Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0118

    Zaak C-118/12 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 maart 2012 door Enviro Tech Europe Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 16 december 2011 in zaak T-291/04, Enviro Tech Europe Ltd, Enviro Tech International, Inc./Europese Commissie

    PB C 227 van 28.7.2012, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    28.7.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 227/6


    Hogere voorziening ingesteld op 5 maart 2012 door Enviro Tech Europe Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 16 december 2011 in zaak T-291/04, Enviro Tech Europe Ltd, Enviro Tech International, Inc./Europese Commissie

    (Zaak C-118/12 P)

    2012/C 227/10

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirante: Enviro Tech Europe Ltd (vertegenwoordigers: C. Mereu, K. Van Maldgem, advocaten)

    Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Enviro Tech International, Inc.

    Conclusies

    het arrest van het Gerecht vernietigen, voor zover het de vordering tot schadevergoeding betreft die rekwirante in eerste aanleg heeft ingesteld, en

    verklaren dat geïntimeerde aansprakelijk is voor de schade die rekwirante heeft geleden, of

    subsidair, de zaak verwijzen naar het Gerecht voor een nieuwe beslissing over rekwirantes vordering tot schadevergoeding, en

    geïntimeerde verwijzen in de kosten van de procedure, met inbegrip van de kosten van de procedure voor het Gerecht.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Rekwirante betoogt dat het Gerecht het recht van de Europese Unie heeft geschonden door haar vordering tot schadevergoeding af te wijzen op grond dat zij niet heeft aangetoond dat de Commissie onrechtmatig heeft gehandeld. Rekwirante stelt met name dat het Gerecht het arrest van het Hof in zaak C-425/08 onjuist heeft uitgelegd en dat het Gerecht bijgevolg blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het derde onderdeel van haar eerste exceptie van onwettigheid in verband met het „normaal gebruik” niet te beoordelen en de vordering tot schadevergoeding af te wijzen.

    Om die redenen vordert rekwirante de vernietiging van het arrest van het Gerecht in zaak T-291/04, voor zover het de vordering tot schadevergoeding betreft die rekwirante in eerste aanleg heeft ingesteld, en betoogt zij dat geïntimeerde aansprakelijk moet worden gesteld voor de schade die zij heeft geleden.


    Top