Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CN0093

Zaak C-93/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) op 6 maart 2009 — Hartmut Eifert/Land Hessen, Interveniënt: Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung

PB C 113 van 16.5.2009, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 113/24


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland) op 6 maart 2009 — Hartmut Eifert/Land Hessen, Interveniënt: Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung

(Zaak C-93/09)

2009/C 113/46

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Wiesbaden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Hartmut Eifert

Verwerende partij: Land Hessen

Interveniënt: Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung

Prejudiciële vragen

1)

Zijn de artikelen 42, lid 1, punt 8 ter, en 44 bis van verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), die zijn ingelast bij verordening (EG) nr. 1437/2007 van de Raad van 26 november 2007 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 322, blz. 1), ongeldig?

2)

Is verordening (EG) nr. 259/2008 (EG) van de Commissie van 18 maart 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de bekendmaking van informatie over de begunstigden van financiële middelen uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 76, blz. 28)

a)

ongeldig?

b)

dan wel alleen geldig omdat richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken en tot wijziging van richtlijn 2002/58/EG (PB L 105, blz. 54) ongeldig is?

Indien de in de eerste en de tweede vraag genoemde bepalingen geldig zijn:

3)

Moet artikel 18, lid 2, tweede streepje, van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) aldus worden uitgelegd, dat de bekendmaking overeenkomstig verordening (EG) nr. 259/2008 van de Commissie van 18 maart 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de bekendmaking van informatie over de begunstigden van financiële middelen uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) pas mag geschieden wanneer de in dit artikel voorziene procedure, die in de plaats treedt van de aanmelding bij de toezichthoudende autoriteit, is uitgevoerd?

4)

Moet artikel 20 van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) aldus worden uitgelegd, dat de bekendmaking overeenkomstig verordening (EG) nr. 259/2008 van de Commissie van 18 maart 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de bekendmaking van informatie over de begunstigden van financiële middelen uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) pas mag geschieden wanneer het in het nationale recht in deze voorgeschreven voorafgaand onderzoek heeft plaats gevonden?

5)

Indien de vierde vraag bevestigend wordt beantwoord: Moet artikel 20 van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) aldus worden uitgelegd, dat er geen sprake is van een daadwerkelijk voorafgaand onderzoek wanneer dit onderzoek heeft plaatsgevonden op de grondslag van een register in de zin van artikel 18, lid 2, tweede streepje, van deze richtlijn waarin de verplichte informatie niet is opgenomen?

6)

Moet artikel 7 — en in het bijzonder het bepaalde sub e — van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) aldus worden uitgelegd, dat het zich verzet tegen een praktijk om IP-adressen van de gebruiker van een homepage zonder diens uitdrukkelijke toestemming te bewaren?


Top