EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61990CJ0338

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 31 maart 1992.
Hamlin Electronics GmbH tegen Hauptzollamt Darmstadt.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Hessisches Finanzgericht - Duitsland.
Gemeenschappelijk douanetarief - Tijdelijke schorsing van autonome rechten - Bladveerschakelaars.
Zaak C-338/90.

Jurisprudentie 1992 I-02333

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1992:156

61990J0338

ARREST VAN HET HOF (VIERDE KAMER) VAN 31 MAART 1992. - HAMLIN ELECTRONICS GMBH TEGEN HAUPTZOLLAMT DARMSTADT. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: HESSISCHES FINANZGERICHT - DUITSLAND. - GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF - TIJDELIJKE SCHORSING AUTONOME RECHTEN - BLADVEERSCHAKELAARS. - ZAAK C-338/90.

Jurisprudentie 1992 bladzijde I-02333


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


++++

Gemeenschappelijk douanetarief - Wijziging of schorsing van invoerrechten - Omschrijving van betrokken produkten - Uitlegging - Criteria - "Bladveerschakelaars met niet meer dan een kleine hoeveelheid kwik" - Bladveerschakelaars zonder kwik - Daaronder begrepen

(Verordeningen van de Raad nrs. 3696/88, art. 1, en 1656/89, art. 1)

Samenvatting


De voor meer dan één uitlegging vatbare formulering in de bijlage van de verordeningen nrs. 3696/88 en 1656/89, beide houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal industriële produkten (micro-elektronica en aanverwante sectoren), luidende (ex 8536 5000): "Bladveerschakelaars (' reedswitches' ) met niet meer dan drie contactveren en een kleine hoeveelheid kwik, geborgen in een omhulling van glas", moet aldus worden uitgelegd, dat de schorsing van douanerechten ook geldt voor schakelaars die geen kwik bevatten, zulks gelet op het feit dat de schorsing van de douanerechten verband houdt met de onvoldoende produktie in de Gemeenschap van schakelaars met weinig of geen kwik en de behoefte van de verwerkende industrie van de Gemeenschap aan dergelijke produkten, terwijl de produktie van schakelaars met een grote hoeveelheid kwik in de Gemeenschap daarentegen toereikend is.

Partijen


In zaak C-338/90,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hessische Finanzgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen

Hamlin Electronics GmbH

en

Hauptzollamt Darmstadt,

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de verordeningen (EEG) van de Raad nrs. 3696/88 van 18 november 1988 (PB 1988, L 329, blz. 1) en 1656/89 van 29 mei 1989 (PB 1989, L 167, blz. 1), houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal industriële produkten (micro-elektronica en aanverwante sectoren),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Vierde kamer),

samengesteld als volgt: P. J. G. Kapteyn, kamerpresident, C. N. Kakouris en M. Díez de Velasco, rechters,

advocaat-generaal: M. Darmon

griffier: J. A. Pompe, adjunct-griffier

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- Hamlin Electronics GmbH, vertegenwoordigd door D. Krueger, advocaat te Frankfurt,

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur R. Barents als gemachtigde,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de mondelinge opmerkingen van de Commissie, vertegenwoordigd door R. Hayder als gemachtigde, ter terechtzitting van 22 november 1991,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 17 januari 1992,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest


1 Bij beschikking van 18 oktober 1990, ingekomen ter griffie van het Hof op 7 november daaraanvolgend, heeft het Hessische Finanzgericht krachtens artikel 177 EEG-Verdrag een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van de verordeningen (EEG) van de Raad nrs. 3696/88 van 18 november 1988 (PB 1988, L 329, blz. 1) en 1656/89 van 29 mei 1989 (PB 1989, L 167, blz. 1), houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal industriële produkten (micro-elektronica en aanverwante sectoren).

2 Deze vraag is gerezen in een geschil tussen Hamlin Electronics GmbH en het Hauptzollamt Darmstadt over de indeling van een produkt onder codenummer 8536 5000 9930 in de bijlage van vorengenoemde verordeningen, met de omschrijving "Bladveerschakelaars (' reedswitches' ) met niet meer dan drie contactveren en een kleine hoeveelheid kwik, geborgen in een omhulling van glas".

3 Tussen juni en december 1989 voerde Hamlin Electronics bladveerschakelaars zonder kwik in uit de Verenigde Staten. Krachtens genoemde verordeningen verleende het Hauptzollamt Darmstadt voor deze schakelaars aanvankelijk schorsing van douanerechten. Later vorderde het bij navorderingsbeschikking rechten ter hoogte van 152 702 DM, op grond dat schakelaars zonder kwik niet onder genoemd codenummer vielen, maar onder codenummer 8536 5000 9990, waarvoor geen schorsing van rechten gold.

4 Daarop vorderde Hamlin Electronics voor het Hessische Finanzgericht nietigverklaring van deze beschikking. Tot staving van haar beroep stelde zij, dat ook elektrische schakelaars die geen kwik bevatten, onder codenummer 8536 5000 9930 vielen.

