Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61978CJ0231

Arrest van het Hof van 29 maart 1979.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Aardappelen.
Zaak 231/78.

Jurisprudentie 1979 -01447

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1979:101

61978J0231

ARREST VAN HET HOF VAN 29 MAART 1979. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT - BRITTANNIE EN NOORD - IERLAND. - (" AARDAPPELEN "). - ZAAK NO. 231/78.

Jurisprudentie 1979 bladzijde 01447
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00809
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00429
Finse bijz. uitgave bladzijde 00461
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00865


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . TOETREDING VAN DE NIEUWE LID-STATEN TOT DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN - TOETREDINGSAKTE - UITLEGGING - CRITERIA - BEGINSEL VAN GELIJKHEID VAN DE LID-STATEN

2 . LANDBOUW - NATIONALE MARKTORDENING - OVERGANGSPERIODE - AFLOOP - BEPALINGEN BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - VOLLEDIGE GELDING

( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 30 E.V ., 38 EN 40 )

3 . TOETREDING VAN DE NIEUWE LID-STATEN TOT DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN - TOETREDINGSAKTE - LANDBOUW - BEPALINGEN BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - AFWIJKING VAN ARTIKEL 60 , LID 2 - JURIDISCHE AARD - GEEN BIJZONDERE BEPALING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 9 , LID 2

( TOETREDINGSAKTE , ARTIKEL 9 , LID 2 , EN ARTIKEL 60 , LID 2 )

Samenvatting


1 . BIJ DE UITLEGGING VAN DE BEPALINGEN VAN DE TOETREDINGSAKTE MOET REKENING WORDEN GEHOUDEN MET DE GRONDSLAGEN EN HET STELSEL VAN DE GEMEENSCHAP , ZOALS DIE ZIJN NEERGELEGD IN HET EEG-VERDRAG .

TEN AANZIEN VAN EEN ONDERWERP DAT VOOR DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT VAN ZO WEZENLIJK BELANG IS ALS DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN , KAN DE TOETREDINGSAKTE NIET ALDUS WORDEN UITGELEGD , ALS ZOU ZIJ DE NIEUWE LID-STATEN VOOR ONBEPAALDE TIJD EEN RECHTSPOSITIE HEBBEN TOEGEKEND DIE VERSCHILT VAN DIE WELKE DE OORSPRONKELIJKE LID-STATEN INGEVOLGE HET VERDRAG BEZITTEN .

2 . NA AFLOOP VAN DE OVERGANGSPERIODE KAN DE WERKING VAN EEN NATIONALE MARKTORDENING NIET MEER IN DE WEG STAAN AAN DE VOLLEDIGE GELDING VAN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN ALLE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING , DAAR DE BEHOEFTEN VAN DE HIERBIJ BETROKKEN MARKTEN VOORTAAN ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN VALLEN .

3 . DE BEPALING VAN ARTIKEL 60 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE DIE DE NIEUWE LID-STATEN TOESTAAT OM TEN AANZIEN VAN DE PRODUKTEN DIE OP HET TIJDSTIP VAN DE TOETREDING DEEL UITMAKEN VAN EEN NATIONALE MARKTORDENING , DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN DE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING TE BLIJVEN TOEPASSEN TOTDAT DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN VOOR DEZE PRODUKTEN VAN TOEPASSING WORDT , VORMT EEN OVERGANGSMAATREGEL WAARVAN DE TOEPASSING AAN HET EINDE VAN HET JAAR 1977 EINDIGT . ZIJ KAN NIET WORDEN AANGEMERKT ALS EEN ' ' BIJZONDERE BEPALING ' ' IN DE ZIN VAN HET IN ARTIKEL 9 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE NEERGELEGDE VOORBEHOUD , DAAR EEN DERGELIJK VOORBEHOUD SLECHTS BETREKKING HEEFT OP BIJZONDERE BEPALINGEN VAN DUIDELIJK OMSCHREVEN EN BEPERKTE GELDIGHEIDSDUUR , EN NIET OP EEN BEPALING ZOALS ARTIKEL 60 , LID 2 , DIE BETREKKING HEEFT OP EEN TOEKOMSTIGE ONZEKERE GEBEURTENIS .

