This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0076
Judgment of the Court of 30 September 2003. # Comité des industries du coton et des fibres connexes de l'Union européenne (Eurocoton) and Others v Council of the European Union. # Appeal - Dumping - Failure by the Council to adopt a proposal for a regulation imposing definitive anti-dumping duties - Lack of simple majority necessary for the adoption of the regulation - Expiry of the time-limit for the anti-dumping investigation - Definition of a reviewable act - Obligation to state reasons. # Case C-76/01 P.
Arrest van het Hof van 30 september 2003.
Comité des industries du coton et des fibres connexes de l'Union européenne (Eurocoton) en anderen tegen Raad van de Europese Unie.
Hogere voorziening - Dumping - Verwerping door Raad van voorstel voor verordening tot instelling van definitieve antidumpingrechten - Ontbreken van gewone meerderheid die nodig is voor vaststelling van verordening - Verstrijken van termijn voor antidumpingonderzoek - Begrip .voor beroep vatbare handeling - Motiveringsplicht.
Zaak C-76/01 P.
Arrest van het Hof van 30 september 2003.
Comité des industries du coton et des fibres connexes de l'Union européenne (Eurocoton) en anderen tegen Raad van de Europese Unie.
Hogere voorziening - Dumping - Verwerping door Raad van voorstel voor verordening tot instelling van definitieve antidumpingrechten - Ontbreken van gewone meerderheid die nodig is voor vaststelling van verordening - Verstrijken van termijn voor antidumpingonderzoek - Begrip .voor beroep vatbare handeling - Motiveringsplicht.
Zaak C-76/01 P.
Jurisprudentie 2003 I-10091
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:511
«Hogere voorziening – Dumping – Verwerping door Raad van voorstel voor verordening tot instelling van definitieve antidumpingrechten – Ontbreken van gewone meerderheid die nodig is voor vaststelling van verordening – Verstrijken van termijn voor antidumpingonderzoek – Begrip voor beroep vatbare handeling – Motiveringsplicht»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
[EG-Verdrag, art. 168 A (thans art. 225 EG); Statuut-EG van het Hof van Justitie, art. 51, eerste alinea; Reglement voor de
procesvoering van het Hof, art. 112, lid 1, eerste alinea, sub c]
[EG-Verdrag, art. 173 (thans, na wijziging, art. 230 EG); verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 6, lid 9]
[EG-Verdrag, art. 173 (thans, na wijziging, art. 230 EG)]
[EG-Verdrag, art. 173, vierde alinea (thans art. 230, vierde alinea, EG)]
[EG-Verdrag, art. 190 (thans, na wijziging, art. 253 EG); verordening nr. 384/96 van de Raad, art. 9, lid 4, en 21]
[EG-Verdrag, art. 190 en 215, tweede alinea (thans art. 253 EG en 288, tweede alinea, EG)]
ARREST VAN HET HOF
30 september 2003 (1)
„Hogere voorziening – Dumping – Verwerping door Raad van voorstel voor verordening tot instelling van definitieve antidumpingrechten – Ontbreken van gewone meerderheid die nodig is voor vaststelling van verordening – Verstrijken van termijn voor antidumpingonderzoek – Begrip voor beroep vatbare handeling – Motiveringsplicht”
In zaak C-76/01 P, Comité van de katoen- en aanverwante vezels verwerkende nijverheden van de Europese Unie (Eurocoton) , gevestigd te Brussel (België), Ettlin Gesellschaft für Spinnerei und Weberei AG, gevestigd te Ettlingen (Duitsland), Textil Hof Weberei GmbH & Co. KG, gevestigd te Hof (Duitsland), H. Hecking Söhne GmbH & Co., gevestigd te Stadtlohn (Duitsland), Spinnweberei Uhingen GmbH, gevestigd te Uhingen (Duitsland), F. A. Kümpers GmbH & Co., gevestigd te Rheine (Duitsland), Tenthorey SA, gevestigd te Éloyes (Frankrijk), Les tissages des héritiers de G. Perrin ─ Groupe Alain Thirion (HPG-GAT Tissages), gevestigd te Cornimont (Frankrijk), Établissements des fils de Victor Perrin SARL, gevestigd te Thiéfosse (Frankrijk), Filatures et tissages de Saulxures-sur-Moselotte, gevestigd te Saulxures-sur-Moselotte (Frankrijk), Tissage Mouline Thillot, gevestigd te Thillot (Frankrijk), Filature Niggeler & Küpfer SpA, gevestigd te Capriolo (Italië), Standardtela SpA, gevestigd te Milaan (Italië),vertegenwoordigd door C. Stanbrook en P. Bentley, QC, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,rekwiranten,
betreffende hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer ─ uitgebreid) van 29 november 2000, Eurocoton e.a./Raad (T-213/97, Jurispr. blz. II-3727), strekkende tot vernietiging van dit arrest, andere partijen bij de procedure: Raad van de Europese Unie, vertegenwoordigd door S. Marquardt als gemachtigde, bijgestaan door G. M. Berrisch en H. P. Nehl, Rechtsanwälte,verweerder in eerste aanleg, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door K. Manji als gemachtigde,interveniënt in eerste aanleg, en Tessival SpA, gevestigd te Azzano S. Paolo (Italië),verzoekster in eerste aanleg, wijstHET HOF VAN JUSTITIE,,
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de pleidooien van rekwiranten en van de Raad van de Europese Unie ter terechtzitting van 22 oktober 2002,gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 16 januari 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE,
rechtdoende:
Rodríguez Iglesias |
Wathelet |
Timmermans |
Gulmann |
Edward |
Jann |
Macken |
Colneric |
von Bahr |
Cunha Rodrigues |
Rosas |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
G. C. Rodríguez Iglesias |