EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0473

Zaak C-473/10: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 februari 2013 — Europese Commissie/Hongarije (Niet-nakoming — Ontwikkeling van spoorwegen in Gemeenschap — Toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit — Heffing van rechten voor gebruik van spoorweginfrastructuur — Richtlijnen 91/440/EEG en 2001/14/EG — Onvolledige uitvoering)

PB C 114 van 20.4.2013, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/5


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 februari 2013 — Europese Commissie/Hongarije

(Zaak C-473/10) (1)

(Niet-nakoming - Ontwikkeling van spoorwegen in Gemeenschap - Toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit - Heffing van rechten voor gebruik van spoorweginfrastructuur - Richtlijnen 91/440/EEG en 2001/14/EG - Onvolledige uitvoering)

2013/C 114/04

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. Støvlbæk, B. Simon en A. Sipos, gemachtigden)

Verwerende partij: Hongarije (vertegenwoordigers: M. Fehér, K. Szíjjártó en G. Koós, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van de verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, T. Müller en J. Očková, gemachtigden); Republiek Polen (vertegenwoordigers: M. Szpunar, B. Majczyna en M. Laszuk, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming — Verzuim om binnen de gestelde termijn alle bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan artikel 6, lid 3, van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (PB L 237, blz. 25) en aan bijlage II bij deze richtlijn, alsook aan de artikelen 4, lid 2, 6, leden 1 en 2, 7, lid 3, 11 en 14, lid 2, van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PB L 75, blz. 29)

Dictum

1)

Door niet binnen de gestelde termijn alle wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om uitvoering te geven aan de artikelen 6, leden 1 en 2, en 7, lid 3, van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur, zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007, heeft Hongarije niet voldaan aan de krachtens die bepalingen op haar rustende verplichtingen.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Europese Commissie en Hongarije zullen hun eigen kosten dragen.

4)

De Tsjechische Republiek en de Republiek Polen zullen hun eigen kosten dragen.


(1)  PB C 328 van 04.12.2010.


Top