Partijen


IN ZAAK 231/78 ,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR R . WAINWRIGHT , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ HAAR JURIDISCH ADVISEUR M . CERVINO , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR W . H . GODWIN , ASSISTANT TREASURY SOLICITOR , ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR L . BROMLEY Q.C . EN P . G . LANGDON-DAVIES , ADVOCATEN TE LONDEN , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER AMBASSADE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK ,

VERWEERDER ,

EN

FRANSE REPUBLIEK , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR G . LADRET DE LACHARRIERE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER FRANSE AMBASSADE ,

INTERVENIENTE ,

Onderwerp


BETREFFENDE EEN VERZOEK OM VAST TE STELLEN DAT HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND EEN VAN DE VERPLICHTINGEN DIE INGEVOLGE HET EEG-VERDRAG OP HEM RUSTEN , NIET IS NAGEKOMEN DOOR DE BEPALINGEN HOUDENDE BEPERKINGEN VAN DE INVOER VAN CONSUMPTIEAARDAPPELEN NIET AF TE SCHAFFEN OF TE WIJZIGEN ,

Overwegingen van het arrest


1BIJ OP 19 OKTOBER 1978 INGEDIEND VERZOEKSCHRIFT HEEFT DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG HET HOF VERZOCHT VOOR RECHT TE VERKLAREN DAT HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND EEN VAN DE VERPLICHTINGEN DIE INGEVOLGE HET VERDRAG OP HEM RUSTEN , NIET IS NAGEKOMEN DOOR DE NATIONALE BEPALINGEN DIE DE INVOER VAN SEIZOENAARDAPPELEN KUNNEN BEPERKEN , NIET AF TE SCHAFFEN OF TE WIJZIGEN VOOR HET EINDE VAN 1977 , ZULKS IN OVEREENSTEMMING MET HET BEPAALDE IN ARTIKEL 9 VAN DE AKTE BETREFFENDE DE TOETREDINGSVOORWAARDEN EN DE AANPASSING DER VERDRAGEN , GEVOEGD BIJ HET VERDRAG VAN 22 JANUARI 1972 BETREFFENDE DE TOETREDING VAN HET KONINKRIJK DENEMARKEN , IERLAND , HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND TOT DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE ( HIERNA TE NOEMEN : DE TOETREDINGSAKTE ).

2NAAR DE COMMISSIE VERKLAART , BESTOND ER REEDS VOOR DE TOETREDING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK TOT DE GEMEENSCHAP ALDAAR EEN NATIONALE MARKTORDENING VOOR AARDAPPELEN , DIE ONDER MEER EEN REGELING VOOR DE IN- EN UITVOER VAN SEIZOENAARDAPPELEN OMVATTE . IN DE LOOP VAN 1977 HEEFT ZIJ DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EROP GEWEZEN DAT DE INVOERBEPERKINGEN VOOR GENOEMD PRODUKT INGEVOLGE ARTIKEL 9 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE MOESTEN WORDEN OPGEHEVEN . NIETTEMIN HEEFT DE MINISTER VAN LANDBOUW OP 28 DECEMBER 1977 AANGEKONDIGD DAT HET INVOERVERBOD VOOR AARDAPPELEN IN HET VERENIGD KONINKRIJK TOT NADER ORDER ZOU BLIJVEN GELDEN .

3VOLGENS DE COMMISSIE IS DE OVERGANGSMAATREGEL VERVAT IN ARTIKEL 60 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE , INGEVOLGE ARTIKEL 9 , LID 2 , VAN DIE AKTE AAN HET EINDE VAN 1977 BUITEN TOEPASSING GERAAKT , ZODAT HET VERENIGD KONINKRIJK DE VERPLICHTINGEN DIE INGEVOLGE ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG OP HEM RUSTEN , NIET IS NAGEKOMEN DOOR DE IMPORTEN VAN AARDAPPELEN NA DIE DATUM TE BLIJVEN VERBIEDEN .

