Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0402

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

COM/2023/402 final

Brussel, 10.7.2023

COM(2023) 402 final

2023/0237(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

(Voor de EER relevante tekst)

{SEC(2023) 269 final} - {SWD(2023) 240 final} - {SWD(2023) 241 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Sinds 1953 spelen de Europese statistieken, parellel met de ontwikkeling van de Europese Unie, een steeds belangrijkere rol bij het onderbouwen van de activiteiten, het beleid en de wetgevingshandelingen van de EU, van het ontwerp en de uitvoering tot de monitoring en evaluatie ervan.

Het huidige rechtskader voor de Europese statistieken is Verordening (EG) nr. 223/2009, die in 2009 door het Europees Parlement en de Raad is vastgesteld. Deze werd in 2015 herzien om de algemene governance van het Europees statistisch systeem (ESS) en met name de professionele onafhankelijkheid ervan te versterken. Sindsdien is deze versterkte governance doeltreffend gebleken.

De recente financiële, migratie- en COVID-19-crises, gevolgd door de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, hebben echter geleid tot meer vraag naar, en hogere verwachtingen met betrekking tot tijdiger en gedetailleerdere Europese statistieken, die nodig zijn om de besluitvorming van de EU te onderbouwen en te zorgen voor de best mogelijke respons van de EU op crises. In het recente verleden heeft de EU verschillende wetgevingsinitiatieven genomen om alomvattende crisisresponsmechanismen op te bouwen, door middel van voorstellen zoals het mechanisme voor civiele bescherming, de Europese Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied (HERA), het marktcorrectiemechanisme of het noodinstrument voor de eengemaakte markt (SMEI).

Tegelijkertijd opereert het ESS in een context die wordt aangestuurd door een grondige digitale transformatie, waardoor nieuwe informatiebehoeften zijn ontstaan, naast de opkomst van veel digitale gegevensbronnen. Deze bronnen zijn klaar om te worden aangeboord en kunnen Europese statistieken helpen genereren die efficiënter, uitgebreider en tijdiger aan deze behoeften kunnen voldoen. Dit kan op zijn beurt de economische groei vergroten, innovatie stimuleren, de democratische verantwoordingsplicht en het algemene welzijn van de samenleving ondersteunen.

Als gevolg daarvan zijn de verwachtingen van de gebruikers van Europese statistieken veranderd: er is een toenemende vraag naar gedetailleerdere informatie, die sneller en vaker geproduceerd wordt en meer diepgaande inzichten verschaft met het oog op met feitelijke gegevens onderbouwd EU-beleid. Nieuwe gegevensbeschermingsvoorschriften (de algemene verordening gegevensbescherming – AVG) en nieuwe privacybeschermingsparameters zijn ook belangrijke onderdelen van deze nieuwe omgeving geworden. Aangezien de huidige productiemethoden voor Europese statistieken beperkt blijven tot traditionele gegevensbronnen (bv. enquêtes en administratieve bestanden), is het moeilijk, zo niet onmogelijk geworden om aan deze toenemende vraag te voldoen, zelfs als extra middelen zijn toegewezen aan de statistische instanties.

De algemene doelstelling van dit voorstel is daarom het rechtskader voor Europese statistieken klaar te maken voor de toekomst en het ESS aanzienlijk beter af te stemmen op de gegevensbehoeften. Het ESS zal statistieken kunnen produceren die relevanter, sneller beschikbaar en gedetailleerder zijn. Dit zal leiden tot een betere efficiëntie en tot minder kosten en lasten voor de lidstaten en de respondenten. Dit initiatief heeft ook tot doel te voorzien in een mechanisme en instrumenten voor het ESS om snel, collectief en gecoördineerd te reageren op dringende gegevensbehoeften in tijden van crisis.

Meer in het bijzonder moet het voorstel statistische instanties in staat stellen het volledige potentieel van digitale gegevensbronnen en -technologieën te benutten door het hergebruik ervan voor Europese statistieken mogelijk te maken. Het voorstel zal ertoe bijdragen, het ESS efficiënter en doeltreffender te maken door het delen van gegevens te bevorderen en de coördinatie ervan te versterken, en de statistische geheimhouding en de privacy van gegevens strikt in acht nemen; het zal de taken van ESS-partners actualiseren; de mogelijke rollen beschrijven voor het benutten van de kansen die de digitale transformatie biedt voor kostenefficiëntere en minder belastende statistische productie, en nieuwe functies specificeren die statistische instanties in de opkomende Europese en nationale data-ecosystemen zouden kunnen vervullen, met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is volledig in overeenstemming met de bestaande bepalingen in de EU-wetgeving inzake statistieken.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU

Dit voorstel is in overeenstemming met de bestaande voorschriften op het gebied van:

— verwerking van persoonsgegevens (met inbegrip van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG));

— versterkte mechanismen om de beschikbaarheid van gegevens te vergroten (de datagovernanceverordening);

— de algemene aanpak voor het beschikbaar stellen van gegevens aan openbare lichamen in situaties van uitzonderlijke behoefte, zoals voorzien in het voorstel voor de dataverordening dat momenteel wordt besproken;

— bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van communicatie, alsook van alle (persoonlijke of niet-persoonsgebonden) gegevens die zijn opgeslagen in en worden geraadpleegd via eindapparatuur (dit is de e-privacyrichtlijn, die zal worden vervangen door de e-privacyverordening waarover het Europees Parlement en de Raad momenteel met elkaar onderhandelen).

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 338, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het Europees Parlement en de Raad moeten volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aannemen voor de opstelling van statistieken wanneer dit voor de vervulling van de taken van de Unie nodig is.

Voorts bevat artikel 338, lid 2, VWEU de vereisten voor de productie van Europese statistieken en bepaalt dat deze moeten voldoen aan de normen van onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding, zonder dat dit buitensporige lasten voor marktdeelnemers met zich brengt.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing omdat het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Dit betekent dat de EU alleen optreedt omdat dit doeltreffender zou zijn dan maatregelen op nationaal, regionaal of lokaal niveau.

Om ervoor te zorgen dat het ESS relevantere, tijdiger en gedetailleerdere Europese statistieken kan produceren, zijn wettelijke bepalingen op EU-niveau nodig om nieuwe gegevensbronnen ter beschikking te stellen van de nationale bureaus voor de statistiek (NSI’s) en de Commissie (Eurostat), zodat zij Europese statistieken op duurzame wijze kunnen opstellen.

Momenteel verschillen de voorwaarden en waarborgen van de lidstaten wanneer zij toestaan dat gegevens in particulier bezit worden hergebruikt voor officiële statistieken. Een geharmoniseerde aanpak op EU-niveau zou zorgen voor juridische duidelijkheid en een eerlijke behandeling van particuliere gegevenshouders die in meerdere lidstaten actief zijn.

Om ervoor te zorgen dat het ESS op crises kan reageren, moeten in het algemene wetgevingskader voor Europese statistieken specifieke verwijzingen worden opgenomen die een snelle reactie op EU-niveau mogelijk maken en er ook voor zorgen dat de statistische respons in alle lidstaten consistent is. Het voorgestelde responsmechanisme zou de doeltreffendheid verbeteren door middel van versterkte statistische coördinatie, met inachtneming van de taken en verantwoordelijkheden van de nationale statistische instanties. Bovendien kan het worden gebruikt als aanvulling op de bestaande crisisresponsinstrumenten van de EU, om te zorgen voor tijdige en relevante statistieken voor met feitelijke gegevens onderbouwde besluitvorming binnen die instrumenten.

Om de lasten voor bedrijven en burgers te verminderen en de efficiëntie en kwaliteit te verhogen, moeten de processen binnen het ESS worden geoptimaliseerd. Deze processen omvatten regelingen voor gegevensverzameling en gegevensuitwisseling in verband met fenomenen die zich in meer dan één lidstaat voordoen, zoals de activiteiten van multinationals.

Zonder verdere wetgevingsmaatregelen op EU-niveau zullen de problemen die zijn ontstaan, voortduren en kunnen deze geleidelijk verergeren, gezien de toenemende digitalisering van de samenleving en veranderingen in de vraag van de gebruikers.

De EU kan derhalve maatregelen vaststellen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag vervatte subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Het voorstel is op de volgende wijze in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Doel van het initiatief is het ESS toekomstbestendig te maken. Er is geoordeeld dat het geschikt is voor dit doel, wat ertoe leidt dat de totale voordelen voor de samenleving aanzienlijk hoger zijn dan de totale kosten, zoals blijkt uit de effectbeoordeling. Procedurele waarborgen zorgen ervoor dat evenredigheid wordt toegepast in alle stadia van de uitvoering van de herziene Verordening (EG) nr. 223/2009.

Het initiatief is evenredig omdat het alleen gericht is op bestaande belemmeringen voor het opstellen van tijdigere en gedetailleerdere Europese statistieken. Bij dit initiatief zijn de nationale autoriteiten betrokken, en het consolideert de nauwe betrokkenheid van de nationale autoriteiten bij het ESS. De voorkeursoptie gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de verdragen te verwezenlijken.

Keuze van instrument

Aangezien het onderwerp van het voorstel reeds in een verordening is geregeld en dit voorstel zal worden gewijzigd, is het meest geschikte instrument een verordening.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Bij de voorbereiding van dit voorstel werden de belanghebbenden op verschillende manieren geraadpleegd. Tijdens de openbare raadpleging werden standpunten van belanghebbenden verzameld over opties om ervoor te zorgen dat Europese statistieken toekomstbestendig zijn. Er is feedback ontvangen van verschillende groepen belanghebbenden. Hun standpunten worden uitvoerig beschreven in de bijlage bij het werkdocument van de diensten van de Commissie over de effectbeoordeling.

Van 19 juli tot en met 25 oktober 2022 heeft een openbare raadpleging plaatsgevonden 1 . De Commissie heeft in totaal 204 geldige reacties ontvangen. De respondenten spraken hun steun uit voor maatregelen op EU-niveau om digitale gegevens van de particuliere sector beschikbaar te stellen voor de productie van Europese officiële statistieken, aangezien 83 % van de respondenten van mening was dat dit van zeer groot of groot belang is. 11 % van de respondenten was van mening dat de Europese officiële statistieken voldoende inspelen op de opkomende behoefte van gebruikers, ook tijdens openbare noodsituaties en crises, terwijl 72 % van mening was dat ze er enigszins op inspelen, maar niet voldoende. Wat betreft de doeleinden waarvoor het gemakkelijker en systematischer delen van gegevens tussen statistische instanties nuttig zou zijn binnen het Europees statistisch systeem, vond 72 % van de respondenten het nuttig de responslast te verminderen en het hergebruik van reeds verzamelde gegevens mogelijk te maken. Tot slot was 85 % van de respondenten het ermee eens of sterk ermee eens dat statistische instanties professionele adviezen moeten verstrekken aan organisaties binnen hun ecosysteem over kwesties in verband met gegevens en gegevensverwerking, zoals kwaliteit, hergebruik van gegevens, intellectuele eigendom, vertrouwelijkheid, beveiliging en metagegevens.

De standpunten van belanghebbenden werden ook verzameld via de studie ter ondersteuning van een effectbeoordeling voor de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek, die gebaseerd was op materiaal zoals interviews met belanghebbenden tussen oktober en november 2022, een online-enquête (van 5 oktober tot en met 7 november 2022) en een onlineworkshop voor belanghebbenden die op 8 november 2022 heeft plaatsgevonden.

Concluderend spraken gebruikers en producenten van Europese statistieken hun steun uit voor een herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 naar het voorbeeld van dit voorstel, hoewel de producenten van statistieken (d.w.z. de partners van het ESS) de gevolgen voor de begroting opmerken. Het grote publiek was ook voorstander, gezien de aanzienlijke voordelen voor de samenleving, maar aangezien de voor Europese statistieken te hergebruiken gegevens tot op zekere hoogte persoonsgegevens kunnen zijn, vroegen zij om strenge vertrouwelijkheidswaarborgen, hoewel zij erkenden dat het ESS reeds zeer solide waarborgen inzake vertrouwelijkheid biedt.

Bedrijven kunnen in hun hoedanigheid van gegevenshouders kosten maken en als zodanig achtten zij het van essentieel belang hun belangen te eerbiedigen. Zij staan open voor de voorkeursoptie, mits een billijke oplossing voor kostencompensatie wordt gevonden. De mogelijke vermindering van de lasten voor bedrijven en huishoudens doordat enquêtes worden vervangen door het gebruik van nieuwe gegevensbronnen, wordt door iedereen gewaardeerd.

Tot slot heeft het ESS er al jaren herhaaldelijk op aangedrongen dat de kwestie van de toegang tot gegevens in particulier bezit voor statistische doeleinden op Europees niveau wordt aangepakt. Dit is begonnen met de ESS-standpuntnota over de toegang tot gegevens in particulier bezit die van openbaar belang zijn van november 2017 2 en meer recentelijk met de ESS-standpuntnota over het toekomstige voorstel voor een dataverordening 3 .

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Het voorstel werd ondersteund door verschillende documenten, studies, aanbevelingen, conferenties en andere input van deskundigen, waaronder:

— Verslag van de deskundigengroep over het vergemakkelijken van het gebruik van nieuwe gegevensbronnen voor officiële statistieken: Empowerment van de samenleving door gebruik te maken van particuliere gegevens voor officiële statistieken — een Europese aanpak 4 ;

- Studie ter ondersteuning van een effectbeoordeling voor de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek;

- Bijeenkomst op hoog niveau georganiseerd door het Franse voorzitterschap op 7-8 april 2022 in Lyon over “Het Europees statistisch systeem klaar maken voor de toekomst”;

Vergadering van de voorzitters en directeuren-generaal van de nationale bureaus voor de statistiek van het ESS in Luxemburg op 18 mei 2022 om twee specifieke onderwerpen verder te bespreken: duurzame toegang tot gegevens in particulier bezit en het delen van gegevens in het ESS voor de productie van Europese statistieken.

Effectbeoordeling

Het voorstel gaat vergezeld van een effectbeoordeling die op 14 december 2022 en 6 maart 2023 aan de Raad voor regelgevingstoetsing van de Europese Commissie is voorgelegd. Op 27 maart 2023 heeft de Raad onder voorbehoud een positief advies uitgebracht. Naast een dynamische basisoptie (optie 0) die rekening houdt met de bredere Europese datastrategie en die geen herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 inhoudt, zijn twee andere wetgevingsopties beoordeeld: (Optie 1) waarbij wetgevingsmaatregelen met een lage intensiteit worden ingevoerd, en optie (optie 2) waarbij grondigere wetgevingsmaatregelen worden ingevoerd, waarbij verplichtingen worden opgelegd aan de gegevenshouders en aan de nationale statistische instanties van de lidstaten. Voor elke beleidsoptie zijn verschillende specifieke beleidsmaatregelen vastgesteld.

Uit de vergelijkende evaluatie van de drie beleidsopties is gebleken dat de basisoptie (optie 0) het minst wenselijke resultaat heeft in termen van doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang, en de eerste beleidsoptie (optie 1) het meest wenselijk, terwijl de tweede beleidsoptie daartussen het midden houdt. Dit geldt voor elk van de specifieke doelstellingen. Optie 1 is minder doeltreffend, maar efficiënter en coherenter dan optie 2. Bovendien is deze ook realistischer en wordt deze door belanghebbenden ondersteund. Dit wijst er duidelijk op dat optie 1 de voorkeursoptie is.

De voorkeursoptie omvat maatregelen die

i) een duurzaam en billijk gebruik van digitale gegevensbronnen voor Europese statistieken waarborgen door een mechanisme in te stellen waarmee particuliere gegevenshouders verplicht kunnen worden om het hergebruik van de gegevens waarover zij beschikken met het oog op de ontwikkeling en productie van dergelijke statistieken mogelijk te maken;

ii) het mogelijk maken om rechtstreeks op EU-niveau uitgevoerde statistische maatregelen te initiëren naar aanleiding van crises en buitengewone omstandigheden;

iii) opdracht geven tot het delen van gegevens tussen de partners van het ESS voor statistische doeleinden, indien dit relevant en gerechtvaardigd is;

iv) de Commissie (Eurostat) in staat stellen gegevens met de nationale bureaus voor de statistiek te delen via een beveiligde infrastructuur, en

v) de NSI’s in staat stellen datagovernance in hun respectieve gegevensecosystemen op zich te nemen en zo de interoperabiliteit en standaardisering van gegevens te verbeteren.

Grondrechten

De effectbeoordeling heeft geen mogelijke directe gevolgen voor de grondrechten vastgesteld. Het enige grondrecht dat indirect op het spel kan staan, is gegevensbescherming bij het bevorderen van het delen van gegevens en het versterken van de coördinatie binnen het ESS. Een dergelijke betere uitwisseling van gegevens zal echter worden georganiseerd met strikte inachtneming van de statistische vertrouwelijkheid en de privacy van gegevens. Elke verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening zal voldoen aan alle voorwaarden en voorschriften van de wetgeving inzake gegevensbescherming, zoals Verordening (EU) 2016/679 5 en Verordening (EU) 2018/1725 6 .

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde verordening zal naar verwachting in 2024 door het Europees Parlement en de Raad worden goedgekeurd, waarbij de uitvoeringsmaatregelen van de Commissie kort daarna moeten worden goedgekeurd. De verordening zal rechtstreeks toepasselijk zijn in alle lidstaten van de EU, zonder dat daarvoor een uitvoeringsplan nodig is.

