This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0004
Case T-4/09: Action brought on 5 January 2009 — UniCredit v OHIM — Union Investment Privatfonds (UniCredit)
Zaak T-4/09: Beroep ingesteld op 5 januari 2009 — UniCredit/BHIM — Union Investment Privatfonds (UniCredit)
Zaak T-4/09: Beroep ingesteld op 5 januari 2009 — UniCredit/BHIM — Union Investment Privatfonds (UniCredit)
PB C 55 van 7.3.2009, p. 46–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 55/46 |
Beroep ingesteld op 5 januari 2009 — UniCredit/BHIM — Union Investment Privatfonds (UniCredit)
(Zaak T-4/09)
(2009/C 55/82)
Taal van het verzoekschrift: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: UniCredit SpA (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: G. Floridia en R. Floridia, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Union Investment Privatfonds GmbH (Frankfurt am Main, Duitsland)
Conclusies
— |
Vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 3 november 2008 (zaak R 1449/2006-2) inzake oppositieprocedure nr. B699.746 |
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Betrokken gemeenschapsmerk: kleurenbeeldmerk „1 (cirkel met schuine streep) UniCredit” (aanvraag nr. 2.911.105) voor waren en diensten van de klassen 9, 16, 35, 36, 38, 39, 41 en 42
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: Union Investment Privatfonds GmbH
Oppositiemerk of -teken: Duitse woordmerken „UniSECTOR”, „UniDynamicFonds” en „UniGarant” voor diensten van de klassen 35 en 36
Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de procedure wat diensten van klasse 36 betreft
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: onjuiste toepassing van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk. Verzoekster stelt dat in de bestreden beslissing geen rekening wordt gehouden met het waarnemingsvermogen van het publiek waarop de aangeduide diensten zijn gericht en evenmin met het feit dat het voorvoegsel „Uni” geen of weinig onderscheidend vermogen heeft.