4IN HAAR VERWEERSCHRIFT BETOOGT DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK , DAARIN ONDERSTEUND DOOR DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK ALS INTERVENIERENDE PARTIJ , DAT ZIJ INGEVOLGE ARTIKEL 60 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE GERECHTIGD IS DE BEDOELDE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TE HANDHAVEN TOT DE INWERKINGTREDING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING VOOR AARDAPPELEN . OMDAT ER VOOR DIT PRODUKT NOG GEEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING BESTAAT , MEENT HET VERENIGD KONINKRIJK ZIJN NATIONALE ORDENING IN DIE SECTOR TE MOGEN HANDHAVEN .

5ARTIKEL 60 TOETREDINGSAKTE BEPAALT :

' ' 1 . TEN AANZIEN VAN DE PRODUKTEN DIE OP HET TIJDSTIP VAN TOETREDING ONDER EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN VALLEN IS DE REGELING DIE IN DE GEMEENSCHAP IN HAAR OORSPRONKELIJKE SAMENSTELLING VAN TOEPASSING IS INZAKE DOUANERECHTEN EN HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING , KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING IN DE NIEUWE LID-STATEN VAN TOEPASSING MET INGANG VAN 1 FEBRUARI 1973 , BEHOUDENS HET BEPAALDE IN DE ARTIKELEN 55 EN 59 .

2 . TEN AANZIEN VAN DE PRODUKTEN DIE OP HET TIJDSTIP VAN TOETREDING NIET ONDER EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN VALLEN , ZIJN DE BEPALINGEN VAN TITEL I INZAKE DE GELEIDELIJKE AFSCHAFFING VAN DE HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ALS INVOERRECHTEN , VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN VAN DE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING , NIET VAN TOEPASSING OP DEZE HEFFINGEN , BEPERKINGEN EN MAATREGELEN WANNEER ZIJ OP HET TIJDSTIP VAN DE TOETREDING DEEL UITMAKEN VAN EEN NATIONALE MARKTORDENING .

DEZE BEPALING GELDT SLECHTS VOOR ZOVER ZULKS NOODZAKELIJK IS OM DE HANDHAVING VAN DE NATIONALE MARKTORDENING TE WAARBORGEN EN TOTDAT DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN VOOR DEZE PRODUKTEN VAN TOEPASSING WORDT .

3 . . . . ' '

6DIT ARTIKEL VORMT ONTEGENZEGGELIJK EEN AFWIJKING VAN ARTIKEL 42 , DAT LUIDT :

' ' DE KWANTITATIEVE IN- EN UITVOERBEPERKINGEN TUSSEN DE GEMEENSCHAP IN HAAR OORSPRONKELIJKE SAMENSTELLING EN DE NIEUWE LID-STATEN EN TUSSEN DE NIEUWE LID-STATEN ONDERLING WORDEN ONMIDDELLIJK BIJ DE TOETREDING AFGESCHAFT .

DE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS ZULKE BEPERKINGEN WORDEN UITERLIJK OP 1 JANUARI 1975 AFGESCHAFT ' ' .

7DE AANGEHAALDE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 42 EN 60 ZIJN EEN TOEPASSING VAN DE ALGEMENE REGEL VAN ARTIKEL 9 TOETREDINGSAKTE , LUIDENDE :

' ' 1 . TEN EINDE VOOR DE NIEUWE LID-STATEN DE AANPASSING AAN DE IN DE GEMEENSCHAPPEN GELDENDE REGELS TE VERGEMAKKELIJKEN , GELDEN TEN AANZIEN VAN DE TOEPASSING VAN DE OORSPRONKELIJKE VERDRAGEN EN DE DOOR DE INSTELLINGEN GENOMEN BESLUITEN , BIJ WIJZE VAN OVERGANG , DE IN DEZE AKTE NEERGELEGDE AFWIJKENDE BEPALINGEN .

