This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0149
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 19 June 2003. # Commissioners of Customs & Excise v First Choice Holidays plc. # Reference for a preliminary ruling: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - United Kingdom. # Sixth VAT Directive - Article 26(2) - Special scheme for the taxation of travel agents and tour operators - Taxable amount - Margin - Total amount to be paid by the traveller. # Case C-149/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 19 juni 2003.
Commissioners of Customs & Excise tegen First Choice Holidays plc.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - Verenigd Koninkrijk.
Zesde BTWrichtlijn - Artikel26, lid2 - Bijzondere belastingregeling voor reisbureaus en reisorganisatoren - Maatstaf van heffing - Winstmarge - Totale bedrag dat reiziger moet betalen.
Zaak C-149/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 19 juni 2003.
Commissioners of Customs & Excise tegen First Choice Holidays plc.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - Verenigd Koninkrijk.
Zesde BTWrichtlijn - Artikel26, lid2 - Bijzondere belastingregeling voor reisbureaus en reisorganisatoren - Maatstaf van heffing - Winstmarge - Totale bedrag dat reiziger moet betalen.
Zaak C-149/01.
Jurisprudentie 2003 I-06289
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:358
*P1* Court of Appeal (England), Civil Division, order of 29/07/2004 ([2004] EWCA Civ 1044)
- Simon's Tax Cases 2004 p.1407-1423
- Elliott, Peter: EC Tax Review 2005 p.32-33 (EN)
«Zesde BTW-richtlijn – Artikel 26, lid 2 – Bijzondere belastingregeling voor reisbureaus en reisorganisatoren – Maatstaf van heffing – Winstmarge – Totaal bedrag dat reiziger moet betalen»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 26, lid 2)
ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)
19 juni 2003 (1)
„Zesde BTW-richtlijn – Artikel 26, lid 2 – Bijzondere belastingregeling voor reisbureaus en reisorganisatoren – Maatstaf van heffing – Winstmarge – Totale bedrag dat reiziger moet betalen”
In zaak C-149/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk), in het aldaar aanhangige geding tussen Commissioners of Customs & Exciseen
First Choice Holidays plc, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 26, lid 2, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting ─ Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van First Choice Holidays plc, vertegenwoordigd door K. Prosser; de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door P. Ormond als gemachtigde, bijgestaan door P. Sales, en de Commissie, vertegenwoordigd door R. Lyal, ter terechtzitting van 14 maart 2002,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 12 september 2002,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),
uitspraak doende op de door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) bij beslissing van 13 maart 2001 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Schintgen |
Gulmann |
Skouris |
Macken |
Cunha Rodrigues |
|
De griffier |
De president van de Zesde kamer |
R. Grass |
J.-P. Puissochet |