Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CJ0387

    Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 29 september 2011.
    Europese Commissie tegen Republiek Oostenrijk.
    Niet-nakoming - Vrij verrichten van diensten - Regeling van lidstaat inzake beleggings- en vastgoedfondsen - Bewijs van inkomsten die als uitgekeerd worden beschouwd - Door fiscaal vertegenwoordiger aangevoerd bewijs - "Nationale" kredietinstellingen en trustees met hoedanigheid van fiscaal vertegenwoordiger.
    Zaak C-387/10.

    Jurisprudentie 2011 I-00142*

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2011:625





    Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 29 september 2011 – Commissie/Oostenrijk

    (Zaak C‑387/10)

    „Niet-nakoming – Vrij verrichten van diensten – Regeling van lidstaat inzake beleggings- en vastgoedfondsen – Bewijs van inkomsten die als uitgekeerd worden beschouwd – Bewijs verstrekt door fiscaal vertegenwoordiger – ‚Nationale’ kredietinstellingen en trustees met hoedanigheid van fiscaal vertegenwoordiger”

    Vrij verrichten van diensten – Beperkingen – Nationale regeling volgens welke alleen nationale kredietinstellingen en trustees als fiscaal vertegenwoordiger van beleggings- en vastgoedfondsen mogen optreden – Ontoelaatbaarheid – Rechtvaardiging op basis van algemeen belang – Geen (Art. 49 EG; EER-Overeenkomst, art. 36) (cf. punten 25, 31‑34 en dictum)

    Voorwerp

    Niet-nakoming – Schending van artikel 49 EG en artikel 36 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 (PB 1994, L 1, blz. 3) – Regeling van een lidstaat die de fiscale vertegenwoordiging van beleggings- en vastgoedfondsen beperkt tot in deze staat gevestigde trustees en kredietinstellingen

    Dictum

    1)

    De Republiek Oostenrijk is de krachtens artikel 49 EG en artikel 36 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 op haar rustende verplichtingen niet nagekomen door bepalingen vast te stellen en te handhaven volgens welke alleen nationale kredietinstellingen en trustees kunnen worden aangewezen als fiscaal vertegenwoordigers van beleggings‑ of vastgoedfondsen.

    2)

    De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in de kosten.

    Top