2 . ONDER VOORBEHOUD VAN DE IN DEZE AKTE VERVATTE DATA , TERMIJNEN EN BIJZONDERE BEPALINGEN , EINDIGT DE TOEPASSING VAN DE OVERGANGSMAATREGELEN AAN HET EINDE VAN HET JAAR 1977 ' ' .

8PARTIJEN ZIJN VERDEELD OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 9 EN 60 . VOLGENS DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN VAN DE FRANSE REPUBLIEK IS ARTIKEL 60 , LID 2 , EEN BIJZONDERE BEPALING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 9 , LID 2 , ZODAT DE TERMIJN , EINDIGEND AAN HET EINDE VAN 1977 , IN CASU NIET VAN TOEPASSING IS . VOLGENS DE COMMISSIE DAARENTEGEN IS ARTIKEL 60 , LID 2 , WELISWAAR EEN AFWIJKING VAN ARTIKEL 42 TOETREDINGSAKTE , DOCH KAN HET NIET WORDEN AANGEMERKT ALS EEN ' ' BIJZONDERE BEPALING ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 9 , LID 2 , ZODAT DE IN DIT ARTIKEL VOORZIENE TERMIJN ZONDER BEPERKINGEN DIENT TE GELDEN . HET IS DUS DIT VERSCHIL IN OPVATTINGEN WAAROP ' S HOFS ONDERZOEK ZICH DIENT TE RICHTEN .

9ARTIKEL 60 , LID 2 , OP ZICHZELF BESCHOUWD LIJKT DE DOOR DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VOORGESTANE UITLEGGING TE KUNNEN RECHTVAARDIGEN , DOCH DEZE KAN NIET STAANDE WORDEN GEHOUDEN IN HET LICHT VAN HET ALGEMENE STELSEL VAN DE TOETREDINGSAKTE EN HAAR VERBAND MET DE BEPALINGEN VAN HET EEG-VERDRAG . BOVENDIEN ZOU DEZE UITLEGGING LEIDEN TOT ONAANVAARDBARE GEVOLGEN VOOR DE GELIJKHEID VAN DE LID-STATEN MET BETREKKING TOT BEPAALDE REGELS DIE VAN WEZENLIJK BELANG ZIJN VOOR DE GOEDE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT .

10ARTIKEL 2 TOETREDINGSAKTE BEPAALT :

' ' VANAF DE TOETREDING ZIJN DE OORSPRONKELIJKE VERDRAGEN EN DE DOOR DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAPPEN GENOMEN BESLUITEN VERBINDEND VOOR DE NIEUWE LID-STATEN EN IN DEZE STATEN TOEPASSELIJK ONDER DE VOORWAARDEN VOORZIEN IN DEZE VERDRAGEN EN IN DEZE AKTE ' ' .

11BLIJKENS DEZE BEPALING VORMT DE INTEGRATIE VAN DE NIEUWE LID-STATEN IN DE GEMEENSCHAP DE FUNDAMENTELE DOELSTELLING VAN DIE AKTE . MET HET OOG HIEROP BEPAALT ARTIKEL 9 , LID 1 , DAT ' ' TEN AANZIEN VAN DE TOEPASSING VAN DE OORSPRONKELIJKE VERDRAGEN EN DE DOOR DE INSTELLINGEN GENOMEN BESLUITEN , BIJ WIJZE VAN OVERGANG , DE IN DEZE AKTE NEERGELEGDE AFWIJKENDE BEPALINGEN ' ' ENKEL GELDEN ' ' TEN EINDE VOOR DE NIEUWE LID-STATEN DE AANPASSING AAN DE IN DE GEMEENSCHAP GELDENDE REGELS TE VERGEMAKKELIJKEN ' ' . DAAR REEDS VOOR DE TOETREDING DE IN HET VERDRAG VOORZIENE OVERGANGSPERIODE WAS VERSTREKEN EN HET VERDRAG VOLLEDIGE WERKING HAD VERKREGEN , VOORZAG DE TOETREDINGSAKTE VOOR DE NIEUWE LID-STATEN SLECHTS IN DUIDELIJK OMSCHREVEN TERMIJNEN EN VOORWAARDEN TEN EINDE HUN AANPASSING AAN DE IN DE GEMEENSCHAP GELDENDE REGELS TE VERGEMAKKELIJKEN .