In overeenstemming met de effectbeoordeling zal de uitvoering van de vastgestelde verordening regelmatig worden gemonitord en geëvalueerd. De effectbeoordeling bevat ook regelingen voor monitoring, met inbegrip van voorstellen voor te gebruiken indicatoren.

Artikelsgewijze toelichting

Invoering van nieuwe kerndefinities of aanpassing van bestaande definities (voorstel tot wijziging van artikel 3)

Er wordt voorgesteld een nieuwe definitie van “meerbronstatistieken” in te voeren om rekening te houden met het feit dat Europese statistieken kunnen worden opgesteld met behulp van een combinatie van verschillende gegevensbronnen. Hierdoor kunnen statistische instanties zoeken naar de meest relevante en kosteneffectieve mix van primaire gegevensbronnen voor de ontwikkeling en productie van verschillende Europese officiële statistieken.

Om de realiteit van het digitale tijdperk waarin het ESS werkt beter weer te geven, wordt ook voorgesteld nieuwe definities in te voeren, zoals met betrekking tot “gegevens”, “metagegevens”, “gegevenshouders”, “gegevensuitwisseling” en “gegevensbron”. De bestaande definitie van “statistische doeleinden” moet ook worden aangepast zodat onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd door statistische instanties of de vaststelling van steekproefkaders expliciet deel gaan uitmaken van dergelijke statistische doeleinden.

Vergroten van de capaciteit van het ESS om snel en collectief en gecoördineerd te reageren op dringende gegevensbehoeften in tijden van crisis (voorstel voor een nieuw artikel 16 bis)

In het algemeen neemt de vraag naar gedetailleerdere en tijdiger, vaak bijna realtime officiële statistieken toe, maar het vermogen om aan die eisen te voldoen is vooral van cruciaal belang in tijden van crisis, zoals de recente COVID-19-pandemie en de energiecrisis als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne. Binnen de gebruikelijke planningscyclus beslaat de incubatietijd voor een nieuwe statistiek doorgaans meerdere jaren, maar als de vraag dringend en belangrijk is, is een versnelde oplossing nodig met passende waarborgen voor alle partners en voor de kwaliteit en harmonisatie van de daaruit voortvloeiende statistische informatie. Het ESS moet sneller kunnen reageren of proactief kunnen innoveren om met Europese statistieken te reageren op dergelijke uitzonderlijke en ongeplande politieke eisen waaraan niet kan worden voldaan in het kader van de uitvoering van het zevenjarige programmeringstijdschema van het Europees statistisch programma. De mogelijkheid voor de Commissie om overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009 specifieke acties ter uitvoering van het Europees statistisch programma vast te stellen, volstaat daarom niet.

Daarom wordt een nieuwe bepaling voorgesteld die voorziet in mogelijke statistische maatregelen op Europees niveau om te voorzien in dringende informatiebehoeften die zich voordoen in tijden van crisis en naar aanleiding van noodmechanismen die worden geactiveerd overeenkomstig de procedures van het Unierecht.

In dergelijke situaties moet de Commissie (Eurostat), in nauwe samenwerking met het ESS-comité, tijdelijke statistische maatregelen onderzoeken die op Europees niveau moeten worden geïnitieerd en uitgevoerd. Het voordeel voor politieke belanghebbenden en beleidsmakers van een dergelijke grotere onmiddellijke responsiviteit binnen het ESS zou erin bestaan tijdig statistische output en inzichten te ontvangen die in alle EU-lidstaten vergelijkbaar zijn.

Deze statistische acties kunnen bestaan uit de productie van statistieken op basis van nieuwe tijdelijke gegevensverzamelingen of het verschaffen van aanvullende inzichten op basis van bestaande gegevens. De acties kunnen ook de ontwikkeling omvatten van nieuwe methoden en andere gecoördineerde maatregelen om de continuïteit, consistentie en vergelijkbaarheid van de in tijden van crisis geleverde Europese statistieken te waarborgen.

Bij het vaststellen van de behoefte aan statistische maatregelen moet de Commissie (Eurostat) het ESS-comité tijdig en op transparante wijze informeren en raadplegen. De nationale bureaus voor de statistiek kunnen besluiten zich aan te sluiten bij en deel te nemen aan de statistische acties. De Commissie moet ook de bevoegdheid krijgen om uitvoeringshandelingen vast te stellen waarin de relevante termijnen, frequentie en kwaliteitsvereisten voor deze statistische acties worden gespecificeerd.

Bovendien kan het worden gebruikt als aanvulling op de bestaande crisisresponsinstrumenten van de EU, om te zorgen voor tijdige en relevante statistieken voor empirisch onderbouwde besluitvorming binnen die instrumenten.

Verbetering van de tijdige toegang tot administratieve gegevens voor Europese statistieken (voorstel tot wijziging van artikel 17 bis)

Voorgesteld wordt de eis aan te scherpen dat de nationale overheidsinstanties die belast zijn met administratieve gegevensbronnen die relevant zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties 7 in staat moeten stellen om kosteloos toegang te krijgen tot administratieve gegevens en deze te hergebruiken en te integreren in voldoende tijd en frequentie om statistieken te produceren en in te dienen bij de Commissie (Eurostat) binnen de termijnen en in overeenstemming met de in de statistische wetgeving vastgestelde kwaliteitseisen.

Daarnaast wordt een verfijning en verduidelijking ingevoerd dat de Commissie (Eurostat) op verzoek toegang krijgt tot relevante gegevens en metagegevens uit databanken en interoperabiliteitssystemen die worden onderhouden door organen en agentschappen van de Unie, en deze tijdig kan hergebruiken, wanneer dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. Daartoe zal de Commissie (Eurostat) samenwerken met de relevante organen en agentschappen van de Unie, teneinde de vereiste gegevens en metagegevens op maat, de operationele modaliteiten voor het hergebruik van gegevens en de nodige fysieke en logische waarborgen te specificeren.

Zorgen voor duurzame toegang tot gegevens in particulier bezit die ontstaan als bijproduct van digitale diensten en het internet der dingen voor Europese statistieken (voorstel voor nieuwe artikelen 17 ter, 17 quater, 17 quinquies en 17 sexies)

In de nieuwe artikelen 17 ter, 17 quater, 17 quinquies en 17 sexies, in hoofdstuk III over “Productie van Europese statistieken”, wordt voorgesteld particuliere gegevenshouders te verplichten om op verzoek gegevens onder bepaalde voorwaarden ter beschikking te stellen van de nationale bureaus voor de statistiek of de Commissie (Eurostat). Het voorgestelde mechanisme vormt een evenredig, beperkt en voorspelbaar kader op Europees niveau dat doeltreffend is om deze gegevens beschikbaar te stellen voor de productie van Europese statistieken en tegelijkertijd zorgt voor rechtszekerheid en de responslast voor bedrijven tot een minimum beperkt. Dit mechanisme doet echter geen afbreuk aan de in de sectorale wetgeving vastgelegde rapportageverplichtingen voor statistische respondenten, noch aan de verplichting voor gegevenshouders om gegevens beschikbaar te stellen op basis van uitzonderlijke behoeften in overeenstemming met de dataverordening 8 .

Het voorstel voorziet in een motiveringsprocedure in twee fasen, waarbij de noodzaak om toegang te krijgen tot een nieuwe gegevensbron eerst moet worden vastgesteld op het niveau van een jaarlijks werkprogramma voor Europese statistieken. De motivering in het jaarlijkse werkprogramma zou een voorafgaande voorwaarde zijn voor de tweede fase, waarin de nationale bureaus voor de statistiek of de Commissie (Eurostat) daadwerkelijk individuele verzoeken zullen indienen bij particuliere gegevenshouders tot beschikbaarstelling van bepaalde gegevens voor de opstelling van bepaalde statistieken (binnen de reikwijdte van de motivering in de eerste fase). Dergelijke verzoeken moeten in verhouding staan tot de statistische behoeften, duidelijk het doel van het verzoek aangeven en de belangen eerbiedigen van de particuliere gegevenshouder die wordt verzocht de gegevens beschikbaar te stellen.

Hoewel de nationale bureaus voor de statistiek de belangrijkste toegangspunten zullen zijn voor gegevens in particulier bezit voor het opstellen van Europese statistieken, kan de Commissie (Eurostat) in sommige gevallen beter in staat zijn om het eerste toegangspunt tot gegevens van bedrijven te zijn. Dit geldt met name voor gebieden waar een ESS-gegevensverzamelingsaanpak doeltreffender zou kunnen zijn, zoals wanneer gegevens in het bezit zijn van ondernemingen die op Uniebrede schaal actief zijn. Voorts beoogt het voorstel een verplichting tot samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de nationale bureaus voor de statistiek in te voeren om buitensporige verzoeken van particuliere gegevenshouders te voorkomen en te zorgen voor een aanpak van gegevensminimalisering.

Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om door middel van uitvoeringshandelingen de regelingen voor het beschikbaar stellen van de gegevens vast te stellen, zoals het gegevensformaat, de vereisten inzake metagegevens, een gemeenschappelijk sjabloon dat moet worden gebruikt bij het indienen van een verzoek of de feitelijke manier om toegang tot de gegevens te krijgen, waarbij de verplichting om gegevens beschikbaar te stellen die duidelijk verschillende mogelijkheden moet bestrijken, waaronder de doorgifte van gegevens, het gebruik van een beveiligd berekeningskader van een derde partij of het verzenden van een algoritme aan de particuliere gegevenshouder.

De bepalingen bevatten verplichtingen voor de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) bij het hergebruik van gegevens die beschikbaar zijn gesteld voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken. De nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) mogen deze gegevens met name uitsluitend voor statistische doeleinden gebruiken en in overeenstemming met de beginselen van statistische geheimhouding en kosteneffectiviteit, en deze gegevens niet delen met derden, tenzij de gegevenshouder daarmee heeft ingestemd. Daarnaast nemen de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) passende maatregelen om de statistische vertrouwelijkheid en bedrijfsgeheimen te beschermen en om andere legitieme belangen van particuliere gegevenshouders in acht te nemen, waaronder de kosten en inspanningen die nodig zijn om de gegevens beschikbaar te stellen. De Commissie (Eurostat) publiceert een beschrijving van de belangrijkste categorieën kosten in verband met de gegevensverwerking waarvoor de gegevenshouder een vergoeding kan worden toegekend en de methode voor de berekening van deze kosten.

Bevordering van het delen van gegevens binnen het ESS (voorstel voor een nieuw artikel 17 septies)

Voorgesteld wordt om in het huidige hoofdstuk III over “Productie van Europese statistieken” nieuwe bepalingen op te nemen over het delen van gegevens tussen NSI’s onderling en tussen de NSI’s en de Commissie (Eurostat), uitsluitend met het oog op de ontwikkeling en productie van Europese statistieken en de verbetering van de kwaliteit ervan, indien relevant en noodzakelijk. Bijvoorbeeld in gevallen zoals de waarneming van grensoverschrijdende fenomenen die niet kunnen worden gemeten als som van nationale ramingen.

Het delen van gegevens wordt beschouwd als een manier om de toegang tot gegevensbronnen binnen het ESS te verbeteren voor zowel statistische ontwikkeling als productie en om gegevensanalysedoeleinden te ondersteunen. De NSI’s en de Commissie (Eurostat) die deelnemen aan het delen van gegevens binnen het ESS, bieden alle nodige waarborgen met betrekking tot de fysieke en logische bescherming van de vertrouwelijkheid van gegevens. Het delen van gegevens moet worden vergemakkelijkt door het gebruik van een beveiligde infrastructuur die de technische integriteit en vertrouwelijkheid van gegevensverwerking waarborgt.

Wanneer de betrokken gegevens vertrouwelijke gegevens zijn in de zin van artikel 3 van deze verordening of persoonsgegevens overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, is het delen van die gegevens toegestaan en kan deze op vrijwillige basis plaatsvinden, op basis van privacybevorderende technologieën.

Ontwikkeling van Europese statistieken (voorstel voor een nieuw hoofdstuk III bis over “Ontwikkeling van Europese statistieken” met een nieuw artikel 17 octies)

Het voorstel introduceert een nieuw hoofdstuk III bis over “Ontwikkeling van Europese statistieken”, dat betrekking heeft op statistieken die in ontwikkeling zijn, soms “experimentele statistieken” genoemd. Het doel is een kader te creëren waarbinnen Europese statistieken op specifieke gebieden kunnen worden ontwikkeld als onderdeel van een collectieve inspanning van het ESS, waarbij nieuwe technologieën en nieuwe inzichten geleidelijk worden geïntegreerd. De Commissie (Eurostat) kan, in nauwe samenwerking met het ESS-comité, op gecoördineerde wijze een begin maken met de ontwikkeling van nieuwe statistische outputs en inzichten in het ESS.

Verspreiding van Europese statistieken (voorstel voor een nieuw lid 4 in artikel 18)

Voorgesteld wordt te profiteren van het feit dat de lidstaten soms Europese statistieken op nationaal niveau zullen publiceren vóór de in de desbetreffende sectorale wetgeving vastgestelde indieningstermijnen. Zodra deze gegevens zijn gepubliceerd, moet de Commissie (Eurostat) die gegevens onmiddellijk daarna kunnen verspreiden en aldus bijdragen tot een grotere tijdigheid op Europees niveau, mits de relevante definities en classificaties in acht worden genomen.

Hergebruik van openbaar beschikbare gegevens (voorstel voor een gewijzigd artikel 25)

Om een efficiënter gebruik van openbaar beschikbare gegevens te waarborgen, wordt voorgesteld de formulering van artikel 25 te wijzigen.

Nieuwe functies van NSI’s in de nationale kaders voor gegevensbeheer (voorstel voor een nieuw artikel 26 bis)

Ook wordt voorgesteld dat nationale bureaus voor de statistiek, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, op nationaal niveau functies op zich kunnen nemen in de nationale kaders voor gegevensbeheer, met inbegrip van die waarin de datagovernanceverordening voorziet, met als doel de integratie en interoperabiliteit van gegevens, de beschrijving van metagegevens, kwaliteitsborging en de vaststelling van normen te bevorderen en nieuwe gegevensbronnen te identificeren die moeten worden gebruikt voor statistieken die in ontwikkeling zijn. Deze functies moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de statistische beginselen van deze verordening.

Evaluatie- en herzieningsclausule (voorstel voor een nieuw artikel 27 bis)

In overeenstemming met het akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over beter wetgeven wordt voorgesteld een herzieningsclausule op te nemen.

2023/0237 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad 9 stelt een kader op Unieniveau vast voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

(2)Verordening (EG) nr. 223/2009 werd in 2015 gewijzigd om de governance van het Europees statistisch systeem (ESS) verder te versterken, met name de professionele onafhankelijkheid ervan, en sindsdien is de versterkte governance doeltreffend gebleken.

(3)De digitale transformatie heeft in radicaal verschillende realiteiten geprofiteerd en een nieuwe omgeving gecreëerd met nieuwe behoeften aan Europese statistieken. Bovendien hebben de recente COVID-19-crisis en de energiecrisis als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne de eisen en verwachtingen voor tijdiger, frequentere en gedetailleerdere Europese statistieken versterkt die nodig zijn om de besluitvorming van de EU te onderbouwen en te zorgen voor de best mogelijke respons van de Unie op crises.

(4)Om tegemoet te komen aan de toenemende verwachtingen ten aanzien van tijdiger, frequentere en gedetailleerdere Europese statistieken en voor een snellere en beter gecoördineerde ESS-respons op dringende statistische behoeften in tijden van crisis, moet Verordening (EG) nr. 223/2009 worden gewijzigd. Het doel van deze verordening is ervoor te zorgen dat Europese statistieken relevant blijven doordat rekening wordt gehouden met veranderende en veeleisender gebruikersbehoeften, vooral door het volledige potentieel van digitale gegevensbronnen en -technologieën te benutten, door het hergebruik ervan voor Europese statistieken mogelijk te maken, door het ESS flexibeler te maken en in staat te stellen doeltreffend en snel op crises te reageren, en door het delen van gegevens en het versterken van de coördinatie tussen ESS-partners te bevorderen.

(5)Om rekening te houden met de huidige realiteit en het digitale tijdperk waarin het ESS functioneert, moeten in Verordening (EG) nr. 223/2009 nieuwe of geactualiseerde definities worden opgenomen om de begrippen “gegevens”, “metagegevens”, “gegevenshouders”, “hergebruik van gegevens”, “gegevensuitwisseling”, “gegevensbron”, “meerbronstatistieken”, “gebruik voor statistische doeleinden” en “crisis” te verduidelijken.

(6)De recente COVID-pandemie heeft aangetoond dat tijdige, betrouwbare en vergelijkbare Europese statistieken van vitaal belang zijn voor de doeltreffendheid van de reactie van overheidsinstanties op noodsituaties. Daarom moet het ESS de mogelijkheid krijgen om snel gecoördineerde acties te ondernemen indien zich dringende behoeften aan gegevens en statistieken voordoen buiten het reguliere planningskader, met name in tijden van crisis. In een dergelijke situatie moet een gegevenshouder op verzoek gegevens ter beschikking stellen aan een nationaal bureau voor de statistiek (NSI) of de Commissie (Eurostat) waaruit blijkt dat er een uitzonderlijke noodzaak bestaat om de gevraagde gegevens te gebruiken, overeenkomstig de voorschriften van de dataverordening 10 .

(7)De toegang tot en het hergebruik van nieuwe gegevensbronnen, die ontstaan als nevenproducten van digitale diensten en het internet der dingen (IoT), worden van vitaal belang om tijdig, voldoende frequent en voldoende gedetailleerde Europese statistieken te produceren op een efficiëntere en goedkopere manier. Daarom moet de toegang tot nieuwe gegevensbronnen in het algemeen en in het bijzonder tot gegevens in particulier bezit voor de ontwikkeling en productie van Europese officiële statistieken op duurzame basis en volgens eerlijke, duidelijke en voorspelbare regels worden gewaarborgd.

(8)Toegang tot nieuwe gegevensbronnen, met name tot gegevens in particulier bezit, is al lang een verzoek van het ESS, zoals blijkt uit de ESS-standpuntnota over de toegang tot gegevens in particulier bezit die van openbaar belang zijn van november 2017 en de ESS-standpuntnota over het toekomstige voorstel voor een dataverordening van juni 2021.

(9)Voor het hergebruik van gegevens in particulier bezit en andere nieuwe gegevensbronnen moeten strikte wettelijke, technische en procedurele waarborgen en waarborgen gelden, waaronder de toepassing van een hoog niveau van veiligheid, vertrouwelijkheid en eerbiediging van de privacy, zoals reeds vastgelegd in Verordening (EG) nr. 223/2009. De mogelijkheid om te verzoeken om toegang tot gegevens in particulier bezit moet worden beperkt tot de nationale bureaus voor de statistiek (NSI’s), die zelf of namens een andere nationale instantie van het ESS optreden, en de Commissie (Eurostat), en moet, als eerste vereiste, worden vastgelegd in een jaarlijks werkprogramma en beperkt blijven tot gevallen waarin enerzijds de gevraagde gegevens noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken en anderzijds de gegevens niet gemakkelijk op andere wijze kunnen worden verkregen of het hergebruik van de gegevens zou leiden tot een aanzienlijke vermindering van de responslast voor gegevenshouders en andere bedrijven.

(10)Verzoeken om gegevens van de nationale bureaus voor de statistiek of de Commissie (Eurostat) moeten transparant en evenredig zijn wat de reikwijdte en de mate van gedetailleerdheid ervan betreft. In dit verband moeten het doel van het verzoek, het beoogde gebruik van de gevraagde gegevens, de frequentie waarmee en de termijnen waarbinnen de gegevens ter beschikking moeten worden gesteld, alsmede de operationele regelingen voor de terbeschikkingstelling ervan worden gespecificeerd en toegelicht.

(11)Met de verzoeken om gegevens moet het NSI of de Commissie (Eurostat) de gegevenshouder uitnodigen voor een dialoog om de concrete parameters van verzoeken om gegevens, regelingen, maatregelen ter compensatie van potentiële kosten voor het beschikbaar stellen van gegevens, alsmede eventuele organisatorische en technische maatregelen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van gegevens en bedrijfsgeheimen te specificeren, met het oog op het sluiten van een overeenkomst over deze aspecten. Indien binnen drie maanden geen overeenkomst wordt gesloten, moeten de NSI of de Commissie de mogelijkheid hebben om een besluit vast te stellen waarbij de particuliere gegevenshouder wordt verplicht gegevens beschikbaar te stellen. Indien de gegevenshouder opzettelijk of uit onachtzaamheid nalaat de gevraagde gegevens binnen de vastgestelde termijn door te geven of onjuiste, onvolledige of misleidende gegevens doorgeeft, moet de NSI of de Commissie de mogelijkheid hebben om sancties vast te stellen die doeltreffend, evenredig en afschrikkend moeten zijn, rekening houdend met de aard, de ernst, de herhaling en de duur van de schending, met het oog op het nagestreefde algemeen belang. De door de nationale bureaus voor de statistiek vastgestelde sancties moeten gelijkwaardig zijn aan sancties voor inbreuken op soortgelijke nationale regels. Alle besluiten die de Commissie uit hoofde van deze verordening neemt, zijn onderworpen aan toetsing door het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het Hof van Justitie van de Europese Unie moet volledige rechtsmacht hebben ten aanzien van geldboeten die de Commissie overeenkomstig artikel 261 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld.

(12)De verdere integratie van statistieken en geospatiale informatie moet ook worden aangemoedigd om een efficiënter gebruik van hulpbronnen en een betere integratie van gegevens door verschillende openbare organisaties mogelijk te maken en nieuwe statistische output, zoals ruimtelijke analyse, en visualisering en verspreiding van gegevens te produceren. Deze zullen de besluitvorming en de monitoring van beleidsdoelstellingen op zowel Unie- als nationaal niveau ondersteunen.

(13)Er moet voor worden gezorgd dat de nationale overheidsinstanties die belast zijn met administratieve gegevensbronnen die relevant zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de nationale statistische instanties in staat stellen deze gegevens kosteloos en tijdig en met voldoende frequentie te raadplegen, te hergebruiken en te integreren met het oog op de productie en toezending van statistieken aan de Commissie (Eurostat) binnen de termijnen en in overeenstemming met de in de statistische wetgeving van de Unie vastgestelde kwaliteitseisen.

(14)Wanneer de krachtens deze verordening uit te voeren activiteiten gepaard gaan met de verwerking van persoonsgegevens, moet die verwerking in overeenstemming zijn met de desbetreffende Uniewetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, namelijk Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 11 en Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 12 . Overeenkomstig het in deze verordeningen neergelegde beginsel van minimale gegevensverwerking moeten de in het kader van deze verordening verstrekte gegevens normaliter zodanig worden geaggregeerd dat personen niet kunnen worden geïdentificeerd.

(15)Voor de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van officiële statistieken door nationale statistische instanties, die in het algemeen belang wordt geacht, moeten afwijkingen gelden en zij moet voorwerp zijn van passende waarborgen, overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679. Zo mag de verdere verwerking van persoonsgegevens voor statistische doeleinden niet worden beschouwd als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden waarvoor zij zijn verzameld. In dat verband omvatten de bijzondere waarborgen die moeten worden toegepast wanneer het delen van gegevens overeenkomstig deze verordening vereist dat persoonsgegevens worden verwerkt, onder meer de beginselen van doelbinding, gegevensminimalisering, opslagbeperking en integriteit en vertrouwelijkheid, zoals vastgelegd in Verordening (EU) 2016/679. In dat verband moet het gebruik van privacybevorderende technologieën die specifiek zijn ontworpen om deze beginselen toe te passen, de manier zijn om gegevens te delen.

(16)Om een voortrekkersrol te spelen bij de geleidelijke integratie van nieuwe technologieën en nieuwe inzichten, en om ervoor te zorgen dat Europese statistieken voortdurend relevant blijven, moeten regels worden vastgesteld op grond waarvan, als onderdeel van een collectieve inspanning van het ESS, op specifieke gebieden statistieken kunnen worden ontwikkeld met als doel deze te integreren in de regelmatige productie van Europese statistieken. Hoewel deze statistieken niet noodzakelijkerwijs aan alle kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 voldoen, moeten zij als Europese statistieken worden behandeld.

(17)Bij hun streven om voortdurend te innoveren en nieuwe statistische output te ontwikkelen, moeten de nationale statistische instanties zoveel mogelijk rekening houden met de behoeften van de gebruikers, zoals die met name door de nationale raden voor statistische gebruikers zijn aangegeven. Op het niveau van de Unie moet het Europees Raadgevend Comité voor de statistiek (ESAC), dat bij Beschikking 234/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad 13 is opgericht als belangrijkste orgaan van de Unie dat gebruikers, respondenten en producenten van Europese statistieken vertegenwoordigt, door de Commissie worden geïnformeerd over de wijze waarop het rekening heeft gehouden met de adviezen van het ESAC, met name met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe Europese statistieken.

(18)De statistische instanties moeten ook – zowel op nationaal als op Europees niveau – een sterke, gestructureerde en duurzame interdisciplinaire samenwerking met academische en onderzoeksinstellingen bevorderen, met name bij de ontwikkeling van nieuwe statistieken, het testen van nieuwe methoden en technologieën en het bevorderen van innovatie en experimenten.

(19)Gezien het vertrouwen dat aan de NSI’s wordt geboden en hun grote technische deskundigheid op het gebied van gegevensbeheer, gegevenskwaliteit en gegevensbescherming, moeten de lidstaten overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel worden aangemoedigd om aan de NSI’s bepaalde functies toe te kennen in de nationale kaders voor gegevensbeheer, met inbegrip van de functies waarin de datagovernanceverordening voorziet, teneinde de integratie en interoperabiliteit van gegevens, de beschrijving van metagegevens, kwaliteitsborging en de vaststelling van normen te bevorderen. In dat verband moet worden herinnerd aan de betrokkenheid van de nationale bureaus voor de statistiek bij het oorspronkelijke ontwerp, de latere ontwikkeling en de stopzetting van administratieve bestanden, en waar nodig worden versterkt, teneinde onder meer de consistentie en de kwaliteit van de gegevens te waarborgen en de rapportagelast tot een minimum te beperken.

(20)Gegevens die rechtmatig voor het publiek beschikbaar zijn, moeten niet als vertrouwelijk worden beschouwd wanneer zij voor statistische doeleinden worden gebruikt.

(21)In het belang van een grotere tijdigheid op het niveau van de Unie moet de Commissie (Eurostat) worden toegestaan de Europese statistieken van de lidstaten te verspreiden zodra deze op nationaal niveau zijn gepubliceerd, zelfs als dit is gebeurd vóór de termijnen voor het verstrekken van de statistieken die zijn vastgesteld in de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie.

(22)Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de wijziging van het rechtskader voor het ontwikkelen, het produceren en het verspreiden van Europese statistieken, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, op grond van redenen met betrekking tot de consistentie en vergelijkbaarheid, beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen om die doelstelling te bereiken. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(23)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de te ondernemen tijdelijke statistische acties, met inbegrip van de relevante termijnen, frequentie en kwaliteitseisen, van de algemene technische regelingen voor het beschikbaar stellen van gegevens in particulier bezit aan de NSI’s en de Commissie (Eurostat) en van de technische aspecten van de uitwisseling van gegevens tussen de statistische instanties. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 14 .

(24)De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 15 en heeft op [...] advies uitgebracht.

(25)Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1
Wijzi
gingen van Verordening (EG) nr. 223/2009 

Verordening (EG) nr. 223/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)    De volgende punten 4 bis, 4 ter, 4 quater, 4 quinquies en 4 sexies worden ingevoegd:

“4 bis. “gegevens”: elke digitale of niet-digitale weergave van handelingen, feiten en informatie;

4 ter. “metagegevens”: gegevens die andere gegevens en processen definiëren en beschrijven, of op die manier worden gebruikt;

4 quater. “gegevenshouder”: een rechtspersoon of natuurlijke persoon die het recht heeft, overeenkomstig de toepasselijke Unie- of nationale wetgeving tot uitvoering van het Unierecht, of in staat is om bepaalde gegevens beschikbaar te stellen;

4 quinquies. “hergebruik van gegevens”: het gebruik door de nationale statistische instanties en de Commissie (Eurostat) van gegevens die door gegevenshouders worden bijgehouden en beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken;

4 sexies. “gegevensuitwisseling”: het verstrekken van gegevens of het toestaan van hergebruik van gegevens door een statistische instantie aan een andere statistische instantie met het oog op gezamenlijk of individueel gebruik van die gegevens voor statistische doeleinden;”;

b)    de volgende punten 5 bis, 5 ter en 5 quater worden ingevoegd:

“5 bis. “gegevensbron”: een bron van gegevens die op zichzelf of in combinatie met gegevens uit andere bronnen relevant is voor de ontwikkeling en productie van statistieken, met inbegrip van enquêtes, tellingen, administratieve bestanden of gegevens die op verzoek door gegevenshouders ter beschikking worden gesteld;

5 ter. “toegang tot gegevens”: de verwerking door een nationaal bureau voor de statistiek of de Commissie (Eurostat) van gegevens die door een particuliere gegevenshouder zijn verstrekt, overeenkomstig specifieke technische, juridische of organisatorische vereisten, zonder dat deze gegevens noodzakelijkerwijs hoeven te worden toegezonden of gedownload;

5 quater. “statistieken uit meerdere bronnen”: statistieken die zijn ontwikkeld of geproduceerd op basis van verschillende gegevensbronnen, onder meer door middel van modelleringstechnieken;”;

c) punt 8 wordt vervangen door:

“8. “gebruik voor statistische doeleinden”: het exclusieve gebruik voor de ontwikkeling en productie van statistische resultaten en analyses, onder meer voor daarmee verband houdend onderzoek en wetenschappelijke activiteiten, of de vaststelling van steekproefkaders;”;

d)    het volgende punt 8 bis wordt ingevoegd:

“8 bis “crisis”: een situatie van verstrekkende of politieke betekenis waardoor een onmiddellijke en onvoorziene vraag naar Europese statistieken ontstaat;”;

2)het volgende artikel 16 bis wordt ingevoegd:

Artikel 16 bis 
Statistische respons op crises

1.    De Commissie (Eurostat) onderzoekt tijdelijke statistische maatregelen en onderneemt deze indien nodig, met inachtneming van de in dit artikel vervatte procedures, indien aan beide onderstaande voorwaarden is voldaan:

a) het is noodzakelijk te reageren op dringende informatiebehoeften die voortvloeien uit een crisis en in het kader van bestaande of toekomstige noodmechanismen die overeenkomstig rechtshandelingen van de Unie worden geactiveerd, zoals:

i) de tijdelijke bescherming uit hoofde van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad 16 ;

ii) het Uniemechanisme voor civiele bescherming uit hoofde van Besluit 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad 17 ;

iii) de noodhulp in het kader van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad 18  

iv) het noodkader uit hoofde van Verordening (EU) 2022/2372 van de Raad 19 ;

v) het marktcorrectiemechanisme uit hoofde van Verordening (EU) 2022/2578 van de Raad 20 ;

vi) de noodmodus krachtens Verordening (EU) xx/xx van het Europees Parlement en de Raad (nog vast te stellen 21 );

b) aan deze dringende informatiebehoeften kan niet worden voldaan in het kader van het Europees statistisch programma.

2.    De in lid 1 bedoelde tijdelijke statistische maatregelen worden door de Commissie (Eurostat) op het niveau van de Unie uitgevoerd en kunnen het volgende omvatten:

a) het produceren van Europese statistieken op basis van nieuwe gegevensverzamelingen;

b) het verstrekken van nieuwe statistische indicatoren en inzichten op basis van bestaande gegevens;

c) de ontwikkeling van geharmoniseerde statistische methoden en bijbehorende methodologische richtsnoeren om ervoor te zorgen dat de statistieken in de lidstaten vergelijkbaar en consistent zijn;

d) andere gecoördineerde maatregelen op het niveau van de Unie die gericht zijn op een tijdige en relevante statistische respons op de specifieke situatie.

3.    Bij de beoordeling van de noodzaak van tijdelijke statistische maatregelen informeert en raadpleegt de Commissie (Eurostat) het ESS-comité onverwijld en houdt zij rekening met zijn professionele richtsnoeren.

4.    De nationale bureaus voor de statistiek kunnen afzonderlijk en op vrijwillige basis besluiten deel te nemen aan deze tijdelijke statistische maatregelen, maar dragen er samen met de Commissie (Eurostat) zorg voor dat deze maatregelen relevant zijn en voldoende bestrijken op het niveau van de Unie. Wanneer de nationale bureaus voor de statistiek deelnemen aan tijdelijke statistische maatregelen, moeten zij voldoen aan de gemeenschappelijke termijnen, frequentie en kwaliteitsvereisten voor de aan de Commissie (Eurostat) te verstrekken nationale gegevens.

5.    De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de tijdelijke statistische maatregelen definiëren en de procedure voor de uitvoering ervan vaststellen, met inbegrip van de relevante tijdspanne, frequentie en kwaliteitsvereisten die moeten worden toegepast door de NSI’s die deelnemen aan de tijdelijke statistische actie. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

6.    Overeenkomstig lid 5 vastgestelde maatregelen blijven niet langer dan 24 maanden van kracht”.

3)In artikel 17 bis wordt de titel vervangen door:

“Toegang tot, hergebruik en integratie van administratieve bestanden voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken”;

4)in artikel 17 bis wordt lid 1 vervangen door:

1.    De nationale overheidsinstanties die belast zijn met administratieve gegevensbronnen die relevant zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, stellen de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties (hierna “ONA” genoemd) als bedoeld in artikel 4 in staat deze gegevens en de relevante metagegevens kosteloos, tijdig en met voldoende frequentie te raadplegen, te hergebruiken en te integreren, om statistieken te produceren en aan de Commissie (Eurostat) toe te zenden binnen de termijnen en in overeenstemming met de kwaliteitsvereisten van de statistische wetgeving van de Unie.”;

5)in artikel 17 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

2 bis.    Voor de toepassing van deze verordening wordt de Commissie (Eurostat) op verzoek toegestaan relevante gegevens en metagegevens uit databanken en interoperabiliteitssystemen die door organen en agentschappen van de Unie worden beheerd, te raadplegen, te hergebruiken en tijdig te integreren, onverminderd de handelingen van de Unie tot instelling van deze databanken en interoperabiliteitssystemen. Daartoe werkt de Commissie (Eurostat) samen met de relevante organen en agentschappen van de Unie om de vereiste gegevens en metagegevens op maat, de operationele modaliteiten voor het hergebruik van gegevens en de nodige fysieke en logische waarborgen te specificeren.”;

6)in artikel 17 bis wordt lid 5 vervangen door:

5.    De NSI’s en de eigenaren van administratieve bestanden voorzien in de nodige samenwerkingsmechanismen. Deze mechanismen bieden de NSI’s ook de mogelijkheid om controles van de gegevenskwaliteit uit te voeren en statistische kaders op te stellen op basis van relevante administratieve bestanden.”;

7)de volgende artikelen 17 ter, 17 quater, 17 quinquies, 17 sexies en 17 septies worden ingevoegd:

Artikel 17 ter
Verplichting voor particuliere gegevenshouders om gegevens beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken

1.    Onverminderd de rapportageverplichtingen uit hoofde van de sectorale statistische wetgeving van de Unie en de verplichting voor gegevenshouders om gegevens beschikbaar te stellen op basis van uitzonderlijke behoeften overeenkomstig de dataverordening, kan een NSI of de Commissie (Eurostat) een particuliere gegevenshouder verzoeken gegevens en relevante metagegevens beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken indien in het jaarlijkse werkprogramma de volgende voorwaarden zijn vastgesteld:

a) de gevraagde gegevens zijn noodzakelijk voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken, en

b) de gegevens kunnen niet gemakkelijk worden verkregen met alternatieve middelen, zoals enquêtes of hergebruik van administratieve bestanden, of het hergebruik ervan zal leiden tot een aanzienlijke vermindering van de responslast voor gegevenshouders en andere bedrijven.

2.    Als coördinator van het nationale statistische systeem kan een NSI namens een ONA een verzoek om gegevens indienen bij een particuliere gegevenshouder, wanneer de gevraagde gegevens noodzakelijk zijn voor door die ONA ontwikkelde en geproduceerde Europese statistieken.

3.    De nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) werken samen en verlenen elkaar wederzijdse bijstand om buitensporige verzoeken van particuliere gegevenshouders te voorkomen en om te bepalen wie de verzoeken om gegevens moet indienen. Het verzoek om gegevens wordt met name door de Commissie (Eurostat) in overleg met de nationale bureaus voor de statistiek bij een particuliere gegevenshouder ingediend wanneer een dergelijke aanpak efficiënter is, bijvoorbeeld in het geval van gegevenshouders die op Unieniveau actief zijn.

4.    De Commissie (Eurostat) kan, in overleg met de NSI’s, een beveiligde infrastructuur opzetten om de verdere uitwisseling met de NSI’s van gegevens waartoe overeenkomstig lid 2 toegang is verkregen, te vergemakkelijken.

5.    Dit hoofdstuk is niet van toepassing op kleine en micro-ondernemingen in de zin van artikel 2 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie 22 .

Artikel 17 quater 
Verzoeken om gegevens en regelingen voor het beschikbaar stellen van gegevens voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken

1.    Wanneer de nationale bureaus voor de statistiek of de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 17 ter om gegevens verzoeken:

a) specificeren zij welke data vereist zijn;

b) tonen zij de statistische noodzaak aan waarvoor de gegevens worden gevraagd overeenkomstig artikel 17 ter, lid 1;

c) specificeren zij de frequentie waarmee en de termijnen waarbinnen de gegevens ter beschikking moeten worden gesteld;

d) specificeren zij de operationele regelingen voor het beschikbaar stellen van de gegevens;

e) nodigen zij de gegevenshouder uit voor de in lid 3 bedoelde dialoog.

2.    De in lid 1 bedoelde verzoeken om gegevens:

a) voldoen aan het beginsel van gegevensminimalisatie en staan in verhouding tot de statistische behoefte wat betreft de mate van gedetailleerdheid, het volume en de frequentie van de gegevens;

b) heeft voor zover mogelijk betrekking op niet-persoonsgebonden data.

3.    Naar aanleiding van een verzoek om gegevens als bedoeld in lid 1, vindt een dialoog plaats tussen de NSI of de Commissie (Eurostat) en de betrokken gegevenshouder om aspecten te bespreken zoals de mate van aggregatie van de gegevens, de termijn en de regelingen voor de verstrekking van de gegevens, de beveiligings- en vertrouwelijkheidsbeschermingsmaatregelen alsmede mogelijke kostencompensatieaspecten, met het oog op het sluiten van een overeenkomst over die aspecten.

4.    Indien binnen drie maanden na de kennisgeving van het in lid 1 bedoelde verzoek om gegevens geen overeenkomst wordt gesloten, kan de NSI of de Commissie bij besluit van de particuliere gegevenshouder eisen dat hij de gegevens beschikbaar stelt. Het besluit is specifiek zoals vereist op grond van lid 1, punten a) tot en met d), en houdt rekening met kwesties waarover tijdens de dialoog met de gegevenshouder mogelijk overeenstemming is bereikt. Het besluit kan ook een vergoeding voor de particuliere gegevenshouder omvatten die niet hoger mag zijn dan de marginale kosten in verband met de voorbereiding die nodig is voor het beschikbaar stellen van de gegevens. De termijn voor het beschikbaar stellen van de gegevens mag niet korter zijn dan 15 dagen. Alvorens het besluit vast te stellen, stelt het NSI of de Commissie de gegevenshouder in de gelegenheid te worden gehoord over de maatregelen die het NSI of de Commissie voornemens is te nemen. In het besluit worden de in lid 6 bedoelde geldboeten en de rechtsmiddelen tegen het besluit vermeld.

5.    Onverminderd de in de sectorale statistische wetgeving van de Unie vastgestelde rapportageverplichtingen stelt een gegevenshouder de relevante gegevens binnen de in het besluit op grond van lid 4 van dit artikel vastgestelde termijn ter beschikking van de NSI of de Commissie (Eurostat).

6.    De lidstaten en de Commissie nemen passende maatregelen om de doeltreffende uitvoering van de overeenkomstig lid 4 vastgestelde besluiten te waarborgen. Deze maatregelen kunnen de vaststelling van geldboeten omvatten wanneer de particuliere gegevenshouder opzettelijk of uit onachtzaamheid nalaat de bij besluit gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn te verstrekken of onjuiste, onvolledige of misleidende gegevens verstrekt. Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboeten houden de lidstaat en de Commissie rekening met de aard, de ernst, de duur en de herhaling van de inbreuk.

7.    Om aan lid 6 te voldoen, kan de Commissie besluiten vaststellen waarbij geldboeten van maximaal 25 000 EUR worden opgelegd. In geval van herhaling binnen drie jaar kan de boete oplopen tot 50 000 EUR. De Commissie kan richtsnoeren voor de berekening van de geldboete uitvaardigen.

8.    De Commissie kan binnen een jaar na de in haar besluit uit hoofde van lid 4 vastgestelde termijn voor de indiening van gegevens een besluit vaststellen waarbij een geldboete wordt opgelegd indien de gegevenshouder geen gegevens indient of binnen een jaar na de indiening van onjuiste, onvolledige of misleidende gegevens.

De bevoegdheid van de Commissie om besluiten waarbij een geldboete wordt opgelegd uit te voeren, verjaart na vijf jaar. De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop het besluit niet meer kan worden aangevochten.

9.    Alvorens een besluit overeenkomstig lid 6 van dit artikel vast te stellen, stellen de lidstaten en de Commissie de gegevenshouder in de gelegenheid te worden gehoord over de voorlopige bevindingen en maatregelen die de lidstaat of de Commissie voornemens is te nemen in het licht van de voorlopige bevindingen.

10.    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de algemene technische regelingen vast voor het beschikbaar stellen van gegevens uit hoofde van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 17 quinquies 
Toetsing van besluiten waarbij geldboeten worden opgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie

Overeenkomstig artikel 261 VWEU heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie volledige rechtsmacht ter zake van beroep tegen besluiten waarbij de Commissie geldboeten heeft opgelegd. Het kan de opgelegde geldboete vernietigen, verlagen of verhogen.

Artikel 17 sexies 
Verplichtingen van de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) inzake het hergebruik van gegevens die beschikbaar zijn gesteld voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken

1.    De NSI’s en de Commissie (Eurostat) gebruiken de overeenkomstig artikel 17 ter ter beschikking gestelde gegevens voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken:

a) uitsluitend voor statistische doeleinden;

b) in overeenstemming met de beginselen van statistische geheimhouding en kosteneffectiviteit, en

c) met de verplichting deze niet met derden te delen tenzij de gegevenshouder daarmee heeft ingestemd.

2.    De NSI’s en de Commissie (Eurostat):

a) nemen passende maatregelen om statistische vertrouwelijkheid en bedrijfsgeheimen te beschermen en andere legitieme belangen van particuliere gegevenshouders in acht te nemen, met inbegrip van de kosten en inspanningen die nodig zijn om de gegevens beschikbaar te stellen;

b) nemen, voor zover de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is, technische en organisatorische maatregelen die de rechten en vrijheden van de betrokkenen waarborgen.

3.    De leden 1 en 2 van dit artikel zijn van toepassing op een ONA dat gegevens heeft ontvangen naar aanleiding van een verzoek dat namens hem is ingediend door een NSI overeenkomstig artikel 17 ter, lid 2.

4.    De Commissie (Eurostat) publiceert een beschrijving van de belangrijkste categorieën kosten in verband met de gegevensverwerking waarvoor de gegevenshouder een vergoeding kan worden toegekend en de methode voor de berekening van deze kosten.

Artikel 17 septies 
Uitwisseling van gegevens in het ESS

1.    Gegevens worden tussen de nationale bureaus voor de statistiek en tussen de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) uitsluitend voor statistische doeleinden en ter verbetering van de kwaliteit van de Europese statistieken gedeeld.

2.    Het delen van gegevens vindt plaats op verzoek van een NSI of de Commissie (Eurostat) wanneer dit relevant en noodzakelijk is. Het delen van gegevens vindt ook plaats wanneer het verzoek door een NSI namens een ONA wordt ingediend en de gegevens uitsluitend worden gebruikt voor statistische doeleinden en om de kwaliteit van de door dat ONA ontwikkelde en geproduceerde Europese statistieken te verbeteren.

3.    De NSI’s en, in voorkomend geval, de ONA’s die deelnemen aan het delen van gegevens binnen het ESS, bieden alle nodige waarborgen met betrekking tot de fysieke en logische bescherming van de vertrouwelijkheid van gegevens. De Commissie (Eurostat) zet een beveiligde infrastructuur op om het delen van gegevens te vergemakkelijken. De NSI’s en, in voorkomend geval, de ONA’s kunnen die beveiligde infrastructuur voor het delen van gegevens gebruiken voor het in lid 1 genoemde doel.

4.    Wanneer de betrokken gegevens vertrouwelijke gegevens zijn in de zin van artikel 3, van deze verordening of persoonsgegevens zoals omschreven in de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, is het delen van die gegevens toegestaan en kan dit op vrijwillige basis plaatsvinden, op voorwaarde dat het aan al de volgende voorwaarden voldoet:

a)het is gebaseerd op een verzoek ter staving van de noodzaak om de gegevens in elk individueel geval te delen, met name met betrekking tot de kwaliteitskwesties die specifiek moeten worden aangepakt;

b)het is gebaseerd op privacybevorderende technologieën die specifiek zijn ontworpen om te voldoen aan de beginselen van de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, met bijzondere aandacht voor doelbinding, gegevensminimalisering, opslagbeperking, integriteit en vertrouwelijkheid;

c)het laat hoofdstuk V van deze verordening onverlet.

5.    De uit hoofde van dit artikel gevraagde gegevens hebben geen betrekking op kwesties in verband met de nationale veiligheid en militaire aangelegenheden.

6.    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de technische aspecten van het delen van gegevens tussen de in dit artikel bedoelde statistische instanties vast. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

7.    Dit artikel laat artikel 21 van deze verordening onverlet.”.

8)Het volgende hoofdstuk III bis wordt ingevoegd:

HOOFDSTUK III BIS

VERSPREIDING VAN EUROPESE STATISTIEKEN

Artikel 17 octies 
Statistieken in ontwikkeling

1.    De NSI’s, de ONA’s en de Commissie (Eurostat) streven ernaar voortdurend te innoveren en nieuwe statistische outputs en inzichten te ontwikkelen op basis van alle beschikbare gegevensbronnen en gebruik te maken van geavanceerde technologieën, met als doel deze te integreren in de regelmatige productie van Europese statistieken.

2.    Europese statistieken worden ontwikkeld met volledige inachtneming van de statistische beginselen van artikel 2, lid 1. Statistieken die in ontwikkeling zijn, voldoen niet noodzakelijk aan alle kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1.

3.    De Commissie (Eurostat) verspreidt de in ontwikkeling zijnde Europese statistieken met instemming van de nationale bureaus voor de statistiek en geeft uitdrukkelijk aan dat deze statistieken in ontwikkeling zijn.

4.    De Commissie (Eurostat) kan, in nauwe samenwerking met het ESS-comité, op gecoördineerde wijze een begin maken met de ontwikkeling van nieuwe statistische outputs en inzichten in het ESS. Die statistische outputs en inzichten worden opgenomen in het jaarlijkse werkprogramma en uitgevoerd door middel van afzonderlijke statistische acties als bedoeld in artikel 14, lid 1.”.

9)Aan artikel 18 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

4.    De Commissie (Eurostat) kan gebruikmaken van Europese statistieken die op nationaal niveau door de lidstaten zijn gepubliceerd vóór de in de desbetreffende sectorale wetgeving vastgestelde termijnen, en deze statistieken vóór het in die sectorale wetgeving vastgestelde tijdstip verspreiden, op voorwaarde dat deze statistieken in overeenstemming zijn met de definities en classificatie.”;

10)Artikel 25 wordt vervangen door:

Artikel 25
Openbaar beschikbare gegevens

Gegevens die rechtmatig voor het publiek beschikbaar zijn, worden niet als vertrouwelijk beschouwd wanneer zij voor statistische doeleinden worden gebruikt.”;

11)het volgende artikel 26 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 26 bis 
Bijdrage aan nieuwe nationale kaders voor gegevensbeheer

1.    In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel kunnen de nationale bureaus voor de statistiek op nationaal niveau taken op zich nemen zoals vastgelegd in de nationale kaders voor gegevensbeheer, met als doel de integratie en interoperabiliteit van gegevens, de beschrijving van metagegevens, kwaliteitsborging en de vaststelling van standaarden te bevorderen, alsook andere taken en functies die zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad 23 , en nieuwe gegevensbronnen aanwijzen die voor de ontwikkeling en productie van statistieken moeten worden gebruikt.

2.    De uitvoering van dergelijke functies door de NSI’s is verenigbaar met de statistische beginselen, zoals uiteengezet in artikel 2, lid 1.”;

12)het volgende artikel 27 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 27 bis
Evaluatie en herziening

Tegen [vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] voert de Commissie een evaluatie van deze verordening uit en brengt zij over haar voornaamste bevindingen verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. In het kader van deze evaluatie wordt met name het volgende beoordeeld:

a)de statistische respons op crises uit hoofde van artikel 16 bis;

b)de verplichting voor gegevenshouders om toe te staan dat hun gegevens worden hergebruikt voor Europese statistieken overeenkomstig de artikelen 17 ter, 17 quater, 17 quinquies en 17 sexies;

c)het delen van gegevens in het ESS overeenkomstig artikel 17 septies;

d)de ontwikkeling van Europese statistieken in het kader van hoofdstuk III bis.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1)

   Zie de details op Geef uw mening.

(2)     Standpuntnota van het Europees statistisch systeem over de toegang tot gegevens in particulier bezit die van openbaar belang zijn, november 2017.
(3)     Standpuntnota van het Europees statistisch systeem (ESS) over de toekomstige dataverordening, juni 2021.
(4)     Eindverslag van de deskundigengroep “Empowering society by reuse private data for official statistics — A European approach ”, uitgave 2022.
(5)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(6)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(7)    Overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 223/2009 vormen het partnerschap, het ESS, andere nationale instanties, samen met de nationale bureaus voor de statistiek en Eurostat.
(8)    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data (dataverordening) (COM(2022) 68 final).
(9)    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(10)    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data (dataverordening) (COM(2022) 68 final).
(11)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(12)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(13)    Besluit nr. 234/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Raadgevend Comité voor de statistiek en tot intrekking van Besluit 91/116/EEG van de Raad (PB L 73 van 15.3.2008, blz. 13).
(14)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(15)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(16)    Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).
(17)    Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).
(18)    Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).
(19)    Verordening (EU) 2022/2372 van de Raad van 24 oktober 2022 betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid op Unieniveau (PB L 314 van 6.12.2022, blz. 64).
(20)    Verordening (EU) 2022/2578 van de Raad van 22 december 2022 tot vaststelling van een marktcorrectiemechanisme om de burgers van de Unie en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen (PB 335 van 29.12.2022, blz. 45).
(21)    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad (COM(2022)459 final).
(22)    Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).
(23)    Verordening (EU) 2022/868 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (Datagovernanceverordening) (PB L 152 van 3.6.2022, blz. 1).
Top