This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61985CJ0081
Judgment of the Court (Second Chamber) of 10 June 1986. # Union sidérurgique du nord et de l'est de la France (Usinor) v Commission of the European Communities. # ECSC - Production quotas - Restructuring programme. # Joined cases 81/85 and 119/85.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 juni 1986.
Union sidérurgique du nord et de l'est de la France (Usinor) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
EGKS - Produktiequota - Herstructureringsprogramma.
Gevoegde zaken 81/85 en 119/85.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 juni 1986.
Union sidérurgique du nord et de l'est de la France (Usinor) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
EGKS - Produktiequota - Herstructureringsprogramma.
Gevoegde zaken 81/85 en 119/85.
Jurisprudentie 1986 -01777
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1986:234
ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VOM 10 JUNI 1986. - UNION SIDERURGIQUE DU NORD ET DE L'EST DE LA FRANCE " USINOR " TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - EKGS - PRODUKTIEQUOTA - HERSTRUCTURERINGSPROGRAMMA. - GEVOEGDE ZAKEN 81/85 EN 119/85.
Jurisprudentie 1986 bladzijde 01777
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . EXCEPTIE VAN ONWETTIGHEID - HANDELINGEN TEN AANZIEN WAARVAN EXCEPTIE MOGELIJK IS - ALGEMENE EGKS-BESCHIKKINGEN
( EGKS-VERDRAG , ARTIKEL 36 , DERDE ALINEA )
2 . BEROEP WEGENS NALATEN - INGEBREKESTELLING VAN INSTELLING - VOORWAARDEN - UITDRUKKELIJK EN DUIDELIJK VERZOEK
( EGKS-VERDRAG , ARTIKEL 35 )
3 . BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - INDIVIDUELE EGKS-BESCHIKKING - VERZOEK OM TOEKENNING VAN AANVULLENDE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS - AFWIJZING , VOORTVLOEIENDE UIT VASTSTELLING VAN PRODUKTIEQUOTA VOOR HET VOLGENDE KWARTAAL - BEZWARENDE BESCHIKKING - BESCHIKKING NIET BESTREDEN - LATERE VASTSTELLING VAN PRODUKTIEQUOTA - BEVESTIGENDE HANDELING - AMBTSHALVE VASTSTELLING VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID
( EGKS-VERDRAG , ARTIKEL 33 , TWEEDE ALINEA )
4 . BEROEP TOT SCHADEVERGOEDING - EGKS - SCHADE VEROORZAAKT DOOR INDIVIDUELE BESCHIKKING - ONTVANKELIJKHEID - VOORWAARDEN
( EGKS-VERDRAG , ARTIKEL 34 )
1 . DE EISENDE PARTIJ KAN STEEDS , ZELFS NA HET VERSTRIJKEN VAN DE TERMIJN VOOR HET INSTELLEN VAN EEN BEROEP TEGEN EEN ALGEMENE BESCHIKKING , DE ONWETTIGHEID VAN DEZE BESCHIKKING AANVOEREN IN EEN BEROEP TEGEN EEN OP DE ALGEMENE BESCHIKKING GEBASEERDE INDIVIDUELE BESCHIKKING .
2 . EEN VERZOEK KAN SLECHTS DE PROCEDURE VAN HET BEROEP WEGENS NALATEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 35 EGKS-VERDRAG INLEIDEN , WANNEER HET ONDUBBELZINNIG EN NAUWKEURIG GENOEG IS OM DE COMMISSIE IN STAAT TE STELLEN , CONCREET DE INHOUD VAN DE BESCHIKKING TE KENNEN DIE ZIJ WORDT GEVRAAGD TE GEVEN . DIT IS NIET HET GEVAL WANNEER EEN BRIEF , DIE HET ONDERWERP VAN HET VERZOEK PRECISEERT , DE MOGELIJKHEID VAN LATERE BESPREKINGEN MET DE COMMISSIE VOORZIET , ZODAT DAARUIT NIET DUIDELIJK BLIJKT DAT DE COMMISSIE WORDT VERZOCHT OM BINNEN EEN DWINGENDE TERMIJN EEN FORMELE BESCHIKKING TE GEVEN .
