Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TN0196

Zaak T-196/11: Beroep ingesteld op 12 april 2012 — AX/Raad

PB C 165 van 9.6.2012, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 165/19


Beroep ingesteld op 12 april 2012 — AX/Raad

(Zaak T-196/11)

2012/C 165/34

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: AX (Polotsk, Belarus) (vertegenwoordiger: M. Michalauskas, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

besluit 2011/69/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 tot wijziging van besluit 2010/639/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus nietig te verklaren voorzover het verzoeker betreft;

uitvoeringsverordening (EU) nr. 84/2011 van de Raad van 31 januari 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus nietig te verklaren voorzover zij verzoeker betreft;

uitvoeringsbesluit 2011/174/GBVB van de Raad van 21 maart 2011 tot uitvoering van besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus nietig te verklaren voorzover het verzoeker betreft;

uitvoeringsverordening (EU) nr. 271/2011 van de Raad van 21 maart 2011 tot uitvoering van artikel 8 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus nietig te verklaren voorzover zij verzoeker betreft;

de Raad te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1)

Eerste middel: ontoereikende motivering en schending van het recht van verweer, aangezien de verzoekende partij aan de hand van de motivering van de bestreden handelingen de geldigheid ervan voor het Gerecht niet kan aanvechten en het Gerecht de rechtmatigheid ervan niet kan toetsen.

2)

Tweede middel: beoordelingsfout, aangezien de bestreden handelingen niet door feiten worden gedragen.

3)

Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel, inzonderheid wat betreft de beperking op de binnenkomst op en de doorreis via het grondgebied van de Europese Unie.


Top