EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0098

Zaak C-98/07: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 6 maart 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Højesteret — Denemarken) — Nordania Finans A/S, BG Factoring A/S/Skatteministeriet (Zesde BTW-richtlijn — Artikel 19, lid 2 — Berekening van pro rata voor toepassing van aftrek — Uitsluiting van omzet uit leveringen van investeringsgoederen welke door belastingplichtige in kader van zijn onderneming worden gebruikt — Begrip investeringsgoederen welke door belastingplichtige in kader van zijn onderneming worden gebruikt — Voertuigen die door leasebedrijf worden aangekocht om te worden geleased en daarna na afloop van leasecontract te worden verkocht)

PB C 107 van 26.4.2008, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/8


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 6 maart 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Højesteret — Denemarken) — Nordania Finans A/S, BG Factoring A/S/Skatteministeriet

(Zaak C-98/07) (1)

(Zesde BTW-richtlijn - Artikel 19, lid 2 - Berekening van pro rata voor toepassing van aftrek - Uitsluiting van omzet uit leveringen van investeringsgoederen welke door belastingplichtige in kader van zijn onderneming worden gebruikt - Begrip „investeringsgoederen welke door belastingplichtige in kader van zijn onderneming worden gebruikt’ - Voertuigen die door leasebedrijf worden aangekocht om te worden geleased en daarna na afloop van leasecontract te worden verkocht)

(2008/C 107/12)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Højesteret

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Nordania Finans A/S, BG Factoring A/S

Verwerende partij: Skatteministeriet

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Højesteret — Uitlegging van artikel 19 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Berekening van het prorata van de aftrekbare voorbelasting — Al dan niet inaanmerkingneming van de omzet uit de verkoop van leasewagens door een leasebedrijf na afloop van de leasecontracten

Dictum

Artikel 19, lid 2, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „investeringsgoederen welke door de belastingplichtige in het kader van zijn onderneming worden gebruikt” niet de voertuigen omvat die een leasebedrijf aankoopt om deze — zoals in het hoofdgeding — te leasen en vervolgens, na afloop van de leasecontracten, te verkopen, aangezien de verkoop van dergelijke voertuigen na afloop van deze contracten tot de gebruikelijke economische activiteiten van deze onderneming behoort.


(1)  PB C 95 van 28.4.2007.


Top