Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0002

Zaak C-2/07: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 28 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie — België) — Paul Abraham, Eugène Dehalleux, Jacqueline Starck, Robert Beaujean, Patrick Descamps e.a., Régine Lecomte, Jacques Deheneffe, Mirèse Mailleux, Léon Schreiber, Marie-Paule Cornesse, Claude Farnir, Pascale Bastiaens, Marc Kriescher, Isabelle Lemaire, Jean-Luc Kriescher, Mauro Altafoglia, Charles Franckaert, Fernande Pretto/Waals Gewest, Société de développement et de promotion de l'aéroport de Liège-Bierset SA, T.N.T. Express Worldwide (Euro Hub) SA, Nationale Maatschappij der luchtwegen-Belgocontrol, Belgische staat, Cargo Airlines Ltd (Richtlijn 85/337/EEG — Milieueffectbeoordeling van projecten — Vliegveld met een start- en landingsbaan van meer dan 2100  meter)

PB C 107 van 26.4.2008, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

26.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/6


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 28 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie — België) — Paul Abraham, Eugène Dehalleux, Jacqueline Starck, Robert Beaujean, Patrick Descamps e.a., Régine Lecomte, Jacques Deheneffe, Mirèse Mailleux, Léon Schreiber, Marie-Paule Cornesse, Claude Farnir, Pascale Bastiaens, Marc Kriescher, Isabelle Lemaire, Jean-Luc Kriescher, Mauro Altafoglia, Charles Franckaert, Fernande Pretto/Waals Gewest, Société de développement et de promotion de l'aéroport de Liège-Bierset SA, T.N.T. Express Worldwide (Euro Hub) SA, Nationale Maatschappij der luchtwegen-Belgocontrol, Belgische staat, Cargo Airlines Ltd

(Zaak C-2/07) (1)

(Richtlijn 85/337/EEG - Milieueffectbeoordeling van projecten - Vliegveld met een start- en landingsbaan van meer dan 2 100 meter)

(2008/C 107/08)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Hof van Cassatie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Paul Abraham, Eugène Dehalleux, Jacqueline Starck, Robert Beaujean, Patrick Descamps e.a., Régine Lecomte, Jacques Deheneffe, Mirèse Mailleux, Léon Schreiber, Marie-Paule Cornesse, Claude Farnir, Pascale Bastiaens, Marc Kriescher, Isabelle Lemaire, Jean-Luc Kriescher, Mauro Altafoglia, Charles Franckaert, Fernande Pretto

Verwerende partijen: Waals Gewest, Société de développement et de promotion de l'aéroport de Liège-Bierset, TNT Express Worldwide (Euro Hub) SA, Nationale Maatschappij der luchtwegen-Belgocontrol, Belgische staat, Cargo Airlines Ltd,

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Cassatie — Uitlegging van de artikelen 1, 2 en 4 van richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 175, blz. 40) — Begrip „project dat aanzienlijke milieu-effecten kan hebben” — Luchthaven met een start- en landingsbaan van meer dan 2 100 meter — Infrastructuurwerken en herstructurering van een bestaande luchthaven zonder verlenging van de start- en landingsbaan — Noodzaak van een milieueffectonderzoek

Dictum

1)

Indien een overeenkomst zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, geen project is in de zin van richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, moet de verwijzende rechter op basis van de toepasselijke nationale regeling vaststellen of een dergelijke overeenkomst een vergunning in de zin van artikel 1, lid 2, van richtlijn 85/337/EEG bevat. In dat verband moet worden onderzocht of deze vergunning is afgegeven in een procedure in verschillende fasen, die een basisbesluit en uitvoeringsbesluiten omvat, en of rekening moet worden gehouden met het cumulatieve effect van verschillende projecten, waarvan de milieueffecten in onderlinge samenhang moeten worden beoordeeld.

2)

De bepalingen van punt 12 van bijlage II, gelezen in samenhang met de bepalingen van punt 7 van bijlage I bij richtlijn 85/337/EEG, in hun oorspronkelijke versie, hebben eveneens betrekking op werkzaamheden tot wijziging van de infrastructuur van een bestaand vliegveld zonder dat de start- en landingsbaan wordt verlengd, voor zover deze gezien hun aard, omvang en kenmerken als een wijziging van het vliegveld zelf kunnen worden beschouwd. Dat is in het bijzonder het geval bij werkzaamheden die ertoe strekken de luchthavenactiviteit en het luchtverkeer op significante wijze uit te breiden. Het is aan de verwijzende rechter om na te gaan of de bevoegde instanties op de juiste wijze hebben bepaald of de werkzaamheden waarvan sprake in het hoofdgeding aan een milieueffectbeoordeling moesten worden onderworpen.

3)

De bevoegde instanties moeten rekening houden met de geplande uitbreiding van de activiteiten van een vliegveld, wanneer zij het milieueffect beoordelen van wijzigingen die aan de infrastructuur ervan worden aangebracht om deze toename van activiteiten op te vangen.


(1)  PB C 69 van 24.3.2007.


Top