5 Het Hessische Finanzgericht is van oordeel, dat de uitlegging van deze bepaling de vraag doet rijzen, of de aanwezigheid van kwik in de betrokken schakelaars een beslissende voorwaarde is voor de schorsing van douanerechten. Het heeft daarom de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de navolgende prejudiciële vraag voorgelegd:

"Moet de omschrijving in tabel II respectievelijk in de bijlage van de verordeningen (EEG) nrs. 3696/88 en 1656/89 van de Raad van respectievelijk 18 november 1988 en 29 mei 1989 houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal industriële produkten (micro-elektronica en aanverwante sectoren) (PB 1988, L 329, blz. 1, resp. PB 1989, L 167, blz. 1), ex 8536 50 00 'Bladveerschakelaars (' reedswitches' ) met niet meer dan drie contactveren en een kleine hoeveelheid kwik, geborgen in een omhulling van glas' , aldus worden uitgelegd, dat bladveerschakelaars een kleine hoeveelheid kwik moeten bevatten om onder de schorsing van de douanerechten te vallen, of betekent deze omschrijving, dat bladveerschakelaars zonder kwik of met ten hoogste een kleine hoeveelheid kwik onder de schorsing vallen?"

6 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten van het hoofdgeding, het procesverloop en de bij het Hof ingediende opmerkingen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting. Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof.

7 De verwijzende rechter wenst in wezen te vernemen, of de in geding zijnde bepaling aldus moet worden uitgelegd, dat voor de schorsing van douanerechten vereist is dat de betrokken schakelaars een kleine hoeveelheid kwik bevatten.

8 Voor de beantwoording van deze vraag moet er allereerst op worden gewezen, dat volgens vaste rechtspraak (laatstelijk arrest van 24 januari 1991, zaak C-384/89, Tomatis, Jurispr. 1991, blz. I-127) om dwingende redenen van rechtszekerheid het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen als regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals omschreven in de tekst van de posten van het gemeenschappelijk douanetarief.

9 Alleen zo is immers een eenduidige toepassing van de desbetreffende bepaling verzekerd, zowel voor de betrokken marktdeelnemer als voor de ter zake van de uitlegging van de bepaling bevoegde instanties. Dit rechtszekerheidsvereiste is van bijzonder belang, wanneer het, zoals in casu, gaat om een regeling met financiële gevolgen voor de marktdeelnemers.

10 Wat de bewoordingen van de in geding zijnde bepaling betreft, rijst de vraag, of de woorden "met niet meer dan" betrekking hebben op de beide daarop volgende zinsdelen. Zo ja, dan vormt de kleine hoeveelheid kwik de bovengrens, waarboven de schorsing van rechten niet geldt; de omschrijving omvat dan schakelaars zonder kwik. Indien die woorden evenwel enkel betrekking hebben op het onmiddellijk erop volgende zinsdeel, is voor de schorsing van rechten de aanwezigheid van een kleine hoeveelheid kwik vereist en omvat de omschrijving niet schakelaars zonder kwik.

11 De grammaticale analyse van de verschillende taalversies geeft geen duidelijke aanwijzing in de ene of de andere zin, zelfs niet indien het gebruik door de Raad van het woord "kleine" hoeveelheid begrepen zou kunnen worden als uitdrukking van zijn bedoeling, de in deze schakelaars aanwezige hoeveelheid kwik zoveel mogelijk te beperken.

12 Is een bepaling voor meer dan een uitlegging vatbaar, dan moet zij worden uitgelegd volgens de algemene opzet en het doel van de regeling waarvan zij deel uitmaakt.

13 De schorsing van de douanerechten hield verband met de ontoereikende produktie in de Gemeenschap van schakelaars met weinig of geen kwik en de behoefte van de verwerkende industrie van de Gemeenschap aan dergelijke produkten. De produktie in de Gemeenschap van schakelaars met een grote hoeveelheid kwik is daarentegen wel toereikend.

14 Bij de behandeling voor het Hof is gebleken, dat schakelaars zonder kwik technisch meer geavanceerde produkten zijn, die bovendien als afval minder schadelijk zijn voor het milieu.

15 Mitsdien moet de in geding zijnde bepaling aldus worden uitgelegd, dat de betrokken schakelaars ten hoogste een kleine hoeveelheid kwik mogen bevatten. Daartoe behoren logischerwijze ook schakelaars zonder kwik.

16 Op de prejudiciële vraag moet mitsdien worden geantwoord, dat de omschrijving in de bijlage van de verordeningen (EEG) van de Raad nrs. 3696/88 van 18 november 1988 en 1656/89 van 29 mei 1989, houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal industriële produkten (micro-elektronica en aanverwante sectoren), ex 8536 50 00 "Bladveerschakelaars (' reedswitches' ) met niet meer dan drie contactveren en een kleine hoeveelheid kwik, geborgen in een omhulling van glas", aldus moet worden uitgelegd, dat de schorsing van de douanerechten ook geldt voor schakelaars die geen kwik bevatten.

Beslissing inzake de kosten


Kosten

17 De kosten door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van haar opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE (Vierde kamer),

uitspraak doende op de door het Hessische Finanzgericht bij beschikking van 18 oktober 1990 gestelde vraag, verklaart voor recht:

De omschrijving in de bijlage van de verordeningen (EEG) van de Raad nrs. 3696/88 van 18 november 1988 en 1656/89 van 29 mei 1989, houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op een aantal industriële produkten (micro-elektronica en aanverwante sectoren), ex 8536 50 00 "Bladveerschakelaars (' reedswitches' ) met niet meer dan drie contactveren en een kleine hoeveelheid kwik, geborgen in een omhulling van glas", moet aldus worden uitgelegd, dat de schorsing van de douanerechten ook geldt voor schakelaars die geen kwik bevatten.

Top