This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61979CJ0104
Judgment of the Court of 11 March 1980. # Pasquale Foglia v Mariella Novello. # Reference for a preliminary ruling: Pretura di Bra - Italy. # Tax system applicable to liqueur wines. # Case 104/79.
Arrest van het Hof van 11 maart 1980.
Pasquale Foglia tegen Mariella Novello.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Pretura di Bra - Italië.
Belastingregeling voor likeurwijn.
Zaak 104/79.
Arrest van het Hof van 11 maart 1980.
Pasquale Foglia tegen Mariella Novello.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Pretura di Bra - Italië.
Belastingregeling voor likeurwijn.
Zaak 104/79.
Jurisprudentie 1980 -00745
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1980:73
*A9* Pretura di Bra, ordinanza del 06/06/1979 (RG 80/79)
*P1* Pretura di Bra, ordinanza del 18/10/1980
- Il Foro italiano 1980 I Col.3108-3114
- Rivista di diritto europeo 1981 p.354-360
ARREST VAN HET HOF VAN 11 MAART 1980. - PASQUALE FOGLIA TEGEN MARIELLA NOVELLO. - (" BELASTINGREGELING VOOR LIKEURWIJN "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE PRETORE TE BRA). - ZAAK NO. 104/79.
Jurisprudentie 1980 bladzijde 00745
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00403
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00073
Finse bijz. uitgave bladzijde 00073
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00227
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
PREJUDICIELE VRAGEN - BEVOEGDHEID VAN HET HOF - GRENZEN - VRAGEN GESTELD IN HET KADER VAN EEN FICTIEF NATIONAAL GEDING - NIET-ONTVANKELIJKHEID
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 177 )
DE TAAK DIE HET HOF VAN JUSTITIE BIJ ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG IS OPGEDRAGEN , BESTAAT ERIN DE RECHTERLIJKE INSTANTIES VAN DE GEMEENSCHAP DE GEGEVENS VOOR DE UITLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT TE VERSCHAFFEN , DIE ZIJ NODIG HEBBEN VOOR DE OPLOSSING VAN ECHTE GESCHILLEN WAARVAN ZIJ KENNIS NEMEN .
HET HOF ZOU EVENWEL HET GEHELE STELSEL VAN RECHTSMIDDELEN WAAROVER DE PARTICULIEREN BESCHIKKEN OM ZICH TE BESCHERMEN TEGEN DE TOEPASSING VAN MET VERDRAGSBEPALINGEN STRIJDIGE BELASTINGWETTEN IN HET GEDRANG BRENGEN WANNEER HET ZICH BEVOEGD ZOU ACHTEN UITSPRAAK TE DOEN OVER VRAGEN GESTELD IN HET KADER VAN EEN GESCHIL WAARIN PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING UIT ZIJN OP EEN VEROORDELING VAN EEN BELASTINGREGELING VAN EEN LID-STAAT VIA EEN PROCEDURE VOOR EEN RECHTER VAN EEN ANDERE LID-STAAT TUSSEN TWEE PARTICULIEREN DIE HET EENS ZIJN OVER HET TE BEREIKEN RESULTAAT EN DIE IN HUN OVEREENKOMST EEN CLAUSULE HEBBEN OPGENOMEN DIE BEDOELD IS OM DEZE RECHTER TOT EEN UITSPRAAK OP DAT PUNT TE BRENGEN . HET KUNSTMATIGE KARAKTER VAN EEN DERGELIJKE CONSTRUCTIE TREEDT NOG DUIDELIJKER AAN DE DAG WANNEER DE RECHTSMIDDELEN DIE HET NATIONALE RECHT VAN DE EERSTGENOEMDE LID-STAAT TEGEN DE BETROKKEN BELASTING BIEDT , ONBENUT WERDEN GELATEN .
IN ZAAK 104/79 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE PRETORE TE BRA , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
PASQUALE FOGLIA , TE S . VITTORIA D ' ALBA ,
EN
MARIELLA NOVELLO , TE MAGLIANO ALFIERI ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 92 EN 95 EEG-VERDRAG ,
1 BIJ BESCHIKKING VAN 6 JUNI 1979 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 29 JUNI DAAROPVOLGENDE HEEFT DE PRETORE TE BRA KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VIJF VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 92 , 95 EN 177 EEG-VERDRAG .
2 HET BIJ DE PRETORE AANHANGIGE GEDING HEEFT BETREKKING OP DE VERZENDKOSTEN DIE VERZOEKER FOGLIA , WIJNHANDELAAR TE SANTA VITTORIA D ' ALBA IN DE PROVINCIE CUNEO , PIEMONT , ITALIE , HEEFT GEMAAKT VOOR DE VERZENDING NAAR MENTON ( FRANKRIJK ) VAN ENIGE DOZEN ITALIAANSE LIKEURWIJN DIE HIJ HAD VERKOCHT AAN VERWEERSTER NOVELLO .
3 BLIJKENS HET DOSSIER WAS IN DE VERKOOPOVEREENKOMST TUSSEN FOGLIA EN NOVELLO BEPAALD DAT BELASTINGEN DIE EVENTUEEL DOOR DE ITALIAANSE OF FRANSE AUTORITEITEN ZOUDEN WORDEN GEHEVEN EN DIE IN STRIJD MET DE REGELING VAN HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN TUSSEN BEIDE LANDEN , ALTHANS ONVERSCHULDIGD WAREN , NIET VOOR REKENING VAN NOVELLO ZOUDEN KOMEN . FOGLIA DEED EEN GELIJKSOORTIGE CLAUSULE OPNEMEN IN ZIJN OVEREENKOMST MET DANZAS , DE ONDERNEMING DIE HIJ MET HET TRANSPORT VAN DE LIKEURWIJN NAAR MENTON BELASTTE ; VOLGENS DEZE CLAUSULE ZOUDEN DIE ONWETTIGE OF ONVERSCHULDIGDE BELASTINGEN NIET TEN LASTE VAN FOGLIA KOMEN .
4 IN DE VERWIJZINGSBESCHIKKING WORDT VASTGESTELD DAT HET GEDING ENKEL BETREKKING HEEFT OP HET BEDRAG DAT BIJ DE INVOER VAN DE LIKEURWIJN IN FRANKRIJK TER ZAKE VAN VERBRUIKSBELASTING IS BETAALD . BLIJKENS HET DOSSIER EN HETGEEN TERZAKE VOOR HET HOF VAN JUSTITIE IS GESTELD , HEEFT DANZAS DE VERBRUIKSBELASTING ZONDER PROTEST OF BEZWAAR AAN DE FRANSE ADMINISTRATIE BETAALD ; WAS HET BETROKKEN BEDRAG OPGEVOERD OP DE DOOR DANZAS AAN FOGLIA AANGEBODEN EN DOOR DEZE VOLDANE FACTUUR VOOR VERZENDKOSTEN ; EN HEEFT NOVELLO GEWEIGERD DIT BEDRAG AAN FOGLIA TERUG TE BETALEN ONDER VERWIJZING NAAR DE UITDRUKKELIJKE CLAUSULE VAN HET VERKOOPCONTRACT BETREFFENDE ONWETTIGE OF ONVERSCHULDIGDE BELASTINGEN .
5 DE DOOR NOVELLO AANGEVOERDE WEREN ZIJN DOOR DE PRETORE ALDUS OPGEVAT , DAT ZIJ DE GELDIGHEID VAN DE FRANSE WETTELIJKE REGELING BETREFFENDE DE VERBRUIKSBELASTING OP LIKEURWIJN IN GEDING STELLEN , ZULKS GELET OP ARTIKEL 95 EEG-VERDRAG .
6 DE HOUDING VAN FOGLIA IN HET BIJ DE PRETORE AANHANGIGE GEDING KAN ALS NEUTRAAL WORDEN BESTEMPELD . FOGLIA HEEFT IMMERS AANGEVOERD DAT HET BEDRAG VAN DE FRANSE VERBRUIKSBELASTING IN GEEN GEVAL TE ZIJNEN LASTE KON KOMEN , WANT OFWEL WAS DIE BELASTING WETTIG GEHEVEN , EN DAN DIENDE NOVELLO ERVOOR OP TE KOMEN , OFWEL WAS ZIJ ONWETTIG EN DAN MOEST DANZAS BETALEN .
7 MITSDIEN VERZOCHT FOGLIA DE NATIONALE RECHTER , HET DEBAT TE VERRUIMEN EN DANZAS ALS DERDE BELANGHEBBENDE IN HET GEDING TE ROEPEN . DE RECHTER OVERWOOG EVENWEL DAT , VOORALEER HIJ OP DIT VERZOEK KON BESLISSEN , DE VRAAG MOEST WORDEN BEANTWOORD OF DE HEFFING VAN DE DOOR DANZAS BETAALDE VERBRUIKSBELASTING AL DAN NIET STROOKTE MET DE BEPALINGEN VAN HET EEG-VERDRAG .
8 PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING HEBBEN DE PRETORE EEN AANTAL STUKKEN OVERGELEGD DIE HEM IN STAAT STELDEN DE FRANSE BELASTINGREGELING VOOR LIKEURWIJN EN VERGELIJKBARE PRODUKTEN TE ONDERZOEKEN . DE RECHTER KWAM TOT DE CONCLUSIE DAT DIE REGELING EEN ' ' ERNSTIGE DISCRIMINATIE ' ' INHIELD TEN NADELE VAN ITALIAANSE LIKEURWIJNEN EN ITALIAANSE WIJNEN MET EEN NATUURLIJK HOOG ALCOHOLGEHALTE , ALS GEVOLG VAN DE BIJZONDERE REGELING VOOR FRANSE LIKEURWIJNEN DIE BEKEND STAAN ALS ' ' VINS DOUX NATURELS ' ' , EN EEN FISCALE BEVOORDELING VAN SOMMIGE FRANSE WIJNEN MET EEN NATUURLIJK HOOG ALCOHOLGEHALTE , DIE EEN BENAMING VAN OORSPRONG DRAGEN . OP BASIS VAN DEZE BEVINDING HEEFT DE RECHTER DE AAN HET HOF VOORGELEGDE VRAGEN GEFORMULEERD .
