EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0202

Zaak C-202/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Gerechtshof te 's-Gravenhage (Nederland) op 30 april 2012 — Innoweb BV tegen Wegener ICT Media BV, Wegener Mediaventions BV

PB C 243 van 11.8.2012, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/2


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Gerechtshof te 's-Gravenhage (Nederland) op 30 april 2012 — Innoweb BV tegen Wegener ICT Media BV, Wegener Mediaventions BV

(Zaak C-202/12)

2012/C 243/03

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Gerechtshof te 's-Gravenhage

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Innoweb BV

Verweersters:

 

Wegener ICT Media BV

 

Wegener Mediaventions BV

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 7, lid 1, van de richtlijn (1) aldus worden uitgelegd dat sprake is van hergebruik (terbeschikkingstelling) van het geheel of een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van een via een website aangeboden (on line) databank door een derde indien die derde aan het publiek de mogelijkheid biedt via een door hem aangeboden dedicated meta zoekmachine de volledige inhoud van de databank of een substantieel deel daarvan „realtime” te doorzoeken, door een zoekopdracht van een gebruiker „vertaald” door te voeren naar het zoekmechanisme van de website waarop de databank wordt aangeboden?

2)

Zo nee, is dit anders indien die derde na terugontvangst van de resultaten van de zoekopdracht aan elke gebruiker een zeer klein deel van de inhoud van de databank zendt of toont op en in de opmaak van zijn eigen website?

3)

Is het voor de beantwoording van vragen 1 en 2 van belang dat die derde deze handelingen voortdurend verricht en in totaal dagelijks 100 000 zoekopdrachten van gebruikers via haar zoekmachine „vertaald” doorvoert en de ontvangen resultaten daarvan op een wijze als hiervoor omschreven aan verschillende gebruikers ter beschikking stelt?

4)

Moet artikel 7, lid 5, van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat niet toegestaan is het herhaaldelijk en systematisch hergebruiken van niet-substantiële delen van de inhoud van de databank, in strijd met de normale exploitatie of waardoor ongerechtvaardigde schade wordt toegebracht aan de rechtmatige belangen van de fabrikant van de databank of is daarvoor voldoende dat sprake is van herhaaldelijk of systematisch hergebruiken?

5)

Indien vereist is dat sprake is van herhaaldelijk en systematisch hergebruiken, wat is

a)

de betekenis van systematisch?

b)

Is daarvan sprake als het hergebruiken via een geautomatiseerd systeem gebeurt?

c)

Is relevant dat daarbij gebruik wordt gemaakt van een dedicated metazoekmachine op een wijze als hiervoor beschreven?

6)

Moet artikel 7, lid 5, van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat het daarin neergelegde verbod niet geldt indien door een derde herhaaldelijk aan afzonderlijke gebruikers van een meta-zoekmachine van die derde per zoekopdracht slechts niet-substantiële delen van de inhoud van de databank ter beschikking worden gesteld?

7)

Zo ja, geldt dit ook als het cumulatief effect van het herhaald hergebruiken van die niet-substantiële delen is dat een substantieel deel van de inhoud van de databank ter beschikking wordt gesteld aan die afzonderlijke gebruikers tezamen?

8)

Moet artikel 7, lid 5, van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat, in geval sprake is van gedragingen waarvoor geen toestemming is gegeven en die ertoe strekken om door het cumulatief effect van het hergebruik, de gehele inhoud of een substantieel deel van de inhoud van een beschermde databank ter beschikking te stellen van het publiek, voldaan is aan de vereisten van dit artikel of moet ook nog worden gesteld en bewezen dat deze handelingen in strijd zijn met de normale exploitatie van de databank of ongerechtvaardigde schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank?

9)

Wordt verondersteld dat ernstige schade wordt toegebracht aan de investering van de samensteller van de databank indien sprake is van voormelde gedragingen?


(1)  Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77, blz. 20).


Top