Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61983CJ0231

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 29 januari 1985.
Henri Cullet en Chambre syndicale des réparateurs automobiles et détaillants de produits pétroliers tegen Centre Leclerc à Toulouse en Centre Leclerc te Saint-Orens-de-Gameville.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal de commerce te Toulouse - Frankrijk.
Nationale wettelijke regeling motorbrandstoffenprijzen.
Zaak 231/83.

Jurisprudentie 1985 -00305

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1985:29

61983J0231

ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 29 JANUARI 1985. - HENRI CULLET EN CHAMBRE SYNDICALE DES REPARATEURS AUTOMOBILES ET DETAILLANTS DE PRODUITS PETROLIERS TEGEN CENTRE LECLERC (TOULOUSE) EN CENTRE LECLERC (SAINT ORENS DE GAMEVILLE). - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET TRIBUNAL DE COMMERCE, TOULOUSE. - NATIONALE REGELING BRANDSTOFFENPRIJZEN. - ZAAK 231/83.

Jurisprudentie 1985 bladzijde 00305
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00109
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00017
Finse bijz. uitgave bladzijde 00017


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . MEDEDINGING - GEMEENSCHAPSREGELS - VERPLICHTINGEN VAN LID-STATEN

( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 5 , ALINEA 2 , EN 85 , LID 1 )

2 . MEDEDINGING - GEMEENSCHAPSREGELS - NATIONALE WETTELIJKE REGELING INZAKE PRIJS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN - VERENIGBAARHEID

( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 3 , SUB F , 5 , 85 , 86 )

3 . VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - PRIJSBEHEERSINGSREGELINGEN - TOELAATBAARHEID - VOORWAARDEN

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 30 )

4 . VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - WETTELIJKE REGELING INZAKE PRIJS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN - VERBOD - CRITERIA

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 30 )

Samenvatting


1 . OFSCHOON DE IN ARTIKEL 85 , LID 1 , EEG-VERDRAG NEERGELEGDE BEPALINGEN HET GEDRAG VAN ONDERNEMINGEN BETREFFEN EN NIET DE WETTELIJKE OF BESTUURSRECHTELIJKE MAATREGELEN VAN DE LID-STATEN , ZIJN DEZE LAATSTE NIETTEMIN KRACHTENS ARTIKEL 5 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG GEHOUDEN , DOOR HUN NATIONALE WETGEVING GEEN AFBREUK TE DOEN AAN DE VOLLEDIGE EN EENVORMIGE TOEPASSING VAN HET GEMEEN SCHAPSRECHT EN AAN DE WERKING VAN DE HANDELINGEN TOT UITVOERING ERVAN , EN GEEN MAATREGELEN , ZIJ HET OOK VAN WETTELIJKE OF BESTUURSRECHTELIJKE AARD , TE NEMEN OF TE HANDHAVEN , WELKE AAN DE OP DE ONDERNEMINGEN TOEPASSELIJKE MEDEDINGINGSREGELS HUN NUTTIG EFFECT KUNNEN ONTNEMEN .

2 . DE ARTIKELEN 3 , SUB F , 5 , 85 EN 86 EEG-VERDRAG VERZETTEN ZICH NIET TEGEN EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOLGENS WELKE DE NATIONALE AUTORITEITEN EEN MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN VASTSTELLEN .

3 . PRIJSBEHEERSINGSREGELINGEN , DIE ZONDER ONDERSCHEID VAN TOEPASSING ZIJN OP BINNENLANDSE EN OP INGEVOERDE PRODUKTEN , ZIJN OP ZICHZELF NIET ALS MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING TE BESCHOUWEN , MAAR KUNNEN EEN DERGELIJK GEVOLG HEBBEN WANNEER DE PRIJZEN OP ZODANIG PEIL LIGGEN , DAT DE GEIMPORTEERDE PRODUKTEN ZOUDEN WORDEN BENADEELD TEN OPZICHTE VAN GELIJKE NATIONALE PRODUKTEN , HETZIJ OMDAT ZIJ ONDER DE GESTELDE VOORWAARDEN NIET MET WINST KUNNEN WORDEN AFGEZET , HETZIJ OMDAT HET UIT LAGERE KOSTPRIJZEN VOORTVLOEIENDE CONCURRENTIEVOORDEEL WORDT TENIETGEDAAN .

4 . ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG VERZET ZICH TEGEN EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOLGENS WELKE DE NATIONALE AUTORITEITEN EEN MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN VASTSTELLEN , WANNEER BIJ DE VASTSTELLING VAN DE MINIMUMPRIJS UITSLUITEND WORDT UITGEGAAN VAN DE OVERNAMEPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN EN DEZE OVERNAMEPRIJZEN GEKOPPELD ZIJN AAN EEN PLAFONDPRIJS DIE UITSLUITEND OP DE KOSTPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN IS GEBASEERD INGEVAL DE EUROPESE MOTORBRANDSTOFFENNOTERINGEN MEER DAN 8 % VAN DIE KOSTPRIJZEN AFWIJKEN .

Partijen


IN ZAAK 231/83 ,

BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN

HENRI CULLET , POMPHOUDER TE TOULOUSE ,

CHAMBRE SYNDICALE DES REPARATEURS AUTOMOBILES ET DETAILLANTS DE PRODUITS PETROLIERS ( CSNCRA ), TE TOULOUSE ,

EN

CENTRE LECLERC TE TOULOUSE ( SA SODINORD ),

CENTRE LECLERC TE SAINT-ORENS-DE-GAMEVILLE ( SA SODIREV ),

Onderwerp


OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 3 , SUB F , EN 5 EEG-VERDRAG ,

Overwegingen van het arrest


1 BIJ BESCHIKKING IN KORT GEDING VAN 1 AUGUSTUS 1983 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 11 OKTOBER DAARAANVOLGEND , HEEFT DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN VERSCHEIDENE BEPALINGEN VAN GEMEENSCHAPSRECHT , MET NAME VAN DE ARTIKELEN 3 , SUB F , EN 5 EEG-VERDRAG , TENEINDE DE VERENIGBAARHEID MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TE KUNNEN BEOORDELEN VAN EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING DIE VOOR MOTORBRANDSTOFFEN EEN MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VERPLICHT STELT .

2 DEZE VRAAG IS GEREZEN IN EEN GEDING TUSSEN ENERZIJDS HENRI CULLET , EXPLOITANT VAN EEN BENZINESTATION TE TOULOUSE , EN DE CHAMBRE SYNDICALE DES REPARATEURS AUTOMOBILES ET DETAILLANTS DE PRODUITS PETROLIERS TE TOULOUSE , EN ANDERZIJDS DE VENNOOTSCHAPPEN SA SODINORD EN SA SODIREV ( HIERNA : SODINORD EN SODIREV ), DIE TE TOULOUSE RESPECTIEVELIJK TE SAINT-ORENS-DE-GAMEVILLE ONDER DE NAAM ' ' CENTRE LECLERC ' ' , NAAR DE NAAM VAN DE GROEP WAARTOE ZIJ BEHOREN , SUPERMARKTEN DRIJVEN DIE OOK EEN BENZINESTATION OMVATTEN . HET GEDING BETREFT DE EERBIEDIGING VAN DE DOOR DE FRANSE OVERHEID VASTGESTELDE MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VAN MOTORBRANDSTOFFEN ( BENZINE , SUPERBENZINE EN DIESELOLIE ).

3 IN FRANKRIJK BESTAAT ER ENERZIJDS EEN DISTRIBUTIEREGELING VOOR AARDOLIEPRODUKTEN , BERUSTEND OP DE WET VAN 30 MAART 1928 OP DE INVOER VAN AARDOLIE , EN IN DE TWEEDE PLAATS EEN STELSEL VAN VASTE GROOTHANDELS- EN KLEINHANDELSPRIJZEN , INGESTELD BIJ VERORDENING NR . 45-1483 VAN 30 JUNI 1945 EN BIJ DE BESLUITEN NRS . 82.10 A , 82.11 A , 82.12 A EN 82.13 A VAN 29 APRIL 1982 .

4 INGEVOLGE DE DISTRIBUTIEREGELING , ZOALS NADIEN AANGEPAST MET GOEDVINDEN VAN DE COMMISSIE IN HET KADER VAN ARTIKEL 37 EEG-VERDRAG , IS VOOR DE INVOER EN DE AANKOOP BIJ FRANSE RAFFINADERIJEN VAN AARDOLIEPRODUKTEN MET HET OOG OP DE VERKOOP AAN DE VERBRUIKER EEN SPECIALE , DOOR DE STAAT AFGEGEVEN VERGUNNING VEREIST ( VERGUNNING A 3 ). HOUDERS VAN EEN VERGUNNING A 3 ZIJN VERPLICHT ZICH VOOR 80 % TE BEVOORRADEN OP DE FRANSE OF DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT , OP BASIS VAN CONTRACTEN OP MIDDELLANGE TERMIJN MET FRANSE OF COMMUNAUTAIRE RAFFINADERIJEN . MET BETREKKING TOT DE RESTERENDE 20 % IS DE VERGUNNINGHOUDER VRIJ ; ZO KAN HIJ DIT GEDEELTE MET NAME OP DE ' ' SPOTMARKT ' ' INKOPEN .

5 DE VERKOOPPRIJS VAN AARDOLIEPRODUKTIE IN HET GROOTHANDELSSTADIUM , ' ' OVERNAMEPRIJS ' ' GENOEMD , WORDT IN BEGINSEL VRIJ BEPAALD DOOR DE RAFFINADERIJEN OF DE IMPORTEURS DIE HOUDER ZIJN VAN EEN VERGUNNING A 3 . DEZE MOETEN TENMINSTE EENMAAL PER MAAND EEN LIJST VAN HUN OVERNAMEPRIJZEN BIJ DE BEVOEGDE AUTORITEITEN NEERLEGGEN . OP DE PRIJZEN VAN DEZE LIJST KUNNEN KORTINGEN WORDEN TOEGESTAAN ; DE OVERNAMEPRIJS MAG ECHTER NIET HOGER ZIJN DAN EEN MAANDELIJKS VAN OVERHEIDSWEGE VASTGESTELDE ' ' PLAFONDPRIJS ' ' . IN DE PRAKTIJK ZIJN DE OVERNAMEPRIJZEN VEELAL GELIJK AAN DE PLAFONDPRIJS . BIJ DE VASTSTELLING VAN DE PLAFONDPRIJS NEEMT DE OVERHEID IN DE EERSTE PLAATS DE KOSTPRIJS VAN DE FRANSE RAFFINADERIJEN IN AANMERKING - BEREKEND AAN DE HAND VAN DE PRIJS VAN RUWE OLIE , DE DOLLARKOERS , DE KOSTEN VAN TRANSPORT OVERZEE EN VAN RAFFINAGE , FORFAITAIR GERAAMD OP BASIS VAN STATISTISCHE GEGEVENS - EN IN DE TWEEDE PLAATS DE NOTERINGEN OP DE EUROPESE MARKTEN . WANNEER DE EUROPESE NOTERINGEN NIET MEER DAN 8 % NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN AFWIJKEN VAN DE KOSTPRIJS VAN DE FRANSE RAFFINADERIJEN , ZIJN VOLGENS DEZE REGELING DE EUROPESE NOTERINGEN BEPALEND VOOR DE PLAFONDPRIJS ; KOMEN DAARENTEGEN DE EUROPESE NOTERINGEN BUITEN DE ZOGENOEMDE ' ' TUNNEL ' ' , GEVORMD DOOR DE MARGE VAN 8 % TEN OPZICHTE VAN DE KOSTPRIJS VAN DE FRANSE RAFFINADERIJEN , DAN KOMT VOOR DE BEPALING VAN DE PLAFONDPRIJS HET MEESTE GEWICHT TOE AAN DEZE KOSTPRIJS .

6 DE VERKOOPPRIJZEN AAN DE VERBRUIKER ZIJN ZOWEL NAAR BOVEN ALS NAAR BENEDEN BEGRENSD . NAAR BOVEN IS DE ' ' MAXIMUMDETAILHANDELSPRIJS ' ' , DIE VAN DETAILLIST TOT DETAILLIST KAN VARIEREN AFHANKELIJK VAN DE OVERNAMEPRIJS VAN ZIJN LEVERANCIER , GELIJK AAN DE SOM VAN DE OVERNAMEPRIJS , DE VERWACHTE HANDELSKOSTEN EN -MARGES EN DE BELASTINGEN EN HEFFINGEN . NAAR BENEDEN WORDT DE ' ' MINIMUMPRIJS ' ' MAANDELIJKS VOOR ELKE PRIJSZONE ( KANTON ) VASTGESTELD DOOR TOEPASSING VAN EEN KORTING - INDERTIJD 9 CENTIME PER LITER VOOR BENZINE EN 10 CENTIME PER LITER VOOR SUPERBENZINE - OP DE MAXIMUMDETAILHANDELSPRIJS WELKE VOORTVLOEIT UIT HET GEMIDDELDE VAN DE OVERNAMEPRIJZEN VAN DE FRANSE RAFFINADERIJEN IN DE LOOP VAN DE VOORAFGAANDE MAAND . WANNEER DE BEREKENING VAN DE MAXIMUMDETAILHANDELSPRIJS VAN EEN VERKOPER EEN UITKOMST OPLEVERT DIE BENEDEN DE MINIMUMPRIJS LIGT , WORDT DE MAXIMUMDETAILHANDELSPRIJS OP HET NIVEAU VAN DE MINIMUMPRIJS GEBRACHT .

7 BLIJKENS HET DOSSIER IS DE GROEP LECLERC , WAARTOE SODINORD EN SODIREV BEHOREN , HOUDSTER VAN EEN VERGUNNING A 3 . DEZE GROEP STAAT EROM BEKEND DAT ZIJ IN HAAR WINKELS ONDER DE NAAM ' ' CENTRES LECLERC ' ' EEN LAGE-PRIJZENBELEID VOOR VERSCHILLENDE SOORTEN GOEDEREN VOERT . IN 1983 BESLOOT ZIJ DIT LAGE-PRIJZENBELEID OOK UIT TE BREIDEN TOT DE DETAILVERKOOP VAN MOTORBRANDSTOFFEN . EVENALS ANDERE CENTRES LECLERC HEBBEN DE VENNOOTSCHAPPEN SODINORD EN SODIREV DUS MOTORBRANDSTOFFEN VERKOCHT TEGEN LAGERE DAN DE DOOR DE OVERHEID INGEVOLGE VORENBEDOELDE REGELING VASTGESTELDE MINIMUMPRIJZEN .

8 SODINORD EN SODIREV ZIJN DAAROP GEDAGVAARD VOOR DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE DOOR EEN CONCURRENT , DIE STELDE DAT DIE VERKOOP BENEDEN DE MINIMUMPRIJS ONRECHTMATIG EN ONEERLIJK WAS EN HEM SCHADE BEROKKENDE ; BIJGEVOLG VORDERDE HIJ EEN VERBOD VAN DIE PRAKTIJK , OP STRAFFE VAN EEN DWANGSOM . SODINORD EN SODIREV VERWEERDEN ZICH MET HET BETOOG , DAT DE REGELING BETREFFENDE DE VERKOOPPRIJS VAN MOTORBRANDSTOFFEN IN STRIJD IS MET DE ARTIKELEN 3 , SUB F , 85 EN 86 EEG-VERDRAG EN NIET KAN WORDEN GERECHTVAARDIGD OP GROND VAN DE ARTIKELEN 30 EN 36 VAN DIT VERDRAG .

9 TER OPLOSSING VAN HET GESCHIL HEEFT DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE HET NOODZAKELIJK GEOORDEELD HET HOF DE VOLGENDE PREJUDICIELE VRAAG VOOR TE LEGGEN :

' ' MOETEN DE ARTIKELEN 3 , SUB F , EN 5 VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EEG VAN 25 MAART 1957 WORDEN UITGELEGD ALS BEHELZENDE EEN VERBOD OM IN EEN LID-STAAT BIJ WEGE VAN WETTELIJKE OF BESTUURSRECHTELIJKE BEPALING VASTE MINIMUMPRIJZEN IN TE VOEREN VOOR DE VERKOOP AAN VERBRUIKERS - AAN DE POMP - VAN MOTORBRANDSTOFFEN ( BENZINE , SUPERBENZINE , DIESELOLIE ), ONDER WELK STELSEL IEDERE DETAILHANDELAAR IN EEN LID-STAAT VAN DE GEMEENSCHAP VERPLICHT IS ZICH AAN DE VASTE MINIMUMPRIJS TE HOUDEN ?

' '

10 ARTIKEL 3 , SUB F , EEG-VERDRAG , WAARNAAR DEZE VRAAG VERWIJST , BEHOORT TOT DE ALGEMENE BEGINSELEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT , DIE WORDEN TOEGEPAST IN SAMENHANG MET DE RESPECTIEVE HOOFDSTUKKEN VAN HET VERDRAG , WAARIN DIE BEGINSELEN WORDEN UITGEWERKT . GENOEMDE BEPALING VOORZIET IN ' ' DE INVOERING VAN EEN REGIME WAARDOOR WORDT GEWAARBORGD DAT DE MEDEDELING BINNEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT NIET WORDT VERVALST ' ' , WELKE ALGEMENE DOELSTELLING MET NAME WORDT GECONCRETISEERD IN DE MEDEDINGINGSREGELS VAN HOOFDSTUK 1 VAN TITEL I VAN HET DERDE DEEL VAN HET VERDRAG . ARTIKEL 5 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG VERLANGT ANDERZIJDS , DAT DE LID-STATEN ' ' ZICH ONTHOUDEN VAN ALLE MAATREGELEN WELKE DE VERWEZENLIJKING VAN DE DOELSTELLINGEN VAN DIT VERDRAG IN GEVAAR KUNNEN BRENGEN . ' ' DE VRAAG VAN DE NATIONALE RECHTER INZAKE DE VERENIGBAARHEID MET DEZE BEPALINGEN VAN EEN WETTELIJKE REGELING ALS HIERVOOR OMSCHREVEN , STREKT ER DUS TOE TE VERNEMEN , OF DIE REGELING IN OVEREENSTEMMING IS MET DE BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN VAN HET VERDRAG EN MET DE VERDRAGSBEPALINGEN WAARIN DEZE WORDEN UITGEWERKT .

11 OPGEMERKT ZIJ , DAT DE ARTIKELEN 2 EN 3 EEG-VERDRAG DE TOTSTANDKOMING BEOGEN VAN EEN MARKT WAAR EEN VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN HEERST ONDER ONVERVALSTE MEDEDINGINGSVOORWAARDEN . DIT DOEL WORDT ONDER MEER VERZEKERD DOOR DE ARTIKELEN 30 E.V . BETREFFENDE HET VERBOD VAN BEPERKINGEN VAN DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL EN DOOR DE - THANS ALS EERSTE TE ONDERZOEKEN - ARTIKELEN 85 E.V . BETREFFENDE DE MEDEDINGINGSREGELS .

DE TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 3 , SUB F , 5 EN 85 EEG-VERDRAG

12 VOLGENS SODINORD EN SODIREV ZIJN INGEVOLGE DE ARTIKELEN 3 , SUB F , EN 5 EEG-VERDRAG DE BEGINSELEN VAN DE ARTIKELEN 85 EN 86 TOEPASSELIJK OP EEN OVERHEIDSREGELING ALS DE ONDERHAVIGE . ARTIKEL 85 VERBIEDT HET RECHTSTREEKS OF ZIJDELINGS BEPALEN VAN VERKOOPPRIJZEN OF VAN ANDERE CONTRACTUELE VOORWAARDEN , EN HET ZOU NIET GEOORLOOFD ZIJN HET NUTTIG EFFECT ONGEDAAN TE MAKEN VAN DE REGELS VAN GEMEENSCHAPSRECHT , DIE EEN STELSEL VAN ONVERVALSTE MEDEDINGING OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT BEOGEN TE VERZEKEREN .

13 DE FRANSE , DE ITALIAANSE EN DE GRIEKSE REGERING BETOGEN , DAT DE ARTIKELEN 3 , SUB F , EN 5 EEG-VERDRAG BEHOREN TOT DE ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET VERDRAG EN UITSLUITEND KUNNEN WORDEN BEGREPEN IN VERBINDING MET ANDERE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG , DIE DE TOEPASSINGSVOORWAARDEN EN -MODALITEITEN OMSCHRIJVEN . DE ARTIKELEN 85 EN 86 ZOUDEN BIJ DE BEOORDELING VAN EEN VAN OVERHEIDSWEGE INGESTELDE PRIJSREGELING BUITEN BESCHOUWING MOETEN BLIJVEN , DAAR ZIJ SLECHTS GEDRAGINGEN VAN ONDERNEMINGEN BETREFFEN .

14 VOLGENS DE COMMISSIE ZOUDEN OVERHEIDSMAATREGELEN SLECHTS IN UITZONDERINGSGEVALLEN KUNNEN WORDEN GEACHT IN STRIJD TE ZIJN MET DE UIT ARTIKEL 5 EEG-VERDRAG VOORTVLOEIENDE VERPLICHTING OM HET NUTTIG EFFECT VAN DE MEDEDINGINGSREGELS VAN DE ARTIKELEN 85 EN 86 NIET TENIET TE DOEN . ZULKS ZOU HET GEVAL ZIJN BIJ EEN OVERHEIDSREGELING DIE EEN INBREUKMAKENDE GEDRAGING VAN DE ONDERNEMINGEN BEVORDERT OF VERGEMAKKELIJKT OF DIE SPECIFIEK TOT DOEL HEEFT HUN DE MOGELIJKHEID TE BIEDEN ZICH AAN DE MEDEDINGINGSREGELS TE ONTTREKKEN . DOCH DIT , ALDUS DE COMMISSIE , IS IN CASU NIET HET GEVAL .

15 OVEREENKOMSTIG DE IN ARTIKEL 3 , SUB F , EEG-VERDRAG OMSCHREVEN DOELSTELLING ZIJN KRACHTENS ARTIKEL 85 , LID 1 , ONVERENIGBAAR MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT EN VERBODEN ALLE OVEREENKOMSTEN TUSSEN ONDERNEMINGEN , ALLE BESLUITEN VAN ONDERNEMERSVERENIGINGEN EN ALLE ONDERLING AFGESTEMDE FEITELIJKE GEDRAGINGEN WELKE DE HANDEL TUSSEN DE LID-STATEN ONGUNSTIG KUNNEN BEINVLOEDEN EN ERTOE STREKKEN OF TEN GEVOLGE HEBBEN DAT DE MEDEDINGING BINNEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT WORDT VERHINDERD , BEPERKT OF VERVALST , EN MET NAME DIE WELKE BESTAAN IN HET RECHTSTREEKS OF ZIJDELINGS BEPALEN VAN DE AAN- OF VERKOOPPRIJZEN OF VAN ANDERE CONTRACTUELE VOORWAARDEN . DEZE BEPALING HEEFT DUS HET OOG OP CONCURRENTIEBEPERKENDE OVEREENKOMSTEN , BESLUITEN EN ONDERLING AFGESTEMDE FEITELIJKE GEDRAGINGEN VAN VERSCHILLENDE ONDERNEMINGEN , BEHOUDENS AFWIJKINGEN DIE DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 85 , LID 3 , VAN HET VERDRAG TOESTAAT .

16 OFSCHOON DIE BEPALINGEN HET GEDRAG VAN ONDERNEMINGEN BETREFFEN EN NIET DE WETTELIJKE OF BESTUURSRECHTELIJKE MAATREGELEN VAN DE LID-STATEN , ZIJN DEZE LAATSTE - ALDUS HET HOF NOG ONLANGS IN ZIJN ARREST VAN 10 JANUARI 1985 ( ZAAK 229/83 , LECLERC , JURISPR . 1985 , BLZ . 1 ) - NIETTEMIN KRACHTENS ARTIKEL 5 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG GEHOUDEN , DOOR HUN NATIONALE WETGEVING GEEN AFBREUK TE DOEN AAN DE VOLLEDIGE EN EENVORMIGE TOEPASSING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT EN AAN DE WERKING VAN DE HANDELINGEN TOT UITVOERING ERVAN , EN GEEN MAATREGELEN , ZIJ HET OOK VAN WETTELIJKE OF BESTUURSRECHTELIJKE AARD , TE NEMEN OF TE HANDHAVEN , WELKE AAN DE OP DE ONDERNEMINGEN TOEPASSELIJKE MEDEDINGINGSREGELS HUN NUTTIG EFFECT KUNNEN ONTNEMEN ( ZIE OOK DE ARRESTEN VAN 13 FEBRUARI 1969 , ZAAK 14/68 , WILHELM , JURISPR . 1969 , BLZ . 1 , EN 16 NOVEMBER 1977 , ZAAK 13/77 , INNO , JURISPR . 1977 , BLZ . 2115 ).

17 EEN WETTELIJKE REGELING ALS THANS IN GEDING DWINGT EVENWEL NIET TOT OVEREENKOMSTEN TUSSEN LEVERANCIERS EN DETAILHANDELAARS OF TOT ANDERE GEDRAGINGEN ZOALS DIE WAAROP ARTIKEL 85 , LID 1 , EEG-VERDRAG HET OOG HEEFT . ZIJ LEGT INTEGENDEEL DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR HET VASTSTELLEN VAN DE PRIJZEN BIJ DE OVERHEID , DIE ZICH DAARBIJ BASEERT OP EEN AANTAL ELEMENTEN VAN VERSCHILLENDE AARD . HET ENKELE FEIT DAT TOT DIE BIJ HET VASTSTELLEN VAN DE DETAILHANDELSPRIJS IN AANMERKING TE NEMEN ELEMENTEN OVERNAMEPRIJZEN BEHOREN WELKE DOOR DE LEVERANCIERS WORDEN BEPAALD , EN DIE OVERIGENS NAAR BOVEN ZIJN BEGRENSD DOOR DE DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VASTGESTELDE PLAFONDPRIJS , ONTNEEMT AAN EEN REGELING ALS DE ONDERHAVIGE NIET HAAR OVERHEIDSKARAKTER EN KAN HET NUTTIG EFFECT VAN DE VOOR DE ONDERNEMINGEN GELDENDE MEDEDINGINGSREGELS NIET TENIET DOEN .

18 HIERUIT VOLGT DAT ARTIKEL 5 , JUNCTIS DE ARTIKELEN 3 , SUB F , EN 85 EEG-VERDRAG DE LID-STATEN NIET VERBIEDT OM DE VASTSTELLING VAN DE DETAILHANDELSPRIJZEN VAN EEN GOED TE REGELEN OP DE WIJZE VOORZIEN IN DE IN HET HOOFDGEDING BESTREDEN WETTELIJKE REGELING . REST NOG EEN DERGELIJKE REGELING TE TOETSEN AAN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN .

DE TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 30 EN 36 EEG-VERDRAG

19 SODINORD EN SODIREV ZIJN VAN MENING , DAT DE IN DE BESTREDEN WETTELIJKE REGELING NEERGELEGDE FORMULE VOOR DE VASTSTELLING VAN DE MINIMUMPRIJZEN DE PAS AFSNIJDT AAN DE MEDEDINGING VAN PRODUKTEN UIT ANDERE LID-STATEN WANNEER DE KOSTPRIJS HIERVAN MEER DAN 8 % LAGER IS DAN DE RAFFINAGEKOSTEN IN FRANKRIJK , DOORDAT ZIJ HET UIT DE LAGERE KOSTEN VAN DE IMPORTEURS VOORTVLOEIENDE CONCURRENTIEVOORDEEL NEUTRALISEERT . DIE FORMULE ZOU DUS TOT EEN BIJ ARTIKEL 30 VAN HET VERDRAG VERBODEN BELEMMERING VAN DE INVOER LEIDEN .

20 VOORTS ZOU HET BESTREDEN STELSEL VAN PRIJSVASTSTELLING DE NATIONALE OVERHEID DE MOGELIJKHEID BIEDEN TOT MANIPULATIES , BESTAANDE IN HET KUNSTMATIG DRUKKEN VAN DE KOSTPRIJZEN , TENEINDE DE IMPORTEURS TE BELETTEN VASTE VOET TE KRIJGEN OP EEN MARKT DIE TRADITIONEEL IN HANDEN VAN DE FRANSE RAFFINADERIJEN IS , DOORDAT HUN IN VOORKOMEND GEVAL WORDT BELET HUN PRODUKTEN TEGEN RENDABELE PRIJZEN AF TE ZETTEN . DIT EFFECT ZOU NOG WORDEN VERSTERKT DOOR DE VERPLICHTING VAN HOUDERS VAN EEN VERGUNNING A 3 OM ZICH VOOR 80 % TE BEVOORRADEN DOOR MIDDEL VAN CONTRACTEN OP MIDDELLANGE TERMIJN . EEN DERGELIJK SYSTEEM ZOU DUS , IN STRIJD MET ARTIKEL 30 , LEIDEN TOT AFSCHERMING VAN DE NATIONALE MARKT .

21 DE FRANSE REGERING , ONDERSTEUND DOOR DE ITALIAANSE EN DE GRIEKSE REGERING , IS VAN MENING DAT EEN PRIJSREGELING ALS DE ONDERHAVIGE GEEN INVLOED HEEFT OP DE INVOER UIT ANDERE LID-STATEN . DOEL VAN DE REGELING ZOU ZIJN , DE BEVOORRADING MET MOTORBRANDSTOFFEN IN HET GEHELE LAND TE HARMONISEREN DOOR AAN ALLE WEDERVERKOPERS TOEREIKENDE HANDELSMARGES TE GARANDEREN . DAAR DE PRIJZEN BIJ INVOER VRIJ ZIJN , ZOU EEN BUITENLANDSE ONDERNEMING MET LAGERE KOSTPRIJZEN DAN DIE WELKE IN FRANKRIJK WORDEN TOEGEPAST , GEMAKKELIJKER OP DE MARKT KUNNEN DOORDRINGEN , DAAR ZIJ VRIJ IS DIT VOORDEEL AAN DE DETAILHANDELAREN DOOR TE GEVEN . TOEPASSING VAN DIT STELSEL ZOU DAAROM HEBBEN GELEID TOT EEN GROTERE INVOER VAN AARDOLIEPRODUKTEN IN FRANKRIJK . BIJGEVOLG ZOU ARTIKEL 30 NIET IN DIE ZIN KUNNEN WORDEN UITGELEGD , DAT HET ZICH TEGEN EEN DERGELIJK STELSEL VAN PRIJSVASTSTELLING VERZET .

22 DE COMMISSIE MERKT OP , DAT EEN REGELING WAARBIJ EEN MINIMUMPRIJS WORDT VASTGESTELD , EEN ONGUNSTIGE INVLOED KAN HEBBEN OP DE AFZET VAN INGEVOERDE PRODUKTEN DOORDAT DIE PRIJS BELET DAT DE LAGERE KOSTPRIJS VAN INGEVOERDE PRODUKTEN WORDT DOORBEREKEND IN DE VERBRUIKERSPRIJS . EEN REGELING ALS DIE IN GEDING ZOU DUS EEN MAATREGEL ZIJN VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE INVOERBEPERKING VOOR ZOVER ZIJ ERTOE LEIDT , DAT DE PRIJS VAN DE PRODUKTEN WORDT BEPAALD OP BASIS VAN DE KOSTPRIJS VAN NATIONALE PRODUKTEN , WAARDOOR EEN EVENTUEEL CONCURRENTIEVOORDEEL VAN INGEVOERDE PRODUKTEN TENIET WORDT GEDAAN .

23 VOOREERST ZIJ ERAAN HERINNERD , DAT HET IN ARTIKEL 30 NEERGELEGDE VERBOD VAN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING VOLGENS VASTE RECHTSPRAAK VAN HET HOF GELDT VOOR IEDERE REGELING DIE AL DAN NIET RECHTSTREEKS , DAADWERKELIJK OF POTENTIEEL , DE HANDEL TUSSEN LID-STATEN KAN BELEMMEREN . WAAR HET GAAT OM TOEPASSING VAN DEZE BEGINSELEN OP VAN OVERHEIDSWEGE INGESTELDE PRIJSBEHEERSINGSREGELINGEN , HEEFT HET HOF MEERMALEN VASTGESTELD DAT DERGELIJKE REGELINGEN , WANNEER ZIJ ZONDER ONDERSCHEID VAN TOEPASSING ZIJN OP BINNENLANDSE EN OP INGEVOERDE PRODUKTEN , OP ZICHZELF NIET ALS MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING ZIJN TE BESCHOUWEN , MAAR EEN DERGELIJK GEVOLG KUNNEN HEBBEN WANNEER DE PRIJZEN OP ZODANIG PEIL LIGGEN , DAT DE GEIMPORTEERDE PRODUKTEN ZOUDEN WORDEN BENADEELD TEN OPZICHTE VAN GELIJKE NATIONALE PRODUKTEN , HETZIJ OMDAT ZIJ ONDER DE GESTELDE VOORWAARDEN NIET MET WINST KUNNEN WORDEN AFGEZET , HETZIJ OMDAT HET UIT LAGERE KOSTPRIJZEN VOORTVLOEIENDE CONCURRENTIEVOORDEEL WORDT TENIETGEDAAN ( ZIE DE ARRESTEN VAN 26 NOVEMBER 1976 , ZAAK 65/75 , TASCA , JURISPR . 1976 , BLZ . 291 ; 24 JANUARI 1978 , ZAAK 82/77 , VAN TIGGELE , JURISPR . 1978 , BLZ . 25 ; 6 NOVEMBER 1979 , GEVOEGDE ZAKEN 16-20/79 , DANIS , JURISPR . 1979 , BLZ . 3327 ; 29 NOVEMBER 1983 , ZAAK 181/82 , ROUSSEL LABORATORIA , JURISPR . 1983 , BLZ . 3849 ).

24 HET ARGUMENT VAN SODINORD EN SODIREV , DAT DE FORMULE VOOR DE VASTSTELLING VAN DE MAXIMUMDETAILHANDELSPRIJS DOOR HET KUNSTMATIG LAAG HOUDEN VAN DE PRIJZEN LEIDT TOT AFSCHERMING VAN DE MARKT DOORDAT DE BUITENLANDSE RAFFINADERIJEN WORDT BELET HUN PRODUKTEN TEGEN RENDABELE PRIJZEN AF TE ZETTEN , BEHOEFT IN HET KADER VAN DE ONDERHAVIGE ZAAK GEEN ONDERZOEK . DE VASTSTELLING VAN EEN MAXIMUMDETAILHANDELSPRIJS , EVENALS TROUWENS DE AAN HOUDERS VAN EEN VERGUNNING A 3 OPGELEGDE BEPERKINGEN OP HET GEBIED VAN DE BEVOORRADING , IS IMMERS DOOR HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE NIET TER SPRAKE GEBRACHT , DAAR HET HOOFDGEDING UITSLUITEND BETREKKING HEEFT OP DE NIET-INACHTNEMING VAN DE MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VAN MOTORBRANDSTOFFEN .

25 MET BETREKKING TOT DE VASTSTELLING VAN DE MINIMUMPRIJS ZIJ EROP GEWEZEN , DAT HET HOF IN ZIJN VORENGENOEMD ARREST VAN 24 JANUARI 1978 , ( ZAAK 82/77 , VAN TIGGELE ) HEEFT OVERWOGEN DAT EEN NATIONALE BEPALING DIE EEN MINIMUM-WINSTMARGE VASTSTELT WELKE ZONDER ONDERSCHEID VOOR NATIONALE EN VOOR INGEVOERDE PRODUKTEN GELDT , GEEN NADELIGE GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR DE AFZET VAN ALLEEN DE GEIMPORTEERDE PRODUKTEN . HET IS DAARENTEGEN ANDERS GESTELD MET DE OP EEN BEPAALD BEDRAG VASTGESTELDE MINIMUMPRIJS , DIE WELISWAAR ZONDER ONDERSCHEID VAN TOEPASSING IS OP NATIONALE EN GEIMPORTEERDE PRODUKTEN , DOCH DE AFZET VAN DEZE LAATSTE KAN BENADELEN VOOR ZOVER HIJ BELET DAT HUN LAGERE KOSTPRIJS TOT UITING KOMT IN DE VERKOOPPRIJS AAN DE VERBRUIKER .

26 NAAR HIERVOOR IS UITEENGEZET , WORDT DE MINIMUMHANDELSPRIJS IN DE PRAKTIJK IN HET KADER VAN HET IN CASU BESTREDEN STELSEL BEPAALD AAN DE HAND VAN DE OVERNAMEPRIJS DIE NIET HOGER MAG ZIJN DAN DE DOOR DE NATIONALE AUTORITEITEN VASTGESTELDE PLAFONDPRIJS . WELISWAAR IS IEDERE IMPORTEUR VRIJ OM MET ZIJN OVERNAMEPRIJS BENEDEN DEZE PLAFONDPRIJS TE BLIJVEN , MAAR OMDAT DE MINIMUMPRIJS WORDT BEREKEND OP BASIS VAN HET GEMIDDELDE VAN DE DOOR DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN TOEGEPASTE OVERNAMEPRIJZEN , HEBBEN DE IMPORTEURS GEEN VOORDEEL VAN EEN EVENTUEEL GUNSTIGER CONCURRENTIEPOSITIE TEN GEVOLGE VAN EEN LAGERE KOSTPRIJS . OOK AL VALT ER NIETS TEGEN IN TE BRENGEN , DAT EEN LID-STAAT VOOR DE VASTSTELLING VAN DE PRIJS VAN EEN HOMOGEEN PRODUKT , WAARVAN DE HERKOMST MOEILIJK IS NA TE GAAN ZODRA HET ZICH OP DE MARKT BEVINDT , ALGEMENE MAATSTAVEN TOEPAST , TOCH DIENEN , TER VERMIJDING VAN ONGUNSTIGE GEVOLGEN VOOR DE AFZET OP DE MARKT VAN INGEVOERDE PRODUKTEN , DIE MAATSTAVEN NAAR BEHOREN REKENING TE HOUDEN MET DE OVERNAMEPRIJZEN VAN ALLE ONDERNEMINGEN , WELKE OOK DE HERKOMST VAN HET GOED IS .

27 DIT ONGUNSTIGE GEVOLG VOOR INGEVOERDE PRODUKTEN VAN EEN STELSEL ALS HET ONDERHAVIGE WORDT NOG VERSTERKT DOOR DE METHODE VOOR DE BEREKENING VAN DE PLAFONDPRIJS , DIE EEN BOVENGRENS STELT VOOR DE OVERNAMEPRIJS EN DIE , VOLGENS DE AAN HET HOF VERSCHAFTE GEGEVENS , IN DE REGEL DOOR DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN ALS OVERNAMEPRIJS WORDT AANGEHOUDEN . WANT OFSCHOON DE PLAFONDPRIJS IN DE REGEL WORDT BEREKEND OP BASIS ZOWEL VAN DE KOSTPRIJZEN VAN DE FRANSE RAFFINADERIJEN ALS VAN DE NOTERINGEN VAN MOTORBRANDSTOFFEN OP DE EUROPESE MARKTEN , ZIJN UITSLUITEND DE KOSTPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN BEPALEND WANNEER DE EUROPESE NOTERINGEN MEER DAN 8 % LAGER ZIJN DAN DEZE . WANNEER DUS HET CONCURRENTIEVOORDEEL VAN INGEVOERDE PRODUKTEN DEZE DREMPEL OVERSCHRIJDT , WORDT HUN GUNSTIGER KOSTPRIJS VOOR DE VASTSTELLING VAN DE PLAFONDPRIJS NIET MEER IN AANMERKING GENOMEN . EEN DERGELIJKE FORMULE BEINVLOEDT DE AFZET VAN INGEVOERDE PRODUKTEN ONGUNSTIG , DOORDAT ZIJ , ZODRA DIE 8 %-DREMPEL WORDT OVERSCHREDEN , HUN CONCURRENTIEVOORDEEL BIJ DE VERBRUIKER VERLIEZEN .

28 DIT NADELIGE GEVOLG VAN EEN MINIMUMPRIJS VOOR DE AFZET VAN INGEVOERDE PRODUKTEN WAARVAN DE KOSTPRIJS LAGER IS DAN DIE VAN DE BINNENLANDSE PRODUKTEN , KAN NIET WORDEN BETWIST DOOR TE WIJZEN OP HET FEIT DAT DE PRIJZEN BIJ INVOER VRIJ ZIJN EN DAT DE IMPORTEURS DE DETAILHANDELAARS DUS EEN GROTERE WINSTMARGE KUNNEN TOEKENNEN TENEINDE HEN ERTOE TE BRENGEN ZICH MET INGEVOERDE MOTORBRANDSTOFFEN TE BEVOORRADEN . DIENAANGAANDE ZIJ EROP GEWEZEN , DAT DE STRUCTUUR VAN HET DISTRIBUTIENET VERHINDERT DAT DIT VOORDEEL VAN INGEVOERDE MOTORBRANDSTOFFEN TEN VOLLE WORDT UITGEBUIT , AANGEZIEN EEN GROOT AANTAL DETAILHANDELAARS NIET VRIJ VAN LEVERANCIER KAN VERANDEREN . VOOR HOMOGENE PRODUKTEN ALS MOTORBRANDSTOFFEN IS IN EEN DERGELIJKE SITUATIE DE DETAILHANDELSPRIJS DE VOORNAAMSTE CONCURRENTIEFACTOR . EEN MINIMUMPRIJS ZOALS DE HIERBEDOELDE KAN BIJGEVOLG VERHINDERDEN DAT INGEVOERDE PRODUKTEN IN VERHOOGDE MATE OP DE BINNENLANDSE MARKT DOORDRINGEN WANNEER HUN KOSTPRIJS LAGER IS . DAT DE INVOER ONDER EEN DERGELIJK STELSEL ZOU ZIJN GESTEGEN , ZOALS DE FRANSE REGERING STELT , KAN ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN NIET VOLSTAAN ALS BEWIJS DAT DE MINIMUMPRIJS GEEN NADELIGE GEVOLGEN HEEFT VOOR DE AFZET VAN INGEVOERDE PRODUKTEN .

29 UIT HET VOORGAANDE VOLGT , DAT EEN NATIONAAL STELSEL VAN VASTE MINIMUMDETAILHANDELSPRIJZEN VOOR MOTORBRANDSTOFFEN , BIJ DE VASTSTELLING WAARVAN UITSLUITEND WORDT UITGEGAAN VAN DE OVERNAMEPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN EN DEZE OVERNAMEPRIJZEN GEKOPPELD ZIJN AAN EEN PLAFONDPRIJS DIE UITSLUITEND OP DE KOSTPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN IS GEBASEERD INGEVAL DE EUROPESE MOTORBRANDSTOFFENNOTERINGEN MEER DAN 8% VAN DIE KOSTPRIJZEN AFWIJKEN , INGEVOERDE PRODUKTEN BENADEELT DOORDAT DEZE HUN UIT EEN LAGERE KOSTPRIJS VOORTVLOEIEND CONCURRENTIEVOORDEEL BIJ DE VERBRUIKER VERLIEZEN .

30 TER RECHTVAARDIGING VAN DE IN HET HOOFDGEDING BESTREDEN REGELING , HEEFT DE FRANSE REGERING NOG EEN BEROEP GEDAAN OP HET DWINGEND VEREISTE VAN BESCHERMING VAN DE CONSUMENTENBELANGEN . NAAR HAAR MENING ZOU EEN RUINEUZE PRIJSCONCURRENTIE BIJ MOTORBRANDSTOFFEN KUNNEN LEIDEN TOT HET VERDWIJNEN VAN EEN GROOT AANTAL POMPSTATIONS EN DAARMEE TOT EEN ONVOLDOENDE BEVOORRADING VAN HET GEHELE LAND .

31 DIENAANGAANDE ZIJ OPGEMERKT , DAT EEN NATIONALE REGELING DIE DE DETAILHANDELAARS VERPLICHT BEPAALDE VERKOOPPRIJZEN IN ACHT TE NEMEN EN DIE DE AFZET VAN INGEVOERDE PRODUKTEN OP DE MARKT ONGUNSTIG BEINVLOEDT , UITSLUITEND KAN WORDEN GERECHTVAARDIGD OP DE IN ARTIKEL 36 EEG-VERDRAG GENOEMDE GRONDEN .

32 MET HET OOG OP DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 36 HEEFT DE FRANSE REGERING GEWEZEN OP VERSTORINGEN VAN DE OPENBARE ORDE EN DE OPENBARE VEILIGHEID , TEN GEVOLGE VAN DE TE VERWACHTEN FELLE REACTIES VAN DE KANT VAN DE DETAILHANDELAARS DIE DOOR EEN ONBEPERKTE CONCURRENTIE WORDEN GETROFFEN .

33 VOLSTAAN KAN HIER WORDEN MET OP TE MERKEN , DAT DE FRANSE REGERING NIET HEEFT AANGETOOND DAT EEN WIJZIGING VAN DE ONDERHAVIGE REGELING OVEREENKOMSTIG DE HIERVOOR UITEENGEZETTE BEGINSELEN , GEVOLGEN VOOR DE OPENBARE ORDE EN DE OPENBARE VEILIGHEID ZOU HEBBEN , WAARAAN ZIJ MET DE HAAR TEN DIENSTE STAANDE MIDDELEN NIET HET HOOFD ZOU KUNNEN BIEDEN .

34 MITSDIEN MOET OP DE VRAAG VAN HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE WORDEN GEANTWOORD :

- DAT DE ARTIKELEN 3 , SUB F , 5 , 85 EN 86 EEG-VERDRAG ZICH NIET VERZETTEN TEGEN EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOLGENS WELKE DE NATIONALE AUTORITEITEN EEN MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN VASTSTELLEN ;

- EN DAT ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG ZICH TEGEN EEN DERGELIJKE WETTELIJKE REGELING VERZET , WANNEER BIJ DE VASTSTELLING VAN DE MINIMUMPRIJS UITSLUITEND WORDT UITGEGAAN VAN DE OVERNAMEPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN EN DEZE OVERNAMEPRIJZEN GEKOPPELD ZIJN AAN EEN PLAFONDPRIJS DIE UITSLUITEND OP DE KOSTPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN IS GEBASEERD INGEVAL DE EUROPESE MOTORBRANDSTOFFENNOTERINGEN MEER DAN 8% VAN DIE KOSTPRIJZEN AFWIJKEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

35 DE KOSTEN DOOR DE FRANSE , DE ITALIAANSE EN GRIEKSE REGERING ALSMEDE DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ( VIJFDE KAMER ),

UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE TOULOUSE BIJ BESCHIKKING VAN 1 AUGUSTUS 1983 GESTELDE VRAAG , VERKLAART VOOR RECHT :

1 ) DE ARTIKELEN 3 , SUB F , 5 , 85 EN 86 EEG-VERDRAG VERZETTEN ZICH NIET TEGEN EEN NATIONALE WETTELIJKE REGELING VOLGENS WELKE DE NATIONALE AUTORITEITEN EEN MINIMUMDETAILHANDELSPRIJS VOOR MOTORBRANDSTOFFEN VASTSTELLEN .

2 ) ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG VERZET ZICH TEGEN EEN DERGELIJKE WETTELIJKE REGELING , WANNEER BIJ DE VASTSTELLING VAN DE MINIMUMPRIJS UITSLUITEND WORDT UITGEGAAN VAN DE OVERNAMEPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN EN DEZE OVERNAMEPRIJZEN GEKOPPELD ZIJN AAN EEN PLAFONDPRIJS DIE UITSLUITEND OP DE KOSTPRIJZEN VAN DE BINNENLANDSE RAFFINADERIJEN IS GEBASEERD INGEVAL DE EUROPESE MOTORBRANDSTOFFENNOTERINGEN MEER DAN 8 % VAN DIE KOSTPRIJZEN AFWIJKEN .

Top