This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0037
Case T-37/11: Action brought on 21 January 2011 — Republic of Hungary v European Commission
Zaak T-37/11: Beroep ingesteld op 21 januari 2011 — Hongarije/Commissie
Zaak T-37/11: Beroep ingesteld op 21 januari 2011 — Hongarije/Commissie
PB C 95 van 26.3.2011, p. 7–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 95/7 |
Beroep ingesteld op 21 januari 2011 — Hongarije/Commissie
(Zaak T-37/11)
2011/C 95/12
Procestaal: Hongaars
Partijen
Verzoekende partij: Republiek Hongarije (vertegenwoordigers: Z. Fehér, K. Szíjjártó en G. Koós, gemachtigden)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking nr. 3 241 011 280 van de Commissie houdende een vordering tot betaling, voor zover daarbij, wat de Republiek Hongarije betreft, een aantal uitgaven in verband met de maatregelen 1, 3, 4, 5 en 6 van doelstelling III/A, in verband met doelstelling III/B (douane) en met betrekking tot de oprichting te Mohács van een grenscontrolepost aan het water en de bouw van een goederenstation te Eperjeske in het kader van doelstelling I/C, als niet-subsidiabel uit hoofde van de Schengenfaciliteit wordt gekwalificeerd; |
— |
subsidiair, gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking nr. 3 241 011 280 van de Commissie houdende een vordering tot betaling, voor zover daarbij, wat de Republiek Hongarije betreft, een aantal uitgaven in verband met de maatregelen 1, 3, 4, 5 en 6 van doelstelling III/A en in verband met doelstelling III/B (douane) als niet-subsidiabel of slechts gedeeltelijk subsidiabel uit hoofde van de Schengenfaciliteit wordt gekwalificeerd; |
— |
verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan:
1) |
primair, schending van het gewettigd vertrouwen en de gewekte legitieme verwachtingen alsmede schending van het rechtszekerheidsbeginsel:
|
2) |
subsidiair, onjuiste uitlegging van het begrip „grondige controle” en ontbreken van een grondslag voor de vaststelling van financiële correcties:
|