Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61978CO0004

Beschikking van de president van de tweede kamer van het Hof van 13 januari 1978.
Enrico Salerno tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Zaak 4/78 R.

Jurisprudentie 1978 -00001

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1978:3

61978O0004

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET HOF VAN 13 JANUARI 1978. - E. SALERNO TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - ZAAK NO. 4/78 R.

Jurisprudentie 1978 bladzijde 00001


Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Partijen


IN DE ZAAK 4/78 R ,

ENRICO SALERNO , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR M . SLUSNY , ADVOCAAT TE BRUSSEL , EN DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN E . ARENDT , ADVOCAAT ALDAAR , CENTRE LOUVIGNY , RUE PHILIPPE II NR . 34 B/IV ,

VERZOEKER ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR R . BAYENS , ALS GEMACHTIGDE , EN DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG , BIJ HAAR JURIDISCH ADVISEUR M . CERVINO , GEBOUW JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

Overwegingen van het arrest


1OVERWEGENDE DAT VOLGENS ARTIKEL 83 , PARAGRAAF 2 , VAN ' S HOFS REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING , OPSCHORTING VAN DE TENUITVOERLEGGING SLECHTS MOGELIJK IS INGEVAL VAN OMSTANDIGHEDEN WAARUIT BLIJKT VAN HET SPOEDEISEND KARAKTER VAN DE ZAAK , EN VAN MIDDELEN OP GROND WAARVAN EEN DERGELIJKE MAATREGEL AANVANKELIJK GERECHTVAARDIGD VOORKOMT ;

2OVERWEGENDE TEN AANZIEN VAN HET KARAKTER VAN DE GEVRAAGDE MAATREGEL , DAT DE TOELATING VAN VERZOEKER TOT HET BETROKKEN EXAMEN NIET ZOU GELIJK STAAN MET EEN OPSCHORTING VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE BESTREDEN HANDELING , DOCH MET EEN ALGEHELE , AL WARE HET OOK TIJDELIJKE , OMMEKEER VAN DE SITUATIE , WAARDOOR HET BEROEP TEN PRINCIPALE ZONDER VOORWERP ZOU KUNNEN GERAKEN ;

3DAT DERHALVE HET HOF NIET BEVOEGD IS OM BIJ WIJZE VAN OPSCHORTING VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DE BESTREDEN HANDELING OF BIJ WIJZE VAN VOORLOPIGE MAATREGEL DE DOOR VERZOEKER IN HET TWEEDE ONDERDEEL VAN DIENS CONCLUSIES VERLANGDE TOELATING TOT HET EXAMEN TE GELASTEN , DOCH ALLEEN OM EVENTUEEL HET UITSTEL VAN HET OP 16 EN 17 JANUARI 1978 VASTGESTELDE EXAMEN TE GELASTEN IN AFWACHTING VAN EEN BESLISSING TEN PRINCIPALE HETZIJ VAN DE COMMISSIE HETZIJ VAN HET HOF ;

4OVERWEGENDE DAT VERZOEKER BEWEERT DAT DE HEM VOORGEHOUDEN WEIGERING NIET AANVANKELIJK GERECHTVAARDIGD VOORKOMT ;

5OVERWEGENDE TE DIEN AANZIEN DAT HET DOOR HEM IN HET BEROEP TEN PRINCIPALE AANGEVOERDE MIDDEL DISCRIMINATIE WORDT BESTREDEN DOOR DE COMMISSIE DIE TEN DEZE BETOOGT DAT DE GEVALLEN VAN DE ANDERE DOOR VERZOEKER GENOEMDE SOLLICITANTEN NIET ZIJN TE VERGELIJKEN MET HET ZIJNE , INZOVER DIE ANDERE SOLLICITANTEN ' ' BUITENLANDSE BETREKKINGEN ' ' ALS KEUZEGEBIED HADDEN GENOMEN TERWIJL VERZOEKER HAD GEKOZEN VOOR HET GEBIED ' ' FINANCIELE EN BEGROTINGSZAKEN ' ' ;

6DAT ZICH BIJ HET BEROEP TEN PRINCIPALE ALDUS DE VRAAG ZAL VOORDOEN OF DE AAN HET HOF OPGEDRAGEN WETTIGHEIDSCONTROLE ZICH UITSTEKT TOT HET OORDEEL VAN DE JURY OVER DE WAARDE VAN EEN BEWIJS VAN POSTUNIVERSITAIRE STUDIES TOT STAVING , VOLGENS DE WOORDEN VAN DE AANKONDIGING VAN VERGELIJKEND ONDERZOEK COM/A/154 , VAN EEN BEROEPSERVARING OP DE RESPECTIEVE DOOR DE SOLLICITANTEN GEKOZEN GEBIEDEN ;

