Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61978CJ0084

Arrest van het Hof van 16 mei 1979.
Ditta Angelo Tomadini Snc tegen Italiaanse Administratie van de Staatsfinanciën.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Pretura te Trento - Italië.
Monetaire compenserende bedragen.
Zaak 84/78.

Jurisprudentie 1979 -01801

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1979:129

61978J0084

ARREST VAN HET HOF VAN 16 MEI 1979. - ANGELO TOMADINI SNC TEGEN ITALIAANSE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN. - (" MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE PRETURA TE TRENTO). - ZAAK NO. 84/78.

Jurisprudentie 1979 bladzijde 01801
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00903
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00945


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING - WIJZIGING VAN EEN REGELING - BEGINSEL VAN BESCHERMING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN - TOEPASSING - VOORWAARDEN EN GRENZEN

2 . LANDBOUW - INVOERING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DURUM TARWE EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN - VERORDENING NR . 2604/77 VAN DE COMMISSIE - GELDIGHEID

3 . LANDBOUW - INVOERING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DURUM TARWE EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN - TOEPASSING ERVAN OP LOPENDE TRANSACTIES

( VERORDENING NR . 2604/77 VAN DE COMMISSIE , ZOALS GEWIJZIGD BIJ VERORDENING NR . 2792/77 )

Samenvatting


1 . WANNEER DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN , TEN EINDE REKENING TE HOUDEN MET INDIVIDUELE SITUATIES , EEN BIJZONDERE REGELING HEBBEN VASTGESTELD OM DE HANDELAREN IN STAAT TE STELLEN ZICH MET BETREKKING TOT DEFINITIEF OVEREENGEKOMEN TRANSACTIES DOOR ZEKERE , JEGENS DE OVERHEID AANVAARDE VERPLICHTINGEN IN TE DEKKEN TEGEN DE GEVOLGEN VAN DE NOODZAKELIJKERWIJZE VEELVULDIGE WIJZIGINGEN VAN DE TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN EEN ECONOMISCHE REGELING ZOALS DIE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER LANDBOUWMARKTEN , DAN IS HET HUN INGEVOLGE HET BEGINSEL VAN BESCHERMING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN NIET TOEGESTAAN DIE REGELING TE WIJZIGEN ZONDER OVERGANGSMAATREGELEN VAST TE STELLEN , WANNEER TENMINSTE EEN DWINGEND ALGEMEEN BELANG ZICH NIET TEGEN DE VASTSTELLING VAN DERGELIJKE MAATREGELEN VERZET .

HET IS EVENWEL NIET MOGELIJK AAN DIT BEGINSEL EEN DUSDANIG RUIME DRAAGWIJDTE TE GEVEN , DAT EEN NIEUWE REGELING NOOIT VAN TOEPASSING ZOU KUNNEN ZIJN OP DE TOEKOMSTIGE GEVOLGEN VAN SITUATIES DIE ONDER DE OUDE REGELING ZIJN ONTSTAAN EN WAARIN GEEN VERPLICHTINGEN JEGENS DE OVERHEID ZIJN AANGEGAAN .

DIT IS MET NAME HET GEVAL OP EEN GEBIED ALS DAT VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENINGEN , DIE JUIST EEN VOORTDURENDE AANPASSING MOGELIJK MOETEN MAKEN , AFHANKELIJK VAN DE WIJZIGINGEN VAN DE ECONOMISCHE SITUATIE IN DE VERSCHILLENDE LANDBOUWSECTOREN .

2 . BIJ ONDERZOEK VAN DE GESTELDE VRAGEN IS NIET GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 2604/77 VAN DE COMMISSIE HOUDENDE INSTELLING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DURUM TARWE EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN , KUNNEN AANTASTEN .

3 . BEHOUDENS DE IN VERORDENING NR . 2792/77 GENOEMDE UITZONDERING , ZIJN DE BIJ VERORDENING NR . 2604/77 INGESTELDE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VANAF 2 JANUARI 1978 VAN TOEPASSING BIJ DE UITVOER VAN DEEGWAREN UIT ITALIE NAAR DE ANDERE LID-STATEN EN NAAR DERDE LANDEN OP GROND VAN OVEREENKOMSTEN DIE VOOR 25 NOVEMBER 1977 ZIJN GESLOTEN .

Partijen


IN ZAAK 84/78 ,

BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE PRETURA TE TRENTO , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN

FIRMA ANGELO TOMADINI SNC ., ONDERSTEUND DOOR UNIONE INDUSTRIALI RASTAI ITALIANI ,

INTERVENIENTE ,

EN

DE ITALIAANSE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN ,

Onderwerp


OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 2604/77 VAN DE COMMISSIE VAN 25 NOVEMBER 1977 HOUDENDE INSTELLING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DURUM TARWE EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN ( PB L 302 VAN 1977 , BLZ . 40 ),

Overwegingen van het arrest


1BIJ BESCHIKKING VAN 16 MAART 1978 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 23 MAART DAAROPVOLGENDE , HEEFT DE PRETORE TE TRENTO KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG HET HOF VAN JUSTITIE ENIGE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 2604/77 VAN DE COMMISSIE VAN 25 NOVEMBER 1977 HOUDENDE INSTELLING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DURUM TARWE EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN ( PB , L 302 VAN 1977 , BLZ 40 ).

2DEZE VRAGEN ZIJN GEREZEN IN EEN GESCHIL INZAKE DE HEFFING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN AD 724 200 LIRE BIJ DE UITVOER , IN JANUARI 1978 , VAN NETTO 8 500 KG DEEGWAREN WAARIN EI IS VERWERKT , DOOR DE FIRMA TOMADINI , VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING .

3VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING HEEFT DE PRETORE TE TRENTO GEVRAAGD DE DOOR DE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN , VERWEERSTER IN HET HOOFDGEDING , KRACHTENS VERORDENING NR . 2604/77 OP DEZE WAREN TOEGEPASTE HEFFING VAN EEN COMPENSEREND BEDRAG ONRECHTMATIG TE VERKLAREN .

4DE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN HEEFT TEN EXCEPTIEVE DE ONBEVOEGDHEID RATIONE MATERIAE VAN DE PRETORE GESTELD EN GECONCLUDEERD TOT VERWERPING VAN HET VERZOEK VAN DE FIRMA TOMADINI . ZIJ HEEFT ZICH ECHTER NIET VERZET TEGEN VERWIJZING NAAR HET HOF , DAARBIJ OPMERKENDE DAT DE ITALIAANSE REGERING REEDS EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BETROKKEN GEMEENSCHAPSBEPALINGEN BIJ HET HOF HAD INGESTELD ( ZAAK 12/78 ).

5DE UNIONE INDUSTRIALI PASTAI ITALIANI HEEFT IN HET HOOFDGEDING GEINTERVENIEERD AAN DE ZIJDE VAN DE FIRMA TOMADINI .

6HET GESCHIL BETREFT DE TOEPASSING VAN HET STELSEL DER MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN OP DURUM TARWE EN EEN AANTAL DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN DIE NIET ONDER BIJLAGE 2 VAN HET VERDRAG VALLEN EN WAARVOOR EEN BIJZONDERE REGELING IS VASTGESTELD KRACHTENS ARTIKEL 235 VAN HET VERDRAG , IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1 , LID 2 , SUB B , VAN VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1971 BETREFFENDE BEPAALDE CONJUNCTUURPOLITIEKE MAATREGELEN WELKE NAAR AANLEIDING VAN DE TIJDELIJKE VERRUIMING VAN DE FLUCTUATIEMARGES VAN DE VALUTA ' S VAN SOMMIGE LID-STATEN DIENEN TE WORDEN GENOMEN IN DE LANDBOUWSECTOR ( PB L 106 VAN 1971 , BLZ . 1 ).

7DE COMMISSIE WAS VAN MENING DAT DOOR HET ONTBREKEN VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN IN DE ZOMER VAN 1977 MOEILIJKHEDEN WAREN ONTSTAAN BIJ DURUM TARWE EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUKTEN , DAT VERLEGGINGEN VAN HET HANDELSVERKEER VAN DURUM TARWE EN CONCURRENTIEDISTORSIES BIJ EEN AANTAL AFGELEIDE PRODUKTEN WAREN VASTGESTELD , EN DAT DEZE PROBLEMEN NOG WAREN VERGROOT DOOR DE STERKE VERMINDERING VAN HET AANBOD VAN BINNENLANDSE DURUM TARWE EN DE TOEGENOMEN BEHOEFTE AAN INVOER UIT DERDE LANDEN .

8DAAROM STELDE ZIJ BIJ VERORDENING NR . 2604/77 MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN IN VOOR DE PRODUKTEN VAN MET NAME DE ONDERVERDELINGEN 10.01 B ( DURUM TARWE ), 11.02 A I A ) ( GRIES EN GRIESMEEL VAN DURUM TARWE ), 19.03 A ( DEEGWAREN WAARIN EI IS VERWERKT ) EN 19.03 B I ( DEEGWAREN , GEEN GRIES , GRIESMEEL OF MEEL VAN ZACHTE TARWE BEVATTEND ) EN 19.03 B II ( OVERIGE DEEGWAREN ).

9ENIGE DAGEN LATER VOEGDE DE COMMISSIE BIJ VERORDENING NR . 2792/77 VAN 15 DECEMBER 1977 EEN ALINEA TOE AAN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING NR . 2604/77 ; IN DEZE ALINEA WERD BEPAALD DAT DE BIJ LAATSTGENOEMDE VERORDENING INGESTELDE COMPENSERENDE BEDRAGEN NIET VAN TOEPASSING WAREN OP ' ' TRANSACTIES ONDER DEKKING VAN EEN CERTIFICAAT MET VASTSTELLING VOORAF VAN DE UITVOERRESTITUTIE OF DE INVOERHEFFING , WAARVOOR DE AANVRAAG VOOR 26 NOVEMBER 1977 IS INGEDIEND ' ' .

10TWEE WEKEN LATER BESLOOT DE COMMISSIE BIJ VERORDENING NR . 2917/77 DAT IN HET TIJDVAK VAN 2 JANUARI TOT 28 FEBRUARI 1978 DE COMPENSERENDE BEDRAGEN , VASTGESTELD VOOR DE PRODUKTEN VAN DE ONDERVERDELINGEN 10.01 B ( DURUM TARWE ) EN 11.02 A I A ) ( GRIES EN GRIESMEEL VAN DURUM TARWE ), VOOR SOMMIGE EXPORTEN EN IMPORTEN SLECHTS ONDER BEPAALDE VOORWAARDEN ZOUDEN WORDEN TOEGEKEND .

11DE PRETORE TE TRENTO HEEFT DE VOLGENDE VRAGEN GESTELD :

1 . MOET VERORDENING ( EEG ) NR . 974/71 VAN DE RAAD ( EN DE LATERE WIJZIGINGSVERORDENINGEN ) ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN , NA EEN PERIODE VAN DRIE JAAR - GEDURENDE WELKE ZIJ ZICH HEBBEN ONTHOUDEN VAN DE TOEPASSING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN OP EEN BASISLANDBOUWPRODUKT ( DURUM TARWE ) - SPECIFIEKE COMPENSERENDE BEDRAGEN KUNNEN INSTELLEN VOOR VAN GENOEMD BASISPRODUKT AFGELEIDE PRODUKTEN ( DEEGWAREN ), ZONDER DAT ZICH IN DIE DRIE JAAR OF IN HET LAATSTE JAAR ( 1977 ) VERSTORINGEN HEBBEN VOORGEDAAN OP DE MARKT VAN GENOEMD BASISLANDBOUWPRODUKT ( DURUM TARWE)?

2 . ZO VRAAG 1 ONTKENNEND WORDT BEANTWOORD , MOET VERORDENING ( EEG ) NR . 2604/77 VAN DE COMMISSIE DAN ONGELDIG WORDEN GEACHT , ALTHANS VOOR ZOVER DAARBIJ MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN BIJ UITVOER VAN DEEGWAREN WORDEN INGESTELD?

3 . ZO VRAAG 1 BEVESTIGEND WORDT BEANTWOORD , KAN DAN VERORDENING NR . 2604/77 , ONDER VERWIJZING NAAR DE VERORDENINGEN ( EEG ) NRS . 2792/77 EN 2917/77 , VAN TOEPASSING WORDEN GEACHT OP DE EXPORT NA 2 JANUARI 1978 VAN DEEGWAREN UIT ITALIE NAAR DE ANDERE LID-STATEN EN DERDE LANDEN , TER UITVOERING VAN VOOR 25 NOVEMBER 1977 - VASTSTELLINGSDATUM VAN VERORDENING NR . 2604/77 - AFGESLOTEN CONTRACTEN IN EEN PERIODE WAARIN DE INSTELLING VAN ENIG COMPENSEREND BEDRAG IN DE BETROKKEN SECTOR NIET VOORZIENBAAR WAS?

DE EERSTE TWEE VRAGEN

12DE IN DE EERSTE TWEE VRAGEN VAN DE PRETORE TE TRENTO OPGEWORPEN RECHTSPROBLEMEN ZIJN DEZELFDE ALS DIE ZIJN ONDERZOCHT IN HET KADER VAN HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING , DAT OP 25 JANUARI 1978 DOOR DE ITALIAANSE REGERING TEGEN DE 13COMMISSIE IS INGESTELD ( ZAAK 12/78 ) EN DAT BIJ ARREST VAN 10 MEI 1979 IS VERWORPEN .

14MITSDIEN KAN TEN DEZE WORDEN VOLSTAAN MET TE VERWIJZEN NAAR HET ARREST IN GENOEMDE ZAAK 12/78 , WAARVAN DE TEKST BIJ DIT ARREST IS GEVOEGD , EN VOOR RECHT TE VERKLAREN DAT BIJ ONDERZOEK VAN DE VRAGEN NIET IS GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 2604/77 KUNNEN AANTASTEN .

DE DERDE VRAAG

15VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING BETOOGT DAT , ZO VERORDENING NR . 2604/77 GELDIG MOCHT ZIJN , DE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN NIET MOETEN WORDEN TOEGEPAST BIJ DE UITVOER VAN DEEGWAREN UIT ITALIE NAAR DE ANDERE LID-STATEN OP GROND VAN OVEREENKOMSTEN WELKE ZIJN GESLOTEN VOOR 25 NOVEMBER 1977 , DE DATUM WAAROP VERORDENING NR . 2604/77 IS VASTGESTELD .

16OM HUN PRODUKTIE BETER OP DE MARKTEN VAN DE ANDERE LID-STATEN TE KUNNEN AFZETTEN , ZOUDEN DE ITALIAANSE EXPORTEURS CONTRACTEN OP LANGE TERMIJN HEBBEN AFGESLOTEN .

17OP HET MOMENT WAAROP DE OVEREENKOMST KRACHTENS WELKE DE UITVOER WAAROP HET HOOFDGEDING BETREKKING HEEFT , WERD GESLOTEN , HAD DE ITALIAANSE PRODUCENT DE INSTELLING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DEEGWAREN IN REDELIJKHEID NIET KUNNEN VOORZIEN .

18DE ITALIAANSE PRODUCENTEN VAN DEEGWAREN HEBBEN IN 1976 GEVRAAGD OM WEDERINSTELLING VAN MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VOOR DURUM TARWE EN DEEGWAREN , DOCH DE COMMISSIE HEEFT DIT VERZOEK BIJ BRIEF VAN 9 AUGUSTUS 1976 AFGEWEZEN .

19MET DEZE VASTSTELLING VAN VERORDENING NR . 2604/77 , ZONDER TE VOORZIEN IN EEN OVERGANGSREGELING VOOR HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER , ZOU INBREUK ZIJN GEMAAKT OP HET BEGINSEL VAN BESCHERMING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN , TE MEER NU BIJ VERORDENING NR . 2792/77 VAN 15 DECEMBER 1977 DE TRANSACTIES ONDER DEKKING VAN EEN CERTIFICAAT MET VASTSTELLING VOORAF VAN DE UITVOERRESTITUTIE OF DE INVOERHEFFING , WAARVOOR DE AANVRAAG VOOR 26 NOVEMBER 1977 WAS INGEDIEND , WAREN VRIJGESTELD , WELKE VRIJSTELLING ENKEL GOLD VOOR HET HANDELSVERKEER MET DERDE LANDEN .

20WANNEER DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN , TEN EINDE REKENING TE HOUDEN MET INDIVIDUELE SITUATIES , EEN BIJZONDERE REGELING HEBBEN VASTGESTELD OM DE HANDELAREN IN STAAT TE STELLEN ZICH MET BETREKKING TOT DEFINITIEF OVEREENGEKOMEN TRANSACTIES DOOR ZEKERE , JEGENS DE OVERHEID AANVAARDE VERPLICHTINGEN IN TE DEKKEN TEGEN DE GEVOLGEN VAN DE NOODZAKELIJKERWIJZE VEELVULDIGE WIJZIGINGEN VAN DE TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN EEN ECONOMISCHE REGELING ZOALS DIE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER LANDBOUWMARKTEN , DAN IS HET HUN INGEVOLGE HET BEGINSEL VAN BESCHERMING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN NIET TOEGESTAAN DIE REGELING TE WIJZIGEN ZONDER OVERGANGSMAATREGELEN VAST TE STELLEN , WANNEER TENMINSTE EEN DWINGEND ALGEMEEN BELANG ZICH NIET TEGEN DE VASTSTELLING VAN DERGELIJKE MAATREGELEN VERZET .

21HET IS EVENWEL NIET MOGELIJK AAN DIT BEGINSEL EEN DUSDANIG RUIME DRAAGWIJDTE TE GEVEN DAT EEN NIEUWE REGELING NOOIT VAN TOEPASSING ZOU KUNNEN ZIJN OP DE TOEKOMSTIGE GEVOLGEN VAN SITUATIES DIE ONDER DE OUDE REGELING ZIJN ONTSTAAN EN WAARIN GEEN VERPLICHTINGEN JEGENS DE OVERHEID ZIJN AANGEGAAN .

22DIT IS MET NAME HET GEVAL OP EEN GEBIED ALS DAT VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENINGEN , DIE JUIST EEN VOORTDURENDE AANPASSING MOGELIJK MOETEN MAKEN , AFHANKELIJK VAN DE WIJZIGINGEN VAN DE ECONOMISCHE SITUATIE IN DE VERSCHILLENDE LANDBOUWSECTOREN .

23TEN EINDE HET BEGINSEL VAN BESCHERMING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN TE EERBIEDIGEN , HEEFT DE COMMISSIE IN ARTIKEL 2 , LAATSTE ALINEA , VAN VERORDENING NR . 2604/77 , ZOALS GEWIJZIGD BIJ ARTIKEL 1 VAN VERORDENING NR . 2792/77 VAN 15 DECEMBER 1977 , BEPAALD DAT OP VERZOEK VAN BETROKKENEN DE WEDEROM INGESTELDE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN NIET ZOUDEN WORDEN TOEGEPAST OP TRANSACTIES ONDER DEKKING VAN EEN CERTIFICAAT MET VASTSTELLING VOORAF VAN DE UITVOERRESTITUTIE OF DE INVOERHEFFING , WAARVOOR DE AANVRAAG WAS INGEDIEND VOOR 26 NOVEMBER 1977 , DE DATUM VAN PUBLIKATIE EN INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NR . 2604/77 .

24HET IS JUIST DAT DEZE VRIJSTELLING SLECHTS WORDT VERLEEND INDIEN DE BETROKKEN HANDELAAR EEN CERTIFICAAT MET VASTSTELLING VOORAF VAN DE HEFFING OF VAN DE RESTITUTIE HEEFT GEVRAAGD EN VERKREGEN , ZODAT ALLEEN HET HANDELSVERKEER MET DERDE LANDEN ERVOOR IN AANMERKING KOMT EN NIET OOK HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER , WAARIN IMMERS GEEN RESTITUTIES OF HEFFINGEN EN DUS OOK GEEN VOORFIXATIES BESTAAN .

25OM BOVENVERMELDE REDENEN WAS HET EVENWEL NOCH OP GROND VAN HET ALGEMENE BEGINSEL INZAKE EERBIEDIGING VAN VERKREGEN RECHTEN , NOCH OP GROND VAN HET BEGINSEL VAN BESCHERMING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN NOODZAKELIJK , EEN DERGELIJKE VRIJSTELLING UIT TE BREIDEN TOT ALLE OP 26 NOVEMBER 1977 BESTAANDE OVEREENKOMSTEN .

26DAARENBOVEN HEEFT DE COMMISSIE , DOOR VERORDENING NR . 2604/77 , DIE EERST PER 2 JANUARI 1978 VAN TOEPASSING ZOU ZIJN , REEDS OP 26 NOVEMBER 1977 BEKEND TE MAKEN , DE GEVOLGEN VAN DE NIEUWE REGELING VOOR DE IN UITVOERING VERKERENDE TRANSACTIES VERZACHT , VOOR ZOVER ZULKS VERENIGBAAR WAS MET DE HANDHAVING VAN DE MET DE WEDERINSTELLING VAN DE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN BEOOGDE DOELEINDEN .

27MITSDIEN MOET HET MIDDEL BETREFFENDE SCHENDING VAN HET GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN WORDEN VERWORPEN .

28OP DE DERDE VRAAG MOET DERHALVE WORDEN GEANTWOORD DAT , BEHOUDENS DE IN VERORDENING NR . 2792/77 GENOEMDE UITZONDERING , DE BIJ VERORDENING NR . 2604/77 INGESTELDE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VANAF 2 JANUARI 1978 VAN TOEPASSING ZIJN BIJ DE UITVOER VAN DEEGWAREN UIT ITALIE NAAR DE ANDERE LID-STATEN EN NAAR DERDE LANDEN OP GROND VAN OVEREENKOMSTEN DIE VOOR 25 NOVEMBER 1977 ZIJN GESLOTEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

29DE KOSTEN DOOR DE ITALIAANSE REGERING EN DE COMMISSIE WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE PRETORE TE TRENTO BIJ BESCHIKKING VAN 16 MAART 1978 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :

1 . BIJ ONDERZOEK VAN DE EERSTE TWEE DOOR DE PRETORE TE TRENTO GESTELDE VRAGEN IS NIET GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 2604/77 KUNNEN AANTASTEN .

2 . BEHOUDENS DE IN VERORDENING NR . 2792/77 GENOEMDE UITZONDERING , ZIJN DE BIJ VERORDENING NR . 2604/77 INGESTELDE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN VANAF 2 JANUARI 1978 VAN TOEPASSING BIJ DE UITVOER VAN DEEGWAREN UIT ITALIE NAAR DE ANDERE LID-STATEN EN NAAR DERDE LANDEN OP GROND VAN OVEREENKOMSTEN DIE VOOR 25 NOVEMBER 1977 ZIJN GESLOTEN .

Top