This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61994CJ0226
Judgment of the Court (Second Chamber) of 15 February 1996. # Grand Garage Albigeois SA, Etablissements Marlaud SA, Rossi Automobiles SA, Albi Automobiles SA, Garage Maurel & Fils SA, Sud Auto SA, Grands garages de Castres, Garage Pirola SA, Grand Garage de la Gare, Mazametaine automobile SA, Etablissements Capmartin SA and Graulhet Automobiles SA v Garage Massol SARL. # Reference for a preliminary ruling: Tribunal de commerce d'Albi - France. # Competition - Vehicle distribution - Regulation (EEC) No 123/85 - Applicability as against third parties - Independent reseller. # Case C-226/94.
Arrest van het Hof (tweede kamer) van 15 februari 1996.
Grand garage albigeois SA, Etablissements Marlaud SA, Rossi Automobiles SA, Albi Automobiles SA, Garage Maurel & Fils SA, Sud Auto SA, Grands garages de Castres, Garage Pirola SA, Grand garage de la gare, Mazametaine automobile SA, Etablissements Capmartin SA en Graulhet Automobiles SA tegen Garage Massol SARL.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal de commerce d'Albi - Frankrijk.
Mededinging - Afzet van motorvoertuigen - Verordening (EEG) nr. 123/85 - Inroepbaarheid tegen derden - Onafhankelijk wederverkoper.
Zaak C-226/94.
Arrest van het Hof (tweede kamer) van 15 februari 1996.
Grand garage albigeois SA, Etablissements Marlaud SA, Rossi Automobiles SA, Albi Automobiles SA, Garage Maurel & Fils SA, Sud Auto SA, Grands garages de Castres, Garage Pirola SA, Grand garage de la gare, Mazametaine automobile SA, Etablissements Capmartin SA en Graulhet Automobiles SA tegen Garage Massol SARL.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal de commerce d'Albi - Frankrijk.
Mededinging - Afzet van motorvoertuigen - Verordening (EEG) nr. 123/85 - Inroepbaarheid tegen derden - Onafhankelijk wederverkoper.
Zaak C-226/94.
Jurisprudentie 1996 I-00651
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1996:55
*A9* Tribunal de commerce d'Albi, jugement du 22/07/94 (94/001918)
Arrest van het Hof (tweede kamer) van 15 februari 1996. - Grand garage albigeois SA, Etablissements Marlaud SA, Rossi Automobiles SA, Albi Automobiles SA, Garage Maurel & Fils SA, Sud Auto SA, Grands garages de Castres en Garage Pirola SA, Grand garage de la gare, Mazametaine automobile SA, Etablissements Capmartin SA en Graulhet Automobiles SA tegen Garage Massol SARL. - Verzoek om een prejudiciele beslissing: Tribunal de commerce d'Albi - Frankrijk. - Mededinging - Afzet van motorvoertuigen - Verordening (EEG) nr. 123/85 - Inroepbaarheid tegen derden - Onafhankelijk wederverkoper. - Zaak C-226/94.
Jurisprudentie 1996 bladzijde I-00651
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
Mededinging ° Mededingingsregelingen ° Verbod ° Groepsvrijstelling ° Verordening nr. 123/85 ° Voorwerp ° Vrijstelling voor sommige mededingingsbeperkingen in verhouding tussen fabrikanten en dealers in automobielsector ° Verbod voor marktdeelnemer die geen deel uitmaakt van officieel distributienet van automerk en niet-gevolmachtigd tussenpersoon is, om als onafhankelijk wederverkoper nieuwe voertuigen van dat merk te verhandelen ° Geen
(Verordening nr. 123/85 van de Commissie)
Verordening nr. 123/85 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen biedt de ondernemingen in de automobielsector enkel bepaalde mogelijkheden om, ondanks het feit dat in hun afzet- en klantenserviceovereenkomsten bepaalde types exclusiviteitsclausules en concurrentieverboden voorkomen, voor deze bepalingen te ontkomen aan het verbod van artikel 85, lid 1, van het Verdrag. Zij heeft slechts betrekking op de contractuele verhoudingen tussen de leverancier en zijn erkende dealers, en ofschoon daarin wordt opgesomd waartoe partijen zich in hun betrekkingen met derden al dan niet kunnen verbinden, beoogt zij daarentegen niet de activiteiten van deze derden te regelen, die buiten het circuit van de afzetovereenkomsten op de markt kunnen opereren.
Mitsdien moet verordening nr. 123/85 aldus worden uitgelegd, dat zij niet eraan in de weg staat, dat een marktdeelnemer die noch een erkend wederverkoper in het distributienet van de fabrikant van een bepaald automerk is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon in de zin van artikel 3, sub 11, van de verordening, zich als onafhankelijk wederverkoper bezighoudt met de verkoop van nieuwe voertuigen van dat merk.
In zaak C-226/94,
betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Tribunal de commerce d' Albi (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding tussen
Grand garage albigeois SA,
Établissements Marlaud SA,
Rossi Automobiles SA,
Albi Automobiles SA,
Garage Maurel & Fils SA,
Sud Auto SA,
Grands garages de Castres,
Garage Pirola SA,
Grand garage de la gare,
Mazametaine automobile SA,
Établissements Capmartin SA,
Graulhet automobiles SA
en
Garage Massol SARL,
om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van verordening (EEG) nr. 123/85 van de Commissie van 12 december 1984 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen (PB 1985, L 15, blz. 16),
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer),
samengesteld als volgt: G. Hirsch, kamerpresident, G. F. Mancini en F. A. Schockweiler (rapporteur), rechters,
advocaat-generaal: D. Ruiz-Jarabo Colomer
griffier: L. Hewlett, administrateur
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
° verzoeksters in het hoofdgeding, vertegenwoordigd door J.-P. Doury, advocaat te Poitiers,
° de Franse regering, vertegenwoordigd door C. de Salins, onderdirecteur bij de directie juridische zaken van het Ministerie van Buitenlandse zaken, en J.-M. Belorgey, secretaris buitenlandse zaken bij de directie juridische zaken van dit ministerie, als gemachtigden,
° de Griekse regering, vertegenwoordigd door F. Georgakopoulos, adjunct-juridisch adviseur bij de juridische dienst van de staat, en M. Basdeki, procesgemachtigde bij de juridische dienst van de staat, als gemachtigden,
° de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door F. E. González Díaz, lid van haar juridische dienst, en G. de Bergues, bij de juridische dienst gedetacheerd nationaal ambtenaar, als gemachtigden,
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van verzoeksters in het hoofdgeding, vertegenwoordigd door J.-P. Doury; de Franse regering, vertegenwoordigd door J.-M. Belorgey; de Griekse regering, vertegenwoordigd door F. Georgakopoulos, en de Commissie, vertegenwoordigd door F. E. González Díaz en G. Charrier, bij de juridische dienst gedetacheerd nationaal ambtenaar, ter terechtzitting van 16 november 1995,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 december 1995,
het navolgende
Arrest
1 Bij vonnis van 22 juli 1994, ingekomen bij het Hof op 2 augustus daaraanvolgend, heeft het Tribunal de commerce d' Albi krachtens artikel 177 EG-Verdrag een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van verordening (EEG) nr. 123/85 van de Commissie van 12 december 1984 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen (PB 1985, L 15, blz. 16).
2 Deze vraag is gerezen in het kader van een geding tussen de vennootschappen Grand garage albigeois, Établissements Marlaud, Rossi Automobiles, Albi Automobiles, Garage Maurel & Fils, Sud Auto, Grands garages de Castres, Garage Pirola, Grand garage de la gare, Mazametaine Automobile, Établissements Capmartin en Graulhet automobiles (hierna: "Grand garage albigeois e.a.") en Garage Massol, betreffende een door eerstgenoemden tegen laatstgenoemde ingestelde rechtsvordering wegens oneerlijke concurrentie.
3 Grand garage albigeois e.a. zijn in het Franse departement Tarn gevestigde exclusieve dealers van de automerken Citroën, Ford, Honda, Peugeot en Renault.
4 De Garage Massol, gevestigd te Albi in hetzelfde departement, verkoopt als onafhankelijk handelaar nieuwe voertuigen van verschillende merken, die nog geen drie maanden zijn ingeschreven of minder dan 3 000 kilometer hebben gereden. Zij heeft dergelijke voertuigen in voorraad en maakt reclame om de verkoop daarvan te bevorderen.
5 Van mening dat de Garage Massol, die geen deel uitmaakt van het distributienet van een automobielfabrikant en evenmin een gevolmachtigd tussenpersoon is in de zin van artikel 3, sub 11, van verordening nr. 123/85, de dealers oneerlijke concurrentie aandeed, dienden Grand garage albigeois e.a. op 17 maart 1994 bij het Tribunal de commerce d' Albi een rechtsvordering in, waarbij zij eisten dat de Garage Massol wordt gelast haar activiteiten te staken en zij wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade die zij hadden geleden door het afnemen van klanten, de verstoring van het distributienet en de kortingen die de dealers moesten geven om hun klanten niet te verliezen.
6 Grand garage albigeois e.a. betwisten de rechtmatigheid van de activiteiten van de Garage Massol, op grond dat zij in strijd met zowel de exclusieve dealerovereenkomsten tussen de fabrikanten en de dealers als de gemeenschapsregeling handelde. Krachtens die overeenkomsten genieten de dealers binnen een bepaald gebied een alleenrecht van vestiging, handel en verkoop van nieuwe voertuigen, rechtstreeks of via hun vertegenwoordigers. Een wederverkoper van motorvoertuigen, die geen deel uitmaakt van een distributienet van een merk, kan zijn werkzaamheden dus enkel uitoefenen als gevolmachtigd tussenpersoon in de zin van artikel 3, sub 11, van verordening nr. 123/85 en onder de voorwaarden, neergelegd in mededeling 91/C 329/06 van de Commissie van 4 december 1991, getiteld "Toelichting op de werkzaamheden van tussenpersonen in de automobielsector" (PB 1991, C 329, blz. 20). In het bijzonder mag de tussenpersoon volgens hen enkel voor rekening van een koper, de eindgebruiker, handelen en is het hem verboden om een voorraad aan te houden of bij het publiek, onder meer in zijn reclame, verwarring te stichten door de indruk te wekken dat hij een wederverkoper is. Ten slotte is de bevoorrading van onafhankelijke wederverkopers met nieuwe voertuigen altijd ongeoorloofd.
7 De Garage Massol is daarentegen van mening, dat de activiteit als onafhankelijk wederverkoper geoorloofd is. De dealers kunnen zich niet op een alleenverkooprecht beroepen zolang de distributienetten voor auto' s niet zo sluitend zijn dat de levering van nieuwe voertuigen van een bepaald merk aan dergelijke wederverkopers onmogelijk is. Momenteel verkopen de fabrikanten trouwens 40 % van de produktie buiten hun dealernet om. Gelet op het in de Franse Code civil neergelegde beginsel van de relatieve werking van overeenkomsten, zijn de exclusieve dealerovereenkomsten slechts bindend voor partijen en kunnen zij niet worden tegengeworpen aan derden aan wie geen enkele bepaling verbiedt om rechtmatig verkregen nieuwe voertuigen met winst te verkopen. Ten slotte kunnen de dealers zich niet beroepen op de uitzonderingsbepalingen van verordening nr. 123/85, daar de exclusieve dealerovereenkomsten niet voldoen aan de bij de verordening gestelde voorwaarden.
8 Van oordeel dat voor de beslechting van dit geschil het gemeenschapsrecht moest worden uitgelegd, heeft het Tribunal de commerce d' Albi de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:
"Kunnen de overeenkomsten van de Franse dealers (Peugeot, Renault, Citroën, Ford, Honda) in het algemene rechtskader van het gemeenschapsrecht, dat wil zeggen dat van de vrijheid, worden tegengeworpen aan derden-handelaars en is het, in het bijzonder indien een onafhankelijk wederverkoper erin slaagt, op geoorloofde wijze binnen het distributienet nieuwe voertuigen te betrekken, ingevolge verordening nr. 123/85 of de rechtspraak van het Hof rechtmatig dat de fabrikant, zijn importeur of een lid van een distributienet in een Lid-Staat zich tegen de invoer en wederverkoop van de voertuigen in een Lid-Staat door de wederverkoper verzet met als enige reden dat hij geen erkend wederverkoper of geen lasthebber is?"
9 Met deze vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen, of verordening nr. 123/85 aldus moet worden uitgelegd, dat zij eraan in de weg staat dat een marktdeelnemer die noch een erkend wederverkoper in het distributienet van de fabrikant van een bepaald automerk is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon in de zin van artikel 3, sub 11, van deze verordening, zich als onafhankelijk wederverkoper bezighoudt met de verkoop van nieuwe voertuigen van dat merk.
10 Ingevolge artikel 85, lid 1, van het Verdrag zijn overeenkomsten tussen ondernemingen die de handel tussen Lid-Staten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, in beginsel onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en verboden. Volgens lid 2 van dit artikel zijn dergelijke overeenkomsten van rechtswege nietig, tenzij de bepalingen van lid 1 door de Commissie overeenkomstig lid 3 buiten toepassing zijn verklaard.
11 De Commissie kan deze bepalingen buiten toepassing verklaren door een individuele beschikking, betreffende een bepaalde overeenkomst, krachtens verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962, Eerste verordening over de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het EEG-Verdrag (PB 1962, blz. 204), dan wel door een vrijstellingsverordening, betreffende bepaalde groepen van overeenkomsten, krachtens verordening nr. 19/65/EEG van de Raad van 2 maart 1965 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (PB 1965, blz. 533). Bij een dergelijke vrijstellingsverordening stelt de Commissie de voorwaarden vast, waaronder het verbod van artikel 85, lid 1, niet van toepassing is op een overeenkomst die op zichzelf nochtans onder dat verbod zou vallen.
12 Ingevolge verordening nr. 123/85, die de Commissie op grond van verordening nr. 19/65 heeft vastgesteld, zijn bepaalde afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen toegestaan, die anders verboden zouden zijn.