12BIJ DE UITLEGGING VAN DE BEPALINGEN VAN DE TOETREDINGSAKTE MOET DERHALVE REKENING WORDEN GEHOUDEN MET DE GRONDSLAGEN EN HET STELSEL VAN DE GEMEENSCHAP , ZOALS DIE ZIJN NEERGELEGD IN HET VERDRAG . MET NAME DE BEPALINGEN VAN DE TOETREDINGSAKTE BETREFFENDE DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN DE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING KUNNEN NIET LOS VAN DE DESBETREFFENDE VERDRAGSBEPALINGEN WORDEN UITGELEGD . WAAR ARTIKEL 60 BETREKKING HEEFT OP LANDBOUWPRODUKTEN , MOET HET BOVENDIEN WORDEN UITGELEGD IN HET LICHT VAN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID , OP DE TENUITVOERLEGGING WAARVAN HET DUIDELIJK BETREKKING HEEFT .

13WAT DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN BETREFT , DIENT VOLGENS ARTIKEL 3 , SUB A , EEG-VERDRAG DE INSTELLING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT IN DE EERSTE PLAATS IN TE HOUDEN ' ' DE AFSCHAFFING TUSSEN DE LID-STATEN VAN DE DOUANERECHTEN EN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN BIJ IN- EN UITVOER VAN GOEDEREN ALSMEDE VAN ALLE OVERIGE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ' ' . VOLGENS DE ARTIKELEN 30 EN VOLGENDE , MOETEN GEDURENDE DE OVERGANGSPERIODE DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN ALLE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING TUSSEN DE LID-STATEN WORDEN AFGESCHAFT . HET BELANG VAN DIT VERBOD VOOR DE VERWEZENLIJKING VAN DE VRIJHEID VAN HET HANDELSVERKEER TUSSEN DE LID-STATEN VERZET ZICH TEGEN IEDERE EXTENSIEVE UITLEGGING VAN DE VOORBEHOUDEN OF AFWIJKINGEN DIE DE TOETREDINGSAKTE OP DIT STUK BEVAT .

14VOOR WAT BETREFT DE VERHOUDING TUSSEN DIT VERBOD EN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID , BEPAALT ARTIKEL 38 , LID 2 , EEG-VERDRAG DAT VOOR ZOVER IN DE TITEL OVER DE LANDBOUW NIET ANDERS IS BEPAALD , DE REGELS VOOR DE INSTELLING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT , EN BIJ GEVOLG DE REGELS BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN , VAN TOEPASSING ZIJN OP DE LANDBOUWPRODUKTEN . DAAR HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID VOLGENS ARTIKEL 40 UITERLIJK AAN HET EINDE VAN DE OVERGANGSPERIODE TOT STAND MOEST ZIJN GEBRACHT , WAS HET DE LID-STATEN INGEVOLGE DE ARTIKELEN 43 TOT EN MET 46 TOEGESTAAN DE BESTAANDE NATIONALE MARKTORDENINGEN VOORLOPIG TE HANDHAVEN . BLIJKENS ARTIKEL 38 , LID 4 , LUIDENDE ' ' DE WERKING EN DE ONTWIKKELING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT VOOR DE LANDBOUWPRODUKTEN DIENEN GEPAARD TE GAAN MET DE TOTSTANDKOMING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID VAN DE LID-STATEN ' ' , WAS HET DE BEDOELING VOORRANG TE GEVEN AAN DE WERKING EN DE ONTWIKKELING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT , DOOR DE INSTELLINGEN EN DE LID-STATEN TE VERPLICHTEN GELEIDELIJK EEN GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID TOT STAND TE BRENGEN . DAAR DE ARTIKELEN 40 EN 41 VERSCHILLENDE VORMEN VOOR DE INSTELLING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING VAN DE LANDBOUWMARKTEN VOORZIEN EN DEZE BEPALINGEN ZICH NIET VERZETTEN TEGEN FUNDAMENTELE VERANDERINGEN VAN DIE ORDENING NA AFLOOP VAN DE OVERGANGSPERIODE , KAN DERHALVE HET VOORTBESTAAN VAN BEWEERDE TEKORTKOMINGEN BIJ DE TOTSTANDBRENGING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID DE TOEPASSING VAN DE REGELS VOOR DE INSTELLING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT EN MET NAME DIE BETREFFENDE HET VERBOD VAN KWANTITATIEVE BEPERKINGEN , NA AFLOOP VAN DIE PERIODE NIET BELETTEN .

