This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61977CJ0019
Judgment of the Court of 1 February 1978. # Miller International Schallplatten GmbH v Commission of the European Communities. # Case 19/77.
Arrest van het Hof van 1 februari 1978.
Miller International Schallplatten GmbH tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Zaak 19/77.
Arrest van het Hof van 1 februari 1978.
Miller International Schallplatten GmbH tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Zaak 19/77.
Jurisprudentie 1978 -00131
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1978:19
ARREST VAN HET HOF VAN 1 FEBRUARI 1978. - MILLER INTERNATIONAL SCHALLPLATTEN GMBH TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - ZAAK NO. 19/77.
Jurisprudentie 1978 bladzijde 00131
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00047
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00045
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00039
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . MEDEDINGING - OVEREENKOMSTEN - EXPORTVERBODSCLAUSULE - ONTOELAATBAARHEID
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 85 , LID 1 )
2 . MEDEDINGING - OVEREENKOMSTEN - VERBOD - GRONDSLAG
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 85 )
3 . MEDEDINGING - GEMEENSCHAPSREGELS - INBREUKEN - OPZET - BEGRIP
( VERORDENING VAN DE RAAD NR . 17 , ARTIKEL 15 )
4 . MEDEDINGING - GEMEENSCHAPSREGELS - INBREUK WEGENS EEN UITVOERVERBOD - ERNST - SANCTIE
( VERORDENING VAN DE RAAD NR . 17 , ARTIKEL 15 )
1 . EEN EXPORTVERBODSCLAUSULE , OF DEZE NU IS OPGENOMEN OP INITIATIEF VAN DE LEVERANCIER OF VAN DIENS AFNEMER , VORMT REEDS NAAR HAAR AARD EEN BEPERKING VAN DE MEDEDINGING . DE OMSTANDIGHEID DAT DE WEDERVERKOPERS ER DE VOORKEUR AAN GEVEN HUN HANDELSACTIVITEITEN TE BEPERKEN TOT NAUWER BEGRENSDE REGIONALE OF NATIONALE MARKTEN , KAN NET ZO MIN DE FORMELE OPMERKING VAN EXPORTVERBODSCLAUSULES IN AFZONDERLIJKE OVEREENKOMSTEN OF IN ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN RECHTVAARDIGEN ALS DE WENS VAN DE PRODUCENT OM DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT OP TE DELEN .
2 . ARTIKEL 85 , LID 1 , VAN HET VERDRAG VERLANGT MET HET VERBOD VAN OVEREENKOMSTEN WELKE DE HANDEL TUSSEN LID- STATEN ONGUNSTIG KUNNEN BEINVLOEDEN EN WELKE ERTOE STREKKEN OF TEN GEVOLGE HEBBEN DAT DE MEDEDINGING WORDT BEPERKT , NIET HET BEWIJS DAT DERGELIJKE OVEREENKOMSTEN DIT HANDELSVERKEER INDERDAAD MERKBAAR HEBBEN BEINVLOED , WELK BEWIJS TROUWENS IN DE MEESTE GEVALLEN SLECHTS MOEILIJK RECHTENS GENOEGZAAM ZOU KUNNEN WORDEN GELEVERD , DOCH VEELEER HET BEWIJS DAT DEZE OVEREENKOMSTEN EEN DERGELIJK GEVOLG KUNNEN HEBBEN .
3 . EEN INBREUK OP DE COMMUNAUTAIRE MEDEDINGINGSREGELS WORDT GEACHT OPZETTELIJK EN IN STRIJD MET DE VERDRAGSBEPALINGEN TE ZIJN VERRICHT , INDIEN DE BETROKKENE ZICH ERVAN BEWUST IS DAT DE BETROKKEN HANDELING TEN DOEL HEEFT DE MEDEDINGING TE BEPERKEN . HET IS NIET VAN BELANG OF HIJ ER ZICH BOVENDIEN VAN BEWUST WAS INBREUK TE MAKEN OP EEN VERDRAGSBEPALING . IN ZOVERRE VERMAG HET ADVIES VAN EEN JURIDISCH ADVISEUR DIE BETROKKENE HEEFT GERAADPLEEGD , HEM NIET TE VERSCHONEN .
4 . EXPORTVERBODSCLAUSULES VORMEN EEN CONCURRENTIEBEPERKING DIE REEDS NAAR HAAR AARD HET HANDELSVERKEER TUSSEN DE LID-STATEN IN GEVAAR BRENGT . DE COMMISSIE KAN DERHALVE AAN DE VASTGESTELDE INBREUKEN EEN ZEKERE ERNST TOEKENNEN EN MAG HIERMEE IN HET KADER VAN ARTIKEL 15 EN VERORDENING NR . 17 REKENING HOUDEN .
IN DE ZAAK 19/77 ,
MILLER INTERNATIONAL SCHALLPLATTEN GMBH , TE QUICKBORN , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR W . SCHLUTIUS , G . ESPEY , H . U . WILHELMI , U . FICHTERL , C . D . BROSE , H . BAUMEISTER , ADVOCATEN TE HAMBURG , EN DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN R . ELTER , NOTARIS ALDAAR , BOULEVARD ROYAL 11 ,
VERZOEKSTER ,
TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR N . KOCH , ALS GEMACHTIGDE , EN DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ HAAR JURIDISCH ADVISEUR , M . CERVINO , GEBOUW JEAN MONNET , KIRCHBERG ,
VERWEERSTER ,
BETREFFENDE VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 1 DECEMBER 1976 INZAKE EEN PROCEDURE OP GROND VAN ARTIKEL 85 VAN HET EEG-VERDRAG ( IV/29018 - MILLER INTERNATIONAL SCHALLPLATTEN GMBH ),
1OVERWEGENDE DAT DE ONDERNEMING MILLER INTERNATIONAL SCHALLPLATTEN GMBH , GEVESTIGD TE QUICKBORN BIJ HAMBURG , ( HIERNA TE NOEMEN ' ' MILLER ' ' ) BIJ OP 4 FEBRUARI 1977 TEN HOVE INGEKOMEN VERZOEKSCHRIFT BEROEP HEEFT INGESTELD TEGEN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 1 DECEMBER 1976 INZAKE EEN PROCEDURE OP GROND VAN ARTIKEL 85 VAN HET EEG-VERDRAG ( PB NR . L 357 , BLZ . 40 ), WAARBIJ WERD VASTGESTELD DAT DE DOOR MILLER IN EEN VERKOOPOVEREENKOMST EN IN HAAR VERKOOPVOORWAARDEN OPGENOMEN EXPORTVERBODEN VOOR GRAMMOFOONPLATEN , GELUIDSBANDEN EN MUZIEKCASSETTES , INBREUKEN VORMDEN OP ARTIKEL 85 , LID 1 , VAN HET VERDRAG , EN WAARBIJ DEZE ONDERNEMING EEN BOETE WERD OPGELEGD VAN 70 000 R.E . OFWEL DM 256 200 ;
DAT VERZOEKSTER HEEFT GECONCLUDEERD TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESCHIKKING EN SUBSIDIAIR TOT ANNULERING OF VERLAGING VAN DE OPGELEGDE BOETE ;
2OVERWEGENDE DAT BLIJKENS HET DOSSIER VERZOEKSTER GELUIDSDRAGERS ( GRAMMOFOONPLATEN , MUZIEKCASSETTES EN GELUIDSBANDEN ) VERVAARDIGT , DIE ZIJ HOOFDZAKELIJK OP DE DUITSE MARKT VERKOOPT , EN DAT ZIJ SLECHTS EEN BEPERKT GEDEELTE VAN HAAR PRODUKTIE UITVOERT , DEELS NAAR LANDEN VAN DE GEMEENSCHAP EN DEELS NAAR DERDE LANDEN ;
DAT HAAR PRODUKTIE HOOFDZAKELIJK BESTAAT UIT LAAGGEPRIJSDE GELUIDSDRAGERS EN VOOR EEN AANZIENLIJK GEDEELTE - RUIM 40 % - KINDER- EN JEUGDPLATEN OMVAT ;
DAT ZIJ HAAR PRODUKTEN AFZET AAN GROOTHANDELAREN , KIOSKBEDRIJVEN EN ' ' RACK JOBBERS ' ' , AAN GROTE WARENHUIZEN , KLEINHANDELAREN EN SUPERMARKTEN , EN WAT BETREFT DE UITVOER , HETZIJ AAN ALLEENIMPORTEURS IN HET BUITENLAND , HETZIJ AAN DUITSE EXPORTEURS ;
3OVERWEGENDE DAT VERZOEKSTERS GEDRAG DAT AANLEIDING HEEFT GEGEVEN TOT DE BESTREDEN BESCHIKKING , TEN AANZIEN VAN DE FEITEN ONWEERSPROKEN IS , DOCH DAT PARTIJEN VERDEELD WORDEN GEHOUDEN OVER DE BEOORDELING VAN DE GEVOLGEN EN DAARMEDE OVER DE ERNST ERVAN ;
4DAT VASTSTAAT DAT VERZOEKSTER OP 11 JUNI 1971 MET DE ONDERNEMING SOPHOLEST TE STRAATSBURG EEN ALLEENVERKOOPOVEREENKOMST HEEFT GESLOTEN VOOR DE DISTRIBUTIE VAN AL HAAR PRODUKTEN VAN HET MERK ' ' EUROPA ' ' EN ' ' SOMERSET ' ' IN HET GEBIED VAN ELZAS-LOTHARINGEN , WAARIN ONDER PUNT 5 DE VOLGENDE CLAUSULE WAS OPGENOMEN : ' ' VOOR ALLE MILLERPRODUKTEN BESTAAT EEN PRINCIPIEEL EXPORTVERBOD UIT ELZAS-LOTHARINGEN NAAR ANDERE LANDEN ' ' ;
DAT EVENEENS VASTSTAAT DAT VERZOEKSTER IN HAAR HANDELSBETREKKINGEN MET HAAR AFNEMERS IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND TOT 31 JULI 1974 VERKOOP- EN LEVERINGSVOORWAARDEN HEEFT TOEGEPAST , WAARVAN PUNT 9 ( VERKOOP NAAR HET BUITENLAND ) LUIDDE : ' ' ALLE GRAMMOFOONPLATEN VAN DE DOOR ONS GELEVERDE MERKEN MOGEN NIET WORDEN GEEXPORTEERD . BIJ INBREUK OP DIT VOORSCHRIFT BEHOUDEN WIJ ONS HET RECHT VOOR , NIET MEER AAN DE KOPER TE LEVEREN EN HEM AANSPRAKELIJK TE HOUDEN BIJ SCHADEVERGOEDINGSACTIES UIT HET BUITENLAND , DIE IN VERBAND MET EEN DERGELIJKE EXPORT TEGEN ONS WORDEN INGESTELD ' ' ;
DAT VERZOEKSTER VANAF 1 AUGUSTUS 1974 TEGENOVER HAAR DUITSE EN BUITENLANDSE AFNEMERS NIEUWE VERKOOP- , LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN HEEFT TOEGEPAST , WAARVAN PUNT IX ( VERKOOP NAAR HET BUITENLAND ) ALS VOLGT LUIDT :
' ' DE DOORVERKOOP VAN DE DOOR ONS GELEVERDE WAREN NAAR HET BUITENLAND IS DE KOPER PRINCIPIEEL VERBODEN . BIJ INBREUKEN BEHOUDEN WIJ ONS UITDRUKKELIJK HET RECHT VOOR , DE BETROKKEN KOPER NIET LANGER TE LEVEREN , EN VOORTS JEGENS HEM REGRES TE NEMEN VOOR VORDERINGEN TOT SCHADEVERGOEDING DIE TEGEN ONS DOOR BUITENLANDSE RECHTHEBBENDEN WORDEN INGESTELD ' ' ;
5OVERWEGENDE DAT BOVENDIEN VASTSTAAT DAT TUSSEN DE PRIJZEN DIE MILLER HAAR DUITSE AFNEMERS BEREKENDE , EN DE BIJ UITVOER TOEGEPASTE PRIJZEN DUIDELIJKE VERSCHILLEN BESTONDEN , DAAR DE EXPORTPRIJZEN LAGER WAREN DAN DE DOOR DE GROOTHANDEL TE BETALEN PRIJZEN , EN ZEER VEEL LAGER DAN DE PRIJZEN VOOR PRODUKTEN DIE AAN WARENHUIZEN , AAN DETAILHANDELORGANISATIES , AAN DETAILLISTEN EN EINDVERBRUIKERS WERDEN GELEVERD ;
6OVERWEGENDE DAT VERZOEKSTER DEZE FEITEN IN WEZEN NIET BETWIST DOCH BETOOGT DAT DEZE WEGENS DE GERINGE BETEKENIS VAN HAAR ONDERNEMING OP DE MARKT VAN GELUIDSDRAGERS , WEGENS DE AARD VAN HAAR PRODUKTIE DIE OVERWEGEND IS BESTEMD VOOR EEN DUITSTALIG PUBLIEK , EN WEGENS DE SAMENSTELLING VAN HAAR AFNEMERSKRING GEEN MERKBARE INVLOED KUNNEN UITOEFENEN OP HET HANDELSVERKEER TUSSEN DE LID-STATEN ;
DAT ZIJ HIERUIT AFLEIDT DAT , HOEWEL EXPORTVERBODEN NIET VERENIGBAAR ZIJN MET HET WEZEN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT , HAAR TOCH GEEN INBREUK OP ARTIKEL 85 , LID 1 , VAN HET VERDRAG KAN WORDEN VERWETEN ;
DAT ZIJ OVERIGENS AANVOERT DAT DEZE EXPORTVERBODEN IN HAAR BIJZONDER GEVAL GEEN ONGEOORLOOFD DOEL BEOOGDEN , DOCH ENKEL OP WENS VAN HAAR MEDECONTRACTANTEN WAREN OPGENOMEN EN SLECHTS EEN ' ' ZUIVER OPTISCHE EN PSYCHOLOGISCHE BETEKENIS ' ' HADDEN ;
7OVERWEGENDE DAT TEN DEZE MOET WORDEN VASTGESTELD DAT EEN EXPORTVERBODCLAUSULE , OF DEZE NU IS OPGENOMEN OP INITIATIEF VAN DE LEVERANCIER OF VAN DIENS AFNEMER , REEDS NAAR HAAR AARD EEN BEPERKING VAN DE MEDEDINGING VORMT , AANGEZIEN HET DOEL WAAROVER DE CONTRACTANTEN HET EENS ZIJN GEWORDEN , BESTAAT IN DE POGING EEN GEDEELTE VAN DE MARKT TE ISOLEREN ;
DAT ALDUS DE OMSTANDIGHEDEN DAT DE LEVERANCIER ZIJNERZIJDS DERGELIJKE VERBODEN NIET STRIKT HANDHAAFT , NIET BEWIJST DAT DEZE GEEN GEVOLGEN HEBBEN GEHAD , AANGEZIEN HET BESTAAN ERVAN TOCH EEN ' ' OPTISCH EN PSYCHOLOGISCH ' ' KLIMAAT KAN SCHEPPEN DAT DE AFNEMERS TEVREDENSTELT EN BIJDRAAGT TOT EEN MIN OF MEER STRIKTE VERDELING DER MARKTEN ;
DAT DE DOOR EEN PRODUCENT TOEGEPASTE MARKTSTRATEGIE ZICH VAAK RICHT NAAR DE MIN OF MEER ALGEMENE WENSEN VAN ZIJN AFNEMERS ;
DAT OOK WANNEER MEN MILLERS BEWERING DAT DE OPNEMING VAN DE BETROKKEN VERBODEN VEELEER VOORTKWAM UIT DE WENSEN VAN HAAR MEDECONTRACTANTEN DAN UIT EEN EENZIJDIGE EN WELOVERWOGEN STRATEGIE HARERZIJDS , ALS JUIST VERONDERSTELT , DIT DERHALVE NOG NIET TOT GEVOLG HEEFT DAT HAAR GEDRAG BUITEN DE VERBODEN VAN ARTIKEL 85 , LID 1 , VAN HET VERDRAG VALT ;
DAT DE OPNEMING VAN EEN EXPORTVERBOD IN HAAR OVEREENKOMST MET DE FIRMA SOPHOLEST EN IN HAAR ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN VANUIT DIT OOGPUNT DIENT TE WORDEN BEOORDEELD ;
DE INVLOED VAN HET EXPORTVERBOD OP HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER
8OVERWEGENDE DAT MILLER IN DE EERSTE PLAATS HAAR ZWAKKE POSITIE OP DE RELEVANTE MARKT EN HET ' ' ONBETEKENEND ' ' AANDEEL VAN HAAR PRODUKTIE OP DE TOTALE MARKT AANVOERT TEN BEWIJZE DAT HAAR GEDRAG DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL NIET KAN HEBBEN BEINVLOED ;
9OVERWEGENDE ECHTER DAT VOLGENS DE DOOR HAAR IN DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURE OVERGELEGDE CIJFERS HAAR AANDEEL OP DE GEHELE MARKT VOOR GELUIDSDRAGERS IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND VOOR 1970 OP 5,19 % , VOOR 1971 OP 5,05 % , VOOR 1972 OP 4,91 % , VOOR 1973 OP 5,87 % , VOOR 1974 OP 5,05 % EN VOOR 1975 OP 6,07 % VAN DE VERKOCHTE HOEVEELHEDEN WERD GERAAMD ;
DAT VASTSTAAT DAT ZIJ ZICH HEEFT GESPECIALISEERD IN DE PRODUKTIE VAN LAAGGEPRIJSDE LANGSPEELPLATEN EN MUZIEKCASSETTES EN BINNEN DEZE CATEGORIE MET NAME IN DE PRODUKTIE VAN GELUIDSDRAGERS VOOR KINDEREN EN JONGEREN , ZODAT HAAR MARKTAANDEEL VOOR LAAGGEPRIJSDE GELUIDSDRAGERS EN GELUIDSDRAGERS VOOR KINDEREN AANMERKELIJK HOGER LIGT ;
DAT TEN SLOTTE VASTSTAAT DAT MILLERS VERKOPEN OP DE BINNENLANDSE EN OP DE EXPORTMARKT IN 1975 IN TOTAAL DM 34 376 167 BEDROEGEN ;
DAT IN DE LOOP VAN HET GEDING UITVOERIG OVER DE PERCENTAGES IS GEDISCUS- SIEERD , WAARBIJ VERZOEKSTER BEWEERDE DAT MEN VAN DE RELEVANTE MARKT GEEN NAUWKEURIGE STATISTISCHE GEGEVENS KON VERKRIJGEN , ZODAT DE CIJFERS AAN TWIJFEL ONDERHEVIG WAREN EN EEN TE GUNSTIGE INDRUK GAVEN VAN HAAR MARKTPOSITIE , DOCH DAT DEZE DISCUSSIE NIETS WEZENLIJKS AAN DE OVERGELEGDE GEGEVENS KAN VERANDEREN ;
10OVERWEGENDE DAT BIJ DE BEOORDELING VAN MILLERS MARKTPOSITIE IN HET BIJZONDER REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN MET DE MARKT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND , AL WAS HET SLECHTS OMDAT ZIJ ZICH VOLGENS HAAR EIGEN ZEGGEN MET HAAR PRODUKTIEPROGRAMMA GROTENDEELS TOT EEN DUITSTALIG PUBLIEK RICHT ;
DAT PARTIJEN VERDEELD ZIJN OVER DE VRAAG OF VOOR DE BEPALING VAN DE RELEVANTE MARKT DIENT TE WORDEN UITGEGAAN VAN DE GEHELE MARKT VAN GELUIDSDRAGERS , ZOALS VERZOEKSTER MEENT , DAN WEL VEELEER , ZOALS DE COMMISSIE VOORSTELT , ALLEREERST EEN MARKT VOOR HOOGGEPRIJSDE GELUIDSDRAGERS ENERZIJDS EN EEN MARKT VOOR LAAGGEPRIJSDE GELUIDSDRAGERS ANDERZIJDS , EN DAN NOG AFZONDERLIJK EEN MARKT VOOR KINDEREN EN VOOR JONGEREN DIENT TE WORDEN ONDERSCHEIDEN ;
DAT IN HET KADER VAN HET ONDERHAVIGE GEDING TEN DEZE GEEN STANDPUNT BEHOEFT TE WORDEN BEPAALD , AANGEZIEN HET DUIDELIJK IS DAT MILLERS VERKOPEN EEN NIET ONAANZIENLIJK DEEL VAN DE MARKT VORMEN EN DAT ZIJ ZICH HEEFT GESPECIALISEERD IN DE PRODUKTIE VAN BEPAALDE BIJZONDERE CATEGORIEEN , WAARVOOR ZIJ , ZONIET EEN STERKE , DAN TOCH ZEKER EEN BELANGRIJKE POSITIE OP DE MARKT INNEEMT ;
DAT IN ZOVERRE MOET WORDEN VASTGESTELD DAT MILLER GEENSZINS IS TE VERGELIJKEN MET DE ONDERNEMINGEN DIE IN DE ARRESTEN VAN 30 JUNI 1966 ( TECHNIQUE MINIERE T . MASCHINENBAU ULM ; ZAAK 56/65 , JURISPR . 1966 , BLZ . 391 ), VAN 9 JULI 1966 ( VOLK T . VERVAECKE ; ZAAK 5/69 , JURISPR . 1969 , BLZ . 295 ) EN VAN 6 MEI 1971 ( CADILLON T . HOSS ; ZAAK 1/71 , JURISPR . 1971 , BLZ . 351 ) WAREN BETROKKEN , DOCH DAT ZIJ NAAR OMVANG ZO BELANGRIJK IS , DAT HAAR GEDRAG IN BEGINSEL DE HANDEL KAN BEINVLOEDEN ;
11OVERWEGENDE DAT MILLER ECHTER OPMERKT DAT HAAR GEDRAG DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL NIET KAN BEINVLOEDEN , OMDAT HAAR PROGRAMMA GROTENDEELS VOOR EEN DUITSTALIG PUBLIEK IS BESTEMD EN HET PUBLIEK VAN DE ANDERE LID-STATEN SLECHTS MARGINAAL KAN INTERESSEREN ;
12OVERWEGENDE DAT , ZONDER DAT HOEFT TE WORDEN NAGEGAAN IN HOEVERRE DEZE BEWERING JUIST IS , KAN WORDEN VOLSTAAN MET DE VASTSTELLING DAT MILLER OVEREENKOMSTEN HEEFT GESLOTEN VOOR DE UITVOER NAAR ANDERE LID-STATEN EN OOK IN FEITE EEN - ZIJ HET BETREKKELIJK GERING - GEDEELTE VAN HAAR PRODUKTIE NAAR DEZE LANDEN HEEFT UITGEVOERD ;
DAT DEZE EXPORTEN MILLER EN ENKELEN VAN HAAR AFNEMERS ECHTER BELANGRIJK GENOEG LEKEN OM DE BETROKKEN CLAUSULES TE RECHTVAARDIGEN ;
DAT OVERIGENS HET BELANG VAN HAAR DUITSE MARKT MILLER ERTOE KON BRENGEN DEZE MARKT TE BESCHERMEN TEGEN HERINVOER VAN PRODUKTEN DIE ZIJ TEGEN VERLAAGDE PRIJZEN HAD UITGEVOERD ;
13OVERWEGENDE TEN SLOTTE DAT MILLER NOG BETOOGT DAT NOCH HAAR DUITSE AFNEMERS , NOCH HAAR EXPORTERENDE OF BUITENLANDSE AFNEMERS GEINTERESSEERD WAREN IN DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL , ZODAT DE EXPORTVERBODEN HUN CONCURRENTIEVRIJHEID NIET HEBBEN BELEMMERD ;
DAT TROUWENS EXPORTEN NAAR ANDERE LID-STATEN ALLEEN AL WEGENS DE HOGERE PRIJZEN DIE WERDEN TOEGEPAST VOOR WEDERVERKOPERS IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND , WEINIG WINSTGEVEND WAREN ;
14OVERWEGENDE DAT AAN DE HUIDIGE SITUATIE ONTLEENDE ARGUMENTEN ZELFS WANNEER DE JUISTHEID VAN DERGELIJKE ALGEMENE BEWERINGEN RECHTENS GENOEGZAAM ZOU ZIJN NA TE GAAN , NIET VOLSTAAN VOOR HET BEWIJS DAT EXPORTVERBODEN DE HANDEL TUSSEN DE LID-STATEN NIET KUNNEN BEINVLOEDEN , AANGEZIEN DEZE SITUATIE ZICH VAN JAAR TOT JAAR KAN WIJZIGEN DOOR VERANDERINGEN IN DE MARKTVOORWAARDEN OF IN DE STRUCTUUR ZOWEL VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT IN HAAR GEHEEL ALS VAN DE VERSCHILLENDE NATIONALE MARKTEN ;
DAT OVERIGENS , ZOALS REEDS IS OPGEMERKT , DE OMSTANDIGHEID DAT DE VAN VERZOEKSTER AFNEMENDE WEDERVERKOPERS ER DE VOORKEUR AAN GEVEN HUN HANDELSACTIVITEITEN TE BEPERKEN TOT NAUWER BEGRENSDE REGIONALE OF NATIONALE MARKTEN , NET ZO MIN DE FORMELE OPNEMING VAN EXPORTVERBODSCLAUSULES IN AFZONDERLIJKE OVEREENKOMSTEN OF IN ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN KAN RECHTVAARDIGEN ALS DE WENS VAN DE PRODUCENT OM DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT OP TE DELEN ;
DAT TENSLOTTE DE BETROKKEN CLAUSULES HET OP ZIJN MINST VOOR MILLER GEMAKKELIJKER HEBBEN GEMAAKT HAAR POLITIEK VAN LAGERE EXPORTPRIJZEN TE HANDHAVEN ;
15OVERWEGENDE DAT UIT EEN EN ANDER VOLGT DAT DE BETROKKEN CLAUSULES DE HANDEL TUSSEN DE LID-STATEN KONDEN BEINVLOEDEN ;
DAT MILLER WELISWAAR BETOOGT DAT DE COMMISSIE HAD MOETEN AANTONEN DAT DEZE CLAUSULES HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER MERKBAAR HEBBEN BEINVLOED , DOCH DAT DIT ARGUMENT NIET KAN WORDEN AANVAARD ;
DAT ARTIKEL 85 , LID 1 , VAN HET VERDRAG MET HET VERBOD VAN OVEREENKOMSTEN WELKE DE HANDEL TUSSEN LID-STATEN ONGUNSTIG KUNNEN BEINVLOEDEN EN WELKE ERTOE STREKKEN OF TEN GEVOLGE HEBBEN DAT DE MEDEDINGING WORDT BEPERKT , NIET HET BEWIJS VERLANGT DAT DERGELIJKE OVEREENKOMSTEN DIT HANDELSVERKEER INDERDAAD MERKBAAR HEBBEN BEINVLOED , WELK BEWIJS TROUWENS IN DE MEESTE GEVALLEN SLECHTS MOEILIJK RECHTENS GENOEGZAAM ZOU KUNNEN WORDEN GELEVERD , DOCH VEELEER HET BEWIJS DAT DEZE OVEREENKOMSTEN EEN DERGELIJK GEVOLG KUNNEN HEBBEN ;
DAT DE COMMISSIE , ZICH BASEREND OP MILLER ' S MARKTPOSITIE , OP HAAR PRODUKTIEOMVANG , OP DE VASTGESTELDE EXPORTEN EN DE DOOR HAAR TOEGEPASTE PRIJSPOLITIEK , AFDOENDE HEEFT AANGETOOND DAT INDERDAAD HET GEVAAR BESTOND VAN EEN MERKBARE BEINVLOEDING VAN HET HANDELSVERKEER TUSSEN DE LID-STATEN ;
16DAT IN DE BESTREDEN BESCHIKKING DERHALVE MET RECHT KON WORDEN VASTGESTELD DAT MILLER MET DE GEWRAAKTE EXPORTVERBODEN DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 85 , LID 1 , HAD OVERTREDEN ;
DAT DERHALVE HET BEROEP , VOORZOVER GERICHT TEGEN ARTIKEL 1 VAN DEZE BESCHIKKING , DIENT TE WORDEN VERWORPEN ;
DE GELDBOETE
17OVERWEGENDE DAT VERZOEKSTER SUBSIDIAIR HEEFT VERZOCHT DE GELDBOETE VAN 70 000 R.E . TE ANNULEREN OF TE VERLAGEN ;
DAT ZIJ ZEGT DAT ZIJ DE HAAR VERWETEN OVERTREDINGEN NIET OPZETTELIJK HAD BEGAAN EN DAT DEZE OVERTREDINGEN TROUWENS NIET ERNSTIG WAREN ;
DAT ZIJ BIJ DE OPSTELLING VAN DE EXPORTVERBODEN ZICH ER NIET VAN BEWUST WAS HET VERBOD VAN ARTIKEL 85 , LID 1 , VAN HET VERDRAG TE OVERTREDEN ;
DAT DEZE ONWETENDHEID WORDT BEWEZEN DOOR HET ADVIES VAN EEN JURIDISCH ADVISEUR DIE ZIJ HAD GERAADPLEEGD VOOR DE REDACTIE VAN HAAR VERKOOPVOORWAARDEN , WELK ADVIES , OVERGELEGD ALS BIJLAGE BIJ HAAR MEMORIE VAN REPLIEK , NERGENS REPT VAN EEN EVENTUELE ONVERENIGBAARHEID VAN DE EXPORTVERBODSCLAUSULES MET HET GEMEENSCHAPSRECHT ;
18OVERWEGENDE DAT DE BETROKKEN CLAUSULES , NAAR UIT HET VOORGAANDE BLIJKT , ZIJN OPGESTELD OF AANVAARD DOOR VERZOEKSTER , DIE TOCH KON WETEN DAT DEZE ER TOE STREKKEN DE MEDEDINGING TUSSEN HAAR AFNEMERS TE BEPERKEN ;
DAT HET DERHALVE NIET VAN BELANG IS OF VERZOEKSTER ZICH AL DAN NIET ERVAN BEWUST WAS HET VERBOD VAN ARTIKEL 85 TE OVERTREDEN ;
DAT IN ZOVERRE HET ADVIES VAN EEN JURIDISCH ADVISEUR , WAAROP ZIJ ZICH BEROEPT , HAAR NIET VERMAG TE VERSCHONEN ;
DAT DERHALVE DIENT TE WORDEN AANGENOMEN DAT DE DOOR HET VERDRAG VERBODEN HANDELINGEN OPZETTELIJK EN IN STRIJD MET DE VERDRAGSBEPALINGEN ZIJN VERRICHT ;
19OVERWEGENDE AANGAANDE DE ERNST VAN DE OVERTREDING DAT EXPORTVERBODSCLAUSULES EEN CONCURRENTIEBEPERKING VORMEN DIE REEDS NAAR HAAR AARD HET HANDELSVERKEER TUSSEN DE LID-STATEN IN GEVAAR BRENGT ;
DAT DERHALVE DE COMMISSIE AAN DE VASTGESTELDE INBREUKEN EEN ZEKERE ERNST KON TOEKENNEN EN HIERMEE IN HET KADER VAN ARTIKEL 15 VAN VERORDENING NR . 17 REKENING MOCHT HOUDEN ;
20OVERWEGENDE DAT VERZOEKSTER NOG HEEFT BETOOGD DAT HET BEDRAG VAN DE BOETE EEN UITERST ZWARE SANCTIE ZOU ZIJN VOOR EEN ONDERNEMING ALS DE HARE ;
21OVERWEGENDE ECHTER DAT ZIJ EEN TOETSING VAN DEZE BEWERING HEEFT VERHINDERD DOOR DE ZIJDENS HET HOF GEVRAAGDE OVERLEGGING VAN HAAR BALANS TE WEIGEREN ;
22OVERWEGENDE DAT MITSDIEN HET BEROEP TEGEN ARTIKEL 2 VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING ONGEGROND IS EN EVENEENS MOET WORDEN VERWORPEN ;
TEN AANZIEN VAN DE KOSTEN
23OVERWEGENDE DAT INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN MOET WORDEN VERWEZEN VOORZOVER ZULKS IS GEVORDERD ;
DAT VERZOEKSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD ;
DAT ZIJ DERHALVE IN DE KOSTEN MOET WORDEN VERWEZEN ;
HET HOF VAN JUSTITIE ,
RECHTDOENDE :
1 . VERKLAART HET BEROEP ONGEGROND ;
2 . VERWIJST VERZOEKSTER IN DE KOSTEN .