Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CJ0379

    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011.
    Europese Commissie tegen Italiaanse Republiek.
    Niet-nakoming - Algemeen beginsel van aansprakelijkheid van lidstaten voor schending van recht van Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doet in laatste aanleg - Uitsluiting van aansprakelijkheid van staat voor uitlegging van rechtsregels of beoordeling van feiten of bewijzen door rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg - Beperking, door nationale wetgever, van aansprakelijkheid van staat tot gevallen van kwade trouw of grove schuld van dergelijke rechterlijke instantie.
    Zaak C-379/10.

    Jurisprudentie 2011 -00000

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2011:775





    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011 – Commissie/Italië

    (Zaak C‑379/10)

    „Niet-nakoming – Algemeen beginsel van aansprakelijkheid van lidstaten voor schending van recht van Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg – Uitsluiting van aansprakelijkheid van staat voor uitlegging van rechtsregels of beoordeling van feiten of bewijzen door rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg – Beperking, door nationale wetgever, van aansprakelijkheid van staat tot gevallen van kwade trouw of grove schuld van dergelijke rechterlijke instantie”

    Recht van Unie – Rechten toegekend aan particulieren – Schending door lidstaat – Verplichting om aan particulieren berokkende schade te vergoeden – Voorwaarden in geval van schending toe te rekenen aan hoogste rechterlijke instantie – Kennelijke schending – Nationale wettelijke regeling die aansprakelijkstelling beperkt tot gevallen van kwade trouw of grove schuld – Ontoelaatbaarheid (cf. punten 40‑42, 46, 48 en dictum)

    Voorwerp

    Niet-nakoming – Schending van het algemene beginsel van aansprakelijkheid van de lidstaten voor schending van het recht van de Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg – Aansprakelijkheid beperkt tot gevallen van kwade trouw of grove schuld

    Dictum

    1)

    Door bij artikel 2, leden 1 en 2, van legge n° 117 sul risarcimento dei danni cagionati nell’ esercizio delle funzioni giudiziarie e responsabilità civile dei magistrati (wet nr. 117 inzake de vergoeding van in de uitoefening van de rechtsprekende functie veroorzaakte schade en inzake de civielrechtelijke aansprakelijkheid van magistraten) van 13 april 1988

    –        de aansprakelijkheid van de Italiaanse staat voor schade die particulieren hebben geleden ten gevolge van een schending van het recht van de Unie door een nationale rechterlijke instantie die uitspraak doet in laatste aanleg, uit te sluiten wanneer die schending voortvloeit uit een uitlegging van de rechtsregels of een beoordeling van de feiten of de bewijzen door die rechterlijke instantie, en

    –        door die aansprakelijkheid te beperken tot gevallen van kwade trouw of grove schuld,

    is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens het algemene beginsel van aansprakelijkheid van de lidstaten voor schending van het recht van de Unie door een van hun rechterlijke instanties die uitspraak doen in laatste aanleg.

    2)

    De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.

    Top