This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0434
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 6 November 2003. # Commission of the European Communities v United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland. # Failure of a Member State to fulfil obligations - Directive 92/43/EEC - Conservation of natural habitats - Wild fauna and flora. # Case C-434/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 6 november 2003.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Niet-nakoming - Richtlijn 92/43/EEG - Instandhouding van natuurlijke habitats - Wilde flora en fauna.
Zaak C-434/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 6 november 2003.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Niet-nakoming - Richtlijn 92/43/EEG - Instandhouding van natuurlijke habitats - Wilde flora en fauna.
Zaak C-434/01.
Jurisprudentie 2003 I-13239
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:601
«Niet-nakoming – Richtlijn 92/43/EEG – Instandhouding van natuurlijke habitats – Wilde flora en fauna»
|
||||
|
||||
(Art. 226 EG)
ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)
6 november 2003 (1)
„Niet-nakoming – Richtlijn 92/43/EEG – Instandhouding van natuurlijke habitats – Wilde flora en fauna”
In zaak C-434/01,
Commissie van de Europese Gemeenschappen , vertegenwoordigd door R. Wainwright als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verzoekster,
tegen
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland , vertegenwoordigd door G. Amodeo en K. Manji als gemachtigden, bijgestaan door D. Anderson, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verweerder,
betreffende een verzoek om vast te stellen dat het Verenigd Koninkrijk, door niet de inachtneming op zijn grondgebied te verzekeren van de artikelen 12 en 16 van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206, blz. 7), de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),,
gezien het rapport van de rechter-rapporteur,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 3 juli 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),
rechtdoende:
Puissochet |
Gulmann |
Macken |
Colneric |
Cunha Rodrigues |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |