Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0501

    Zaak C-501/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 20 november 2008 door Município de Gondomar tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 10 september 2008 in zaak T-324/06, Município de Gondomar/Commissie

    PB C 19 van 24.1.2009, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.1.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 19/18


    Hogere voorziening ingesteld op 20 november 2008 door Município de Gondomar tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 10 september 2008 in zaak T-324/06, Município de Gondomar/Commissie

    (Zaak C-501/08 P)

    (2009/C 19/32)

    Procestaal: Portugees

    Partijen

    Rekwirant: Município de Gondomar (vertegenwoordigers: J. L. da Cruz Vilaça en L. Pinto Monteiro, advogados)

    Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Conclusies

    de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg vernietigen en het beroep tegen beschikking C(2006) 3782 van 16 augustus 2006 tot intrekking van de financiële bijstand van het Cohesiefonds ontvankelijk verklaren;

    subsidiair, de beschikking van het Gerecht vernietigen en de zaak voor afdoening naar het Gerecht verwijzen;

    de Europese Commissie overeenkomstig artikel 69 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof verwijzen in alle kosten, met inbegrip van die van rekwirant, of, subsidiair, de beslissing omtrent de kosten aanhouden in afwachting van het arrest of de beschikking waarbij het geding wordt afgedaan.

    Middelen en voornaamste argumenten

    1.   ONJUISTE RECHTSOPVATTING BIJ DE BEOORDELING VAN HET VEREISTE VAN RECHTSTREEKSE GERAAKTHEID EN GEBREKKIGE MOTIVERING:

    De gemeente Gondomar is van mening dat het standpunt van het Gerecht in zijn beschikking in zaak T-324/06 niet kan worden gevolgd, gelet op de specifieke kenmerken van de Portugese wettelijke regeling, en dat dit standpunt blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting.

    Uit de Portugese wettelijke regeling, met name de artikelen 18 en 20 van de verordening inzake de toepassing van de bijstand van het Cohesiefonds in Portugal, goedgekeurd bij het enige artikel van decreto-lei nr. 191/2000 van 16 augustus 2000, blijkt dat de Portugese Republiek niet over enige discretionaire beoordelingsbevoegdheid beschikt wanneer zij beslist om al dan niet de steun te handhaven die het Cohesiefonds heeft verleend aan de gemeente Gondomar als de voor de uitvoering van het project verantwoordelijke instantie. De beschikking van de Commissie tot intrekking van de financiële bijdrage van het Cohesiefonds sorteert dus automatisch gevolgen, aangezien de instanties die het project dienen uit te voeren volgens bovengenoemde regeling niet kunnen worden vrijgesteld van de verplichting tot terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen.

    Het Gerecht heeft zich in zijn beschikking in zaak T-324/06, waarin het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, niet uitgesproken over dit punt. Aangezien het gaat om een belangrijk element ter beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep, heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, wat rechtstreekse gevolgen heeft gehad voor de uitoefening van de procedurele rechten waarover rekwirant krachtens artikel 230 EG beschikt.

    Dat het Gerecht zich hier niet over heeft uitgesproken, betekent ook dat het arrest niet of gebrekkig is gemotiveerd. Volgens de communautaire rechtsleer en rechtspraak hebben administratieve en rechterlijke organen immers de algemene verplichting om hun beslissingen te motiveren en aldus de opdracht van het Hof tot rechterlijke toetsing te vergemakkelijken.

    Het feit dat het Gerecht zich niet heeft uitgesproken over de specifieke kenmerken van de Portugese rechtsorde, vormt een motiveringsgebrek dat de belangen van rekwirant ernstig aantast.

    2.   SCHENDING VAN HET BEGINSEL VAN EFFECTIEVE RECHTERLIJKE BESCHERMING:

    De gemeente Gondomor stelt verder dat haar recht op effectieve rechterlijke bescherming in het gedrang komt, aangezien zij op nationaal niveau niet over rechtsmiddelen beschikt om de vordering tot terugbetaling van de financiële bijdragen van het Cohesiefonds te betwisten, aangezien de handeling waarbij de beschikking tot intrekking van de financiële bijstand van het Cohesiefonds ter kennis is gebracht, op nationaal niveau niet voor beroep vatbaar is.

    De op nationaal niveau niet voor beroep vatbare beschikking van de Commissie is ter kennis gebracht bij brief van 25 september 2006 van de afdeling van het Ministerie van Milieu die instaat voor het sectorale beheer van de bijstand van het Cohesiefonds. Bij deze brief is de beschikking van de Commissie, die de beslissing van deze laatste omvat, louter „doorgestuurd”.

    Het ontbreken van rechtsmiddelen is in strijd met het beginsel van effectieve rechterlijke bescherming, zoals dit in de meest recente communautaire rechtsleer en rechtspraak is ontwikkeld.


    Top