaatst?

    ii)

    de handelaar ook de combinatie van het beeldelement en het woordmerk als gemeenschapsmerk heeft ingeschreven?

    3)

    Hangt het antwoord op vraag A of B ervan af of het beeldelement en de woorden door de gemiddelde consument worden opgevat als i) afzonderlijke tekens; of ii) tekens met elk een zelfstandige onderscheidende rol? Zo ja, hoe?

    4)

    Is de kleur (of kleuren) waarin de verwerende partij het omstreden teken gebruikt, relevant bij de globale beoordeling van i) het verwarringsgevaar in de zin van artikel 9, lid 1, sub b, of ii) het ongerechtvaardigd voordeel in de zin van artikel 9, lid 1, sub c, van verordening nr. 207/2009, indien een gemeenschapsmerk niet in kleur is ingeschreven, maar de houder het op ruime schaal heeft gebruikt in een bepaalde kleur of kleurencombinatie, waardoor het bij een aanzienlijk deel van het publiek (in een deel van, maar niet in de gehele Gemeenschap) met die kleur of kleurencombinatie geassocieerd is geraakt? Zo ja, hoe?

    5)

    Zo ja, is het voor de globale beoordeling relevant dat de verwerende partij zelf bij een aanzienlijk deel van het publiek geassocieerd is geraakt met de kleur of kleurencombinatie die zij voor het omstreden teken gebruikt?


    (1)  PB L 78, blz. 1.


    Top