7DAT IN DEZE STAND VAN HET GEDING NIET IS TE VOORZIEN HOE HET HOF OVER DEZE VRAAG ZAL OORDELEN ;

8OVERWEGENDE TEN AANZIEN VAN HET SPOEDEISENDE KARAKTER VAN DE GEVRAAGDE MAATREGEL DAT VERZOEKER BETOOGT DAT DE WEIGERING VAN DE JURY HEM , VOORAL IN VERBAND MET ZIJN LEEFTIJD , IEDERE MOGELIJKHEID ONTNEEMT OM NOG TE SOLLICITEREN NAAR POSTEN BIJ DE DIENSTEN DER COMMISSIE ;

9DAT DE COMMISSIE ECHTER HEEFT GEWEZEN OP EEN AAN VERZOEKER GERICHTE BRIEF VAN DE JURYVOORZITTER VAN 21 DECEMBER 1977 , WAARBIJ VERZOEKER WERD AANGERADEN OM , GEZIEN ZIJN HUIDIGE BEROEPSOPLEIDING EN -ERVARING , BIJ EEN LATER VERGELIJKEND ONDERZOEK OP HET GEBIED VAN DE ' ' ECONOMIE ' ' TE SOLLICITEREN EN DAN ALS KEUZEGEBIED ' ' INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN ' ' TE NEMEN ;

10DAT EEN DERGELIJK VERGELIJKEND ONDERZOEK WAARSCHIJNLIJK IN 1979/1980 ZOU WORDEN GEHOUDEN , DAT WIL ZEGGEN WANNEER VERZOEKER NOG NIET DE DOORGAANS VOOR DIT SOORT ONDERZOEKEN VOORGESCHREVEN LEEFTIJDSGRENS VAN 32 JAAR ZAL HEBBEN BEREIKT ;

11OVERWEGENDE DAT ALDUS DE VASTSTELLING GEOORLOOFD IS DAT , HOE ERNSTIG DE GEVOLGEN VOOR VERZOEKER OOK MOGEN ZIJN VAN HET FEIT DAT HEM EVENTUEEL TEN ONRECHTE DE DEELNEMING AAN HET EXAMEN IN HET HUIDIG VERGELIJKEND ONDERZOEK WERD ONTZEGD , DE MOGELIJK HIERUIT VOORTVLOEIENDE SCHADE NIET NOODZAKELIJKERWIJS VOLSTREKT ONHERSTELBAAR IS ;

12OVERWEGENDE , VAN EEN ANDERE ZIJDE , DAT TEGENOVER HET BELANG DAT VERZOEKER KAN HEBBEN BIJ EEN UITSTEL VAN HET EXAMEN IN AFWACHTING VAN DE BESLISSING OP HET BEROEP TEN PRINCIPALE , OOK MOET WORDEN GELET OP DE BEZWAREN DIE DEZE MAATREGEL VOOR DE COMMISSIE ZOU OPLEVEREN ;

13DAT HET TEN DEZE NOCH OP HET VLAK VAN DE BEGINSELEN NOCH WAT DE OMSTANDIGHEDEN VAN HET ONDERHAVIGE GEVAL BETREFT , TWIJFEL LIJDT DAT EEN BESLISSING IN KORT GEDING OM DE LOPENDE PROCEDURE OP HET LAATSTE MOMENT OP TE SCHORTEN , DE COMMISSIE ZEER ERNSTIG ZOU BELEMMEREN IN DE BEHOORLIJKE AFWIKKELING VAN DE ALGEMENE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN WAARVOOR ZICH EEN UITZONDERLIJK GROOT AANTAL SOLLICITANTEN HEEFT GEMELD ;

14DAT EEN DERGELIJKE OPSCHORTING TROUWENS OOK ERNSTIGE BEZWAREN ZOU MEEBRENGEN VOOR DE SOLLICITANTEN DIE TOT DE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN ZIJ TOEGELATEN ;

15OVERWEGENDE DAT OP GROND VAN EEN EN ANDER MOET WORDEN GECONCLUDEERD DAT DE GEVRAAGDE MAATREGEL NIET GERECHTVAARDIGD IS EN DAT DERHALVE HET VERZOEK MOET WORDEN AFGEWEZEN ;

Beslissing inzake de kosten


TEN AANZIEN VAN DE KOSTEN

16OVERWEGENDE DAT IN DEZE STAND VAN HET GEDING DE BESLISSING OMTRENT DE KOSTEN MOET WORDEN AANGEHOUDEN ;

Dictum


DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER ,

UITSPRAAK DOENDE BIJ VOORRAAD ,

BESCHIKT :

1 . HET VERZOEK WORDT AFGEWEZEN .

2 . DE BESLISSING OMTRENT DE KOSTEN WORDT AANGEHOUDEN .

Top