3 . EEN VERZOEK OM TOEKENNING VAN AANVULLENDE JAARLIJKSE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS VOOR BEPAALDE PRODUKTEN MET INGANG VAN EEN BEPAALD KWARTAAL STREKT IN FEITE TOT HET VERKRIJGEN VAN AANVULLENDE PRODUKTIEQUOTA , ZODAT DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE WAARBIJ DIT VERZOEK MOET WORDEN GEACHT STILZWIJGEND TE ZIJN AFGEWEZEN , EN DIE ALS ZODANIG DUS BEZWAREND ZOU KUNNEN ZIJN , DE EERSTE NA HET VERZOEK GEGEVEN BESCHIKKING IS , WAARBIJ DE PRODUKTIEQUOTA VAN DE ONDERNEMING ZONDER REKENING TE HOUDEN MET DAT VERZOEK WORDEN VASTGESTELD . WANNEER DEZE ONDERNEMING NIET TIJDIG IN RECHTE TEGEN DEZE BESCHIKKING IS OPGEKOMEN , DIENT HET BEROEP DAT IS INGESTELD TEGEN EEN LATERE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE DIE , DOOR DE PRODUKTIEQUOTA VOOR EEN ANDER KWARTAAL VAST TE STELLEN ZONDER REKENING TE HOUDEN MET DE VOORDIEN GEVRAAGDE AANPASSING VAN DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS , DE UIT DE EERSTE BESCHIKKING VOORTVLOEIENDE AFWIJZING SLECHTS BEVESTIGT , AMBTSHALVE TE WORDEN VERWORPEN OMDAT HET NIET IS INGESTELD TEGEN DE BEZWARENDE BESCHIKKING .
4 . UIT ARTIKEL 34 EGKS-VERDRAG VOLGT DAT EEN BEROEP TOT VERGOEDING VAN DE DOOR EEN ONDERNEMING TEN GEVOLGE VAN EEN INDIVIDUELE BESCHIKKING GELEDEN SCHADE SLECHTS ONTVANKELIJK IS , NADAT DE BESCHIKKING DIE DE SCHADE ZOU HEBBEN VEROORZAAKT , IS NIETIGVERKLAARD EN IS VASTGESTELD DAT DE COMMISSIE NIET VOORNEMENS IS , DE NODIGE MAATREGELEN TE NEMEN OM DE VASTGESTELDE ONWETTIGHEID TE HERSTELLEN .
IN DE GEVOEGDE ZAKEN 81 EN 119/85 ,
UNION SIDERURGIQUE DU NORD ET DE L ' EST DE LA FRANCE ( USINOR ), VENNOOTSCHAP NAAR FRANS RECHT , GEVESTIGD TE PUTEAUX ( FRANKRIJK ), VERTEGENWOORDIGD DOOR L . FUNCK-BRENTANO , ADVOCAAT TE PARIJS , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN M . NEUEN-KAUFFMANN , ADVOCAAT ALDAAR , 21 , RUE PHILIPPE-II ,
VERZOEKSTER , TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR E . LASNET ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G . KREMLIS , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,
VERWEERSTER ,
BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 20 FEBRUARI 1985 , HOUDENDE VASTSTELLING VAN USINORS PRODUKTIE- EN LEVERINGSQUOTA VOOR STAAL VOOR HET EERSTE KWARTAAL VAN 1985 ( ZAAK 81/85 ), ALSMEDE VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 29 MAART 1985 , VOOR ZOVER DAARIN WORDT GEWEIGERD AAN USINOR AANVULLENDE REFERENTIEHOEVEELHEDEN VOOR DE PRODUKTEN VAN DE CATEGORIEEN IC EN ID TOE TE KENNEN ( ZAAK 119/85 ),
1 BIJ VERZOEKSCHRIFTEN , NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 1 EN 29 APRIL 1985 , HEEFT DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP UNION SIDERURGIQUE DU NORD ET DE L ' EST DE LA FRANCE ( USINOR ), GEVESTIGD TE PUTEAUX ( HAUTS-DE-SEINE , FRANKRIJK ), KRACHTENS ARTIKEL 33 , TWEEDE ALINEA , EGKS-VERDRAG TWEE BEROEPEN INGESTELD TEGEN DE COMMISSIE , HET EERSTE , INGESCHREVEN ONDER NUMMER 81/85 , STREKKENDE TOT NIETIGVERKLARING VAN DE INDIVIDUELE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 20 FEBRUARI 1985 , EN HET TWEEDE , INGESCHREVEN ONDER NUMMER 119/85 , STREKKENDE TOT NIETIGVERKLARING VAN DE INDIVIDUELE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 29 MAART 1985 , EN , VOOR ZOVER NODIG , VAN DE BRIEF VAN 18 MAART 1985 , VOOR ZOVER IN DEZE BESCHIKKINGEN WORDT GEWEIGERD , AAN VERZOEKSTER AANVULLENDE REFERENTIEHOEVEELHEDEN VOOR PRODUKTEN VAN DE CATEGORIEEN IC EN ID TOE TE KENNEN . SUBSIDIAIR VRAAGT VERZOEKSTER HET HOF VOORTS OM DE ALGEMENE BESCHIKKINGEN VAN DE COMMISSIE NRS . 2177/83/EGKS VAN 28 JULI 1983 EN 234/84/EGKS VAN 31 JANUARI 1984 TOT VERLENGING VAN HET STELSEL VOOR TOEZICHT EN PRODUKTIEQUOTA VOOR BEPAALDE PRODUKTEN VAN DE ONDERNEMINGEN VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE ( PB 1983 , L 208 , BLZ . 1 , RESPECTIEVELIJK PB 1984 , L 29 , BLZ . 1 ), ONWETTIG TE VERKLAREN , OMDAT DAARIN DE MOGELIJKHEID OM AANVULLENDE REFERENTIEHOEVEELHEDEN TOE TE KENNEN , IS INGETROKKEN . TEN SLOTTE VERZOEKT ZIJ HET HOF OM VERGOEDING VAN DE SCHADE DIE ZIJ ZOU HEBBEN GELEDEN .
2 BIJ BESCHIKKING VAN 18 FEBRUARI 1986 VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET HOF ZIJN BEIDE ZAKEN VOOR DE MONDELINGE BEHANDELING EN TER GELIJKTIJDIGE BERECHTING GEVOEGD .
3 ALVORENS DEZE BEROEPEN TE BEHANDELEN DIENT DE CONTEXT VAN DE LITIGIEUZE BESCHIKKINGEN IN HERINNERING TE WORDEN GEBRACHT .
4 BESCHIKKING NR . 1831/81/EGKS VAN DE COMMISSIE VAN 24 JUNI 1981 TOT INVOERING VAN EEN STELSEL VAN TOEZICHT EN VAN EEN QUOTASTELSEL VOOR DE VERVAARDIGING VAN BEPAALDE PRODUKTEN VAN DE ONDERNEMINGEN VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE ( PB 1981 , L 180 , BLZ . 1 ), VOORZAG DAT DE COMMISSIE IN BEPAALDE OMSTANDIGHEDEN EN VOOR BEPAALDE CATEGORIEEN PRODUKTEN DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS ZOU AANPASSEN , INDIEN EEN ONDERNEMING INGEVOLGE EEN INVESTERINGSPROGRAMMA WAARVOOR DE COM MISSIE GEEN NEGATIEF ADVIES HAD UITGEBRACHT , NIEUWE PRODUKTIEINSTALLATIES IN BEDRIJF HAD GESTELD . IN BESCHIKKING NR . 1696/82/EGKS VAN DE COMMISSIE VAN 30 JUNI 1982 TOT VERLENGING VAN HET STELSEL VAN TOEZICHT EN PRODUKTIEQUOTA VOOR BEPAALDE PRODUKTEN VAN DE ONDERNEMINGEN VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE ( PB 1982 , L 191 , BLZ . 1 ) WERD DE MOGELIJKHEID OM DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS AAN TE PASSEN BEPERKT EN IN DE BESCHIKKINGEN NRS . 2177/83 EN 234/84 KOMT ZIJ NIET MEER VOOR . BIJ BESCHIKKING NR . 470/85/EGKS VAN DE COMMISSIE VAN 25 FEBRUARI 1985 TOT WIJZIGING VAN BESCHIKKING NR . 234/84/EGKS TOT VERLENGING VAN HET STELSEL VOOR TOEZICHT EN PRODUKTIEQUOTA VOOR BEPAALDE PRODUKTEN VAN DE ONDERNEMINGEN VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE ( PB 1985 , L 58 , BLZ . 7 ) WERD DE COMMISSIE WEDEROM DE MOGELIJKHEID VERLEEND OM ONDER BEPAALDE VOORWAARDEN AANVULLENDE QUOTA TOE TE KENNEN VOOR PRODUKTEN VAN CATEGORIE ID .
5 OVEREENKOMSTIG BESCHIKKING NR . 3302/81/EGKS VAN DE COMMISSIE VAN 18 NOVEMBER 1981 HOUDENDE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE DOOR DE ONDERNEMINGEN VAN DE STAALINDUSTRIE TER ZAKE VAN HUN INVESTERINGEN TE VERSTREKKEN INLICHTINGEN ( PB 1981 , L 333 , BLZ . 35 ) MELDDE VERZOEKSTER OP 24 MEI 1982 BIJ DE COMMISSIE EEN INVESTERINGSPROGRAMMA VOOR EEN NIEUWE GALVANISATIELIJN AAN . OP 10 FEBRUARI 1983 GAF DE COMMISSIE EEN GUNSTIG ADVIES , OVERWEGENDE DAT HET PROJECT AAN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP BEANTWOORDDE .
6 OP GROND VAN DIT GUNSTIGE ADVIES VERZOCHT VERZOEKSTER DE COMMISSIE BIJ BRIEF VAN 27 APRIL 1984 VOOR HET TWEEDE KWARTAAL VAN 1984 OM TOEKENNING VAN AANVULLENDE REFERENTIEHOEVEELHEDEN VOOR DE PRODUKTEN VAN DE CATEGORIEEN IC EN ID .
7 OP 20 JUNI 1984 ANTWOORDDE DE COMMISSIE , DAT HET VERZOEK DOOR DE DIENSTEN VAN HET DIRECTORAAT ' ' STAAL ' ' WERD ONDERZOCHT .
8 BIJ BRIEF VAN 5 JULI 1984 STELDE VERZOEKSTER DE COMMISSIE ERVAN IN KENNIS , DAT ZIJ HAAR NIEUWE GALVANISATIELIJN IN BEDRIJF HAD GESTELD .
9 OP 31 DECEMBER 1984 DEELDE DE COMMISSIE USINOR HAAR PRODUKTIEQUOTA VOOR HET EERSTE EN TWEEDE KWARTAAL VAN 1985 MEE , DIE WAREN BEREKEND OP BASIS VAN NIET AANGEPASTE JAARLIJKSE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS EN -HOEVEELHEDEN . OP 20 FEBRUARI 1985 ZOND ZIJ VERZOEKSTER EEN NIEUWE KENNISGEVING , WAARBIJ ZIJ DE PRODUKTIEQUOTA AANPASTE AAN DE BIJ BESCHIKKING NR . 313/85/EGKS VAN 6 FEBRUARI 1985 ( PB 1985 , L 34 , BLZ . 23 ) INGEVOERDE VERMINDERINGSPERCENTAGES .
10 NADAT USINOR BEROEP 81/85 HAD INGESTELD , SUGGEREERDE DE COMMISSIE HAAR BIJ BRIEF VAN 18 MAART 1985 - EN DAARNA OPNIEUW IN EEN BRIEF VAN 29 MAART 1985 - OM EEN VERZOEK UIT HOOFDE VAN DE NIEUWE BESCHIKKING NR . 470/85 IN TE DIENEN .
11 VOLGENS DE COMMISSIE ZIJN BEIDE BEROEPEN NIET-ONTVANKELIJK , OMDAT ZIJ TE LAAT ZOUDEN ZIJN INGESTELD .
12 OM TE BEGINNEN STELT ZIJ DAT ZIJ , WAAR DE MOGELIJKHEID OM AANVULLENDE REFERENTIEHOEVEELHEDEN TOE TE KENNEN , BIJ BESCHIKKING NR . 2177/83 WAS INGETROKKEN EN IN BESCHIKKING NR . 234/84 , DIE VAN TOEPASSING WAS OP HET OGENBLIK VAN DE INDIENING VAN HET VERZOEK , NIET WAS HERSTELD , HET VERZOEK ONMOGELIJK WETTIG KON INWILLIGEN . INDIEN VERZOEKSTER VAN MENING WAS DAT DE INTREKKING VAN DE MOGELIJKHEID OM AANVULLENDE REFERENTIEHOEVEELHEDEN TOE TE KENNEN HAAR RECHTEN SCHOND , HAD ZIJ TEGEN DEZE ALGEMENE BESCHIKKINGEN MOETEN OPKOMEN .
