Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CJ0327

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 juni 2009.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek.
Niet-nakoming - Richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG - Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten - Waarborg van doeltreffend beroep -Minimale termijn tussen kennisgeving van beslissing tot gunning van opdracht aan afgewezen gegadigden en inschrijvers en ondertekening van overeenkomst betreffende deze opdracht.
Zaak C-327/08.

Jurisprudentie 2009 I-00102*

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2009:371

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 juni 2009 — Commissie / Frankrijk

(Zaak C-327/08)

„Niet-nakoming — Richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG — Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten — Waarborg van doeltreffend beroep — Minimale termijn tussen kennisgeving van beslissing tot gunning van opdracht aan afgewezen gegadigden en inschrijvers en ondertekening van overeenkomst betreffende deze opdracht”

1. 

Beroep wegens niet-nakoming — Onderzoek van gegrondheid door Hof — In aanmerking te nemen situatie — Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 226 EG) (cf. punt 22)

2. 

Beroep wegens niet-nakoming — Recht van beroep van Commissie — Beoordeling van opportuniteit van instellen van beroep — Discretionaire uitoefening (Art. 226 EG) (cf. punt 26)

3. 

Harmonisatie van wetgevingen — Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken en in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie — Richtlijnen 89/665 en 92/13 — Verplichting voor lidstaten te voorzien in procedure van beroep tegen beslissingen tot plaatsing van opdrachten (Richtlijnen 89/665 en 92/13 van de Raad) (cf. punten 39, 41, 43-44)

4. 

Harmonisatie van wetgevingen — Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken en in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie — Richtlijnen 89/665 en 92/13 — Verplichting voor lidstaten te voorzien in procedure van beroep tegen beslissingen tot plaatsing van opdrachten (Richtlijnen 89/665 en 92/13 van de Raad) (cf. punten 55-58, 60 en dictum)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van artikel 2, lid 1, van richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395, blz. 33), zoals gewijzigd bij richtlijn 92/50/EEG (PB L 209, blz. 1), en van artikel 2, lid 1, van richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76, blz. 14) — Minimale termijn tussen de kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht aan de gegadigden en inschrijvers en de ondertekening van de overeenkomst betreffende deze opdracht

Dictum

1) 

Door artikel 1441-1 van het nieuwe wetboek van burgerlijk procesrecht, zoals gewijzigd bij artikel 48, sub 1, van decreet nr. 2005-1308 van 20 oktober 2005 inzake opdrachten geplaatst door de aanbestedende diensten vermeld in artikel 4 van besluit nr. 2005-649 van 6 juni 2005 inzake opdrachten geplaatst door bepaalde particulieren of publiekrechtelijke rechtspersonen die niet onderworpen zijn aan het wetboek inzake overheidsopdrachten, vast te stellen en te handhaven, voor zover deze bepaling voorziet in een termijn van tien dagen voor het antwoord van de aanbestedende dienst op een ingebrekestelling, waarbij vóór dat antwoord elk precontractueel kort geding is verboden en zonder dat deze termijn de termijn schorst die in acht moet worden genomen tussen de kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht aan de afgewezen gegadigden en inschrijvers en de ondertekening van de overeenkomst, is de Franse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, zoals gewijzigd bij richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992, en krachtens richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie.

2) 

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3) 

De Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Franse Republiek dragen hun eigen kosten.

Top

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 juni 2009 — Commissie / Frankrijk

(Zaak C-327/08)

„Niet-nakoming — Richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG — Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten — Waarborg van doeltreffend beroep — Minimale termijn tussen kennisgeving van beslissing tot gunning van opdracht aan afgewezen gegadigden en inschrijvers en ondertekening van overeenkomst betreffende deze opdracht”

1. 

Beroep wegens niet-nakoming — Onderzoek van gegrondheid door Hof — In aanmerking te nemen situatie — Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 226 EG) (cf. punt 22)

2. 

Beroep wegens niet-nakoming — Recht van beroep van Commissie — Beoordeling van opportuniteit van instellen van beroep — Discretionaire uitoefening (Art. 226 EG) (cf. punt 26)

3. 

Harmonisatie van wetgevingen — Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken en in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie — Richtlijnen 89/665 en 92/13 — Verplichting voor lidstaten te voorzien in procedure van beroep tegen beslissingen tot plaatsing van opdrachten (Richtlijnen 89/665 en 92/13 van de Raad) (cf. punten 39, 41, 43-44)

4. 

Harmonisatie van wetgevingen — Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken en in sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie — Richtlijnen 89/665 en 92/13 — Verplichting voor lidstaten te voorzien in procedure van beroep tegen beslissingen tot plaatsing van opdrachten (Richtlijnen 89/665 en 92/13 van de Raad) (cf. punten 55-58, 60 en dictum)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van artikel 2, lid 1, van richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395, blz. 33), zoals gewijzigd bij richtlijn 92/50/EEG (PB L 209, blz. 1), en van artikel 2, lid 1, van richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76, blz. 14) — Minimale termijn tussen de kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht aan de gegadigden en inschrijvers en de ondertekening van de overeenkomst betreffende deze opdracht

Dictum

1) 

Door artikel 1441-1 van het nieuwe wetboek van burgerlijk procesrecht, zoals gewijzigd bij artikel 48, sub 1, van decreet nr. 2005-1308 van 20 oktober 2005 inzake opdrachten geplaatst door de aanbestedende diensten vermeld in artikel 4 van besluit nr. 2005-649 van 6 juni 2005 inzake opdrachten geplaatst door bepaalde particulieren of publiekrechtelijke rechtspersonen die niet onderworpen zijn aan het wetboek inzake overheidsopdrachten, vast te stellen en te handhaven, voor zover deze bepaling voorziet in een termijn van tien dagen voor het antwoord van de aanbestedende dienst op een ingebrekestelling, waarbij vóór dat antwoord elk precontractueel kort geding is verboden en zonder dat deze termijn de termijn schorst die in acht moet worden genomen tussen de kennisgeving van de beslissing tot gunning van de opdracht aan de afgewezen gegadigden en inschrijvers en de ondertekening van de overeenkomst, is de Franse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, zoals gewijzigd bij richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992, en krachtens richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie.

2) 

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3) 

De Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Franse Republiek dragen hun eigen kosten.

Top