This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0363
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 16 October 2003. # Flughafen Hannover-Langenhagen GmbH v Deutsche Lufthansa AG. # Reference for a preliminary ruling: Oberlandesgericht Frankfurt am Main - Germany. # Air transport - Access to the groundhandling market in Community airports - Directive 96/67/EC - Article 16 - Collection of a fee for access to airport installations - Conditions. # Case C-363/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 oktober 2003.
Flughafen Hannover-Langenhagen GmbH tegen Deutsche Lufthansa AG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Oberlandesgericht Frankfurt am Main - Duitsland.
Luchtverkeer - Toegang tot grondafhandelingsmarkt op luchthavens van Gemeenschap - Richtlijn 96/67/EG - Artikel 16 - Vergoeding voor toegang tot luchthavenvoorzieningen - Voorwaarden.
Zaak C-363/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 oktober 2003.
Flughafen Hannover-Langenhagen GmbH tegen Deutsche Lufthansa AG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Oberlandesgericht Frankfurt am Main - Duitsland.
Luchtverkeer - Toegang tot grondafhandelingsmarkt op luchthavens van Gemeenschap - Richtlijn 96/67/EG - Artikel 16 - Vergoeding voor toegang tot luchthavenvoorzieningen - Voorwaarden.
Zaak C-363/01.
Jurisprudentie 2003 I-11893
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:548
*A9* Oberlandesgericht Frankfurt/Main, Beschluß vom 31/07/2001 (11 U (Kart) 27/00)
«Luchtvervoer – Toegang tot grondafhandelingsmarkt op luchthavens van Gemeenschap – Richtlijn 96/67/EG – Artikel 16 – Vergoeding voor toegang tot luchthavenvoorzieningen – Voorwaarden»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Richtlijn 96/67 van de Raad, art. 16, lid 3)
ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)
16 oktober 2003 (1)
„Luchtverkeer – Toegang tot grondafhandelingsmarkt op luchthavens van Gemeenschap – Richtlijn 96/67/EG – Artikel 16 – Vergoeding voor toegang tot luchthavenvoorzieningen – Voorwaarden”
In zaak C-363/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Frankfurt am Main (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding tussen Flughafen Hannover-Langenhagen GmbHen
Deutsche Lufthansa AG, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 16, lid 3, van richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PB L 272, blz. 36),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van Flughafen Hannover-Langenhagen GmbH, vertegenwoordigd door G. Schohe; Deutsche Lufthansa AG, vertegenwoordigd door B. Haager, H. Neumann en M. Kleuk, Abteilungsleiter, en de Commissie, vertegenwoordigd door M. Huttunen en M. Niejahr, ter terechtzitting van 5 december 2002,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 28 januari 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer)
uitspraak doende op de door het Oberlandesgericht Frankfurt am Main bij beschikking van 31 juli 2001 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Puissochet |
Gulmann |
Skouris |
Colneric |
Cunha Rodrigues |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |