EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 4.6.2024
COM(2024) 220 final
2024/0123(NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2024
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52024PC0220
Proposal for a COUNCIL DECISION on the financial contributions to be paid by the parties to the European Development Fund as a second instalment for 2024
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2024
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2024
COM/2024/220 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 4.6.2024
COM(2024) 220 final
2024/0123(NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2024
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Het voorstel betreft een besluit van de Raad over de tweede tranche van de financiële bijdragen aan het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna “EOF” genoemd) die de partijen bij het EOF in 2024 moeten betalen.
Voor het 11e EOF en de andere EOF’s die nog lopen (het 9e en 10e EOF) geldt de volgende regelgeving:
a)het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn 1 (hierna “het Intern Akkoord van het 11e EOF” genoemd);
b)Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds 2 (hierna “Financieel Reglement van het 11e EOF” genoemd);
c)Besluit (EU) 2020/2233 van de Raad betreffende de vastlegging van de middelen die afkomstig zijn van gelden die terugvloeien in het kader van de ACS-investeringsfaciliteit van operaties uit hoofde van het 9e, 10e en 11e Europees Ontwikkelingsfonds 3 ;
d)Besluit (EU) 2022/1223 4 van de Raad inzake de toewijzing van vrijgemaakte middelen van projecten in het kader van het 10e en 11e Europees Ontwikkelingsfonds teneinde acties te financieren voor het aanpakken van de voedselzekerheidscrisis en de economische schok in landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) ten gevolge van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
In de in de punten a) tot en met d) vermelde documenten zijn meerjarige verbintenissen van de partijen vervat om de thesaurie van het EOF te financieren. Het Financieel Reglement van het 11e EOF zorgt ervoor dat de partijen op regelmatige basis bijdragen aan de thesaurie van het EOF overeenkomstig vooraf vastgestelde financiële verbintenissen. Regelmatige bijdragen komen er op basis van technische besluiten van de Raad betreffende de uitvoering van eerder besloten financiële vastleggingen.
Enkele onderdelen van de toelichting zijn daarom niet van toepassing op oproepen voor regelmatige bijdragen zoals deze.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het Financieel Reglement van het 11e EOF moet de Raad uiterlijk 21 kalenderdagen na de indiening van het voorstel door de Europese Commissie, die optreedt namens de Europese Unie, een besluit over dit voorstel nemen.
2024/0123 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2024
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn 5 , en met name artikel 7, lid 2, in samenhang met artikel 14, lid 3,
Gezien Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds 6 , en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 7 , en met name artikel 19, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad moet de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar geactualiseerde vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.
(2)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad moet de Europese Commissie uiterlijk op 15 juni 2024 een voorstel indienen dat het bedrag van de tweede tranche van de bijdrage voor 2024 bevat.
(3)Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor voorgaande Europese Ontwikkelingsfondsen (hierna “EOF’s” genoemd) worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen op grond van Verordening (EU) 2018/1877 voor de EIB en voor de Commissie worden gedaan.
(4)Op grond van artikel 152 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “Terugtrekkingsakkoord”) blijft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) partij bij het EOF tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Op grond van artikel 153 van het Terugtrekkingsakkoord wordt het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 11e EOF, wanneer deze na 31 december 2020 zijn vrijgemaakt, of van voorgaande EOF’s, echter niet hergebruikt.
(5)Bij Besluit (EU) 2023/2586 van de Raad 8 is het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF voor 2024 vastgesteld op 1 200 000 000 EUR 9 voor de Commissie, en 300 000 000 EUR voor de Europese Investeringsbank.
(6)Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet, snel kunnen worden toegepast, moet dit besluit in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het bedrag van de bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds als tweede tranche voor 2024 moeten betalen, wordt vastgesteld op 500 000 000 EUR. Dat bedrag wordt gesplitst in 400 000 000 EUR voor de Commissie en 100 000 000 EUR voor de EIB.
Artikel 2
De individuele bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds worden door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds aan de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank betaald als tweede tranche voor 2024, overeenkomstig de bijlage.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 4.6.2024
COM(2024) 220 final
BIJLAGE
bij
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2024
BIJLAGE
Tweede tranche van de bijdragen aan het EOF voor 2024 (EUR)
LIDSTATEN & VK |
Verdeelsleutel 11e EOF % |
Tweede tranche 2024 (in EUR) |
Totaal |
|
Commissie |
EIB |
|||
11e EOF |
11e EOF |
|||
BELGIË |
3,24927 |
12 997 080 |
3 249 270 |
16 246 350 |
BULGARIJE |
0,21853 |
874 120 |
218 530 |
1 092 650 |
TSJECHIË |
0,79745 |
3 189 800 |
797 450 |
3 987 250 |
DENEMARKEN |
1,98045 |
7 921 800 |
1 980 450 |
9 902 250 |
DUITSLAND |
20,57980 |
82 319 200 |
20 579 800 |
102 899 000 |
ESTLAND |
0,08635 |
345 400 |
86 350 |
431 750 |
IERLAND |
0,94006 |
3 760 240 |
940 060 |
4 700 300 |
GRIEKENLAND |
1,50735 |
6 029 400 |
1 507 350 |
7 536 750 |
SPANJE |
7,93248 |
31 729 920 |
7 932 480 |
39 662 400 |
FRANKRIJK |
17,81269 |
71 250 760 |
17 812 690 |
89 063 450 |
KROATIË |
0,22518 |
900 720 |
225 180 |
1 125 900 |
ITALIË |
12,53009 |
50 120 360 |
12 530 090 |
62 650 450 |
CΥΡRUS |
0,11162 |
446 480 |
111 620 |
558 100 |
LETLAND |
0,11612 |
464 480 |
116 120 |
580 600 |
LITOUWEN |
0,18077 |
723 080 |
180 770 |
903 850 |
LUXEMBURG |
0,25509 |
1 020 360 |
255 090 |
1 275 450 |
HONGARIJE |
0,61456 |
2 458 240 |
614 560 |
3 072 800 |
MALTA |
0,03801 |
152 040 |
38 010 |
190 050 |
NEDERLAND |
4,77678 |
19 107 120 |
4 776 780 |
23 883 900 |
OOSTENRIJK |
2,39757 |
9 590 280 |
2 397 570 |
11 987 850 |
POLEN |
2,00734 |
8 029 360 |
2 007 340 |
10 036 700 |
PORTUGAL |
1,19679 |
4 787 160 |
1 196 790 |
5 983 950 |
ROEMENIË |
0,71815 |
2 872 600 |
718 150 |
3 590 750 |
SLOVENIË |
0,22452 |
898 080 |
224 520 |
1 122 600 |
SLOWAKIJE |
0,37616 |
1 504 640 |
376 160 |
1 880 800 |
FINLAND |
1,50909 |
6 036 360 |
1 509 090 |
7 545 450 |
ZWEDEN |
2,93911 |
11 756 440 |
2 939 110 |
14 695 550 |
VERENIGD KONINKRIJK* |
14,67862 |
58 714 480 |
14 678 620 |
73 393 100 |
TOTAAL EU-27 & VK |
100,00 |
400 000 000 |
100 000 000 |
500 000 000 |
* Overeenkomstig artikel 153 van het Terugtrekkingsakkoord heeft het VK de Commissie in maart 2023 formeel verzocht zijn nog uitstaande deel in de reserves van het 10e en het 11e EOF in 2023 terug te betalen door verrekening met zijn nog verschuldigde bijdrage aan het EOF. Deze verrekening zal tot uiting komen in de desbetreffende betalingsinstructies.