13 In verordening nr. 123/85 wordt artikel 85, lid 1, van het Verdrag namelijk overeenkomstig artikel 85, lid 3, onder de in die verordening limitatief genoemde voorwaarden buiten toepassing verklaard voor overeenkomsten waarbij een leverancier een erkend wederverkoper op een bepaald grondgebied belast met de afzet van en de klantenservice voor motorvoertuigen en zich verbindt om binnen dat gebied slechts aan hem contractprodukten te leveren.
14 Zo verklaart deze verordening artikel 85, lid 1, onder meer buiten toepassing voor de door de leverancier aan de erkende dealer opgelegde verplichting om geen contractprodukten te verkopen aan wederverkopers die geen deel uitmaken van het distributienet (artikel 3, sub 10), tenzij het om tussenpersonen gaat, dat wil zeggen marktdeelnemers die handelen in naam en voor rekening van eindgebruikers en die daartoe een schriftelijke volmacht hebben gekregen (artikel 3, sub 11).
15 Zoals het Hof reeds heeft verklaard, bevat verordening nr. 123/85, als uitvoeringsverordening van artikel 85, lid 3, van het Verdrag, geen dwingende voorschriften die rechtstreeks van invloed zijn op de geldigheid of de inhoud van contractuele bepalingen of die de contractpartijen verplichten de inhoud van hun overeenkomsten eraan aan te passen. Zij biedt de ondernemingen in de automobielsector enkel bepaalde mogelijkheden om, ondanks het feit dat in hun afzet- en klantenserviceovereenkomsten bepaalde types exclusiviteitsclausules en concurrentieverboden voorkomen, voor deze bepalingen te ontkomen aan het verbod van artikel 85, lid 1 (zie arrest van 18 december 1986, zaak 10/86, VAG France, Jurispr. 1986, blz. 4071, r.o. 12 en 16).
16 Overigens heeft verordening nr. 123/85, overeenkomstig de functie die zij heeft in het kader van de toepassing van artikel 85 van het Verdrag, slechts betrekking op de contractsverhouding tussen de leverancier en zijn erkende dealers, waar zij de voorwaarden vaststelt waaronder bepaalde overeenkomsten tussen hen geoorloofd zijn, wat de mededingingsregels van het Verdrag betreft.
17 De verordening regelt derhalve enkel de inhoud van overeenkomsten die partijen binnen een distributienet van een bepaald produkt rechtmatig kunnen sluiten, gelet op de verdragsregels die beperkingen van de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt verbieden.
18 Daar in de verordening enkel wordt opgesomd waartoe de partijen bij dergelijke overeenkomsten zich in hun betrekkingen met derden al dan niet kunnen verbinden, beoogt deze verordening daarentegen niet de activiteiten van deze derden te regelen, die buiten het circuit van de afzetovereenkomsten op de markt kunnen opereren.
19 De bepalingen van deze vrijstellingsverordening kunnen dus niet van invloed zijn op de rechten en verplichtingen van derden, in het bijzonder onafhankelijke handelaars, ten aanzien van de tussen de automobielfabrikanten en hun dealers gesloten overeenkomsten.
20 Derhalve kan verordening nr. 123/85 niet aldus worden uitgelegd, dat zij een marktdeelnemer die geen deel uitmaakt van het officiële distributienet van een bepaald automerk en die niet een gevolmachtigd tussenpersoon is in de zin van deze verordening, verbiedt als onafhankelijk wederverkoper nieuwe voertuigen van dat merk te verhandelen.
21 In de door verzoeksters in het hoofdgeding aangevoerde mededeling 91/C 329/06 van de Commissie ten slotte worden slechts bepaalde in de verordening gebruikte begrippen verduidelijkt, zodat deze mededeling de strekking van de verordening niet kan wijzigen.
22 Mitsdien moet aan de verwijzende rechter worden geantwoord dat verordening nr. 123/85 aldus moet worden uitgelegd, dat zij niet eraan in de weg staat, dat een marktdeelnemer die noch een erkend wederverkoper in het distributienet van de fabrikant van een bepaald automerk is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon in de zin van artikel 3, sub 11, van de verordening, zich als onafhankelijk wederverkoper bezighoudt met de verkoop van nieuwe voertuigen van dat merk.
Kosten
23 De kosten, door de Franse en de Griekse regering en de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.
HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer),
uitspraak doende op de door het Tribunal de commerce d' Albi bij vonnis van 22 juli 1994 gestelde vraag, verklaart voor recht:
Verordening (EEG) nr. 123/85 van de Commissie van 12 december 1984 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen, moet aldus worden uitgelegd, dat zij niet eraan in de weg staat, dat een marktdeelnemer die noch een erkend wederverkoper in het distributienet van de fabrikant van een bepaald automerk is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon in de zin van artikel 3, sub 11, van de verordening, zich als onafhankelijk wederverkoper bezighoudt met de verkoop van nieuwe voertuigen van dat merk.