Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0406

    Zaak C-406/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (England and Wales) (Queen's Bench Division), Leeds District Registry (Verenigd Koninkrijk) op 18 september 2008 — Uniplex (UK) Ltd/NHS Business Services Authority

    PB C 301 van 22.11.2008, p. 23–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.11.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 301/23


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (England and Wales) (Queen's Bench Division), Leeds District Registry (Verenigd Koninkrijk) op 18 september 2008 — Uniplex (UK) Ltd/NHS Business Services Authority

    (Zaak C-406/08)

    (2008/C 301/36)

    Procestaal: Engels

    Verwijzende rechter

    High Court of Justice (Queen's Bench Division)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Uniplex (UK) Ltd

    Verwerende partij: NHS Business Services Authority

    Prejudiciële vragen

    „Wanneer een marktdeelnemer in een nationale beroepsprocedure opkomt tegen de gunning van een raamovereenkomst door een aanbestedende dienst na een openbare aanbesteding waarop hij had ingeschreven en die zou verlopen in overeenstemming met richtlijn 2004/18/EG (1) (en de toepasselijke nationale omzettingsbepalingen), en in die beroepsprocedure een verklaring voor recht en schadevergoeding vordert wegens schending van de toepasselijke aanbestedingsregelingen tijdens de aanbestedingsprocedure en bij de gunning:

    a)

    moet dan een nationale bepaling als Regulation 47, lid 7, sub b, van de Public Contracts Regulations 2006, volgens welke een dergelijke beroep onverwijld moet worden ingesteld, maar in elk geval binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de gronden hiervoor zich voor het eerst voordeden, tenzij de High Court van oordeel is dat er goede gronden zijn voor een verlenging van de termijn, in die zin worden uitgelegd in het licht van de artikelen 1 en 2 van richtlijn 89/665/EEG (2) en de toepassing van de communautaire rechtsbeginselen van gelijkwaardigheid, doeltreffendheid en effectieve rechtsbescherming en met inachtneming van elke ander relevant gemeenschapsrechtelijk beginsel, dat zij de inschrijver jegens de aanbestedende dienst een individueel en onvoorwaardelijk recht verleent, inhoudend dat de termijn voor de betwisting van een dergelijke aanbestedingsprocedure en gunning begint te lopen vanaf het tijdstip waarop de inschrijver wist of behoorde te weten dat de aanbestedingsprocedure en de gunning ervan in strijd was met het communautaire aanbestedingsrecht, dan wel vanaf de datum waarop de schending van de toepasselijke aanbestedingsregels heeft plaatsgevonden; en

    b)

    op welke wijze moet een nationale rechterlijke instantie in beide gevallen omgaan met (i) een bepaling volgens welke het beroep onverwijld moet worden ingesteld, en (ii) zijn bevoegdheid om de nationale termijn voor het instellen van beroep te verlengen?”


    (1)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114).

    (2)  Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395, blz. 33).


    Top