9 IN HUN BIJ HET HOF INGEDIENDE SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN HEBBEN PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING EEN IN HOOFDZAAK IDENTIEKE BESCHRIJVING GEGEVEN VAN DE FISCALE DISCRIMINATIE IN DE FRANSE BELASTINGREGELING VOOR LIKEURWIJNEN . BEIDE PARTIJEN ZIJN VAN MENING DAT DEZE REGELING ONVERENIGBAAR IS MET HET GEMEENSCHAPSRECHT . TER TERECHTZITTING HEEFT FOGLIA TE KENNEN GEGEVEN DAT DE REDEN VAN ZIJN DEELNEMING AAN DE PROCEDURE VOOR HET HOF HIERIN IS GELEGEN , DAT HIJ ALS INDIVIDUELE ONDERNEMER EN ALS LID VAN EEN BEPAALDE ITALIAANSE BEDRIJFSTAK BELANG HEEFT BIJ DE OPLOSSING VAN DE TIJDENS HET GEDING GEREZEN RECHTSVRAGEN .
10 PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING BLIJKEN DUS UIT TE ZIJN OP EEN VEROORDELING VAN DE FRANSE BELASTINGREGELING VOOR LIKEURWIJN VIA EEN PROCEDURE VOOR EEN ITALIAANSE RECHTER TUSSEN TWEE PARTICULIEREN DIE HET EENS ZIJN OVER HET TE BEREIKEN RESULTAAT EN DIE IN HUN OVEREENKOMST EEN CLAUSULE HEBBEN OPGENOMEN DIE BEDOELD IS OM DE ITALIAANSE RECHTER TOT EEN UITSPRAAK OP DAT PUNT TE BRENGEN . HET KUNSTMATIGE KARAKTER VAN DEZE CONSTRUCTIE TREEDT NOG DUIDELIJKER AAN DE DAG DOORDAT DANZAS DE RECHTSMIDDELEN DIE HET FRANSE RECHT TEGEN DE OPLEGGING VAN DE VERBRUIKSBELASTING BIEDT , ONBENUT HEEFT GELATEN , HOEWEL DEZE ONDERNEMING , GEZIEN DE CONTRACTUELE CLAUSULE WAARDOOR OOK ZIJ GEBONDEN WAS , ER ALLE BELANG BIJ HAD DAARVAN WEL GEBRUIK TE MAKEN , EN DOORDAT FOGLIA DE REKENING VAN DANZAS , WAAROP HET BEDRAG VAN DE BETAALDE BELASTING WAS OPGEVOERD , ZONDER MORREN HEEFT VOLDAAN .
11 DE TAAK DIE HET HOF VAN JUSTITIE BIJ ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG IS OPGEDRAGEN , BESTAAT ERIN DE RECHTERLIJKE INSTANTIES VAN DE GEMEENSCHAP DE GEGEVENS VOOR DE UITLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT TE VERSCHAFFEN , DIE ZIJ NODIG HEBBEN VOOR DE OPLOSSING VAN ECHTE GESCHILLEN WAARVAN ZIJ KENNIS NEMEN . ZO MEN HET HOF DOOR MIDDEL VAN CONSTRUCTIES ALS HIERVOOR BESCHREVEN , ZOU KUNNEN DWINGEN EEN UITSPRAAK TE DOEN , ZOU HET GEHELE STELSEL VAN RECHTSMIDDELEN WAAROVER DE PARTICULIEREN BESCHIKKEN OM ZICH TE BESCHERMEN TEGEN DE TOEPASSING VAN MET DE VERDRAGSBEPALINGEN STRIJDIGE BELASTINGWETTEN , IN HET GEDRANG WORDEN GEBRACHT .
12 HIERUIT VOLGT DAT DE DOOR DE NATIONALE RECHTER GESTELDE VRAGEN , GELET OP DE OMSTANDIGHEDEN VAN DE ONDERHAVIGE ZAAK , NIET VALLEN BINNEN HET KADER VAN DE RECHTERLIJKE TAAK DIE HET HOF VAN JUSTITIE KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG HEEFT TE VERVULLEN .
13 HET HOF VAN JUSTITIE IS MITSDIEN NIET BEVOEGD UITSPRAAK TE DOEN OVER DE DOOR DE NATIONALE RECHTER GESTELDE VRAGEN .
KOSTEN
14 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE PRETORE TE BRA BIJ BESCHIKKING VAN 6 JUNI 1979 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :
HET HOF VAN JUSTITIE IS NIET BEVOEGD UITSPRAAK TE DOEN OP DE DOOR DE NATIONALE RECHTER GESTELDE VRAGEN .