13 WAT DEZE EERSTE GROND VAN DE EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID BETREFT , ZIJ OPGEMERKT , DAT DE EISENDE PARTIJ STEEDS , ZELFS NA HET VERSTRIJKEN VAN DE TERMIJN VOOR HET INSTELLEN VAN EEN BEROEP TEGEN EEN ALGEMENE BESCHIKKING , DE ONWETTIGHEID VAN DEZE BESCHIKKING KAN AANVOEREN IN EEN BEROEP TEGEN EEN OP DE ALGEMENE BESCHIKKING GEBASEERDE INDIVIDUELE BESCHIKKING ( ZIE ARRESTEN VAN 13 JUNI 1958 , ZAAK 15/57 , COMPAGNIE DES HAUTS FOURNEAUX DE CHASSE , JURISPR . 1958 , BLZ . 163 ; 13 JUNI 1958 , ZAAK 9/56 , MERONI SPA , JURISPR . 1958 , BLZ . 9 ; 13 JUNI 1958 , ZAAK 10/56 , MERONI SAS , JURISPR . 1958 , BLZ . 53 , EN 17 JULI 1959 , GEVOEGDE ZAKEN 32 EN 33/58 , SNUPAT , JURISPR . 1959 , BLZ . 277 ). IN CASU MOET WORDEN ERKEND , DAT DE BESCHIKKING WAARBIJ DE VERHOGING VAN DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS IS GEWEIGERD , EEN NOODZAKELIJK UITVLOEISEL IS VAN DE OMSTANDIGHEID DAT IN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 234/84 , DIE VAN TOEPASSING WAS OP HET OGENBLIK WAAROP DE INDIVIDUELE BESCHIKKING WERD GEGEVEN , ELKE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE AANPASSING ONTBRAK , EN DAT ER EEN ONMIDDELLIJK VERBAND RECHTENS BESTAAT TUSSEN DEZE INDIVIDUELE BESCHIKKING EN DE ALGEMENE BESCHIKKING ( ZIE ARREST VAN 31 MAART 1965 , ZAAK 21/64 , MACCHIORLATI DALMAS E FIGLI , JURISPR . 1965 , BLZ . 231 ). OVERIGENS ZIJ OPGEMERKT , DAT VERZOEKSTER NIET PRIMAIR VRAAGT DAT BESCHIKKING NR . 234/84 ONWETTIG WORDT VERKLAARD , DOCH DAT ZIJ ALDUS WORDT UITGELEGD , DAT BIJ WIJZE VAN OVERGANGSMAATREGEL DE GEVRAAGDE VERHOGINGEN MOGEN WORDEN TOEGEKEND TEN EINDE REKENING TE HOUDEN MET IN HET VERLEDEN VERWORVEN RECHTEN VAN VERZOEKSTER .
14 VOORTS VOERT DE COMMISSIE AAN , DAT HET UITBLIJVEN VAN EEN UITDRUKKELIJKE BESLISSING IN ANTWOORD OP VERZOEKSTERS BRIEF VAN 27 APRIL 1984 ALS EEN STILZWIJGENDE WEIGERING MOET WORDEN BESCHOUWD , WAARTEGEN HET BEROEP WEGENS NALATEN VAN ARTIKEL 35 EGKS-VERDRAG OPENSTAAT . VERZOEKSTER ZOU EVENWEL NIET BINNEN DE IN DIE BEPALINGEN VOORZIENE TERMIJN EEN ACTIE HEBBEN INGESTELD .
15 IN VERBAND MET DE TWEEDE GROND VAN DE EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID ZIJ EROP GEWEZEN , DAT EEN VERZOEK SLECHTS DE PROCEDURE VAN HET BEROEP WEGENS NALATEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 35 EGKS-VERDRAG KAN INLEIDEN , WANNEER HET ONDUBBELZINNIG EN NAUWKEURIG GENOEG IS OM DE COMMISSIE IN STAAT TE STELLEN , CONCREET DE INHOUD VAN DE BESCHIKKING TE KENNEN DIE ZIJ WORDT GEVRAAGD TE GEVEN ( ZIE ARRESTEN VAN 6 APRIL 1962 , GEVOEGDE ZAKEN 21-26/61 , JURISPR . 1962 , BLZ . 145 , EN 8 JULI 1970 , ZAAK 75/69 , HAKE , JURISPR . 1970 , BLZ . 535 ). UIT HET VERZOEK MOET VOORTS BLIJKEN , DAT VAN DE COMMISSIE WORDT VERLANGD DAT ZIJ HAAR STANDPUNT BEPAALT .
16 IN CASU DIENT TE WORDEN VASTGESTELD , DAT UIT DE BRIEF VAN 27 APRIL 1984 WEL VOLDOENDE DUIDELIJK HET ONDERWERP VAN HET VERZOEK BLIJKT - VERZOEKSTER VRAAGT OM TOEKENNING VAN AANVULLENDE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS VOOR IN TOTAAL 155 000 TON PER JAAR MET INGANG VAN HET TWEEDE KWARTAAL VAN 1984 - , DOCH DAT DAARUIT NIET DUIDELIJK BLIJKT DAT DE COMMISSIE WORDT VERZOCHT TER ZAKE VAN DIT VERZOEK EEN FORMELE BESCHIKKING GEVEN . INTEGENDEEL , DOOR ZICH AAN HET EINDE VAN HAAR BRIEF BEREID TE VERKLAREN , DE EVENTUEEL DOOR DE COMMISSIE GEWENSTE NADERE INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN , HEEFT VERZOEKSTER ZELF DE MOGELIJKHEID VAN LATERE BESPREKINGEN OPENGELATEN EN DAARMEE TE KENNEN GEGEVEN DAT DEZE BRIEF NIET HET BEGINPUNT VAN ZIJN VOOR EEN TERMIJN WAARBINNEN EEN BESCHIKKING MOEST WORDEN GEGEVEN .
17 DE DOOR DE COMMISSIE AANGEVOERDE NIET-ONTVANKELIJKHEIDSGRONDEN MOETEN DERHALVE BEIDE WORDEN VERWORPEN .
18 DAARENTEGEN DIENT HET HOF AMBTSHALVE TE ONDERZOEKEN , OF DE COMMISSIE INDERDAAD MET DE BESTREDEN BESCHIKKING VAN 20 FEBRUARI 1985 VOOR HET EERST - ZIJ HET IMPLICIET - OP VERZOEKSTERS VERZOEK HEEFT GEANTWOORD .
19 DAARVOOR MOET EERST HET ONDERWERP VAN HAAR VERZOEK WORDEN BEPAALD .
20 MET HAAR VERZOEK OM TOEKENNING VAN AANVULLENDE JAARLIJKSE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS MET INGANG VAN HET TWEEDE KWARTAAL VAN 1984 , WILDE VERZOEKSTER IN FEITE MET INGANG VAN HET TWEEDE KWARTAAL VAN 1984 AANVULLENDE PRODUKTIEQUOTA VOOR PRODUKTEN VAN DE CATEGORIEEN I EN ID VERKRIJGEN .
21 DE BESCHIKKING WAARBIJ DIT VERZOEK MOET WORDEN GEACHT STILZWIJGEND TE ZIJN AFGEWEZEN , EN DIE ALS ZODANIG BEZWAREND ZOU KUNNEN ZIJN , KAN DUS ENKEL DE EERSTE NA HAAR VERZOEK GEGEVEN BESCHIKKING ZIJN , WAARBIJ DE PRODUKTIEQUOTA VOOR HET DERDE KWARTAAL VAN 1984 WERDEN VASTGESTELD , ZONDER DAT REKENING WERD GEHOUDEN MET HET VERZOEK OM MET INGANG VAN HET TWEEDE KWARTAAL VAN 1984 DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS AAN TE PASSEN . WELNU , TEGEN DEZE BESCHIKKING IS VERZOEKSTER NIET TIJDIG IN RECHTE OPGEKOMEN .
22 DE BESTREDEN BESCHIKKING VAN 20 FEBRUARI 1985 , WAARBIJ DE PRODUKTIEQUOTA VOOR HET EERSTE KWARTAAL VAN 1985 WERDEN VASTGESTELD , KAN , VOOR ZOVER DAARIN GEEN REKENING WERD GEHOUDEN MET DE BIJ BRIEF VAN 27 APRIL 1984 GEVRAAGDE AANPASSING VAN DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS , ENKEL DE BEVESTIGING VAN EERDERE BESCHIKKINGEN ZIJN . DIT BLIJKT OVERIGENS HET GEVAL TE ZIJN WANNEER ZIJ WORDT VERGELEKEN MET DE ALS BIJLAGE BIJ HET VERZOEKSCHRIFT GEVOEGDE INDIVIDUELE BESCHIKKING VAN 31 DECEMBER 1984 , WAARBIJ DE PRODUKTIEQUOTA VOOR HET EERSTE KWARTAAL VAN 1985 WERDEN VASTGESTELD ; DEZE BESCHIKKING HERHAALT DE OUDE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS VOOR 1984 EN HOUDT GEEN REKENING MET DE DOOR VERZOEKSTER GEVRAAGDE VERHOGINGEN ; OOK IS ZIJ OP DIT PUNT IDENTIEK AAN DE TWEE EERDERE BESCHIKKINGEN WAARBIJ DE PRODUKTIEQUOTA VOOR HET DERDE EN HET VIERDE KWARTAAL VAN 1984 ZIJN VASTGESTELD . IN DE BESTREDEN BESCHIKKING VAN 20 FEBRUARI 1985 WORDEN DE PRODUKTIEQUOTA VOOR HET EERSTE KWARTAAL VAN 1985 ENKEL AANGEPAST AAN DE IN BESCHIKKING NR . 313/85 VOORZIENE NIEUWE VERMINDERINGSPERCENTAGES EN WORDEN DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS IN GEEN ENKEL OPZICHT GEWIJZIGD .
23 HET BEROEP IN ZAAK 81/85 DIENT DERHALVE TE WORDEN VERWORPEN OMDAT HET NIET TEGEN DE BEZWARENDE BESCHIKKING IS GERICHT .
24 VOOR ZOVER HET BEROEP CONCLUDEERT TOT SCHADEVERGOEDING , MOET HET EVENEENS NIET-ONTVANKELIJK WORDEN VERKLAARD , OMDAT VOLGENS DE TEKST VAN ARTIKEL 34 EGKS-VERDRAG EEN DERGELIJK BEROEP SLECHTS KAN WORDEN INGESTELD NADAT DE BESCHIKKING DIE DE SCHADE ZOU HEBBEN VEROORZAAKT , IS NIETIGVERKLAARD EN IS VASTGESTELD DAT DE HOGE AUTORITEIT NIET VOORNEMENS IS , DE NODIGE MAATREGELEN TE NEMEN OM DE VASTGESTELDE ONWETTIGHEID TE HERSTELLEN .
25 WAT BEROEP 119/85 BETREFT , ZIJ OPGEMERKT DAT , ZOALS DE COMMISSIE TERECHT HEEFT GESTELD , DE BRIEF VAN 29 MAART 1985 WAARIN ZIJ USINOR SUGGEREERDE EEN NIEUW VERZOEK TOT AANPASSING VAN DE REFERENTIEPRODUKTIECIJFERS OP GROND VAN BESCHIKKING NR . 470/85 IN TE DIENEN , LOUTER EEN INLICHTING IS , EN DAT HET DUS GEEN VOOR BEROEP VATBARE BESCHIKKING IS .
26 DERHALVE MOET OOK HET BEROEP IN ZAAK 119/85 NIET-ONTVANKELIJK WORDEN VERKLAARD .
KOSTEN
27 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN VERZOEKSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , MOET ZIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER ),
RECHTDOENDE :
1 ) VERKLAART HET BEROEP NIET-ONTVANKELIJK .
2 ) VERWIJST VERZOEKSTER IN DE KOSTEN .