This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61983CJ0111
Judgment of the Court (Second Chamber) of 30 May 1984. # Santo Picciolo v European Parliament. # Officials - Recruitment - Application of Article 29(2) of the Staff Regulations. # Case 111/83.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 30 mei 1984.
Santo Picciolo tegen Europees Parlement.
Ambtenaren - Aanwerving - Toepassing van artikel 29, lid 2, van het Statuut.
Zaak 111/83.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 30 mei 1984.
Santo Picciolo tegen Europees Parlement.
Ambtenaren - Aanwerving - Toepassing van artikel 29, lid 2, van het Statuut.
Zaak 111/83.
Jurisprudentie 1984 -02323
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1984:200
ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 30 MEI 1984. - S. PICCIOLO TEGEN EUROPEES PARLEMENT. - (" AMBTENAREN - AANWERVING - TOEPASSING VAN ARTIKEL 29, LID 2, VAN HET STATUUT "). - ZAAK NO. 111/83.
Jurisprudentie 1984 bladzijde 02323
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . AMBTENAREN - AANWERVING - KENNISGEVING VACATURE - SOLLICITATIE - VERPLICHTING VAN SOLLICITANT ALLE NUTTIGE INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN - NOODZAAK VAN NADERE INLICHTINGEN - DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID ADMINISTRATIE
2 . AMBTENAREN - AANWERVING - KENNISGEVING VACATURE - TOETSING SOLLICITATIES AAN GENOEMDE VOORWAARDEN - DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID ADMINISTRATIE - RECHTERLIJKE TOETSING - GRENZEN
3 . AMBTENAREN - BEZWAREND BESLUIT - MOTIVERINGSPLICHT - DRAAGWIJDTE
( AMBTENARENSTATUUT , ARTIKEL 25 )
4 . AMBTENAREN - INDIVIDUEEL BESLUIT - TE LATE MEDEDELING - GEVOLGEN
( AMBTENARENSTATUUT , ARTIKEL 25 )
5 . AMBTENAREN - BEROEP - PROCESBELANG - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN BENOEMING VAN ANDERE AMBTENAAR - NIET-ONTVANKELIJKHEID - VOORWAARDEN
( AMBTENARENSTATUUT , ARTIKELEN 90 EN 91 )
1 . TIJDENS EEN AANWERVINGS- OF OVERGANGSPROCEDURE LIGT HET OP DE WEG VAN DE BETROKKEN KANDIDAAT ALLE NUTTIGE GEGEVENS EN INLICHTINGEN OVER TE LEGGEN WELKE HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG IN STAAT STELLEN NA TE GAAN OF BETROKKENE AAN DE IN DE KENNISGEVING DER VACATURE GESTELDE EISEN VOLDOET . ALLEEN BEDOELD GEZAG CASU QUO HET SELECTIECOMITE HEEFT TE BEOORDELEN OF ER BIJ DE KANDIDAAT NADERE GEGEVENS MOETEN WORDEN INGEWONNEN .
2.HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG HEEFT TE BEOORDELEN OF EEN KANDIDAAT VOLDOET AAN DE VOORWAARDEN , IN DE KENNISGEVING DER VACATURE GESTELD , EN DIE BEOORDELING ZOU SLECHTS IN GEVAL VAN KENNELIJKE DWALING KUNNEN WORDEN AANGEVOCHTEN .
3.EEN VOOR BETROKKENE BEZWAREND BESLUIT MOET WORDEN GEMOTIVEERD OM ENERZIJDS HET HOF IN STAAT TE STELLEN DE RECHTMATIGHEID VAN HET BESLUIT TE CONTROLEREN EN ANDERZIJDS OM BETROKKENE DE NODIGE GEGEVENS TE VERSCHAFFEN TER VASTSTELLING OF HET BESLUIT OP GOEDE GRONDEN WERD GENOMEN .
4.VERTRAAGDE MEDEDELING VAN EEN INDIVIDUEEL BESLUIT AAN BETROKKENE KAN NIET TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT LEIDEN , AANGEZIEN DE MEDEDELING AAN HET BESLUIT POSTERIEUR IS EN DERHALVE DE INHOUD ERVAN NIET KAN BEINVLOEDEN .
5.KRACHTENS DE ARTIKELEN 90 EN 91 VAN HET STATUUT KAN EEN AMBTENAAR TEGEN EEN BESLUIT VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG ALLEEN OPKOMEN WANNEER HIJ BIJ NIETIGVERKLARING VAN DE OMSTREDEN HANDELING PERSOONLIJK BELANG HEEFT .
EEN AMBTENAAR DIE , OMDAT HIJ AAN DE VOORWAARDEN NIET VOLDOET , NIET VOOR BENOEMING IN EEN VACATURE IN AANMERKING KOMT , HEEFT ER GEEN RECHTMATIG BELANG BIJ DE BENOEMING VAN EEN ANDERE KANDIDAAT TE ZIEN NIETIGVERKLAARD .
IN ZAAK 111/83 ,
S . PICCIOLO , AMBTENAAR VAN HET PUBLIKATIEBUREAU VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , BIJGESTAAN EN VERTEGENWOORDIGD DOOR V . BIEL , ADVOCAAT TE LUXEMBURG , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN V . BIEL VOORNOEMD , RUE DES GLACIS 18 A ,
VERZOEKER ,
TEGEN
EUROPEES PARLEMENT , VERTEGENWOORDIGD DOOR M . PETER , HOOFD VAN DE AFDELING ADMINISTRATIEFRECHTELIJKE VRAAGSTUKKEN , ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR A . BONN , ADVOCAAT TE LUXEMBURG , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TE DIENS KANTORE , COTE D ' EICH 22 ,
VERWEERDER ,
BETREFFENDE DE NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT WAARBIJ VERZOEKERS SOLLICITATIE NAAR EEN POST VAN HOOFDADMINISTRATEUR ( LOOPBAAN A 5-4 ) OP HET EUROPEES PARLEMENT IS AFGEWEZEN , ALSOOK VAN HET BESLUIT WAARBIJ DIE POST AAN EEN ANDER WERD TOEGEWEZEN ,
1 BIJ OP 15 JUNI 1983 TER GRIFFIE VAN HET HOF INGEDIEND VERZOEKSCHRIFT HEEFT S . PICCIOLO , AMBTENAAR VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , BEROEP INGESTELD TOT NIETIGVERKLARING VAN TWEE BESLUITEN , WAARBIJ HET EUROPEES PARLEMENT ONDERSCHEIDENLIJK VERZOEKERS SOLLICITATIE NAAR EEN POST VAN HOOFDADMINISTRATEUR HEEFT AFGEWEZEN EN , KRACHTENS ARTIKEL 29 , TWEEDE LID , VAN HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN , EEN ANDER HEEFT BENOEMD .
2 BLIJKENS HET DOSSIER WAS DE POST VAN HOOFDADMINISTRATEUR ( LOOPBAAN A 5-4 ) OP DE AFDELING KAS-BOEKHOUDING VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL ADMINISTRATIE , PERSONEEL EN FINANCIEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT ( HIERNA TE NOEMEN : HET PARLEMENT ) VACANT GEWORDEN , WAARNA HET PARLEMENT KENNISGEVING VAN VACATURE NR . 3599 VAN 10 MEI 1982 DEED VERSCHIJNEN , WAARBIJ DE PROCEDURE TER VOORZIENING IN DIE POST LANGS DE WEG VAN OVERPLAATSING OF BEVORDERING - OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 29 , LID 1 , SUB A , VAN HET STATUUT - WERD GEOPEND . WAT DE TER VERVULLEN TAKEN EN DE GESTELDE VEREISTEN BETREFT , BLEEK UIT DE KENNISGEVING DAT DE AMBTENAAR IN KWESTIE , ONDER HET GEZAG VAN DE REKENPLICHTIGE , VERANTWOORDELIJK ZOU ZIJN VOOR ALLE TAAKSECTOREN VAN DE DIENSTEN BOEKHOUDING , INCASSO EN CONTROLE OP DE VOORSCHOTTEN , TERWIJL HIJ ONDER MEER OVER ZEER GOEDE KENNIS VAN BOEKHOUDEN EN OVER ERVARING MET COMPUTERVERWERKING VAN BOEKHOUDKUNDIGE GEGEVENS MOEST BESCHIKKEN .
3 ZONDER EVENWEL DE DAG AF TE WACHTEN WAAROP DE SOLLICITATIES MOESTEN ZIJN INGEDIEND , DEED HET PARLEMENT OP 18 MEI 1982 DE ANDERE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAPPEN , MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 29 , LID 1 , SUB C , VAN HET STATUUT , EEN TWEEDE KENNISGEVING BETREFFENDE DEZE VACATURE , GENUMMERD PE/A/75 , TOEKOMEN , OPDAT IN DEZELFDE POST DOOR ' ' OVERGANG ' ' VAN INSTELLING NAAR INSTELLING ZOU WORDEN VOORZIEN . DEZE LAATSTE KENNISGEVING WAS , WAT TAKEN EN VEREISTEN BETREFT , LETTERLIJK GELIJKLUIDEND AAN VOORMELDE KENNISGEVING NR . 3599 .
4 DE TERMIJN VOOR INDIENING DER IN KENNISGEVING NR . PE/A/75 BEDOELDE SOLLICITATIES , LIEP OP 3 JUNI 1982 AF . MAAR BIJ BRIEF VAN 28 MEI 1982 DEED DE SECRETARIS-GENERAAL VAN HET PARLEMENT DE PARITAIRE COMMISSIE WETEN DAT HIJ IN DE ZEER BIJZONDERE AARD VAN DE POST AANLEIDING HAD GEVONDEN TOT TOEPASSING VAN ARTIKEL 29 , LID 2 , VAN HET STATUUT . VERVOLGENS DEED HIJ DIE COMMISSIE EEN ONTWERP-KENNISGEVING VAN AANWERVING ( NR . PE/5/S ) TOEKOMEN , WAARIN DE TEKST DER EERDERE KENNISGEVINGEN , WAT TAKEN EN VEREISTEN BETREFT , WEDEROM IN HOOFDZAAK WERD OVERGENOMEN .
5 BIJ BRIEF VAN 28 JUNI 1982 VERKLAARDE DE PARITAIRE COMMISSIE DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 29 , LID 2 , VAN HET STATUUT IN CASU GERECHTVAARDIGD TE ACHTEN , ZIJ HET DAT ER BEPAALDE MAATREGELEN ZOUDEN MOETEN WORDEN GENOMEN OM AAN DE VACATURE MEER BEKENDHEID TE GEVEN , EN EEN DIER MAATREGELEN ZOU PLAATSING IN HET PUBLIKATIEBLAD ZIJN . ZULK EEN PUBLIKATIE HEEFT NIET PLAATSGEVONDEN .
6 NAAR AANLEIDING VAN DE BEIDE EERSTE KENNISGEVINGEN DER VACATURE , NRS . 3599 EN PE/A/75 , IS ER SLECHTS DOOR TWEE KANDIDATEN GESOLLICITEERD . IN KENNISGEVING NR . 3599 VOND SLECHTS EEN AMBTENAAR - IN DE RANG B 1 - AANLEIDING TE SOLLICITEREN , WAARBIJ HIJ UITDRUKKING GAF AAN DE WENS AAN EEN INTERN VERGELIJKEND ONDERZOEK DEEL TE NEMEN . AANKONDIGING NR . PE/A/75 LEVERDE SLECHTS EEN SOLLICITATIE OP , TE WETEN DE SOLLICITATIE DIE OP 27 MEI 1982 DOOR VERZOEKER , EEN OP HET PUBLIKATIEBUREAU VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TE LUXEMBURG WERKZAME ( VOOR BEVORDERING IN AANMERKING KOMENDE ) AMBTENAAR IN DE RANG A 6 , WERD INGEDIEND . VERZOEKER HAD AAN ZIJN SOLLICITATIE EEN CURRICULUM VITAE TOEGEVOEGD , MET ONDER MEER EEN VRIJ GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE BEROEPSERVARING DIE HIJ VOOR INDIENSTTREDING BIJ DE GEMEENSCHAPPEN HAD OPGEDAAN , ALSOOK VAN HETGEEN HIJ OP HET PUBLIKATIEBUREAU OP HET TERREIN VAN BEGROTINGS- , HANDELS- EN ANALYTISCH BOEKHOUDEN TE DOEN HAD . VOOR ZIJN OP HET TERREIN VAN DE AUTOMATISCHE VERWERKING VAN GEGEVENS GELEGEN WERKZAAMHEDEN WEES VERZOEKER MET NAME OP ZIJN MEDEWERKING AAN DE UITVOERING VAN HET ' ' SAGAP-2 ' ' -SYSTEEM .
7 VERZOEKER , DIE VAN HET VERLOOP VAN DE AANWERVINGSPROCEDURE NIET OP DE HOOGTE WERD GESTELD , RICHTTE ZICH BIJ BRIEF VAN 5 JUNI 1982 TOT DE VOORZITTER VAN HET PARLEMENT MET HET VERZOEK ZIJN SOLLICITATIE IN ONDERZOEK TE NEMEN . BIJ BRIEF VAN 20 AUGUSTUS 1982 ANTWOORDDE HET PARLEMENT DAT DE KEUS VAN DE DIRECTEUR FINANCIEN EN INFORMATICA OP EEN ANDER WAS GEVALLEN :
' ' DE BETROKKEN DIENST HEEFT GEMEEND DAT UW OPLEIDING EN UW BEROEPSERVARING NIET AAN DE VEREISTEN , ZOALS DIE IN DE KENNISGEVING ZIJN VERMELD , VOLDOEN , HETGEEN MET NAME GELDT VOOR DE ERVARING MET COMPUTERVERWERKING VAN BOEKHOUDKUNDIGE GEGEVENS .
WAAR DE AUTOMATISERING OP HET EUROPEES PARLEMENT ZICH REEDS IN EEN VERGEVORDERD STADIUM BEVINDT EN ZICH IN DE NAASTE TOEKOMST BELANGRIJK ZAL UITBREIDEN , IS DEZE ERVARING VOOR BENOEMING OP BEDOELDE POST ONONTBEERLIJK . ' '
8 DE POST BLIJKT IN FEITE REEDS OP 5 JULI 1982 - VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 29 , LID 2 , VAN HET STATUUT - AAN EEN ANDERE SOLLICITANT TE ZIJN AANGEBODEN . BIJ BESLUIT VAN DE VOORZITTER VAN HET PARLEMENT DE DATO 6 AUGUSTUS 1982 IS DIE KANDIDAAT PER 1 AUGUSTUS 1982 IN DE RANG A 5 ALS AMBTENAAR OP PROEF IN DE VACATURE BENOEMD .
9 OP 18 NOVEMBER 1982 DIENDE VERZOEKER OVER DE BESLUITEN TOT AFWIJZING VAN ZIJN SOLLICITATIE ONDERSCHEIDENLIJK TOT BENOEMING VAN EEN ANDERE KANDIDAAT , EEN KLACHT IN . DE KLACHT BLEEF ONBEANTWOORD , WAAROP HIJ HET ONDERHAVIGE BEROEP HEEFT INGESTELD .
HET VERZOEK OM NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT TOT AFWIJZING VAN VERZOEKERS SOLLICITATIE
10 IN DE EERSTE PLAATS BETOOGT VERZOEKER DAT DE ADMINISTRATIE , TOEN ZIJ ZIJN SOLLICITATIE AFWEES , HEEFT GEOORDEELD ZONDER TOT VERIFICATIE TE ZIJN OVERGEGAAN EN ZELFS ZONDER CONTACT MET HEM TE HEBBEN OPGENOMEN . IEDERE KANDIDAAT ZOU ER RECHT OP HEBBEN DAT ZIJN SOLLICITATIE TERDEGE WORDT ONDERZOCHT . IN CASU HEEFT HET DAARVAN ZELFS NIET DE SCHIJN GEHAD ; DE SNELHEID DER SELECTIE ZOU AAN EEN SERIEUZE BESTUDERING VAN DE SOLLICITATIES IN DE WEG HEBBEN GESTAAN . DAARMEDE ZOU HET VERTROUWEN DAT VERZOEKER IN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG MOCHT KOESTEREN , ERNSTIG ZIJN GESCHOKT EN BESCHAAMD . HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG ZOU HET BEGINSEL VAN BEHOORLIJK BESTUUR HEBBEN GESCHONDEN , TERWIJL DE STELLING DAT VERZOEKER NIET AAN DE VEREISTEN VAN DE KENNISGEVING DER VACATURE VOLDEED , EEN SLAG IN DE LUCHT ZOU ZIJN .
11 VOLGENS HET PARLEMENT HEEFT DE ADMINISTRATIE OP GRONDSLAG VAN VERZOEKERS SOLLICITATIE EN DE OVERGELEGDE STUKKEN , WAARONDER ZIJN CURRICULUM VITAE , ZEER WEL KUNNEN BEOORDELEN - EN IN FEITE OOK BEOORDEELD - OF HIJ AAN DE EISEN VOLDEED . HET OPNEMEN VAN CONTACT MET VERZOEKER ZOU GEEN NIEUWE OF AANVULLENDE , VOOR DE BEOORDELING BELANGRIJKE GEGEVENS HEBBEN OPGELEVERD .
12 IN ANTWOORD OP DE DOOR HET HOF GESTELDE VRAGEN HEEFT HET PARLEMENT NADER VERKLAARD DAT VERZOEKERS SOLLICITATIE , MET DE SOLLICITATIES DIE IN HET KADER VAN DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 29 , LID 2 , VAN HET STATUUT WAREN INGEDIEND , IS ONDERZOCHT . ER ZOU ZIJN GESELECTEERD DOOR EEN INFORMEEL SELECTIECOMITE , DAT EERST DE DOSSIERS DER KANDIDATEN HEEFT ONDERZOCHT . OP GRONDSLAG VAN DAT ONDERZOEK ZOU HET COMITE HEBBEN BESLIST OF DE KANDIDATEN AL DAN NIET VOOR EEN ONDERHOUD ZOUDEN WORDEN OPGEROEPEN . TEN AANZIEN VAN VERZOEKER ZOU HET COMITE HEBBEN GEMEEND DAT HIJ AAN HET WEZENLIJK VEREISTE VAN ' ' ERVARING MET COMPUTERVERWERKING VAN BOEKHOUDKUNDIGE GEGEVENS ' ' NIET VOLDEED EN DAT EEN ONDERHOUD MET DE KANDIDAAT GEEN NADERE , VOOR DE BEOORDELING BELANGRIJKE GEGEVENS ZOU OPLEVEREN .
13 ER ZIJ IN DIT VERBAND OP GEWEZEN DAT HET TIJDENS EEN AANWERVINGS- OF OVERGANGSPROCEDURE OP DE WEG VAN DE BETROKKEN KANDIDAAT LIGT ALLE NUTTIGE GEGEVENS EN INLICHTINGEN OVER TE LEGGEN WELKE HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG IN STAAT STELLEN NA TE GAAN OF BETROKKENE AAN DE IN DE KENNISGEVING DER VACATURE GESTELDE EISEN VOLDOET . ALLEEN BEDOELD GEZAG CASU QUO HET SELECTIECOMITE HEEFT TE BEOORDELEN OF ER BIJ DE KANDIDATEN NADERE GEGEVENS MOETEN WORDEN INGEWONNEN . IN CASU HEEFT VERZOEKER NIET EENS AANGEGEVEN WELKE ZIJNS INZIENS NUTTIGE OF NODIGE INLICHTINGEN DE IN HET CURRICULUM VITAE REEDS VERMELDE GEGEVENS EN DE BIJ HET SELECTIECOMITE REEDS BEKENDE GEGEVENS BETREFFENDE DE AARD DER WERKZAAMHEDEN , DOOR HEM OP ZIJN DIENST VERRICHT , ZOUDEN KUNNEN AANVULLEN . EN OMDAT VERZOEKER GEENSZINS HEEFT AANGETOOND DAT ZIJN SOLLICITATIE TIJDENS DE AANWERVINGSPROCEDURE NIET ERNSTIG IN OVERWEGING IS GENOMEN , DIENT TE WORDEN VASTGESTELD DAT AAN VERZOEKERS EERSTE MIDDEL IEDERE GRONDSLAG ONTBREEKT .
14 IN DE TWEEDE PLAATS BETOOGT VERZOEKER DAT DE REDENGEVING VAN DE AFWIJZING VAN ZIJN SOLLICITATIE - VOLGENS WELKE ZIJN OPLEIDING EN BEROEPSERVARING NIET AAN DE GESTELDE EISEN ZOUDEN VOLDOEN - IN IEDER GEVAL ONJUIST IS : EEN IEDER ZOU WETEN DAT HIJ OVER GROTE KENNIS OP HET GEBIED VAN DE GEAUTOMATISEERDE VERWERKING VAN GEGEVENS BESCHIKT EN DAT HIJ , OP ZIJN TEGENWOORDIGE POST BIJ DE COMMISSIE , ZELFS BEMOEIENIS HEEFT MET DE COMPUTERVERWERKING VAN GEGEVENS , DE BOEKHOUDING VAN HET PARLEMENT BETREFFENDE .
15 IN ZIJN TIJDENS DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE OVERGELEGDE MEMORIES HEEFT HET PARLEMENT ALLEEN MAAR BETOOGD DAT DE KENNIS WAAROVER VERZOEKER BESCHIKT , DOOR HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG EN GEENSZINS DOOR DE SOLLICITANT ZELF MOETEN WORDEN BEOORDEELD . IN ANTWOORD OP DOOR HET HOF GESTELDE VRAGEN HEEFT HET PARLEMENT EVENWEL NADER VERKLAARD DAT HET SELECTIECOMITE HET ER , OP GRONDSLAG VAN VERZOEKERS CURRICULUM VITAE , VOOR HEEFT GEHOUDEN DAT DE KANDIDAAT NIET AAN DE WEZENLIJKE VOORWAARDE VAN ' ' ERVARING MET COMPUTERVERWERKING VAN BOEKHOUDKUNDIGE GEGEVENS ' ' VOLDEED . DE ERVARING , DOOR VERZOEKER OP ZIJN TEGENWOORDIGE POST OPGEDAAN ZOU ONVOLDOENDE ZIJN GEACHT ; DERGELIJKE TAKEN ZOUDEN OP HET PARLEMENT AAN EEN PERSONEELSLID IN DE RANG B 1 ZIJN TOEVERTROUWD . HET SAGAP-2-SYSTEEM , DAT IN VERZOEKERS CURRICULUM VITAE TER SPRAKE KOMT , ZOU SLECHTS DE AUTOMATISERING VAN DE ADRESSEN BETREFFEN , EN DUS NIET VOLDOEN AAN DE EISEN , MET HET OOG OP DE TE VERVULLEN VACATURE GESTELD . VERZOEKER HEEFT EEN EN ANDER NIET BETWIST .
16 VOLGENS ' S HOFS VASTE JURISPRUDENTIE HEEFT HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG TE BEOORDELEN OF EEN KANDIDAAT VOLDOET AAN DE VOORWAARDEN , IN DE KENNISGEVING DER VACATURE GESTELD , EN DIE BEOORDELING ZOU SLECHTS IN GEVAL VAN KENNELIJKE DWALING KUNNEN WORDEN AANGEVOCHTEN .
17 BLIJKENS DE NADERE INLICHTINGEN , DOOR HET PARLEMENT VERSTREKT MET BETREKKING TOT DE VRAAG OF VERZOEKER , WAT ZIJN ERVARING OP HET TERREIN VAN DE COMPUTERVERWERKING VAN BOEKHOUDKUNDIGE GEGEVENS BETREFT , AAN DE TE DEZEN GESTELDE VEREISTEN VOLDEED , HEEFT HET PARLEMENT GEEN BEOORDELINGSFOUT EN A FORTIORI GEEN KENNELIJKE DWALING BEGAAN , TOEN HET AANNAM DAT VERZOEKER AAN DE VOORWAARDEN , TE DEZEN IN DE KENNISGEVING DER VACATURE GESTELD , NIET VOLDEED . HET TWEEDE MIDDEL VAN VERZOEKER MOET DERHALVE WORDEN VERWORPEN .
18 VERZOEKER BETOOGT VOORTS DAT DE AFWIJZING VAN ZIJN SOLLICITATIE ONVOLDOENDE MET REDENEN OMKLEED IS . DE NIET-BENOEMDE KANDIDAAT ZOU AAN DE REDENGEVING MOETEN KUNNEN AFLEZEN WAAROM HIJ MOGELIJKERWIJZE NIET WERD BENOEMD , TERWIJL HEM DAARIN OOK DE OBJECTIEVE GEGEVENS WAARVAN BIJ DE SELECTIE WERD UITGEGAAN , ZOUDEN MOETEN WORDEN MEDEGEDEELD . DE ONDERHAVIGE REDENGEVING ZOU EVENWEL TOT EEN VERWIJZING NAAR DE BEWEERDELIJK NIET-VERVULDE VOORWAARDE BEPERKT ZIJN GEBLEVEN .
19 HET PARLEMENT ACHT DE REDENGEVING VAN DE AFWIJZING VAN VERZOEKERS SOLLICITATIE PASSEND EN TOEREIKEND . DE ADMINISTRATIE ZOU VERZOEKER NIET ALLEEN HEBBEN DOEN WETEN DAT DE KEUS NIET OP HEM WAS GEVALLEN , DOCH HEM OOK IN KENNIS HEBBEN GESTELD VAN DE REDENEN WAARDOOR DE ADMINISTRATIE ZICH , GEZIEN DE GEGEVENS EN DE BEHOEFTEN WAARIN DOOR DE TE VERVULLEN POST MOEST WORDEN VOORZIEN , BIJ HAAR BESLUIT HAD LATEN LEIDEN .
20 TE DEZEN ZIJ HERINNERD AAN ' S HOFS VASTE RECHTSPRAAK , VOLGENS WELKE EEN VOOR BETROKKENE BEZWAREND BESLUIT MOET WORDEN GEMOTIVEERD OM ENERZIJDS HET HOF IN STAAT TE STELLEN DE RECHTMATIGHEID VAN HET BESLUIT TE CONTROLEREN EN ANDERZIJDS OM BETROKKENE DE NODIGE GEGEVENS TE VERSCHAFFEN TER VASTSTELLING OF HET BESLUIT OP GOEDE GRONDEN WERD GENOMEN .
21 IN CASU HEEFT HET PARLEMENT VERZOEKER DOEN WETEN DAT HIJ NIET AAN DE VOORWAARDE VAN ERVARING MET COMPUTERVERWERKING VAN BOEKHOUDKUNDIGE GEGE VENS VOLDEED . HET PARLEMENT HEEFT HEM VOORTS VERKLAARD WAAROM DIE ERVARING VOOR BENOEMING OP DE OMSTREDEN POST ONMISBAAR MOEST WORDEN GEACHT , DOCH NIET OOK VERMELD WAAROM VERZOEKER MET ZIJN IN DE SOLLICITATIE VERMELDE ERVARING AAN DIE EIS NIET ZOU VOLDOEN .
22 HET IS NIET UITGESLOTEN TE ACHTEN DAT DEZE REDENGEVING BIJ VERZOEKER TWIJFEL AAN DE GEGRONDHEID DER AFWIJZING HEEFT KUNNEN WEKKEN . EVENWEL IS HET HOF DOOR DE AANVULLENDE VERKLARINGEN , DOOR HET PARLEMENT IN ANTWOORD OP DE DOOR HET HOF GESTELDE VRAGEN GEGEVEN , IN STAAT GESTELD DE RECHTMATIGHEID VAN HET BESLUIT TE CONTROLEREN EN DE JUISTHEID DER REDENGEVING VAST TE STELLEN . DE BEKNOPTHEID DER REDENGEVING RECHTVAARDIGT IN DIE OMSTANDIGHEDEN NIET DE NIETIGVERKLARING VAN DE OMSTREDEN HANDELING .
23 TENSLOTTE HEEFT VERZOEKER IN ZIJN MEMORIE VAN REPLIEK BETOOGD DAT HET BESLUIT TOT AFWIJZING EN DE REDENGEVING VAN HET BESLUIT HEM TE LAAT ZIJN MEDEGEDEELD . VAN DE AFWIJZING ZOU HIJ PAS NADAT HIJ OP ANTWOORD HAD AANGEDRONGEN , VIJFTIG DAGEN NADAT DE POST AAN EEN ANDERE SOLLICITANT WAS AANGEBODEN , OP DE HOOGTE ZIJN GESTELD .
24 VOLGENS HET PARLEMENT MOET DIT MIDDEL WORDEN VERWORPEN , OMDAT VERZOEKER ZICH ER NIET REEDS IN HET INTRODUCTIEF REQUEST VAN HEEFT BEDIEND . DE MEDEDELING ZOU IN IEDER GEVAL NIET ALS TE LAAT GEDAAN ZIJN TE BESCHOUWEN EN , MOCHT DIT ANDERS ZIJN , DAN NOG ZOU VERZOEKER DAARDOOR NIET WORDEN BEZWAARD .
25 ONDANKS DE BETREURENSWAARDIGE VERTRAGING WAARMEDE VERZOEKER VAN EEN EN ANDER OP DE HOOGTE IS GESTELD EN DAARGELATEN DE VRAAG OF HET MIDDEL TE LAAT IS OPGEWORPEN , ZIJ TE DEZEN SLECHTS HERINNERD AAN DE UITSPRAKEN WAARIN HET HOF HEEFT GEOORDEELD DAT VERTRAAGDE MEDEDELING VAN EEN INDIVIDUEEL BESLUIT AAN BETROKKENE NIET TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT KAN LEIDEN , AANGEZIEN DE MEDEDELING AAN HET BESLUIT POSTERIEUR IS EN DERHALVE DE INHOUD ERVAN NIET KAN BEINVLOEDEN ( MEN ZIE HET ARREST , OP 29 . 10 . 1981 GEWEZEN IN DE ZAAK 125/80 , ARNING T . COMMISSIE , JURISPR . 1981 , BLZ . 2539 ).
26 NU ALLE MIDDELEN , DOOR VERZOEKER TOT STAVING VAN DE DOOR HEM GEVORDERDE NIETIGVERKLARING VAN HET AFWIJZEND BESLUIT INGEROEPEN , ONGEGROND ZIJN GEBLEKEN , MOET HET VERZOEK OM NIETIGVERKLARING WORDEN AFGEWEZEN .
HET VERZOEK OM NIETIGVERKLARING VAN DE BENOEMING VAN EEN ANDERE KANDIDAAT
27 VERZOEKER BETOOGT DAT DE VOORWAARDEN WAARONDER DE SPECIALE AANWERVINGSPROCEDURE VAN ARTIKEL 29 , LID 2 , VAN HET STATUUT KON WORDEN INGELEID , IN CASU NIET WAREN VERVULD , ZODAT BEDOELDE BENOEMING ZOU MOETEN WORDEN NIETIGVERKLAARD .
28 HET PARLEMENT ACHT VERZOEKER IN DIT VERZOEK NIET ONTVANKELIJK . OMDAT HIJ ZELF AAN DE VOORWAARDEN VOOR BENOEMING NIET VOLDEED , ZOU DE BENOEMING VAN EEN ANDER HEM NIET KUNNEN BEZWAREN . HET VERZOEK ZOU BOVENDIEN ONGEGROND ZIJN , AANGEZIEN AAN ALLE IN ARTIKEL 29 , LID 2 , GESTELDE VOORWAARDEN WAS VOLDAAN .
29 VOLGENS VASTE RECHTSPRAAK KAN EEN AMBTENAAR KRACHTENS DE ARTIKELEN 90 EN 91 VAN HET STATUUT TEGEN EEN BESLUIT VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG ALLEEN OPKOMEN WANNEER HIJ BIJ NIETIGVERKLARING VAN DE OMSTREDEN HANDELING PERSOONLIJK BELANG HEEFT ( MEN ZIE HET ARREST , OP 29 . 10 . 1975 GEWEZEN IN DE ZAKEN 81-88/74 , MARENCO EN ANDEREN T . COMMISSIE , JURISPR . 1975 , BLZ . 1247 , ALSOOK HET ARREST , OP 30 . 6 . 1983 GEWEZEN IN DE ZAAK 85/82 , SCHLOH T . RAAD , JURISPR . 1983 , BLZ . 2105 ). OMDAT ALLE DOOR VERZOEKER TEGEN HET BESLUIT VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG TOT AFWIJZING VAN ZIJN SOLLICITATIE NAAR DE VACANTE POST ONGEGROND ZIJN GEBLEKEN , HEEFT VERZOEKER ER GEEN RECHTMATIG BELANG BIJ DE BENOEMING VAN EEN ANDERE KANDIDAAT OP DIE POST - WAAROP HIJ ZELF GEEN AANSPRAAK KON MAKEN - NIETIG TE ZIEN VERKLAARD . VERZOEKER KAN IN ZOVERRE NIET IN ZIJN VERZOEK WORDEN ONTVANGEN .
KOSTEN
30 OFSCHOON VERZOEKER GEHEEL IN HET ONGELIJK GESTELD IS , DIENEN BIJ DE REGELING DER PROCESKOSTEN DE HIERVOOR WEERGEGEVEN OVERWEGINGEN BETREFFENDE DE BEKNOPTE REDENGEVING VAN HET BESLUIT VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG TOT AFWIJZING VAN VERZOEKERS SOLLICITATIE , IN AANMERKING TE WORDEN GENOMEN : EERST NADAT HET PARLEMENT DE DOOR HET HOF GESTELDE VRAGEN HAD BEANTWOORD , WAS HET VERZOEKER MOGELIJK ZICH OVER DE INHOUD DER REDENGEVING TEN VOLLE EEN OORDEEL TE VORMEN . IN DIE OMSTANDIGHEDEN KAN HET VERZOEKER NIET WORDEN AANGEREKEND , DAT HIJ ZICH VOOR CONTROLE VAN DE RECHTMATIGHEID DER DOOR HET TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG GENOMEN BESLUITEN , TOT HET HOF VAN JUSTITIE HEEFT GEWEND .
31 IN CASU DIENT DERHALVE TOEPASSING TE WORDEN GEGEVEN AAN ARTIKEL 69 , LID 3 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING , VOLGENS HETWELK HET HOF OOK DE IN HET GELIJK GESTELDE PARTIJ KAN VEROORDELEN TOT VERGOEDING VAN DE PROCESKOSTEN WAARVOOR DE WEDERPARTIJ ZICH DOOR HAAR TOEDOEN ZAG GESTELD .
HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER ),
UITSPRAAK DOENDE :
1 . VERWERPT HET BEROEP ;
2 . VERSTAAT DAT HET EUROPEES PARLEMENT ALLE OP HET GEDING GEVALLEN KOSTEN , DIE VAN VERZOEKER DAARONDER BEGREPEN , ZAL DRAGEN .