This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0256
Judgment of the Court of 13 January 2004. # Debra Allonby v Accrington & Rossendale College, Education Lecturing Services, trading as Protocol Professional and Secretary of State for Education and Employment. # Reference for a preliminary ruling: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - United Kingdom. # Principle of equal pay for men and women - Direct effect - Meaning of worker - Self-employed female lecturer undertaking work presumed to be of equal value to that which is undertaken in the same college by male lecturers who are employees, but under contract with a third company - Self-employed lecturers not eligible for membership of an occupational pension scheme. # Case C-256/01.
Arrest van het Hof van 13 januari 2004.
Debra Allonby tegen Accrington & Rossendale College, Education Lecturing Services, trading as Protocol Professional en Secretary of State for Education and Employment.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - Verenigd Koninkrijk.
Beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers - Rechtstreekse werking - Begrip werknemer - Vrouwelijke zelfstandige docent die bij veronderstelling gelijkwaardig werk verricht als mannelijke loontrekkende docenten in dezelfde hogeschool, maar op basis van overeenkomst met derde vennootschap - Uitsluiting van zelfstandige docenten van recht op aansluiting bij bedrijfspensioenregeling.
Zaak C-256/01.
Arrest van het Hof van 13 januari 2004.
Debra Allonby tegen Accrington & Rossendale College, Education Lecturing Services, trading as Protocol Professional en Secretary of State for Education and Employment.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - Verenigd Koninkrijk.
Beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers - Rechtstreekse werking - Begrip werknemer - Vrouwelijke zelfstandige docent die bij veronderstelling gelijkwaardig werk verricht als mannelijke loontrekkende docenten in dezelfde hogeschool, maar op basis van overeenkomst met derde vennootschap - Uitsluiting van zelfstandige docenten van recht op aansluiting bij bedrijfspensioenregeling.
Zaak C-256/01.
Jurisprudentie 2004 I-00873
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2004:18
*A9* Court of Appeal (England), Civil Division, order of 22/06/2001 (A1/2000/2135 ; A1/2000/2136)
«Beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers – Rechtstreekse werking – Begrip werknemer – Vrouwelijke zelfstandige leraar die bij veronderstelling gelijkwaardig werk verricht als mannelijke loontrekkende leraren in zelfde school, maar op basis van overeenkomst met derde vennootschap – Uitsluiting van zelfstandige leraren van recht op aansluiting bij bedrijfspensioenregeling»
|
||||
|
||||
(Art. 141, lid 1, EG)
(Art. 141, lid 1, EG)
(Art. 141, lid 1, EG)
(Art. 141, lid 1, EG)
ARREST VAN HET HOF
13 januari 2004 (1)
„Beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers – Rechtstreekse werking – Begrip werknemer – Vrouwelijke zelfstandige docent die bij veronderstelling gelijkwaardig werk verricht als mannelijke loontrekkende docenten in dezelfde hogeschool, maar op basis van overeenkomst met derde vennootschap – Uitsluiting van zelfstandige docenten van recht op aansluiting bij bedrijfspensioenregeling”
In zaak C-256/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk), in het aldaar aanhangige geding tussen Debra Allonbyen
Accrington & Rossendale College,Education Lecturing Services, trading as Protocol Professional, voorheen Education Lecturing Services,Secretary of State for Education and Employment, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 141 EG,wijstHET HOF VAN JUSTITIE,,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van D. Allonby, vertegenwoordigd door T. Gill en R. Moretto, barrister; Education Lecturing Services, trading as Protocol Professional, vertegenwoordigd door Lord Lester of Herne Hill, QC; de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door P. Ormond als gemachtigde, bijgestaan door N. Paines, en de Commissie, vertegenwoordigd door N. Yerrel, ter terechtzitting van 28 januari 2003,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 2 april 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE,
uitspraak doende op de door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) bij beschikking van 22 juni 2001 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Skouris |
Jann |
Timmermans |
Gulmann |
Cunha Rodrigues |
La Pergola |
Puissochet |
Schintgen |
Macken |
Colneric |
von Bahr |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |