Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0020

Zaak T-20/09 P: Hogere voorziening ingesteld op 16 januari 2009 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 november 2008 in zaak F-41/06, Marcuccio/Commissie

PB C 55 van 7.3.2009, p. 49–49 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/49


Hogere voorziening ingesteld op 16 januari 2009 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 november 2008 in zaak F-41/06, Marcuccio/Commissie

(Zaak T-20/09 P)

(2009/C 55/87)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirante: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: A. Dal Ferro, advocaat, C. Berardis-Kayser, gemachtigde, J. Currall, gemachtigde)

Andere partij in de procedure: Luigi Marcuccio (Tricase, Italië)

Conclusies

vernietiging van het bestreden arrest;

verwijzing van de zaak naar het Gerecht voor ambtenarenzaken voor een uitspraak over de andere middelen van rekwirant.

Middelen en voornaamste argumenten

Deze hogere voorziening is gericht tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 november 2008 houdende nietigverklaring van rekwirantes besluit van 30 mei 2005, waarbij verzoeker in eerste aanleg werd verplicht met pensioen te gaan wegens invaliditeit die door de invaliditeitscommissie was vastgesteld. Het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft bovendien een bedrag van 3 000 EUR als vergoeding voor de geleden immateriële schade vastgesteld.

De nietigverklaring is uitsluitend gebaseerd op de toewijzing van het eerste middel van het beroep waarmee een gebrek aan motivering wordt gesteld.

In dit verband merkt rekwirante op dat de rechter in eerste aanleg blijk van een onjuiste rechtsopvatting heeft gegeven doordat hij in wezen tot de conclusie is gekomen, dat de artsen die betrokken zijn bij een procedure tot vaststelling van invaliditeit op basis van de artikelen 53, 59 en 78 van het Ambtenarenstatuut, hun conclusies op dezelfde wijze moeten motiveren als in de procedures tot vaststelling van een beroepsziekte of een ongeval in de zin van artikel 73 van het Ambtenarenstatuut. Daarmee heeft het Gerecht voor ambtenarenzaken volgens de Commissie de twee procedures verward zodat de procedures tot vaststelling van invaliditeit ongerechtvaardigd zijn verzwaard.


Top