15ZOALS HET HOF HEEFT VASTGESTELD IN ZIJN ARREST VAN 2 DECEMBER 1974 ( ZAAK 48/74 , CHARMASSON , JURISPR . 1974 , BLZ . 1383 ), KAN DAN OOK NA AFLOOP VAN DE OVERGANGSPERIODE DE WERKING VAN EEN NATIONALE MARKTORDENING NIET MEER IN DE WEG STAAN AAN DE VOLLEDIGE GELDING VAN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN EN ALLE MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING , DAAR DE BEHOEFTEN VAN DE HIERBIJ BETROKKEN MARKTEN VOORTAAN ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN VALLEN . HET VERSTRIJKEN VAN DE IN HET VERDRAG VOORZIENE OVERGANGSPERIODE HIELD IN DAT VANAF DAT MOMENT DE AAN DE GEMEENSCHAP UITDRUKKELIJK TOEGEWEZEN MATERIES EN GEBIEDEN ONDER HAAR BEVOEGDHEID KWAMEN TE VALLEN ZODAT , WANNEER NOG BIJZONDERE MAATREGELEN NOODZAKELIJK WAREN , DEZE NIET MEER EENZIJDIG DOOR DE BETROKKEN LID-STATEN KONDEN WORDEN GENOMEN , DOCH MOESTEN WORDEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE COMMUNAUTAIRE ORDE , DIE DE BESCHERMING VAN HET ALGEMEEN BELANG VAN DE GEMEENSCHAP MOET WAARBORGEN .

16GEZIEN HET VOORGAANDE , KAN ARTIKEL 60 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE , OFSCHOON STELLIG EEN AFWIJKING VAN DE REGEL VAN ARTIKEL 42 , NIET TEVENS WORDEN AANGEMERKT ALS EEN ' ' BIJZONDERE BEPALING ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 9 , LID 2 , VAN DIE AKTE . WAAR IMMERS DEZE LAATSTE BEPALING ALS BEGINSEL VAN DE TOETREDINGSAKTE STELT DAT ' ' DE TOEPASSING VAN DE OVERGANGSMAATREGELEN AAN HET EINDE VAN HET JAAR 1977 ( EINDIGT ) ' ' , KAN HET ALDUS GEFORMULEERDE VOORBEHOUD NIET EXTENSIEF WORDEN UITGELEGD . INTEGENDEEL , DIT VOORBEHOUD MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT HET SLECHTS BETREKKING HEEFT OP BIJZONDERE BEPALINGEN VAN DUIDELIJK OMSCHREVEN EN BEPERKTE GELDIGHEIDSDUUR , EN NIET OP EEN BEPALING ZOALS ARTIKEL 60 , LID 2 , DIE BETREKKING HEEFT OP EEN TOEKOMSTIGE EN ONZEKERE GEBEURTENIS .

17DEZE GEVOLGTREKKING WORDT BEVESTIGD WANNEER MEN NAAR DE GEVOLGEN VAN DE DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VERDEDIGDE ANDERE UITLEGGING ZIET . TEN AANZIEN VAN EEN ONDERWERP DAT VOOR DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT VAN ZO WEZENLIJK BELANG IS ALS DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN , KAN DE TOETREDINGSAKTE NIET ALDUS WORDEN UITGELEGD , ALS ZOU ZIJ DE NIEUWE LID-STATEN VOOR ONBEPAALDE TIJD EEN RECHTSPOSITIE HEBBEN TOEGEKEND DIE VERSCHILT VAN DIE WELKE DE OORSPRONKELIJKE LID-STATEN INGEVOLGE HET VERDRAG BEZITTEN . ZO ARTIKEL 60 , LID 2 , WERD AANGEMERKT ALS EEN ' ' BIJZONDERE BEPALING ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 9 , LID 2 , TOETREDINGSAKTE , DAN ZOU HET EEN BLIJVENDE ONGELIJKHEID SCHEPPEN TUSSEN DE OORSPRONKELIJKE EN DE NIEUWE LID-STATEN , DOORDAT DEZE LAATSTE DE INVOER VAN BEPAALDE PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT DE GEMEENSCHAP ZOUDEN KUNNEN VERHINDEREN OF BEPERKEN , TERWIJL DE EERSTE KRACHTENS HET VERDRAG VERPLICHT ZOUDEN ZIJN ZICH VAN IEDERE INVOERBEPERKING VOOR DEZE PRODUKTEN TE ONTHOUDEN , OOK AL WAREN ZIJ AFKOMSTIG UIT EEN NIEUWE LID-STAAT DIE ZICH OP ARTIKEL 60 , LID 2 , BEROEPT . OOK AL WAS HET GERECHTVAARDIGD DAT DE OORSPRONKELIJKE LID-STATEN DERGELIJKE ONGELIJKHEDEN BIJ WEGE VAN OVERGANGSMAATREGEL AANVAARDDEN , HET ZOU IN STRIJD ZIJN MET HET BEGINSEL VAN DE GELIJKHEID VAN DE LID-STATEN VOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT WANNEER MEN ZE VOOR ONBEPAALDE TIJD ZOU LATEN VOORTBESTAAN .

18BIJ GEVOLG IS HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND EEN VAN DE VERPLICHTINGEN DIE INGEVOLGE HET VERDRAG , MET NAME ARTIKEL 30 , JUNCTO DE TOETREDINGSAKTE OP HEM RUSTEN , NIET NAGEKOMEN DOOR DE NATIONALE BEPALINGEN DIE DE INVOER VAN AARDAPPELEN KUNNEN BEPERKEN , NIET VOOR HET EINDE VAN 1977 AF TE SCHAFFEN OF TE WIJZIGEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

19INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN , VOOR ZOVER ZULKS IS GEVORDERD . AANGEZIEN VERWEERDER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT HIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

DAAR DE COMMISSIE SLECHTS HEEFT GECONCLUDEERD TOT VERWIJZING VAN INTERVENIENTE IN HAAR EIGEN KOSTEN , MOETEN DE KOSTEN TER ZAKE VAN DE INTERVENTIE GEMAAKT , INGEVOLGE ARTIKEL 69 , LID 2 , EERSTE ALINEA , IN FINE , WORDEN GECOMPENSEERD .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE , VERSTAAT :

1 . HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND IS EEN VAN DE VERPLICHTINGEN DIE INGEVOLGE HET VERDRAG , MET NAME ARTIKEL 30 , JUNCTO DE TOETREDINGSAKTE OP HEM RUSTEN , NIET NAGEKOMEN DOOR DE NATIONALE BEPALINGEN DIE DE INVOER VAN AARDAPPELEN KUNNEN BEPERKEN , NIET VOOR HET EINDE VAN 1977 AF TE SCHAFFEN OF TE WIJZIGEN .

2 . VERWEERDER WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN , BEHOUDENS DIE WELKE DOOR DE INTERVENTIE ZIJN VEROORZAAKT .

3 . DE DOOR DE INTERVENTIE VEROORZAAKTE KOSTEN WORDEN GECOMPENSEERD .

Top