Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0658

    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009 en (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 1683/95, (EG) nr. 333/2002, (EG) nr. 693/2003 en (EG) nr. 694/2003 van de Raad en de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen wat betreft de digitalisering van de visumprocedure

    COM/2022/658 final

    Brussel, 27.4.2022

    COM(2022) 658 final

    2022/0132(COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009 en (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 1683/95, (EG) nr. 333/2002, (EG) nr. 693/2003 en (EG) nr. 694/2003 van de Raad en de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen wat betreft de digitalisering van de visumprocedure

    {SEC(2022) 202 final} - {SWD(2022) 658 final} - {SWD(2022) 659 final}


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Het gemeenschappelijke visumbeleid van de EU is van essentieel belang voor het waarborgen van de veiligheid en de goede werking van de buitengrenzen van het Schengengebied. Het vergemakkelijkt een rechtmatig verblijf in, of een doorreis door Schengenlanden en heeft bijgedragen aan harmonisatie van de werkwijzen van de lidstaten bij de afgifte van visa. Om een hoog niveau van interne veiligheid te handhaven, het vrije verkeer van personen in het Schengengebied te waarborgen en legaal reizen naar de EU door onderdanen van derde landen te vergemakkelijken en tegelijkertijd irreguliere migratie terug te dringen, werken de lidstaten momenteel aan een beter beheer van hun gemeenschappelijke buitengrenzen.

    Sinds de inwerkingtreding van de Visumcode in 2010 1 en de ingebruikname van het Visuminformatiesysteem (VIS) in 2011 2 is de omgeving waarin het visumbeleid wordt uitgevoerd sterk veranderd. Enerzijds zijn de uitdagingen op het gebied van migratie en veiligheid in de afgelopen jaren groter geworden en anderzijds bieden belangrijke technologische ontwikkelingen nieuwe kansen om de Schengen-visumaanvraagprocedure voor zowel reizigers als consulaten te vergemakkelijken.

    Hoewel de behandeling van visumaanvragen al voor een deel is gedigitaliseerd, waarbij aanvragen en beslissingen in het VIS worden ingevoerd, is dat nog niet het geval bij twee belangrijke stappen: de visumaanvraagprocedure en de visumsticker. Deze twee stappen zijn belastend voor alle belanghebbenden, uiteenlopend van centrale nationale autoriteiten, d.w.z. ministeries van Binnenlandse zaken en Buitenlandse zaken, tot consulaten en aanvragers. De lidstaten zijn zich hiervan bewust, en een aantal van hen heeft die aanvraagprocedure voor een deel gedigitaliseerd om doelmatiger en gebruikersvriendelijker te kunnen werken.

    Op EU-niveau opende het Estse voorzitterschap van de Raad in 2017 in de Groep Visa van de Raad 3 de discussie over mogelijkheden om de huidige visumprocedure te verbeteren door een online-visumaanvraag 4 en een digitaal visum in te voeren 5 . In combinatie met lopende en toekomstige wetswijzigingen, te weten de herziene Visumcode 6 , de herziening van het VIS 7 , het inreis-uitreissysteem (EES) 8 en het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) 9 , was deze politieke impuls voor de Commissie aanleiding om op 14 maart 2018 een mededeling 10 te publiceren over aanpassing van het gemeenschappelijke visumbeleid aan nieuwe uitdagingen en om de overstap naar digitale visa te gaan overwegen.

    In de mededeling van de Commissie uit maart 2018 over visumbeleid werd aandacht besteed aan het begrip “e-visa”. Zoals aangekondigd in deze mededeling van de Commissie, werd in 2019 een haalbaarheidsonderzoek naar de digitalisering van visumprocedures verricht, en de uitkomsten van dat onderzoek zijn gebruikt in het kader van de effectbeoordeling bij dit voorstel. Daarnaast voerde het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) in 2020-2021 in nauwe samenwerking met de Commissie en de lidstaten een project uit om een prototype voor een EU-platform te ontwikkelen. De ervaringen met dit prototype zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van het toekomstige EU-aanvraagplatform.

    Bij de herziening van de EU-Visumcode in 2019 gaven het Europees Parlement en de Raad uitdrukkelijk aan dat zij een gemeenschappelijke oplossing wilden ontwikkelen, die het mogelijk zou maken om in de toekomst Schengenvisa digitaal aan te vragen en de recentste juridische en technologische ontwikkelingen volledig te benutten 11 . Tijdens de COVID-19-pandemie werden er wereldwijd minder Schengenvisa aangevraagd en afgegeven, deels omdat het moeilijk was om visumaanvragers in consulaten en visumaanvraagcentra te ontvangen, en dit was voor de lidstaten aanleiding om de Commissie op te roepen het werk aan de digitalisering van visumprocedures te versnellen. Het nieuwe migratie- en asielpact 12 dat op 23 september 2020 door de Commissie werd gepresenteerd, streefde ernaar de visumprocedure uiterlijk in 2025 volledig digitaal te laten verlopen en introduceerde een digitaal visum en de mogelijkheid om visa online aan te vragen.

    Op dit moment mogen onderdanen van 102 derde landen alleen de buitengrenzen van de EU oversteken als zij in het bezit zijn van een geldig visum 13 . Visa worden door de lidstaten afgegeven via een netwerk van consulaten in derde landen 14 . Volgens de in de effectbeoordeling bij dit voorstel gebruikte prognoses 15 zal het aantal visa voor kort verblijf naar verwachting tot 2025 licht stijgen, om daarna stabiel te blijven.

    Door visumaanvragers de mogelijkheid te bieden aanvraagformulieren digitaal te ondertekenen, voorziet de gewijzigde Visumcode 16 nu in de mogelijkheid om visumaanvragen digitaal in te dienen en te ondertekenen. De meeste lidstaten digitaliseerden echter slechts delen van de procedure voor visa voor kort verblijf en werken nog steeds op grote schaal met fysieke procedures. Zodoende zijn niet alle lidstaten even ver gevorderd met hun digitalisering en verschillen de procedures voor het aanvragen van visa per lidstaat.

    De huidige verschillen tussen de nationale werkwijzen voor het beheer van de aanvraagprocedure zijn ongunstig voor de werking van het toegepaste EU-visumbeleid en voor het beeld van de Europese Unie als één enkele geografische entiteit, en bemoeilijken de visumaanvraagprocedure voor visumaanvragers.

    Aangezien de lidstaten op grond van de huidige EU-voorschriften voor visa voor kort verblijf op geen enkele manier verplicht zijn om te digitaliseren, zijn met de huidige papieren procedures bovendien hoge beheerskosten voor de lidstaten gemoeid omdat aanvragen fysiek worden verwerkt.

    Daarnaast is de fysieke visumsticker gevoelig voor namaak en fraude (bv. vervalsing en namaak) en kan hij worden gestolen, hetgeen een veiligheidsrisico inhoudt. De visumsticker werd in 1995 ingevoerd en is sindsdien geregeld geactualiseerd om zijn veiligheidskenmerken te verbeteren. De meest recente innovatie is de invoering van een ondertekende 2D-barcode op de visumsticker 17 , die op 1 mei 2022 van kracht zal worden 18 . Toch blijft de visumsticker waarschijnlijk gevoelig voor namaak of vervalsing.

    Een ander risico dat werd geconstateerd in verband met de huidige situatie, is het risico van visumshoppen door aanvragers. Als aanvragen niet overal op dezelfde manier moeten worden ingediend, kan dat visumaanvragers ertoe aanzetten een aanvraag in te dienen bij een lidstaat waar de aanvraagprocedure verder is gedigitaliseerd in plaats van in de lidstaat die normaliter bevoegd zou zijn voor de behandeling van de visumaanvraag.

    Bovendien beschikken derde landen die rechtstreeks met de EU concurreren als het gaat om het aantrekken van bezoekers uit derde landen, waaronder Australië en Nieuw-Zeeland, al over volledig gedigitaliseerde procedures voor alle visumplichtige vreemdelingen. Andere landen (bv. het VK, de VS, Canada, [Rusland] en India) hebben de procedure gedigitaliseerd om het visumplichtige onderdanen van belangrijke derde landen makkelijker te maken om voor bepaalde reisdoelen snel en eenvoudig een elektronische reisvergunning te verkrijgen in plaats van een visum. Deze procedures zijn sterk vergelijkbaar met het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias). In vergelijking daarmee is de visumaanvraagprocedure voor een bezoek aan de EU nogal ingewikkeld en lastig 19 . Door de wereldwijde trend van digitalisering, in combinatie met het gegeven dat reizigers steeds snellere, modernere en eenvoudigere procedures verwachten, kan de EU op achterstand raken en economische nadelen ondervinden, en dan met name het Europese bedrijfsleven, omdat internationale reizen een positieve bijdrage leveren aan het bbp van de EU, in het bijzonder voor de toeristische sector.

    Doet de EU niets, dan zullen de kosten daarvan dus steeds hoger worden naarmate de tijd vordert. Zonder digitalisering blijft voor de lidstaten de administratieve druk van het beheer van visumprocedures hoog, moeten visumaanvragers dure en tijdrovende procedures blijven doorlopen en blijven de risico’s in verband met de veiligheid van de visumsticker bestaan.

    De belangrijkste problemen die werden vastgesteld voor wat betreft de behandeling van visumaanvragen en de uitgifte van visa door autoriteiten in de lidstaten zijn:

    ·De tijdrovende procedure en de oplopende kosten voor consulaten voor het beheer, de verwerking en de archivering (en uiteindelijk vernietiging) van papieren documenten. De afhankelijkheid van de lidstaten van externe dienstverleners als het gaat om de naleving van hun verplichtingen met betrekking tot visumbeheer, terwijl het aantal visumaanvragen toeneemt en onderdanen van derde landen bij elke aanvraag een bezoek moeten brengen aan een consulaat of een visumaanvraagcentrum. Gemiddeld wordt 90 % van de aanvragen voor visa voor kort verblijf via externe dienstverleners ingediend. Daarmee zijn hoge contract- en toezichtskosten gemoeid, naast extra kosten voor visumaanvragers.

    ·De papieren procedure is niet dreigings- of risicobestendig. De COVID-19-pandemie had grote gevolgen voor de visumprocedure omdat deze voorschrijft dat aanvragers bij de belangrijkste stappen in de visumaanvraagprocedure voor het Schengengebied altijd persoonlijk moet verschijnen op een consulaat of bij een externe dienstverlener.

    ·De fysieke visumsticker is gevoelig voor namaak en fraude (bv. vervalsing en namaak) en moet worden vervoerd en veilig opgeslagen 20 .

    ·Een grotere kans op visumshoppen door aanvragers. Aanvragers kunnen geneigd zijn een visum aan te vragen bij een lidstaat met een snelle visumaanvraagprocedure, en niet bij de lidstaat die zij daadwerkelijk willen bezoeken.

    De huidige procedure is ook ingewikkeld en lastig voor visumaanvragers.

    ·Visumaanvragers moeten voor elke aanvraag naar het dichtstbijzijnde consulaat of visumaanvraagcentrum reizen en daar hun reisdocument achterlaten, met als gevolg dat zij zich moeilijker kunnen legitimeren of naar het buitenland kunnen reizen zolang de aanvraagprocedure loopt.

    ·Mensen die vaak reizen, moeten bij elke aanvraag dezelfde tijdrovende procedure herhalen, en deze kan per lidstaat van bestemming verschillen.

    ·Daarnaast betalen aanvragers extra leges wanneer zij hun aanvraag via een externe dienstverlener indienen.

    De onderliggende oorzaken van deze problemen zijn de wettelijke eisen die de lidstaten verplichten een papieren visumsticker af te geven, de afhankelijkheid van de lidstaten van werkwijzen waarbij mensen persoonlijk moeten verschijnen en aanvragen op papier worden ingediend, en de verschillen tussen de lidstaten als het gaat om digitalisering en visumprocedures.

    Daarom is digitalisering van visumprocedures een kans om de visumaanvraagprocedure te verbeteren, de kosten en lasten voor belanghebbenden terug te dringen en tegelijkertijd de veiligheid van het Schengengebied te vergroten. Bovendien sluit digitalisering van de visumprocedure aan bij recente ontwikkelingen op wetgevingsgebied 21 met betrekking tot het IT-landschap voor grensbeheer en draagt het bij aan meer veiligheid voor het Schengengebied.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Digitalisering van de visumaanvraagprocedure en invoering van een digitaal visum zijn verenigbaar met diverse belangrijke ontwikkelingen op het gebied van visum- en grensbeleid.

    ·De herziening van de Visumcode in 2020, waarbij het voor regelmatige reizigers gemakkelijker werd om visa met een langere geldigheidsduur aan te vragen en elektronische visumaanvragen (door enkele lidstaten gebruikt) en elektronische handtekeningen (tot dusverre nog niet door lidstaten gebruikt) mogelijk werden.

    ·De onlangs herziene verordening betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) 22 .

    ·Het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) 23 , dat deel uitmaakt van het kader voor slimme grenzen en interoperabiliteit en een online-reisautorisatie invoert voor niet-visumplichtige onderdanen van derde landen. Deze reisautorisatie verschilt van de visumprocedure, waarvoor indiening van biometrische gegevens verplicht is en aanvragers fysiek aanwezig moeten zijn om de grotere migratie- en veiligheidsrisico’s van visumplichtige derde landen te beperken.

    ·Het inreis-uitreissysteem (EES), dat in 2022 operationeel zal zijn en elke reiziger die het Schengengebied voor een kort verblijf bezoekt, verplicht om zijn/haar in- en uitreis bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen te registreren om opsporing van verblijfsduuroverschrijders mogelijk te maken 24 .

    ·Dit voorstel laat Richtlijn 2004/38/EG 25 onverlet. Dit voorstel strekt in geen enkel opzicht tot wijziging van Richtlijn 2004/38/EG.

    ·Dit voorstel laat Deel Twee van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie 26 onverlet.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    Het initiatief inzake digitalisering van visa is opgenomen in het werkprogramma van de Commissie voor 2021 27 en er wordt, zoals reeds aangegeven, naar verwezen in het nieuwe migratie- en asielpact. In de mededeling van de Commissie “Een strategie voor een volledig functionerend en veerkrachtig Schengengebied 28 ” wordt het initiatief genoemd als een van de belangrijkste maatregelen die door de Commissie zijn aangekondigd om het beheer van de buitengrenzen te verbeteren.

    Het initiatief sluit ook aan bij de algemene benadering van de EU om modernisering en digitalisering van overheidsdiensten te bevorderen en bij de mededeling van de Commissie 29 inzake het Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag van dit wetgevingsinitiatief is artikel 77, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Artikel 77, lid 2, punt a), VWEU geeft de Unie de bevoegdheid maatregelen vast te stellen voor “het gemeenschappelijk beleid inzake visa en andere verblijfstitels van korte duur”. Artikel 77, lid 2, punt b), VWEU geeft de Unie de bevoegdheid maatregelen vast te stellen voor “de controles waaraan personen bij het overschrijden van de buitengrenzen worden onderworpen”. Artikel 79, lid 2, punt a), geeft de Unie de bevoegdheid maatregelen vast te stellen voor “de voorwaarden voor toegang en verblijf, en normen betreffende de afgifte door de lidstaten van langlopende visa en verblijfstitels”. Aangezien het rechtsinstrument is gericht op de digitalisering van zowel visa voor kort verblijf als visa voor verblijf van langere duur (uitsluitend het digitale visumformaat voor de laatstgenoemde), is een gecombineerde rechtsgrondslag bestaande uit artikel 77, lid 2, en artikel 79, lid 2, VWEU benodigd.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    Uit de huidige verschillen tussen de visumaanvraagprocedures van de lidstaten en het feit dat de digitalisering niet in alle lidstaten even ver gevorderd is, blijkt dat de doelstelling om visumprocedures veiliger en geschikter voor het digitale tijdperk te maken niet door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt. Voor de verdere verbetering van deze gemeenschappelijke procedures is optreden van de EU nodig aangezien de meeste geconstateerde problemen verband houden met het recht van de Unie. Bovenstaande problemen zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk niet verdwijnen en houden rechtstreeks verband met bestaande bepalingen uit het recht van de Unie.

    Deze verordening beoogt stroomlijning en harmonisatie van de procedures in het kader van het gemeenschappelijke visumbeleid. Daarnaast stemt het initiatief reizen, voorwaarden voor toegang tot het grondgebied en grenstoezicht binnen het Schengengebied op elkaar af door middel van digitalisering en het interoperabiliteitskader aan de grenzen. Derhalve zijn de wijzigingen van de toepasselijke delen van het Schengenacquis (hoofdzakelijk de Visumcode en de VIS-verordening en andere gerelateerde wetgevingshandelingen 30 ) alleen mogelijk op Unieniveau.

    Door de omvang, de effecten en de impact van de voorgestelde maatregelen kunnen de doelstellingen alleen doeltreffend en systematisch worden bereikt op EU-niveau.

    Evenredigheid

    Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel dat is vervat in artikel 5, lid 4, VEU, moeten de aard en de zwaarte van een bepaalde maatregel worden afgestemd op het geconstateerde probleem. De in dit wetgevingsinitiatief omschreven problemen vragen in alle gevallen om wetgevende maatregelen op EU-niveau waarmee de lidstaten die problemen doeltreffend kunnen aanpakken.

    Het voorstel beoogt de verplichte vervanging van de papieren visumsticker door het digitale visum en een verplicht EU-visumaanvraagplatform, waaraan alle lidstaten die het Schengenacquis volledig 31 toepassen, alsmede met de Schengenruimte geassocieerde landen 32 moeten deelnemen zodra het systeem operationeel wordt. De lidstaten kunnen gebruikmaken van een facultatieve overgangsperiode.

    Het voorstel draagt ertoe bij dat de onderliggende oorzaken van de huidige problemen worden aangepakt. Het maakt een eind aan de verschillen tussen visumaanvraagprocedures en het gebruik van papier bij die procedures, harmoniseert de huidige uiteenlopende niveaus van digitalisering en waarborgt tegelijkertijd een hoge mate van veiligheid.

    Dit gaat niet verder dan wat nodig is om bovengenoemde doelstellingen te verwezenlijken.

    Keuze van het instrument

    De doelstellingen van dit voorstel kunnen worden verwezenlijkt door middel van een wetgevingshandeling die de bestaande visumprocedures wijzigt. Derhalve is een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 767/2008, Verordening (EG) nr. 810/2009 en daaruit voortvloeiende wijzigingen van andere verordeningen benodigd.

    3.RESULTATEN VAN EVALUATIES ACHTERAF, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

    Raadplegingen van belanghebbenden

    Alle belanghebbenden spraken brede steun uit voor het initiatief en benadrukten de verwachte voordelen en gemakken van een moderne, gebruikersvriendelijke digitale oplossing, die naar verwachting de administratieve procedures zal vergemakkelijken.

    Tijdens de raadplegingen spraken alle lidstaten steun uit voor de invoering van een digitaal visum. De lidstaten ondersteunen ook de uitbreiding van deze digitalisering tot visa voor verblijf van langere duur. Met betrekking tot het online EU-aanvraagplatform staat een aantal lidstaten positief ten opzichte van het gebruik van een EU-aanvraagplatform op vrijwillige basis (onderstaande optie 3), terwijl andere het verplichte gebruik van het platform in combinatie met een overgangsperiode steunden (onderstaande optie 4).

    Zowel het Bureau voor de grondrechten als nationale gegevensbeschermingsautoriteiten benadrukten dat bij het verzamelen van persoonsgegevens met betrekking tot gegevensbescherming de beginselen van “doelbinding” en “gegevensminimalisering” moeten worden geëerbiedigd, dat duidelijk moet worden bepaald welke instanties toegang tot welke gegevens hebben en dat de digitale aanvraagprocedure toegankelijk moet zijn voor mensen met een beperking.

    Met betrekking tot de verschillende beleidsopties spraken nationale gegevensbeschermingsautoriteiten een voorkeur uit voor de ontwikkeling en bouw van een EU-visumaanvraagplatform op vrijwillige of verplichte basis (respectievelijk onderstaande opties 3 en 4).

    De Commissie raadpleegde ook alle relevante belanghebbenden, waaronder het Bureau voor de grondrechten, Europol, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) en nationale gegevensbeschermingsautoriteiten, over een volledig digitale visumaanvraagprocedure, waardoor reizigers geen consulaten of externe dienstverleners meer hoeven te bezoeken om hun biometrische gegevens te verstrekken (zie onderstaande optie 5). De meeste belanghebbenden waren hierop tegen, met name vanwege het op afstand verzamelen van biometrische gegevens. In algemene zin gaf de EDPS aan dat de risico’s op het gebied van gegevensbescherming groter worden naarmate de digitalisering toeneemt. De Commissie overwoog de reacties van de EU-agentschappen en nationale autoriteiten zorgvuldig, ook wat betreft de geuite zorgen ten aanzien van het online verzamelen van biometrische gegevens bij optie 5.

    Frontex gaf aan de invoering van een digitaal visum te verwelkomen omdat daardoor het vervalsen van visumstickers nog moeilijker wordt (geen “fysieke” visa meer). Bovendien komen de hoge uitvoeringskosten voor de visumsticker te vervallen.

    Vertegenwoordigers van de reis- en toerismebranche steunden unaniem optie 4. Zij benadrukten dat deze optie de aanvraagprocedure voor visumaanvragers zal vergemakkelijken, gunstige effecten zal hebben op het reizen naar de EU en de aantrekkelijkheid van de EU als reisbestemming zal vergroten. Zij onderstreepten dat de EU een naadloze reiservaring moet aanbieden, vergelijkbaar met wat landen als Australië doen, met name voor reizigers uit visumplichtige Aziatische landen. Hoewel ook optie 5 voor hen interessant was, erkenden zij dat deze optie mogelijk uitdagingen op veiligheidsgebied inhoudt. Verder benadrukten de bedrijfsorganisaties die reageerden, ook dat de beveiliging van gegevens gewaarborgd moet worden en dat moet worden voorzien in een overgangsperiode om een soepele overgang van papier naar digitale oplossingen te waarborgen, alsmede in vangnetoplossingen voor het geval zich technische problemen voordoen.

    Uit de resultaten van een openbare raadpleging in de periode maart-juni 2021 blijkt ook veel steun voor het digitaliseringsproces, zowel voor het digitale visum als voor de mogelijkheid om visa online aan te aanvragen (515 reacties). De invoering van een online aanvraagplatform en een digitaal visum worden beide als bijzonder positieve ontwikkelingen beschouwd, die voor visumhouders de aanvraagprocedure voor visa voor kort verblijf en het reizen naar de EU zullen vergemakkelijken.

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    De Commissie heeft een externe consultant opdracht gegeven voor een onderzoek naar de haalbaarheid en de consequenties van opties voor het digitaliseren van visumaanvragen. Het verslag werd in september 2019 gepubliceerd en is online beschikbaar 33 .

    Daarnaast heeft een extern bureau de Commissie ondersteund met een onderzoek dat bij de effectbeoordeling is gebruikt en onder meer een uitvoerige kosten-batenanalyse van de verschillende beleidsopties bevatte. De onderzoeksaanvraag werd in december 2020 gedaan, waarna twee reële aanbiedingen werden beoordeeld en de opdracht eind januari 2021 aan Deloitte werd gegund.

    Effectbeoordeling

    Overeenkomstig haar beleid inzake “betere regelgeving” heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd 34 . In de effectbeoordeling werden vijf beleidsopties onderzocht, elk met een andere vorm van EU-optreden in de huidige visumprocedure:

    Optie 1 wordt beschouwd als het basisscenario: in dit basisscenario worden op EU-niveau geen wetgevingsmaatregelen genomen. De lidstaten blijven hun nationale instrument (al dan niet) ontwikkelen. De Commissie doet niet-bindende aanbevelingen aan de lidstaten en ondersteunt hen met zachte wetgevingsmaatregelen.

    Bij optie 2 zijn er enkele minimale veranderingen in de wetgeving op Europees niveau, bedoeld om wettelijke belemmeringen weg te nemen die voor de lidstaten de mogelijkheid van verdergaande digitalisering van de visumaanvraagprocedure beperken. Een verplicht digitaal visum vervangt de papieren visumsticker en er wordt een webdienst ingevoerd om de geldigheid ervan te controleren.

    Bij optie 3 wordt een EU-visumaanvraagplatform ontwikkeld en gebouwd, zij het slechts op facultatieve basis. De lidstaten kunnen naar keuze vrijwillig aan het EU-visumaanvraagplatform deelnemen of hun eigen nationale platforms ontwikkelen of blijven gebruiken, of in het geheel geen digitale aanvraagoplossing ontwikkelen. Afhankelijk van de lidstaat die het visum heeft uitgegeven, kunnen visumhouders de geldigheid van hun digitale visum controleren via het EU-visumaanvraagplatform.

    Evenals optie 3 voorziet optie 4 in de ontwikkeling van een EU-visumaanvraagplatform. Waar de deelname van de lidstaten aan het EU-visumaanvraagplatform bij optie 3 facultatief is, wordt het EU-platform bij optie 4 na een overgangsperiode verplicht voor elke lidstaat. Visumhouders kunnen de geldigheid van hun digitale visum controleren via het EU-visumaanvraagplatform.

    Optie 5 voorziet in verplichte volledige digitalisering van de EU-visumaanvraagprocedure zonder overgangsperiode. Anders dan bij alle overige opties kunnen aanvragers hun biometrische gegevens via een digitale applicatie aanleveren, zodat zij niet langer persoonlijk het consulaat of een visumaanvraagcentrum hoeven te bezoeken, wat bij alle andere opties nog wel het geval is.

    Op basis van de conclusies van de effectbeoordeling wordt optie 4 als voorkeursoptie beschouwd omdat daarmee alle doelstellingen van het initiatief het best kunnen worden verwezenlijkt. Bij optie 4 wordt de visumaanvraagprocedure vereenvoudigd en geharmoniseerd, dalen de administratieve kosten voor de lidstaten (met naar schatting 510,9 miljoen EUR in de periode 2025-2029) en aanvragers, en wordt de visumprocedure voor het Schengengebied veiliger. Het is ook een goede optie als wordt gekeken naar andere criteria, waaronder gegevensbescherming en grondrechten.

    Optie 4 gaat uit van de ontwikkeling van een verplicht digitaal EU-visumaanvraagplatform voor visa voor kort verblijf en stelt het gebruik van het digitale visum verplicht. Er komt een overgangsperiode om de lidstaten die hun eigen nationale visumplatforms gebruiken of ontwikkelen, de gelegenheid te bieden hun nationale oplossingen af te bouwen, zich aan te sluiten bij het EU-visumaanvraagplatform en zo eventuele verzonken investeringskosten tot een minimum te beperken. De lidstaten nemen de EU-visumaanvraag binnen de overgangsperiode geleidelijk in gebruik.

    Verder werkt het EU-visumaanvraagplatform met een gedecentraliseerde opslag van aanvragen in nationale systemen van de lidstaten. Hierdoor kunnen alle lidstaten die hun aanvraagsysteem al gedeeltelijk hebben gedigitaliseerd (bv. met een digitaal formulier) blijven werken met de interface die wordt gebruikt voor de verzending van de gegevens uit het digitale formulier naar het nationale visumsysteem voor de verwerking van aanvragen. Lidstaten die ook beschikken over een oplossing waarmee de volledige aanvraag wordt gedigitaliseerd, kunnen hun huidige digitale opslagoplossingen behouden. Naast de geringere risico’s op het gebied van veiligheid of gegevensbescherming kunnen bij gedecentraliseerde opslag de verzonken kosten worden beperkt voor lidstaten die al in digitalisering hebben geïnvesteerd en de desbetreffende opslagfaciliteiten hebben gerealiseerd.

    Bij deze optie kunnen onderdanen van derde landen via het aanvraagplatform online een visum voor kort verblijf aanvragen. Eerste aanvragers, aanvragers die om de vijf jaar een herhaalaanvraag indienen 35 , aanvragers die met kinderen reizen (ter bescherming van de belangen van het kind) en aanvragers die op een ander reisdocument zullen reizen dan het document dat voor eerdere visumaanvragen werd gebruikt, moeten echter nog steeds persoonlijk bij het consulaat of visumaanvraagcentrum verschijnen om biometrische gegevens te verstrekken, zich te legitimeren of, indien nodig, aanvullende informatie te verschaffen.

    Met betrekking tot de veiligheid van het Schengengebied vergroot een digitale visumaanvraagprocedure die via een EU-visumaanvraagplatform verloopt en met een digitaal visum werkt de veiligheid van de procedure als geheel, draagt die procedure bij aan de veiligheid van de Schengen-buitengrenzen en vergroot zij het vertrouwen onder de lidstaten. Bovendien kan bij een dergelijke procedure op basis van de criteria van de Visumcode gedeeltelijk automatisch worden bepaald welke lidstaat bevoegd is voor de behandeling van de visumaanvraag, zodat de kans op visumshoppen aanzienlijk afneemt.

    De veiligheidsrisico’s van het digitale visum zijn aanzienlijk kleiner dan die van de visumsticker. Dat geldt ook voor een vangnetscenario, dus wanneer bevraging van het VIS en andere informatiesystemen van de EU technisch niet mogelijk is. Diefstal van blanco visumstickers is niet mogelijk, terwijl dat op dit moment wel het geval kan zijn in consulaten van de lidstaten 36 . Optie 4 harmoniseert de modellen en de gegevenskwaliteit van ondersteunde documenten die naar het EU-aanvraagplatform worden geüpload, hetgeen extra waarborgen geeft voor de opsporing van vervalste documenten.

    Gezondheid en vereenvoudiging van regelgeving

    Volgens het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving van de Commissie (Refit, Regulatory Fitness and Performance Programme) moeten alle initiatieven tot wijziging van bestaande EU-wetgeving gericht zijn op vereenvoudiging en genoemde beleidsdoelen doelmatiger verwezenlijken (dus door onnodige regelgevingskosten terug te dringen). Hoewel dit initiatief niet aan het Refit-initiatief onderworpen is geweest, zal het de totale administratieve kosten van de lidstaten voor het beheer van visumaanvragen aanzienlijk verlagen, zoals blijkt uit de effectbeoordeling.

    Grondrechten

    Een bijzonder belangrijk aspect van dit wetgevingsinitiatief is het feit dat volledige eerbiediging moet worden gewaarborgd van de grondrechten zoals verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

    Wanneer minder vaak een consulaat of visumaanvraagcentrum behoeft te worden bezocht, is dat vooral gunstig voor visumaanvragers met beperkte mobiliteit. Daar staat tegenover dat bepaalde categorieën aanvragers nog steeds een aanvraag op een consulaat of bij een visumaanvraagcentrum kunnen indienen wanneer het EU-visumaanvraagplatform, dienstverleners, familie of vrienden onvoldoende ondersteuning bieden 37 .

    Als zij een aanvraag online kunnen indienen, zal dat voor mensen met een visuele beperking waarschijnlijk de ervaring van het aanvragen van een visum verbeteren. Digitale aanvraagplatforms, op Europees of nationaal niveau, moeten voldoen aan de bepalingen van de toegankelijkheidsrichtlijn 38 , die de lidstaten ertoe verplicht te waarborgen dat “overheidsinstanties de noodzakelijke maatregelen nemen om hun websites en mobiele applicaties toegankelijker te maken door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken”. Websites moeten daarom gebruikers de mogelijkheid bieden om de wijze waarop informatie wordt getoond te veranderen (lettertype, grootte, kleuren enz.) en kunnen ook audio-ondersteuning aanbieden (voorgelezen tekst). Dit is niet, of in veel mindere mate, mogelijk met een aanvraagprocedure op papier. Bovendien zal het een hoge mate van toegankelijkheid waarborgen voor mensen die niet kunnen horen of zien, omdat de in het EU-aanvraagplatform verwerkte normen en eigenschappen door alle landen worden toegepast.

    De specifieke bepalingen die in individuele gevallen van toepassing zijn vanwege humanitaire redenen, zullen ook gelden voor mensen met weinig digitale vaardigheden die technische ondersteuning nodig hebben. Niettemin zullen problemen op het gebied van digitale toegankelijkheid in de loop der tijd geleidelijk afnemen vanwege een algehele toename van de digitale vaardigheden.

    Met betrekking tot de rechten van het kind blijven de toepasselijke wettelijke voorschriften bestaan die voor kinderen de procedure ter plaatse garanderen. In de herziene VIS-verordening zijn al specifieke veranderingen ingevoerd om misbruik van kinderrechten beter te bestrijden door verlaging van de leeftijd waarop vingerafdrukken mogen worden afgenomen (van 12 naar 6 jaar), maar ook door het voorschrijven van strikte waarborgen voor biometrische gegevens van kinderen, met name door beperking van de bewaartermijn van de gegevens: vingerafdrukken en gezichtsafbeeldingen van kinderen jonger dan 12 jaar worden gewist nadat de geldigheidstermijn van het visum is verstreken en het kind de buitengrenzen weer heeft overschreden. Voor indieners van herhaalaanvragen met kinderen zal bij een volgende herhaalaanvraag in dergelijke gevallen altijd opnieuw ter plaatse een procedure moeten worden doorlopen.

    Bij digitalisering zal de rol van externe dienstverleners afhangen van de taken die de lidstaten aan hen willen uitbesteden wanneer de digitalisering haar beslag heeft gekregen, voor zover dat wordt toegestaan door het wetgevingskader. Een groot deel van de administratieve taken die momenteel door externe dienstverleners worden verricht, zal bij invoering van digitale procedures komen te vervallen (bijvoorbeeld het overnemen van informatie uit het fysieke aanvraagformulier in een digitaal formulier). Waar het om algemene ondersteuning van aanvragers gaat, wordt de rol van externe dienstverleners op de korte termijn mogelijk groter (bijvoorbeeld ondersteuning van mensen zonder digitale vaardigheden). Op de lange termijn zal hun rol bij het verzamelen van aanvragen echter kleiner worden omdat indieners van herhaalaanvragen van wie de biometrische gegevens reeds zijn ingevoerd hun aanvraag volledig online kunnen indienen. Vanuit het oogpunt van gegevensbescherming is bij inschakeling van externe dienstverlening feitelijk sprake van extra blootstelling van persoonsgegevens aan derden. Dit is geen bedreiging voor de bescherming van de gegevens zolang de procedures en technologieën die externe dienstverleners gebruiken in overeenstemming zijn met de beginselen voor gegevensbescherming en bevordering van de privacy, en de autoriteiten in de lidstaten naar behoren toezicht uitoefenen op elke externe dienstverlener.

    Zoals ook aangegeven door de EDPS, houden met betrekking tot gegevensbescherming de gevolgen van het initiatief hoofdzakelijk verband met de invoering van een visumaanvraagplatform (met gevolgen voor de behandeling van persoonsgegevens door externe dienstverleners en voor de gegevensbeveiliging van het platform). In dat opzicht is uit de analyse van de opties gebleken dat optie 5 ernstige risico’s voor de gegevensbescherming inhoudt omdat mensen zelf biometrische gegevens digitaal aanleveren. Alle overige opties ontliepen elkaar weinig voor wat betreft de bescherming van gegevens.

    Met betrekking tot digitale visa wordt de informatie over een visum op dit moment niet alleen opgeslagen in een grote EU-databank (het VIS) maar ook zichtbaar gemaakt door het aanbrengen van een visumsticker in het paspoort. Wanneer de visumsticker wordt gedigitaliseerd en omgezet in een volledig digitaal visum, dan doet dat dus niets af aan het feit dat de visuminformatie is opgeslagen in een grote EU-databank en dat ook zal blijven. In de VIS-verordening zijn al strikte waarborgen voor gegevensbescherming opgenomen (voorschriften voor bewaartermijnen en inzage, recht op inzage, verbetering, aanvulling of verwijdering van persoonsgegevens en beperking van verwerking enz.). Bovendien zijn deze waarborgen voor de bescherming van gegevens in de onlangs herziene VIS-verordening verder aangescherpt door de bepalingen over gegevensbescherming af te stemmen op de toepasselijke wettelijke normen voor gegevensbescherming. Deze verbeterde waarborgen voor gegevensbescherming zullen van toepassing blijven omdat de in de digitale visa opgenomen informatie nog steeds in het VIS zal worden opgeslagen.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

       EU-visumaanvraagplatform

    Ten aanzien van de gevolgen voor de begroting van de instellingen van de EU zullen de kosten voor het realiseren van een EU-visumaanvraagplatform volgens de raming van het onderzoek naar een prototype voor een digitaal visum 39 33,8 miljoen tot 41,2 miljoen EUR bedragen (inclusief de kosten voor beheerde diensten en de benodigde aanpassingen van het VIS) 40 . Na de oplevering van deze beheerde dienst zullen de exploitatie- en onderhoudskosten jaarlijks tussen de 10,5 miljoen en 12,8 miljoen EUR bedragen, onder meer voor 10 personeelsleden bij eu-LISA.

    Met betrekking tot de gevolgen voor de lidstaten zal elke lidstaat zijn nationale systeem of systemen moeten aansluiten en actualiseren om gebruik te kunnen maken van de diensten van het nieuwe gecentraliseerde EU-visumaanvraagplatform. In de effectbeoordeling worden de kosten hiervan geraamd op 270 000 tot 330 000 EUR per lidstaat. Na aansluiting zullen de ontvangen aanvragen in de nationale systemen moeten worden opgeslagen voor verdere behandeling. Met deze infrastructuur is volgens de raming uit de effectbeoordeling per lidstaat 41 (gemiddeld) een investering van circa 2,5 miljoen tot 3 miljoen EUR gemoeid. Deze kosten zullen sterk afhangen van het aantal visumaanvragen dat een lidstaat jaarlijks ontvangt. Nadat de nationale systemen zijn geactualiseerd en zijn aangesloten op de beheerde dienst en er voldoende opslagruimte is voorzien, moeten deze nieuwe verbeterde nationale systemen ook worden onderhouden, en daarvoor zullen de kosten jaarlijks naar schatting tussen de 460 000 en 570 000 EUR bedragen. Ook deze kosten zijn afhankelijk van het aantal aanvragen dat een lidstaat jaarlijks ontvangt. Benadrukt moet worden dat alle bovenstaande kosten door schaalvoordelen lager zullen zijn dan de kosten die een lidstaat zou maken wanneer die lidstaat zijn eigen online-visumaanvraagplatform zou ontwikkelen.

       Digitaal visum

    De kosten die op centraal niveau gemoeid zijn met het digitale visum (de dienst die de geldigheid van visa controleert) zijn verwerkt in bovengenoemde kosten van het EU-visumaanvraagplatform (functionaliteit van het platform). Daarnaast zijn de gegevens van thans afgegeven visa al digitaal opgeslagen in het VIS. De digitalisering van visa zal daarom niet gepaard gaan met andere extra kosten voor de begroting van de EU.

    De invoering van het digitale visum zal slechts tot verwaarloosbare kosten voor de lidstaten leiden, zoals blijkt uit de berekeningen in de effectbeoordeling bij dit voorstel. De instrumenten om een ondertekende 2D-barcode te genereren en te controleren zullen namelijk al aanwezig zijn, om te voldoen aan het uitvoeringsbesluit van de Commissie tot invoering van een digitaal zegel op het uniforme model voor visa 42 .

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    Een robuust monitoring- en evaluatiemechanisme is van cruciaal belang om te waarborgen dat de beoogde gunstige effecten van de invoering van een EU-visumaanvraagplatform en van het digitale visum in de praktijk gestalte krijgen.

    Artikel 57 van de Visumcode en artikel 50 van de herziene VIS-verordening inzake monitoring en evaluatie voorzien al in verplichtingen met betrekking tot monitoring en evaluatie. Aan de VIS-verordening wordt een speciaal artikel toegevoegd over de evaluatie van veranderingen die voortvloeien uit het aannemen van het voorstel inzake digitalisering van visumprocedures.

    Met behulp van indicatoren kan de vooruitgang worden gemeten met betrekking tot de verwezenlijking van de belangrijkste doelstellingen, te weten vereenvoudiging en harmonisatie van de visumaanvraagprocedure voor lidstaten en onderdanen van derde landen, verkleining van de risico’s van (identiteits)fraude en vervalsingen en vergemakkelijking van de controleprocedure aan de grenzen, en vergroting van de aantrekkelijkheid van de EU als reisbestemming.

    De uitvoering van het visumbeleid wordt ook gemonitord of beoordeeld via het Schengenevaluatiemechanisme, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad, onverminderd de rol van de Commissie als hoedster van de Verdragen (artikel 17, lid 1, VEU).

       Variabele geometrie

    Dit voorstel bouwt voort op en strekt tot ontwikkeling van het Schengenacquis voor buitengrenzen en visa, in die zin dat het de overschrijding van de buitengrenzen en de afgifte van visa voor kort verblijf betreft. Aangezien de rechtsgrondslag van dit voorstel is gelegen in titel V van het derde deel van het VWEU, valt het onder het stelsel van “variabele geometrie” dat is vervat in de protocollen betreffende de positie van Denemarken en Ierland en in het Schengenprotocol. De gevolgen voor de diverse protocollen en Schengen-associatieovereenkomsten moeten daarom in overweging worden genomen voor Denemarken, Ierland, IJsland en Noorwegen, alsmede voor Zwitserland en Liechtenstein.

    Tevens moeten de gevolgen voor de verschillende toetredingsakten in overweging worden genomen. De specifieke situatie van elk van de betrokken staten is opgenomen in de overwegingen 40-47 van dit voorstel.

       Artikelsgewijze toelichting van het voorstel

    Artikel 1 van het voorstel wijzigt de bepalingen van Verordening (EG) nr. 810/2009 (de Visumcode) om uitvoering te geven aan het voorstel, door de volgende belangrijke wijzigingen aan te brengen, naast een aantal andere daaruit voortvloeiende wijzigingen:

    ·de bijzondere status van visumaanvragers die gezinsleden zijn van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die voor hun gaststaat onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen krachtens artikel 14, lid 3, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, komt tot uiting in artikel 1 en in de gehele tekst.

    ·Artikel 5 bevat de regel om te bepalen welke lidstaat bevoegd is om de aanvraag te behandelen.

    ·Artikel 9 voorziet in de verplichting om een aanvraag in te dienen via een digitaal EU-platform voor visumaanvragen, waarbij tegelijkertijd de mogelijkheid wordt behouden om rekening te houden met bepaalde uitzonderingen, namelijk visa die aan de buitengrenzen worden afgegeven en visa voor staatshoofden en regeringsleiders en in individuele gevallen om humanitaire redenen;

    ·Artikel 10 voorziet in de algemene regels voor het indienen van een aanvraag, met enkele aanpassingen om ervoor te zorgen dat de regels van toepassing kunnen zijn op een digitale context;

    ·Artikel 12 bepaalt dat het reisdocument samen met de eerste aanvraag moet worden ingediend, terwijl nadien een gescande kopie die naar het EU-aanvraagplatform wordt geüpload, volstaat;

    ·De regels van artikel 13 inzake biometrische kenmerken worden gehandhaafd en er worden alleen gerichte wijzigingen aangebracht om rekening te houden met de functies van het digitale EU-aanvraagplatform, met name het gebruik van de gateway voor externe dienstverleners wanneer biometrische gegevens worden verzameld door dergelijke dienstverleners;

    ·Artikel 18 wordt gewijzigd om rekening te houden met de geautomatiseerde voorcontrole van bevoegdheid en ontvankelijkheid die door het EU-visumaanvraagplatform wordt uitgevoerd.

    ·Artikel 19 wordt gewijzigd om de ontvankelijkheidsregels aan te passen aan het gebruik van het EU-visumaanvraagplatform, met name de opname van de voorcontrole van ontvankelijkheid door het EU-visumaanvraagplatform.

    ·De regels van artikel 24 inzake de afgifte van meervoudige inreisvisa worden gehandhaafd. Als gevolg van de dematerialisatie van de visa wordt de geldigheid van het visum echter niet langer beperkt door de vervaldatum van het paspoort;

    ·Artikel 26 bis bepaalt dat visa in digitale vorm zullen worden afgegeven in het Visuminformatiesysteem.

    Artikel 2 geeft uitvoering aan het EU-visumaanvraagplatform door een reeks wijzigingen voor te stellen in Verordening (EG) nr. 767/2008 (VIS-verordening). De volgende belangrijke wijzigingen worden aangebracht, samen met een aantal andere daaruit voortvloeiende wijzigingen:

    ·Artikel 2 bis introduceert het online EU-visumaanvraagplatform als nieuwe functie in het Visuminformatiesysteem;

    ·Er wordt een nieuw hoofdstuk I bis ingevoerd, waarin de functies van het EU-visumaanvraagplatform worden vastgelegd: een beschrijving van de informatie die in het online aanvraagformulier moet worden opgenomen, voortbouwend op de informatie die momenteel van de aanvragers wordt verlangd (artikel 7 ter); een lijst van de stappen die aanvragers moeten nemen om een aanvraag op het platform in te dienen, overeenkomstig het model van Etias en de bestaande visumaanvraagprocedure (artikel 7 quater); de invoering van de betaalfunctie en afsprakenfunctie (artikel 7 quinquies); het opzetten van een gateway waarmee externe dienstverleners een alleen-lezen-toegang kunnen krijgen tot VIS-gegevens (artikel 7 sexies); toelichting bij de kennisgeving van beslissingen, die eveneens volgens het Etias-model zal plaatsvinden (artikel 7 septies).

    ·Artikel 7 ter bevat specifieke bepalingen voor het gebruik van het EU-aanvraagplatform door gezinsleden van burgers van de Unie of van andere onderdanen van derde landen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen of van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen.

    Artikel 3 wijzigt Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (visumstickerverordening) om het digitale visum ten uitvoer te leggen door te bepalen dat de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen, visa in digitaal formaat moeten afgeven.

    Artikel 4 wijzigt Verordening (EG) nr. 333/2002 (betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt, niet wordt erkend). Door de invoering van digitale visa die niet in een reisdocument worden aangebracht, is het voor de houder van een reisdocument dat door een lidstaat niet wordt erkend, niet langer nodig te beschikken over een speciaal formulier voor het aanbrengen van visa door de autoriteiten van die lidstaat.

    Artikel 5 voorziet in gerichte wijzigingen van Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD). Om rekening te houden met de digitalisering, wordt gespecificeerd dat dergelijke documenten in digitaal formaat zullen worden afgegeven.

    Artikel 6 wijzigt de Schengenuitvoeringsovereenkomst. Het in Verordening (EG) nr. 1683/95 vastgestelde model voor visa voor kort verblijf wordt immers ook gebruikt voor visa voor verblijf van langere duur. Derhalve moet de Schengenuitvoeringsovereenkomst worden gewijzigd om ook afgifte van visa voor verblijf van langere duur in een digitaal formaat mogelijk te maken.

    Artikel 7 wijzigt Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD). De aanvraagprocedure voor deze documenten verloopt op papier. Om aan te sluiten bij de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, worden Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad en Verordening (EG) nr. 694/2003 gewijzigd om afgifte in een digitaal formaat alsmede digitale aanvragen mogelijk te maken.

    Artikel 8 voorziet in gerichte technische wijzigingen van Verordening (EU) 2017/2226 (verordening betreffende het inreis-uitreissysteem), die noodzakelijk worden gemaakt door de invoering van het digitale visum en de afschaffing van de fysieke visumsticker, met name de doorgifte van gegevens van het VIS naar het EES wanneer een geldig visum is bevestigd in een nieuw reisdocument.

    Artikel 9 voorziet in standaardbepalingen voor de evaluatie van het EU-aanvraagplatform.

    Artikel 10 bevat bepalingen over de ingebruikneming van het EU-aanvraagplatform en digitale visa. Het voorziet ook in een overgangsperiode voor de lidstaten die geen gebruik wensen te maken van het EU-visumaanvraagplatform, en beschrijft de modaliteiten van deze overgangsperiode.

    Artikel 11 is een standaardbepaling over de inwerkingtreding van de wijzigingsverordening.

    2022/0132 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009 en (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 1683/95, (EG) nr. 333/2002, (EG) nr. 693/2003 en (EG) nr. 694/2003 van de Raad en de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen wat betreft de digitalisering van de visumprocedure

    HET EUROPEES PARLEMENT EN RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punt a), en artikel 79, lid 2, punt a),

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Het gemeenschappelijk beleid van de Unie inzake visa is een integrerend onderdeel van de totstandbrenging van een ruimte zonder binnengrenzen. Visumbeleid moet een wezenlijk onderdeel blijven van de aanpak van veiligheidsrisico’s en het risico van irreguliere migratie naar de Unie, en moet tegelijkertijd het toerisme en het handelsverkeer vergemakkelijken. Het gemeenschappelijk visumbeleid moet bijdragen aan groei en verenigbaar zijn met het overige beleid van de Unie, onder meer op het gebied van externe betrekkingen, handel, onderwijs, cultuur en toerisme. In maart 2018 kwam in een mededeling van de Commissie over visumbeleid het concept van “e-visa” aan de orde en werd een haalbaarheidsonderzoek aangekondigd naar digitale visumprocedures, evenals het voornemen om ter voorbereiding van toekomstige voorstellen opties te onderzoeken en proefprojecten te stimuleren. Bij de herziening van de EU-Visumcode in 2019 spraken het Europees Parlement en de Raad uitdrukkelijk het streven uit om in de toekomst een gemeenschappelijke oplossing te ontwikkelen, die het mogelijk maakt om aanvragen voor Schengenvisa online in te dienen en ten volle gebruik te maken van recente juridische en technologische ontwikkelingen 43 .

    (2)Het initiatief sluit ook aan bij de algemene benadering van de EU om modernisering en digitalisering van overheidsdiensten te bevorderen, en bij de mededeling van de Commissie inzake het Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium 44 . Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad 45 in 2010 en de ingebruikname van het Visuminformatiesysteem (VIS) in 2011 ingevolge Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad 46 is de context van het visumbeleid in de afgelopen jaren door uitdagingen op het gebied van migratie en veiligheid aanzienlijk veranderd. Daarnaast bieden grotere technologische ontwikkelingen nieuwe mogelijkheden om de Schengen-visumaanvraagprocedure soepeler en doeltreffender te maken voor onderdanen van derde landen en autoriteiten van de lidstaten.

    (3)Tijdens de COVID-19-pandemie werden er wereldwijd minder Schengenvisa aangevraagd en afgegeven, deels omdat het moeilijk was om visumaanvragers in consulaten en visumaanvraagcentra te ontvangen, en dit was voor de lidstaten aanleiding om de Commissie op te roepen het werk aan de digitalisering van visumprocedures te versnellen.

    (4)Volgens het nieuwe migratie- en asielpact, dat op 23 september 2020 door de Commissie werd gepresenteerd, moet de visumprocedure uiterlijk in 2025 volledig zijn gedigitaliseerd, met een digitaal visum en de mogelijkheid om online een visum aan te vragen.

    (5)Hoewel de behandeling van visumaanvragen al voor een deel is gedigitaliseerd, waarbij aanvragen en beslissingen in het VIS worden ingevoerd, is dat nog niet het geval bij twee belangrijke stappen: de visumaanvraagprocedure en de afgifte van het visum aan de aanvrager in de vorm van een visumsticker. Dit is belastend voor alle belanghebbenden en in het bijzonder voor visumaanvragers en voor autoriteiten van de lidstaten die visa afgeven. De lidstaten zijn zich hiervan bewust en enkele lidstaten hebben reeds digitale oplossingen ingevoerd om aanvragers gebruik te kunnen laten maken van een moderne en gebruikersvriendelijke aanvraagprocedure en om visumaanvragen doelmatiger te kunnen behandelen.

    (6)Visumaanvragers moeten een visum online kunnen aanvragen via één centraal EU-platform, ongeacht de lidstaat van bestemming. Dit platform moet automatisch bepalen welke lidstaat bevoegd is om een aanvraag te beoordelen, met name wanneer de aanvrager voornemens is om meerdere lidstaten te bezoeken. De lidstaten moeten alleen controleren of de door het platform bepaalde bevoegde lidstaat juist is.

    (7)Het online-EU-aanvraagplatform moet de aanvrager actuele informatie over visa voor kort verblijf voor het Schengengebied aanbieden, naast een databank waarin de aanvrager alle benodigde informatie kan vinden over vereisten en procedures, waaronder onder meer, maar niet uitsluitend, de vraag of een visum verplicht is en welk type visum, de hoogte van de visumleges, de lidstaat die bevoegd is om de aanvraag te behandelen, de vereiste bewijsstukken, de vraag of een afspraak moet worden gemaakt voor het verzamelen van biometrische gegevens of dat een aanvraag online zonder afspraak kan worden ingediend. Ook moet het EU-aanvraagplatform veilige elektronische communicatie tussen de aanvrager en het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat mogelijk maken voor het geval aanvullende documenten of een gesprek noodzakelijk zijn (is).

    (8)Visumaanvragers moeten via het EU-aanvraagplatform hun aanvraag kunnen indienen, in het aanvraagformulier verlangde gegevens kunnen verstrekken, een gescande kopie van het reisdocument kunnen aanleveren, bewijsstukken kunnen verstrekken en digitaal kunnen aantonen dat zij beschikken over een reisverzekering tot dekking van ziektekosten. Om aanvragers de mogelijkheid te bieden informatie met betrekking tot hun aanvraag te bewaren, moeten gegevens tijdelijk kunnen worden opgeslagen op het aanvraagplatform. Nadat de aanvrager de online-aanvraag heeft ingediend en de lidstaat de noodzakelijke controles heeft verricht, wordt het aanvraagdossier overgebracht naar het nationale systeem van de bevoegde lidstaat en daar opgeslagen. Consulaten raadplegen de op nationaal niveau opgeslagen informatie en zenden alleen de vereiste gegevens door naar het centrale VIS. 

    (9) In beginsel moeten alleen eerste aanvragers en aanvragers aan wie een (te controleren) nieuw reisdocument is afgegeven, alsmede personen van wie biometrische kenmerken moeten worden verzameld, persoonlijk verschijnen op een consulaat of bij een externe dienstverlener.

    (10)Indieners van herhaalaanvragen moeten hun aanvraag binnen 59 maanden na hun eerste gehonoreerde aanvraag volledig online kunnen indienen, mits zij bij de aanvraag hetzelfde reisdocument gebruiken. Na het verstrijken van deze termijn moeten opnieuw biometrische gegevens worden verzameld, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 810/2009, waarin wordt voorgeschreven dat biometrische gegevens in beginsel om de 59 maanden moeten worden verzameld, gerekend vanaf de datum van eerste verzameling.

    (11)Specifieke bepalingen zijn van toepassing op visumplichtige onderdanen van derde landen, die gezinsleden zijn van burgers van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad 47 van toepassing is of van onderdanen van derde landen die een recht van vrij verkeer genieten dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, en die niet in het bezit zijn van een verblijfskaart ingevolge Richtlijn 2004/38/EU, of van onderdanen van het VK die voor hun gastlidstaat onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 48 (het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie) vallen en die geen houder zijn van een verblijfstitel ingevolge het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

    (12)In artikel 21, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt bepaald dat iedere burger van de Unie het recht heeft vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. Deze beperkingen en voorwaarden zijn opgenomen in Richtlijn 2004/38/EG. Zoals bekrachtigd door het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben de in overweging 11 bedoelde familieleden niet alleen het recht het grondgebied van de lidstaat binnen te komen, maar ook het recht hiervoor een inreisvisum te verkrijgen. De lidstaten moeten deze personen alle mogelijkheden bieden om de benodigde visa te verkrijgen, die ten spoedigste en kosteloos moeten worden afgegeven na een versnelde procedure en met inachtneming van de op hen van toepassing zijnde procedurele waarborgen. In dit verband moeten deze gezinsleden in het bijzonder het recht hebben om hun visumaanvraag, hun aanvraag voor koppeling van een geldig visum aan een nieuw reisdocument of hun aanvraag voor verlenging van hun visum in te dienen zonder gebruik te maken van het EU-aanvraagplatform, aangezien dit hun visumaanvraag kan vergemakkelijken. In dergelijke gevallen moeten zij het recht hebben om ervoor te kiezen hun aanvragen in persoon in te dienen bij het consulaat of bij de externe dienstverleners. Daarnaast moet het online EU-visumaanvraagplatform de rechten en faciliteiten die zijn toegekend aan degenen die onder het acquis van vrij verkeer vallen volledig eerbiedigen. Hetzelfde geldt met betrekking tot gezinsleden van onderdanen van het VK die voor hun gastlidstaat onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen krachtens artikel 14, lid 3, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

    (13)Bijzondere bepalingen moeten in individuele gevallen van toepassing zijn vanwege humanitaire redenen of op staatshoofden en regeringsleiders en leden van de nationale regering met begeleidende echtgenoten, alsmede de leden van hun officiële delegatie die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel, vorsten en andere hooggeplaatste leden van een koninklijke familie, die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel. 

    (14)Bijzondere bepalingen die in individuele gevallen vanwege humanitaire redenen van toepassing moeten zijn, kunnen betrekking hebben op aangelegenheden op het gebied van digitale toegankelijkheid.

    (15)Een derde partij die daartoe door de visumaanvrager wordt gemachtigd of wettelijk bevoegd is die aanvrager te vertegenwoordigen, moet namens de aanvrager een aanvraag kunnen indienen, mits de identiteit van deze persoon wordt vermeld op het aanvraagformulier. Het moet mogelijk zijn voor reizigers om commerciële tussenpersonen te machtigen om namens hen een aanvraag op te stellen en in te dienen.

    (16)Elke aanvrager moet een ingevuld aanvraagformulier indienen met gebruikmaking van het EU-aanvraagplatform, met inbegrip van een verklaring van de echtheid, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de ingediende gegevens en een verklaring van de waarachtigheid en betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen. Ook moet elke aanvrager verklaren de in Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad 49 bedoelde toegangsvoorwaarden te hebben begrepen en te hebben begrepen dat hem of haar verzocht kan worden bij elke inreis de relevante bewijsstukken te verstrekken. Aanvraagformulieren voor minderjarigen moeten worden ingediend en elektronisch ondertekend door een persoon die tijdelijk of permanent het ouderlijke gezag of de wettelijke voogdij uitoefent.

    (17)Visumleges moeten worden voldaan via een met het online-aanvraagplatform verbonden gateway van een derde partij en betalingen worden rechtstreeks overgeboekt naar de desbetreffende lidstaat. De voor de beveiliging van de elektronische betaling benodigde gegevens behoren niet tot de gegevens die in het VIS worden opgeslagen. 

    (18)Het EU-aanvraagplatform bevat ook de afsprakenfunctie, die de lidstaat kan besluiten te gebruiken voor het beheer van afspraken op zijn consulaten of bij externe dienstverleners. Hoewel het gebruik van een dergelijke functie facultatief moet blijven, omdat deze wellicht niet geschikt is voor alle locaties en alle consulaten, moeten de lidstaten niettemin via de plaatselijke Schengensamenwerking bespreken of in specifieke derde landen of op specifieke locaties een geharmoniseerde benadering voor het gebruik van de afsprakenfunctie kan worden gehanteerd.

    (19)Het systeem moet de aanvrager meedelen of informatie ontbreekt en het systeem moet de aanvrager de mogelijkheid bieden om de aanvraag te verbeteren. Het EU-aanvraagplatform moet de aanvrager door middel van een geautomatiseerde voorcontrole aangeven of diens aanvraag ontvankelijk is. De voorcontrole moet waarborgen dat de verstrekte informatie voldoet aan de ontvankelijkheidseisen voor het gevraagde visum.

    (20)Wanneer het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat vaststelt (vaststellen) verantwoordelijk te zijn voor de behandeling van de aanvraag, accepteren zij deze aanvraag en moeten de gegevens in het nationale systeem worden geïmporteerd vanuit de tijdelijke opslag in de zin van de VIS-verordening en uit de tijdelijke opslag worden verwijderd, met uitzondering van contactgegevens.

    (21)Aanvragers moeten langs elektronische weg in kennis worden gesteld van het besluit van de bevoegde lidstaat over hun aanvraag, waarbij moet worden vermeld of het visum is afgegeven, geweigerd, gekoppeld aan een nieuw reisdocument, verlengd, of nietig is verklaard of ingetrokken overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 810/2009 en (EG) nr. 767/2008. 

    (22)Om de veiligheidsrisico’s in verband met nagemaakte en gestolen visumstickers te beperken, moet een visum in een digitaal formaat worden afgegeven, en niet langer als een visumsticker die in het reisdocument wordt aangebracht.

    (23)Om maximale veiligheid te waarborgen en namaak of vervalsing te voorkomen, moet de kennisgeving van een digitaal visum plaatsvinden in de vorm van een 2D-barcode die cryptografisch is ondertekend door de Country Signing Certificate Authority (tot tekenen bevoegde autoriteit) (CSCA) van de lidstaat van afgifte. Indien het VIS onbereikbaar of niet beschikbaar is, moeten controles plaatsvinden op basis van een 2D-barcode van de ondertekenende autoriteit.

    (24)Indien het reisdocument van de visumhouder is verloren of gestolen of de geldigheidsduur ervan is verstreken terwijl het visum nog geldig is, kan de visumhouder via het EU-aanvraagplatform koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument aanvragen, mits het nieuwe reisdocument van hetzelfde type is en is afgegeven door hetzelfde land als het verloren, gestolen of verlopen reisdocument. De visumhouder moet in persoon bij het consulaat of de externe dienstverlener verschijnen om het nieuwe reisdocument te tonen teneinde de echtheid van het nieuwe reisdocument te kunnen verifiëren.

    (25)Gegevens die op het EU-aanvraagplatform zijn opgeslagen, moeten worden beveiligd met behulp van privacybevorderende uitvoeringsmaatregelen. 

    (26)Externe dienstverleners moeten alleen toegang tot het EU-aanvraagplatform hebben om ingediende aanvragen op te halen en te beoordelen, om tijdelijk opgeslagen gegevens te verifiëren (bijvoorbeeld een scan van een reisdocument), om biometrische kenmerken te verzamelen en te uploaden, om de kwaliteit van geüploade bewijsstukken te controleren en om te bevestigen dat een aanvraag is beoordeeld en deze daarmee voor verdere verwerking door het consulaat vrij te geven. Externe dienstverleners moeten geen toegang hebben tot in het VIS opgeslagen gegevens. 

    (27)De datum van ingebruikname moet worden vastgesteld, ook voor het digitale visum en het EU-aanvraagplatform. Een lidstaat kan besluiten om gedurende een periode van vijf jaar na de ingebruikname geen gebruik te maken van het online EU-aanvraagplatform. Niettemin kan een lidstaat meedelen zich bij het online EU-aanvraagplatform te willen aansluiten voordat de overgangsperiode is verstreken. Indien de lidstaat die zijn visumaanvragen verwerkt heeft besloten geen gebruik te maken van het online EU-aanvraagplatform, kunnen visumhouders gedurende de overgangsperiode wel digitale visa verifiëren met gebruikmaking van de webdienst van het EU-aanvraagplatform.

    (28)Op het EU-aanvraagplatform moet voor aanvragers een functie beschikbaar zijn om hun digitale visa te verifiëren.

    (29)De lidstaten die het Schengenacquis niet volledig toepassen en derhalve geen toegang tot het VIS hebben voor het invoeren van visumaanvragen en het opslaan van digitale visa, moeten visa blijven afgeven in de vorm van een uniform model (sticker).

    (30)Om de toepassing van Besluit nr. 565/2014/EU mogelijk te maken, moeten Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië alleen-lezen-toegang hebben tot in het VIS opgeslagen digitale visa.

    (31)Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) moet worden belast met de technische ontwikkeling en het operationele beheer van het EU-aanvraagplatform en de onderdelen ervan, als onderdeel van het VIS.

    (32)In de systeemarchitectuur van het EU-aanvraagplatform moeten de bestaande en toekomstige systemen die onderdeel zijn van het nieuwe kader voor interoperabiliteit zoveel mogelijk worden hergebruikt, waaronder met name het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en het inreis-uitreissysteem (EES), met inachtneming van de huidige technologische beperkingen en de lopende investeringen van de lidstaten in hun eigen nationale systemen.

    (33)Bij controles van digitale visa aan de grens moet gebruik worden gemaakt van de bestaande en toekomstige systeemarchitectuur voor grensbeheer van de Unie en deze controles moeten de in het VIS opgeslagen gegevens van de visumhouder omvatten. Deze informatie moet door de autoriteiten van de lidstaten worden geverifieerd met biometrische gegevens.

    (34)Het in Verordening (EG) nr. 1683/95 50 vastgestelde model voor visa voor kort verblijf wordt ook gebruikt voor visa voor verblijf van langere duur. Derhalve moet de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen 51 worden gewijzigd om ook afgifte van visa voor verblijf van langere duur in een digitaal formaat mogelijk te maken.

    (35)Aangezien het door de invoering van digitale visa niet langer noodzakelijk is om de fysieke visumsticker aan te brengen, moet Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad 52 , waarin een uniform model wordt vastgesteld voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door die lidstaat niet wordt erkend, dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (36)Doorreisfaciliteringsdocumenten (FTD, Facilitated Transit Documents) en doorreisfaciliteringsdocumenten voor treinreizigers (FRTD, Facilitated Rail Transit Documents) zijn documenten die gelijkwaardig zijn aan doorreisvisa en de houders ervan machtigen het grondgebied van lidstaten binnen te komen teneinde over dat grondgebied te reizen overeenkomstig de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot de overschrijding van buitengrenzen. Doorreisfaciliteringsdocumenten (FTD) en doorreisfaciliteringsdocumenten voor treinreizigers (FRTD) worden afgegeven in een uniform model en de aanvraagprocedure verloopt op papier. Om aan te sluiten bij de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, moeten Verordening (EG) nr. 693/2003 53 van de Raad en Verordening (EG) nr. 694/2003 54 worden gewijzigd om afgifte in een digitaal formaat alsmede digitale aanvragen mogelijk te maken.

    (37)Om te waarborgen dat het aanvraagformulier en de weigeringsformulieren geschikt zijn voor de mogelijkheden wanneer visumaanvragers hun aanvraag al dan niet via het EU-aanvraagplatform indienen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, om de lijst van informatie die het EU-aanvraagplatform moet bevatten te wijzigen en om de desbetreffende standaardformulieren en modellen te wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 55 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip ontvangen als de deskundigen van de lidstaten, en moeten hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

    (38)Aangezien met de doelstellingen van deze verordening, te weten de totstandbrenging van het Europese online-visumaanvraagplatform en de invoering van een digitaal visum, wordt voortgebouwd op andere initiatieven die enerzijds stroomlijning en harmonisatie beogen van de procedures in het kader van het gemeenschappelijk visumbeleid en anderzijds de aanpassing van reis- en toegangsvereisten en grenscontroles in het Schengengebied aan het nieuwe digitale tijdperk, zijn de wijzigingen van de desbetreffende wetgeving alleen op Unieniveau mogelijk en maken zij deel uit van het Schengenacquis. Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, mag de Unie maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (39)Deze verordening laat de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG en van deel twee van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie onverlet. 

    (40)Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd. De invoering van een EU-aanvraagplatform en van een digitaal visum zal het recht op bescherming van persoonsgegevens, de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, de rechten van het kind en de bescherming van kwetsbare personen volledig eerbiedigen. Alle waarborgen voor de grondrechten zoals opgenomen in de verordening betreffende het Visuminformatiesysteem zullen volledig van toepassing blijven in het kader van het toekomstige EU-visumaanvraagplatform en van het digitaal visum, met name voor wat betreft de rechten van het kind. Het platform zal rekening moeten houden met de eisen die zijn neergelegd in de toegankelijkheidsrichtlijn 56 om gemakkelijke toegang voor mensen met een beperking te waarborgen.

    (41)Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, zoals gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenaquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van bovengenoemd protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad een besluit heeft genomen over deze verordening of het deze in zijn nationale recht zal omzetten.

    (42)Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt 57 ; Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat.

    (43)Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop die twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 58 , die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad 59 .

    (44)Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop de Zwitserse Bondsstaat wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 60 , die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad 61 .

    (45)Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop de Zwitserse Bondsstaat wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 62 , die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad 63 .

    (46)Deze verordening vormt een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011.

    (47)De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 64 en heeft op [XX] een advies uitgebracht 65 ,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1
    Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 810/2009

    Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)aan artikel 1, lid 2, wordt het volgende punt c) toegevoegd:

    “c) de verblijfsrechten die in de gaststaat worden genoten door onderdanen van derde landen die gezinsleden zijn van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die zelf onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie* (het “Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie”) vallen.

    __________

    * Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).”;

    (2)in artikel 2 worden de volgende punten 10 bis en 10 ter ingevoegd:

    “10 bis. “aanvraagformulier”: het uniforme formulier als omschreven in bijlage I dat ofwel online beschikbaar is via het EU-aanvraagplatform ofwel op papier;

    10 ter. “digitaal visum”: elk visum dat in digitaal formaat als een in het VIS geregistreerd gegeven wordt afgegeven;”;

    (3)in artikel 3, lid 5, wordt punt d) vervangen door:

    “gezinsleden van burgers van de Unie, als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), en gezinsleden van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die zelf onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen, als bedoeld in artikel 1, lid 2, punt c);”;

    (4)in artikel 5, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

    “b) indien het bezoek meer dan één bestemming omvat of binnen een periode van twee maanden verschillende afzonderlijke bezoeken zullen worden gebracht, de lidstaat op het grondgebied waarvan de hoofdbestemming van het bezoek of de bezoeken — wat de duur van het verblijf, gerekend in dagen, betreft — is gelegen;”;

    (5)in artikel 8 wordt het volgende lid 4 bis ingevoegd:

    “4 bis. Bilaterale vertegenwoordigingsregelingen worden getoond in het in hoofdstuk I bis van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde EU-aanvraagplatform.”;

    (6)artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)de volgende leden 1 bis en 1 ter worden ingevoegd:

    “1 bis. Aanvragers dienen een aanvraag in via het in hoofdstuk I bis van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde EU-aanvraagplatform.

    1 ter. In afwijking van lid 1 bis kunnen de navolgende categorieën personen een aanvraag indienen zonder gebruik te maken van het EU-aanvraagplatform:

    (a)onderdanen van derde landen in individuele gevallen om humanitaire redenen;

    (b)staatshoofden of regeringsleiders en leden van een nationale regering met begeleidende echtgenoten, alsmede de leden van hun officiële delegatie die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel, vorsten en andere hooggeplaatste leden van een koninklijke familie, die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel;

    (c)onderdanen van derde landen aan wie aan de buitengrens visa zijn afgegeven overeenkomstig hoofdstuk VI.”;

    (b)aan lid 4 wordt het volgende punt d) toegevoegd:

    “d) een andere persoon, wanneer de aanvraag wordt ingediend via het EU-aanvraagplatform.”;

    (7) artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 1 wordt vervangen door:

    “1. Bij het indienen van de aanvraag verschijnt de aanvrager persoonlijk voor het verstrekken van zijn vingerafdrukken en gezichtsopname, wanneer dat overeenkomstig artikel 13 vereist is. De aanvrager verschijnt ook persoonlijk voor het verifiëren van zijn of haar reisdocument overeenkomstig artikel 12.”;

    (b)de volgende leden 1 bis en 1 ter worden ingevoegd:

    “1 bis. De lidstaten kunnen in gemotiveerde en individuele gevallen verlangen dat de aanvrager een reisdocument overlegt en/of bewijsstukken verstrekt. Dit is mogelijk in uitzonderlijke gevallen en in gevallen waarin op een bepaalde plaats veel frauduleuze documenten voorkomen.

    1 ter. Consulaten beoordelen in het kader van plaatselijke Schengensamenwerking de uitvoering van de voorwaarden van lid 1 bis, om rekening te houden met plaatselijke omstandigheden.”;

    (c)lid 3 wordt vervangen door:

    “3. Bij het indienen van de aanvraag moet de aanvrager:

    (a)de in artikel 11 bedoelde gegevens verstrekken;

    (b)aantonen in het bezit te zijn van het in artikel 12 bedoelde reisdocument;

    (c)toestaan dat ter plaatse een gezichtsopname van hem of haar wordt gemaakt overeenkomstig artikel 13 of, indien de in artikel 13, lid 7 bis, bedoelde uitzonderingen van toepassing zijn, een foto overleggen die beantwoordt aan de normen van Verordening (EG) nr. 1683/95;

    (d)de afname van zijn of haar vingerafdrukken toestaan overeenkomstig artikel 13, voor zover van toepassing;

    (e)de visumleges betalen overeenkomstig artikel 16;

    (f)aantonen in het bezit te zijn van de in artikel 14 bedoelde bewijsstukken;

    (g)indien nodig aantonen een toereikende en geldige reisverzekering tot dekking van ziektekosten te hebben afgesloten overeenkomstig artikel 15.”;

    (8)artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 1 wordt vervangen door:

    “1. Het aanvraagformulier wordt ingediend via het EU-aanvraagplatform. In gevallen als bedoeld in artikel 9, lid 1 ter, kunnen aanvragers een manueel of elektronisch ingevuld aanvraagformulier als omschreven in bijlage I indienen.

    De Commissie stelt overeenkomstig artikel 51 bis gedelegeerde handelingen vast om het in bijlage I omschreven of via het EU-aanvraagplatform ingediende aanvraagformulier te actualiseren.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend. Het kan elektronisch worden ondertekend. Personen die in het reisdocument van de aanvrager staan bijgeschreven, vullen afzonderlijke aanvraagformulieren in. Minderjarigen leggen een aanvraagformulier over dat is ondertekend door een persoon die tijdelijk of permanent het ouderlijke gezag of de wettelijke voogdij uitoefent.”;

    (b)lid 1 ter wordt geschrapt;

    (c)het volgende lid 1 quater wordt ingevoegd:

    “1 quater.    Elke aanvrager dient een ingevuld aanvraagformulier in, met inbegrip van een verklaring van de echtheid, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de ingediende gegevens en een verklaring van de waarachtigheid en betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen. Tevens verklaart elke aanvrager de in artikel 6 van Verordening (EG) 2016/399 bedoelde toegangsvoorwaarden te hebben begrepen en te hebben begrepen dat hem of haar verzocht kan worden de relevante bewijsstukken bij elke inreis over te leggen.”;

    (9)artikel 12 wordt vervangen door:

     Artikel 12
    Reisdocument

    1.De aanvrager toont aan in het bezit te zijn van een geldig reisdocument dat aan de volgende criteria voldoet:

    (a)de geldigheid van het reisdocument verstrijkt niet eerder dan drie maanden na de voorgenomen datum van vertrek uit het grondgebied van de lidstaten of, in het geval van herhaalde bezoeken, na de voorgenomen datum van het laatste vertrek uit het grondgebied van de lidstaten. In gemotiveerde spoedeisende gevallen mag van deze verplichting worden afgezien;

    (b)het is afgegeven in de voorafgaande tien jaar.

    2.De aanvrager is alleen verplicht het reisdocument persoonlijk over te leggen in het geval van een eerste aanvraag met dat reisdocument, of indien de aanvrager biometrische gegevens moet verstrekken.

    De eerste alinea laat de toepassing van artikel 10, lid 1 bis, onverlet.

    3.Het reisdocument wordt gecontroleerd met behulp van geschikte technologie.

    4.Wanneer de aanvraag via het EU-aanvraagplatform wordt ingediend, verifieert het consulaat of de externe dienstverlener of het overgelegde reisdocument, dat persoonlijk wordt overgelegd overeenkomstig lid 2, overeenkomt met de gescande kopie die door de aanvrager is geüpload.

    Indien de verificatie door de externe dienstverlener wordt verricht, maakt de externe dienstverlener gebruik van de gateway voor externe dienstverleners als bedoeld in artikel 7 sexies van Verordening (EG) nr. 767/2008.

    5.Wanneer de kwaliteit van de in lid 4 bedoelde gescande kopie onbevredigend is of in geval van twijfel, met name ten aanzien van de echtheid, vervaardigt het bevoegde consulaat of de externe dienstverlener een nieuwe scan en uploadt deze naar het EU-aanvraagplatform.”;

    (10)aan artikel 13 wordt het volgende lid 7 quater toegevoegd:

    “7 quater. Wanneer de biometrische kenmerken door een externe dienstverlener worden verzameld overeenkomstig artikel 43, wordt daartoe de in artikel 7 sexies van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde gateway voor externe dienstverleners gebruikt.”;

    (11)artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 1 wordt het inleidende zinsdeel vervangen door:

    “Van aanvragers van een eenvormig visum wordt verlangd dat zij aantonen in het bezit te zijn van:”;

    (b)in lid 2 wordt het inleidende zinsdeel vervangen door:

    “Van aanvragers van een luchthaventransitvisum wordt verlangd dat zij aantonen in het bezit te zijn van:”;

    (12)in artikel 15, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

    “Daarnaast verklaren dergelijke aanvragers in het aanvraagformulier dat het hun bekend is dat zij bij een volgend verblijf een medische reisverzekering dienen te hebben afgesloten.”;

    (13)in artikel 16, lid 7, wordt de eerste alinea vervangen door:

    “Voor aanvragen die via het EU-aanvraagplatform worden ingediend, worden de visumleges geheven in euro en worden zij behalve in de in artikel 18, lid 2, en artikel 19, lid 3, bedoelde gevallen, niet terugbetaald. ”;

    Wanneer voor aanvragen die niet via het EU-aanvraagplatform worden ingediend de visumleges in een andere munt dan de euro worden geheven, wordt het in die munt geheven bedrag ervan vastgesteld en regelmatig opnieuw bezien aan de hand van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde referentiewisselkoers. Het geheven bedrag mag worden afgerond en in het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking wordt ervoor gezorgd dat gelijke leges worden geheven.”;

    (14)aan artikel 18 worden de volgende leden 3 en 4 toegevoegd:

    “3. Nadat een aanvraag via het EU-aanvraagplatform is ingediend en het EU-aanvraagplatform de kennisgeving over de geautomatiseerde voorcontrole van bevoegdheid en ontvankelijkheid ingevolge artikel 7 ter, lid 9, van Verordening (EG) nr. 767/2008 heeft verzonden, wordt door het (de) door het systeem in kennis gestelde consulaat of centrale autoriteiten van de lidstaat nagegaan of zij bevoegd zijn deze aanvraag te onderzoeken en er een beslissing over te nemen.

    4. Wanneer de lidstaat in gevallen als bedoeld in lid 3 oordeelt niet bevoegd te zijn, stelt die lidstaat de aanvrager daarvan onverwijld in kennis via de beveiligde accountdienst in het EU-aanvraagplatform, onder opgave van de lidstaat die wel bevoegd is.

    De aanvrager kan de aanvraag intrekken. Bij intrekking van de aanvraag worden de aanvraaggegevens uit de tijdelijke opslag verwijderd, ingevolge artikel 7 ter van Verordening (EG) nr. 767/2008”;

    (15)artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

    “1 bis. Nadat een aanvraag via het EU-aanvraagplatform is ingediend en het EU-aanvraagplatform de kennisgeving over de geautomatiseerde voorcontrole van ontvankelijkheid ingevolge artikel 7 ter, lid 9, van Verordening (EG) nr. 767/2008 heeft verzonden, worden door het (de) door het systeem in kennis gestelde consulaat of centrale autoriteiten van de lidstaat de in lid 1 bedoelde controles onverwijld verricht.”;

    (b)het volgende lid 2 ter wordt ingevoegd:

    “2 ter. Wanneer in het geval van aanvragen die via het EU-aanvraagplatform worden ingediend, het bevoegde consulaat of de bevoegde centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat vaststelt (vaststellen) dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden wordt voldaan, is de aanvraag ontvankelijk en accepteert (accepteren) het bevoegde consulaat of de bevoegde centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat de aanvraag.”;

    (c)het volgende lid 4 bis wordt toegevoegd:

    “4 bis. Voor aanvragen die via het EU-aanvraagplatform worden ingediend, kan het bevoegde consulaat of kunnen de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat een aanvraag accepteren die niet is ingediend binnen de in artikel 9, lid 1 bedoelde termijn, met name in gemotiveerde spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 9, lid 3.”;

    (16)artikel 20 wordt geschrapt;

    (17)artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 3 wordt punt a) vervangen door:

    “a) of het verstrekte of overgelegde reisdocument niet vals, nagemaakt of vervalst is;”;

    (b)in lid 6 wordt punt a) vervangen door:

    “a) of het verstrekte of overgelegde reisdocument niet vals, nagemaakt of vervalst is;”;

    (18)artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 1, derde alinea, wordt de verwijzing naar “artikel 12, punt a),” vervangen door een verwijzing naar “artikel 12, lid 1, punt a),”;

    (b)in lid 2, eerste alinea, wordt het inleidende zinsdeel vervangen door:

    “Mits de aanvrager aan de inreisvoorwaarden van artikel 6, lid 1, punten a), c), d) en e), van Verordening (EU) 2016/399 voldoet, worden meervoudige inreisvisa met een lange geldigheidsduur afgegeven voor de volgende periodes:”;

    (c)het volgende lid 2 bis bis wordt ingevoegd:

    “2 bis bis. De geldigheid van meervoudige visa met een lange geldigheidsduur wordt niet beperkt door de geldigheidsduur van het reisdocument”;

    (19)aan artikel 25 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

    “6. De afgifte van een visum in een digitaal formaat laat de bevoegdheid van de lidstaten met betrekking tot de erkenning van reisdocumenten onverlet. Dit betreft ook die reisdocumenten die niet worden erkend door een of meer, maar niet alle lidstaten.”;

    (20)het volgende artikel 26 bis wordt ingevoegd:

    “Artikel 26 bis
    Digitale visa

    Visa worden in digitaal formaat afgegeven als een in het VIS geregistreerd gegeven, met inbegrip van een uniek visumnummer. ”;

    (21)artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 2 wordt vervangen door:

    “2. Voor aanvragen die via het EU-aanvraagplatform zijn ingediend, wordt informatie met betrekking tot afwijzende beslissingen en de redenen daarvoor langs beveiligde elektronische weg aan de aanvrager kenbaar gemaakt overeenkomstig artikel 7 septies, lid 1, van Verordening (EG) nr. 767/2008. De kennisgeving bevat dezelfde informatie als omschreven in bijlage VI, in de taal van de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen en een andere officiële taal van de Unie.

    De lidstaten kunnen de standaardkennisgeving van aanvullende documenten vergezeld laten gaan om de afwijzing te motiveren.

    Voor aanvragen die niet via het EU-aanvraagplatform zijn ingediend in gevallen als bedoeld in artikel 9, lid 1 ter, worden de afwijzende beslissing en de redenen daarvoor aan de aanvrager kenbaar gemaakt middels het standaardformulier van bijlage VI in de taal van de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen en een andere officiële taal van de Unie.

    De Commissie stelt overeenkomstig artikel 51 bis gedelegeerde handelingen vast tot wijziging van het afwijzingsformulier, zoals omschreven in bijlage VI, of als een kennisgeving als bedoeld in hoofdstuk I bis van Verordening (EG) nr. 767/2008.”;

    (b)in lid 3 wordt de derde zin vervangen door:

    “De lidstaten verstrekken de aanvragers informatie over de procedure in geval van een beroep, zoals gespecificeerd in bijlage VI of in de kennisgeving van afwijzing die wordt verzonden via het EU-aanvraagplatform”;

    (22)het volgende artikel 32 bis wordt ingevoegd:

    Artikel 32 bis
    Koppeling van een geldig visum aan een nieuw reisdocument

    1.Visumhouders wier reisdocument is verloren of gestolen of waarvan de geldigheidsduur is verstreken terwijl hun visum nog geldig is, kunnen de koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument aanvragen.

    2.De in lid 1 bedoelde visumhouders vragen de koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument aan via het in hoofdstuk I bis van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde EU-aanvraagplatform. Zij verstrekken de volgende persoonsgegevens:

    (a)naam, geboortedatum, nationaliteit;

    (b)nummer van het visum;

    (c)gegevens van het reisdocument dat is verloren of gestolen of waarvan de geldigheidsduur is verstreken;

    (d)gegevens van het nieuwe reisdocument;

    (e)een scan van de pagina met biometrische gegevens;

    (f)een bewijs van verlies of diefstal van het reisdocument of van het verstrijken van de geldigheidsduur.

    3.De visumhouder voldoet de leges voor de koppeling van het visum van 30 EUR.

    4.De visumhouder moet persoonlijk verschijnen om het nieuwe reisdocument over te leggen om te verifiëren of dit reisdocument overeenkomt met de gescande kopie die via het EU-aanvraagplatform is geüpload, en of de houder van het reisdocument overeenkomt met de persoon voor wie een visum was afgegeven.

    5.Het nieuwe reisdocument voldoet aan de voorwaarden van artikel 12.

    6.Wanneer het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat vaststelt (vaststellen) dat het geldige visum kan worden gekoppeld aan een nieuw reisdocument, voert dat consulaat of voeren die autoriteiten de gegevens in het aanvraagdossier in het VIS in overeenkomstig artikel 12 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008.

    7.Het feit dat een visum aan een nieuw reisdocument is gekoppeld, wordt via beveiligde elektronische kanalen aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig artikel 7 septies van Verordening (EG) nr. 767/2008.

    8.Wanneer het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat niet kan (kunnen) vaststellen of het geldige visum aan een nieuw reisdocument kan worden gekoppeld, met name vanwege twijfel met betrekking tot de identiteit van de visumhouder, dient het (dienen zij):

    (a)de koppeling te weigeren;

    (b)het geldige visum in te trekken overeenkomstig artikel 34.

    9.De procedure voor het koppelen van een geldig visum aan een nieuw reisdocument ontneemt de visumhouder niet het recht een nieuwe visumaanvraag in te dienen.”;

    (23)artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 6 wordt vervangen door:

    “6. Visumhouders kunnen verlenging online aanvragen via het EU-aanvraagplatform. Zij verstrekken persoonsgegevens, de nummers van het visum en het reisdocument, uploaden bewijsstukken ter staving van overmacht, humanitaire redenen en/of zwaarwegende persoonlijke redenen die hen beletten het grondgebied van de lidstaten te verlaten, en voldoen de leges van 30 EUR uitsluitend in geval van de in lid 2 bedoelde zwaarwegende persoonlijke redenen.”;

    (b)het volgende lid 8 wordt toegevoegd:

    “8. Wanneer een visum ingevolge de leden 1 tot en met 7 van dit artikel via het EU-aanvraagplatform wordt verlengd, wordt de verlenging via beveiligde elektronische kanalen aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig artikel 7 septies van Verordening (EG) nr. 767/2008.”;

    (24)artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)de leden 5 en 6 worden vervangen door:

    “5. Indien een niet in digitaal formaat afgegeven visum nietig wordt verklaard of wordt ingetrokken, wordt daarop het stempel “NIETIG VERKLAARD” of “INGETROKKEN” aangebracht en worden het optische variabele kenmerk van de visumsticker, het veiligheidskenmerk “latent-beeldeffect” en het woord “visum” ongeldig gemaakt door middel van een doorhaling.

    6. Een besluit tot nietigverklaring of intrekking van een visum en de redenen daarvoor worden digitaal gegeven door het invoeren van de gegevens in het VIS overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 767/2008, en via beveiligde elektronische kanalen aan de aanvrager meegedeeld overeenkomstig artikel 7 septies van Verordening (EG) nr. 767/2008, of door middel van het standaardformulier van bijlage VI in het geval van aanvragen die niet zijn ingediend via het EU-aanvraagplatform. De kennisgeving bevat de in bijlage VI vastgestelde informatie.”;

    (b)in lid 7 wordt de derde zin vervangen door:

    “De lidstaten verstrekken de aanvragers informatie over de te volgen procedure in geval van beroep, zoals omschreven in bijlage VI of in de kennisgeving die via het EU-aanvraagplatform wordt verzonden.”;

    (25)artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 2 wordt vervangen door:

    “2. Lidstaten die geen visa in digitaal formaat afgeven, treffen voor opslag en behandeling van visumstickers afdoende veiligheidsmaatregelen om fraude of verlies te voorkomen. Elk consulaat houdt een inventaris bij van zijn voorraad visumstickers en registreert hoe elke visumsticker is gebruikt. Elk aanzienlijk verlies van blanco visumstickers wordt aan de Commissie gemeld.”;

    (b)in lid 3 wordt de eerste zin vervangen door:

    “De consulaten of centrale autoriteiten archiveren de aanvragen in elektronisch formaat. ”;

    (26)artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 1 bis wordt vervangen door:

    “De lidstaten zorgen ervoor dat de hele visumprocedure in consulaten, met inbegrip van het indienen en het behandelen van aanvragen en de praktische samenwerking met externe dienstverleners, wordt gecontroleerd door uitgezonden medewerkers, om de integriteit van alle fasen van de procedure te waarborgen.”;

    (b)het volgende lid 3 quater wordt ingevoegd:

    “3 quater. De centrale autoriteiten van de lidstaten leiden hun personeel op passende wijze op met betrekking tot het EU-aanvraagplatform.”;

    (27)artikel 42 wordt geschrapt;

    (28)artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 4 wordt vervangen door:

    “4.  Het onderzoek van aanvragen, het persoonlijke onderhoud, in voorkomend geval, en de beslissing over aanvragen worden uitsluitend door het consulaat verricht.”;

    (b)aan lid 5 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

    “In afwijking hiervan kunnen externe dienstverleners toegang tot het EU-aanvraagplatform hebben via de in artikel 7 sexies van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde gateway voor externe dienstverleners, om:

    (a)door de aanvrager geüploade gegevens te verifiëren;

    (b)biometrische kenmerken te uploaden;

    (c)bewijsstukken te uploaden;

    (d)de afsprakenfunctie te gebruiken om beschikbare tijdstippen aan te geven.”;

    (c)lid 6 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)punt c) wordt vervangen door:

    “c) het verzamelen van gegevens (met inbegrip van het verzamelen van biometrische kenmerken en, in uitzonderlijke gevallen, van voor identiteitscontroles benodigde bewijsstukken en documenten), het in voorkomend geval doorzenden daarvan aan het consulaat of de centrale autoriteiten en het uploaden daarvan naar het EU-aanvraagplatform;”;

    (2)het volgende punt c bis) wordt ingevoegd:

    “c bis) het ter verificatie vergelijken van het reisdocument met de door de aanvrager geüploade kopie;”;

    (29)in artikel 44 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd :

    “1 bis. Lid 1 is niet van toepassing op de eventuele toegang van externe dienstverleners tot het EU-aanvraagplatform via de in artikel 7 sexies van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde gateway voor externe dienstverleners.”;

    (30)aan artikel 47 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

    “3. Het EU-aanvraagplatform voorziet het publiek van alle relevante informatie over het aanvragen van een visum via het EU-aanvraagplatform, en in het bijzonder van de informatie als bedoeld in artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008.”;

    (31)in artikel 51 bis, lid 2, lid 3 en lid 6, wordt de verwijzing naar “artikel 16, lid 9,” vervangen door een verwijzing naar “artikel 11, lid 1, artikel 16, lid 9, en artikel 32, lid 2,”;

    (32)in artikel 53, lid 1, wordt punt f) vervangen door:

    “f) voor lidstaten die geen visa in digitaal formaat afgeven: de aanvullende nationale vermeldingen in het voor opmerkingen bestemde gedeelte van de visumsticker, zoals bedoeld in artikel 27, lid 2;”;

    (33)bijlage III wordt geschrapt.

    Artikel 2
    Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 767/2008

    Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)artikel 2 bis wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)het volgende punt wordt ingevoegd:

    “f bis) EU-aanvraagplatform;”;

    (2)de volgende alinea wordt toegevoegd:

    “Voor het EU-aanvraagplatform worden de hardware- en softwareonderdelen van de EES-webdienst en de Etias-website en de app voor mobiele apparaten zoveel als technisch mogelijk gedeeld en hergebruikt.”;

    (b)het volgende lid 6 wordt toegevoegd:

    “6. Het EU-aanvraagplatform bestaat uit de volgende onderdelen:

    (a)een openbare website en een app voor mobiele apparaten;

    (b)tijdelijke opslagcapaciteit;

    (c)een beveiligde accountdienst;

    (d)een verificatiefunctie voor aanvragers;

    (e)een webdienst voor visumhouders;

    (f)een e-maildienst;

    (g)een betaalfunctie;

    (h)een afsprakenfunctie;

    (i)een gateway voor externe dienstverleners;

    (j)een configuratiemodule voor eu-LISA, centrale autoriteiten en consulaten;

    (k)software voor het genereren en lezen van versleutelde 2D-barcodes;

    (l)een beveiligde webdienst voor communicatie tussen de onderdelen van het EU-aanvraagplatform;

    (m)een door eu-LISA te beheren helpdeskfunctie;

    (n)een alleen-lezen-kopie van de VIS-databank.”;

    (2)in artikel 4 wordt punt 2 vervangen door:

    “2. digitaal visum: het visum in digitaal formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009;”

    (3)het volgende hoofdstuk I bis wordt ingevoegd:

    “HOOFDSTUK I bis
    ONLINE EU-VISUMAANVRAAGPLATFORM

    Artikel 7 bis
    Publieksinformatie op het EU-aanvraagplatform

    1.Het online EU-visumaanvraagplatform (“EU-aanvraagplatform”) verschaft het publiek de algemene informatie als bedoeld in artikel 47 van Verordening (EG) nr. 810/2009.

    De Commissie en de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de verstrekking van de informatie overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden als omschreven in de leden 2 tot en met 4 van dit artikel.

    2.eu-LISA is verantwoordelijk voor het publiceren en actualiseren van de volgende publieksinformatie op het EU-aanvraagplatform, na ontvangst van de volgende informatie van de Commissie of de lidstaten:

    (a)de visumplicht, met inbegrip van visumlijsten en overeenkomsten inzake visumvrijstelling, ook voor diplomatieke en dienstpaspoorten, en met inbegrip van gevallen van mogelijke opschorting van visumvrij reizen, ingevolge de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Verordening (EU) 2018/1806 en de bijlagen I en II daarbij, alsmede informatie ingevolge Richtlijn 2004/38/EG en het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie;

    (b)het bedrag van de visumleges als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 810/2009; gereduceerde of verhoogde visumleges in het geval van een visumversoepelingsovereenkomst of een maatregel inzake overname op grond van artikel 25 bis van die verordening, alsmede Richtlijn 2004/38/EG en het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie;

    (c)in voorkomend geval: geharmoniseerde lijsten van bewijsstukken, opgesteld overeenkomstig artikel 14, lid 5 bis, van Verordening (EG) nr. 810/2009;

    (d)in voorkomend geval: vereisten voor medische reisverzekeringen, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 810/2009.

    Indien een lidstaat de informatie verstrekt, configureert eu-LISA het EU-aanvraagplatform na bevestiging van deze informatie door de Commissie.

    3.De centrale visumautoriteiten zijn verantwoordelijk voor de aanlevering van het volgende:

    (a)vestigingsplaatsen van consulaten en hun territoriale bevoegdheid als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 810/2009;

    (b)vertegenwoordigingsovereenkomsten of -regelingen als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 810/2009;

    (c)de inschakeling van externe dienstverleners en hun vestigingsplaatsen als bedoeld in artikel 43 van Verordening (EG) nr. 810/2009;

    (d)bewijsstukken als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 810/2009, en bewijsstukken die van toepassing zijn op grond van Richtlijn 2004/38/EG en het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie;

    (e)optionele vrijstellingen van de visumplicht als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EU) 2018/1806;

    (f)optionele vrijstellingen van de betaling van visumleges als bedoeld in artikel 16, lid 5, van Verordening (EG) nr. 810/2009.

    4.Het consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaten is (zijn) verantwoordelijk voor de aanlevering van het volgende:

    (a)contactgegevens en toegangsrechten van externe dienstverleners, onder meer voor de afsprakenfunctie;

    (b)de afsprakenfunctie, met inbegrip van beschikbare tijden;

    (c)het aantal aanvragen dat per week/maand wordt geaccepteerd.

    Artikel 7 ter
    Online-aanvraagformulier

    1.Elke aanvrager dient een ingevulde online-aanvraag in als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 810/2009, met gebruikmaking van het EU-aanvraagplatform.

    2.Onverminderd artikel 7 ter bis verstrekt de aanvrager de volgende persoonsgegevens in het aanvraagformulier:

    (1)achternaam/-namen (familienaam);

    (2)achternaam bij de geboorte (vroegere familienaam/-namen);

    (3)voornaam/-namen;

    (4)geboortedatum (dag-maand-jaar);

    (5)geboorteplaats;

    (6)geboorteland;

    (7)huidige nationaliteit; nationaliteiten bij geboorte, indien anders; andere nationaliteiten;

    (8)geslacht;

    (9)burgerlijke staat;

    (10)persoon die het ouderlijk gezag uitoefent (voor minderjarigen) / voogd (achternaam, voornaam, adres, indien dat verschilt van dat van de aanvrager, telefoonnummer, e-mailadres en nationaliteit);

    (11)nationaal identiteitsnummer, indien van toepassing;

    (12)soort reisdocument;

    (13)nummer van het reisdocument;

    (14)datum van afgifte;

    (15)geldig tot en met;

    (16)afgegeven door (land);

    (17)persoonsgegevens van het gezinslid dat een mobiele EU-, EER- of CH-burger is of dat onderdaan van het VK is, en in de gaststaat waarvoor de visumaanvraag wordt gedaan onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie valt, indien van toepassing: achternaam (familienaam), voornaam/-namen, geboortedatum, nationaliteit, nummer van het reisdocument of identiteitskaart;

    (18)familieband met een mobiele EU-, EER- of CH-burger of met een onderdaan van het VK die onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie valt in de gastlidstaat waarvoor de visumaanvraag wordt gedaan, indien van toepassing;

    (19)huisadres, e-mailadres en telefoonnummer van de aanvrager;

    (20)verblijf in een ander land dan het land van de huidige nationaliteit;

    (21)huidig beroep;

    (22)werkgever en adres en telefoonnummer van de werkgever: voor studenten: naam en adres van de onderwijsinstelling;

    (23)doel(en) van de reis;

    (24)aanvullende informatie over het doel van het verblijf;

    (25)lidstaat waar de hoofdbestemming van de reis ligt (en andere lidstaten van bestemming, indien van toepassing);

    (26)lidstaat van eerste binnenkomst;

    (27)aantal verlangde binnenkomsten; voorgenomen datum van aankomst van het eerste voorgenomen verblijf in het Schengengebied; voorgenomen datum van vertrek uit het Schengengebied na afloop van het eerste voorgenomen verblijf;

    (28)vingerafdrukken eerder afgenomen voor de aanvraag van een Schengenvisum; datum (indien bekend); visumnummer, indien bekend;

    (29)eventuele inreisvergunning voor het land dat het einddoel van de reis is;

    (30)naam en voornaam van de uitnodigende persoon/personen in de lidstaat/lidstaten. Indien niet van toepassing: naam van hotel(s) of tijdelijk(e) onderkomen(s) in de lidsta(a)t(en).;

    (31)naam en adres van uitnodigend bedrijf/uitnodigende organisatie;

    (32)de wijze waarop reiskosten en kosten van levensonderhoud tijdens het verblijf van de aanvrager worden gedragen.

    De aanvrager geeft ook een e-mailadres op.

    Al deze gegevens worden vastgelegd en tijdelijk opgeslagen met inachtneming van de in artikel 7 quater vastgestelde termijnen voor de bewaring van gegevens.

    3.Het EU-aanvraagplatform is ook voorzien van een beveiligde accountdienst. De beveiligde accountdienst biedt de aanvrager de mogelijkheid om de verstrekte gegevens voor volgende aanvragen te bewaren, maar uitsluitend indien de aanvrager er uit eigen vrije wil en uitdrukkelijk mee instemt dat de gegevens worden bewaard.

    De beveiligde accountdienst biedt de aanvrager de mogelijkheid om een aanvraag in een aantal stappen in te dienen. De Commissie stelt gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 48 bis vast om de voorschriften voor de beveiligde accountdienst te definiëren, waaronder de bewaartermijn voor de daarin opgeslagen gegevens en voor onvoltooide aanvragen of aanvragen die bij de controle van bevoegdheid en ontvankelijkheid worden afgewezen.

    4.De in lid 2 bedoelde gegevens worden door de aanvrager ingevoerd in lettertekens van het Latijnse alfabet.

    5.Bij de indiening van het onlineaanvraagformulier registreert het EU-aanvraagplatform het IP-adres van waaraf het aanvraagformulier werd ingediend en voegt dit toe aan de gegevens van de aanvraag.

    6.De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de voorschriften vast voor de inhoud van vereenvoudigde aanvraagformulieren voor de koppeling van geldige visa aan een nieuw reisdocument, zoals bedoeld in artikel 32 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009, en voor de verlenging van visa, zoals bedoeld in artikel 33 van die verordening, met gebruikmaking van het EU-aanvraagplatform. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    7.De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de voorschriften vast voor het formaat van de in de leden 2 en 5 van dit artikel bedoelde persoonsgegevens die op het aanvraagformulier moeten worden ingevuld, alsmede voor de parameters en verificaties waarin moet worden voorzien om de volledigheid van de aanvraag en de samenhang van die gegevens te garanderen. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Artikel 7 ter bis
    Specifieke bepalingen voor het gebruik van het EU-aanvraagplatform door gezinsleden van burgers van de Unie of van andere onderdanen van derde landen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen of van onderdanen van het VK die onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen

    1.Een onderdaan van een derde land die een gezinslid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, kan een aanvraag voor een visum indienen zonder gebruik te maken van het EU-aanvraagplatform en het recht hebben de aanvraag persoonlijk in te dienen bij naar keuze het consulaat of de vestiging van de externe dienstverlener.

    2.Wanneer een onderdaan van een derde land die een gezinslid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, een aanvraag voor een visum indient via het EU-aanvraagplatform, verloopt de aanvraagprocedure overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG.

    3.In het bijzonder wordt het EU-aanvraagplatform zodanig ontworpen dat de navolgende specifieke voorschriften van toepassing zijn:

    (a)er vindt vrijstelling plaats van de betaling van visumleges;

    (b)in het aanvraagformulier voor een visum behoeft de aanvrager de volgende persoonsgegevens niet te verstrekken:

    (a)huidig beroep;

    (b)werkgever en adres en telefoonnummer van de werkgever: voor studenten: naam en adres van de onderwijsinstelling;

    (c)naam en voornaam van de uitnodigende persoon/personen in de lidstaat/lidstaten. Indien niet van toepassing: naam van hotel(s) of tijdelijk(e) onderkomen(s) in de lidsta(a)t(en);

    (d)naam en adres van uitnodigend bedrijf/uitnodigende organisatie;

    (e)de wijze waarop de reiskosten en de kosten van levensonderhoud tijdens het verblijf van de aanvrager worden gedragen;

    (c) de aanvrager kan documenten indienen waaruit blijkt dat hij/zij een gezinslid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds. De aanvrager wordt niet gevraagd in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 810/2009 bedoelde bewijsstukken in te dienen, en behoeft evenmin aan te tonen een toereikende en geldige reisverzekering tot dekking van ziektekosten te hebben afgesloten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 810/2009;

    (d)in afwijking van artikel 7 quater, lid 8, wordt bij de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid alleen geverifieerd of:

    (a)alle verplichte velden van het aanvraagformulier zijn ingevuld;

    (b)is aangetoond dat de aanvrager in het bezit is van een geldig paspoort overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG;

    (c)de biometrische gegevens van de aanvrager, indien van toepassing, zijn verzameld;

    (e) wanneer een visum wordt afgegeven, ontvangt de aanvrager in de in artikel 7 septies bedoelde kennisgeving een herinnering dat het gezinslid van een burger die het recht van vrij verkeer uitoefent die in het bezit is van een visum, slechts recht op binnenkomst heeft indien dat gezinslid wordt vergezeld door of zich voegt bij de burger van de Unie of de onderdaan van het andere derde land die zijn recht van vrij verkeer uitoefent.

    4.De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing wanneer een onderdaan van een derde land die een gezinslid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, verlenging van een visum aanvraagt of koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument. De verlenging van een visum en de koppeling van een visum zijn vrijgesteld van de betaling van visumleges.

    5.De leden 1 tot en met 4 zijn overeenkomstig van toepassing op gezinsleden van onderdanen van het VK die zelf onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen in de gastlidstaat waarvoor de visumaanvraag wordt ingediend.

    Artikel 7 quater
    Aanvraagprocedure met gebruikmaking van het EU-aanvraagplatform

    1.Bij indiening van het aanvraagformulier ingevolge artikel 7 ter bepaalt het EU-aanvraagplatform welk type visum wordt aangevraagd en verricht het een geautomatiseerde voorcontrole van de bevoegdheid, om vooraf automatisch te bepalen welke lidstaat bevoegd is, gelet op de door de aanvrager verstrekte gegevens. Dit laat de handmatige verificatie van de bevoegdheid door de lidstaten overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009 onverlet.

    Het EU-aanvraagplatform wordt zodanig ontworpen dat aanvragers kunnen aangeven of zij legaal aanwezig maar niet woonachtig zijn in een ambtsgebied, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009.

    2.Aanvragers kunnen het EU-aanvraagplatform gebruiken om een gescande kopie van het reisdocument in elektronisch formaat in te dienen, alsmede bewijsstukken en een bewijs van medische reisverzekering in digitaal formaat, naargelang van het geval, ingevolge Verordening (EG) nr. 810/2009 of Richtlijn 2004/38/EG.

    3.De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de technische voorschriften vast voor het formaat van bewijsstukken, de medische reisverzekering en de kopie van het reisdocument in elektronisch formaat. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    4.Indien nodig kan de aanvrager het EU-aanvraagplatform gebruiken om de visumleges te betalen met behulp van de in artikel 7 quinquies bedoelde betaalfunctie.

    5.Het EU-aanvraagplatform kan in de alleen-lezen-kopie van het VIS controleren of de biometrische gegevens van de aanvrager in de laatste 59 maanden zijn afgenomen en of de aanvrager reeds eerder een aanvraag met hetzelfde reisdocument heeft ingediend.

    Wanneer dat het geval is, deelt het EU-aanvraagplatform de aanvrager mee dat voor het indienen van de aanvraag geen bezoek aan een consulaat of externe dienstverlener nodig is.

    Wanneer dat niet het geval is, deelt het EU-aanvraagplatform de aanvrager mee dat voor het indienen van de aanvraag naargelang van het geval een consulaat of externe dienstverlener moet worden bezocht.

    6.Indien een bezoek aan een consulaat of externe dienstverlener noodzakelijk is overeenkomstig Verordening (EG) nr. 810/2009, kan een lidstaat besluiten daartoe de in artikel 7 quinquies bedoelde afsprakenfunctie te gebruiken.

    7.De aanvrager dient de aanvraag in, vergezeld van de verklaring omtrent de echtheid, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens.

    8.Nadat de aanvrager de aanvraag via het EU-aanvraagplatform heeft ingediend, verricht het EU-aanvraagplatform een geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid.

    Bij de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid wordt automatisch geverifieerd of:

    (a)de aanvraag, indien van toepassing, is ingediend binnen de in artikel 9, lid 1, genoemde termijn;

    (b)alle verplichte velden van het aanvraagformulier zijn ingevuld;

    (c)is aangetoond dat de aanvrager in het bezit is van een reisdocument overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 810/2009;

    (d)de biometrische gegevens van de aanvrager, indien van toepassing, zijn verzameld;

    (e)de visumleges zijn geïnd, indien van toepassing.

    9.Indien bij de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid blijkt dat de aanvraag ontvankelijk is, zendt het EU-aanvraagplatform het consulaat of de centrale autoriteiten van de lidstaat een kennisgeving met de uitkomst van de geautomatiseerde voorcontrole van zowel de bevoegdheid als de ontvankelijkheid.

    Indien uit de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid blijkt dat de aanvraag niet ontvankelijk is, zendt het EU-aanvraagplatform de aanvrager een kennisgeving waarin wordt meegedeeld welk deel van het aanvraagdossier ontbreekt.

    Het aanvraagplatform wordt zodanig ontworpen dat wordt gewaarborgd dat artikel 19, lid 4, en lid 4 bis, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van toepassing kunnen zijn, teneinde aanvragen als ontvankelijk te kunnen beschouwen.

    10.Naar aanleiding van de in lid 9 bedoelde kennisgeving verricht het consulaat of verrichten de centrale autoriteiten van de lidstaat een handmatige verificatie van de bevoegdheid, overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009, en vervolgens indien nodig, een handmatige verificatie van de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 19 van die verordening.

    11.Indien de via het EU-aanvraagplatform ingediende aanvraag wordt geaccepteerd door het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat, worden de gegevens vanuit de tijdelijke opslag overgebracht naar het nationale systeem. De gegevens worden onmiddellijk uit de tijdelijke opslag verwijderd, met uitzondering van contactgegevens voor de beveiligde accountdienst.

    12.Indien de aanvrager de aanvraag na de geautomatiseerde voorcontrole van bevoegdheid en toegankelijkheid intrekt, worden de gegevens onmiddellijk uit de tijdelijke opslag verwijderd, met uitzondering van contactgegevens voor de beveiligde accountdienst.

    13.De beveiligde accountdienst kan door het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat worden gebruikt om met de aanvragers te communiceren.

    Artikel 7 quinquies
    Betaalfunctie en afsprakenfunctie

    1.Er wordt een betaalfunctie gebruikt voor de betaling van de visumleges via het EU-aanvraagplatform. De betaalfunctie wordt beheerd door een externe dienstverlener.

    2.De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de voorschriften vast voor de betaalfunctie als bedoeld in lid 1 van dit artikel, met inbegrip van regelingen voor de restitutie van betalingen aan aanvragers. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    3.De lidstaten of externe dienstverleners kunnen een functie voor het beheer van afspraken gebruiken.

    4.De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, de voorschriften vast voor de in lid 3 van dit artikel bedoelde afsprakenfunctie, met inbegrip van regelingen voor de bevestiging van afspraken, de koppeling met bestaande afsprakenfuncties of informatie over inloopafspraken die door de consulaten of externe dienstverleners worden ingesteld en de technische bepalingen om te waarborgen dat van een versnelde procedure gebruik kan worden gemaakt door gezinsleden van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, of van onderdanen van het VK die zelf onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen in de gastlidstaat waarvoor de visumaanvraag wordt ingediend. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Artikel 7 sexies
    Gateway voor externe dienstverleners

    1.Externe dienstverleners hebben via de gateway voor externe dienstverleners uitsluitend toegang tot het EU-aanvraagplatform om:

    (a)naar de tijdelijke opslag geüploade gegevens, waaronder met name de gescande kopie van het reisdocument, te verifiëren en de kwaliteit ervan te controleren;

    (b)biometrische kenmerken te uploaden;

    (c)indien nodig bewijsstukken te uploaden;

    (d)indien van toepassing de afsprakenfunctie te gebruiken om beschikbare tijdstippen aan te geven;

    (e)aanvragen voor verdere verwerking vrij te geven voor het consulaat.

    2.Een uitsluitend voor externe dienstverleners bestemd authenticatiesysteem wordt door de lidstaten opgericht om voor de doeleinden van dit artikel naar behoren gemachtigde personeelsleden toegang tot de gateway te bieden. Bij de oprichting van het authenticatiesysteem wordt rekening gehouden met risicobeheer op het gebied van informatiebeveiliging en met de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen.

    3.De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen nadere voorschriften vast voor het authenticatiesysteem voor personeelsleden van externe dienstverleners. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Artikel 7 septies
    Kennisgeving van besluiten

    1.Aanvragers en visumhouders worden via beveiligde elektronische kanalen in kennis gesteld van besluiten van de lidstaten over hun aanvragen of afgegeven visa.

    2.Naargelang van het geval worden de volgende gegevens opgenomen in de kennisgevingen aan aanvragers of visumhouders:

    (a)voor afgegeven visa: de gegevens die zijn vermeld in artikel 24, 25 of 26 van Verordening (EG) nr. 810/2009 en artikel 10 van deze verordening;

    (b)voor geweigerde visa: de gegevens die zijn vermeld in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 810/2009 en artikel 12 van deze verordening;

    (c)voor gekoppelde visa: de gegevens die zijn vermeld in artikel 32 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 en artikel 12 bis van deze verordening;

    (d)voor verlengde visa: de gegevens die zijn vermeld in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 810/2009 en artikel 14 van deze verordening;

    (e)voor nietig verklaarde of ingetrokken visa: de gegevens die zijn vermeld in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 810/2009 en artikel 13 van deze verordening.

    3.In de in lid 2 bedoelde kennisgeving is een 2D-barcode opgenomen die digitaal is ondertekend door de instantie van afgifte, en de gezichtsopname van de houder. De 2D-barcode bevat de in lid 2 bedoelde informatie.

    De kennisgeving wordt opgesteld in een afdrukbaar formaat.

    4.De Commissie stelt bij uitvoeringshandelingen technische specificaties vast voor de digitale visa en de kennisgeving als bedoeld in lid 1, met inbegrip van nadere voorschriften voor het formaat van de kennisgeving, waaronder de 2D-barcode en het afdrukbare formaat. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Artikel 7 octies
    Verificatiefunctie

    1.Met behulp van de verificatiefunctie kunnen aanvragers en visumhouders het volgende controleren:

    (a)de status van hun aanvraag;

    (b)de status en de geldigheid van hun visum.

    2.De verificatiefunctie wordt gebaseerd op de in artikel 7 ter, lid 3, bedoelde beveiligde accountdienst.

    3.Het EU-aanvraagplatform biedt een webservicefunctionaliteit waarmee aanvragers het digitale visum zonder de beveiligde accountdienst kunnen verifiëren.

    4.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast in verband met de uitvoerige bepalingen over de voorwaarden voor de werking van de webdienst en de voorschriften voor gegevensbescherming en beveiliging die voor de webdienst gelden, met inbegrip van een unieke identificatiecode voor de aanvrager. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. ”;

    (4)aan artikel 9, lid 4, worden de volgende punten toegevoegd:

    “m) in voorkomend geval, het feit dat de aanvrager de aanvraag indient als gezinslid van een onderdaan van het Verenigd Koninkrijk die onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie valt in de gastlidstaat waarvoor de visumaanvraag wordt gedaan;

    o) e-mailadres;

    p) IP-adres van waaraf het aanvraagformulier werd ingediend.”;

    (5)aan artikel 9 ter wordt het volgende lid toegevoegd:

    “5. De leden 1 tot en met 4 zijn overeenkomstig van toepassing op gezinsleden van onderdanen van het VK die zelf onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vallen in de gastlidstaat waarvoor de visumaanvraag wordt ingediend.”;

    (6)artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 1 wordt punt e) vervangen door:

    “e) visumnummer;”;

    (b)in lid 1 wordt punt k) geschrapt;

    (c)aan lid 1 wordt punt m) toegevoegd:

    m) in voorkomend geval, de status van de persoon waaruit blijkt dat de onderdaan van een derde land lid is van het gezin van een onderdaan van het VK die onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie valt in de gastlidstaat waarvoor de visumaanvraag wordt gedaan.”;

    (7)het volgende artikel 12 bis wordt ingevoegd:

    Artikel 12 bis
    Bij koppeling van een visum toe te voegen gegevens

    1.Ingeval van een beslissing tot koppeling van een visum, voegt de visumautoriteit die deze beslissing heeft genomen de volgende gegevens toe aan het aanvraagdossier:

    (a)statusinformatie;

    (b)de autoriteit die het visum heeft gekoppeld;

    (c)plaats en datum van de beslissing;

    (d)gegevens van het nieuwe reisdocument, met inbegrip van nummer, land en autoriteit van afgifte, datum van afgifte, einddatum van de geldigheidsduur.

    2.Wanneer een besluit is genomen om een visum te koppelen, leest het systeem onmiddellijk de in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde gegevens uit het VIS en exporteert het deze naar het EES.”;

    (8)in artikel 14, lid 1, wordt punt d) vervangen door:

    “d) visumnummer van het verlengde visum;”;

    (9)in artikel 15, lid 2, wordt punt f) vervangen door:

    “f) het nummer van het visum, het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning en de datum van afgifte van een eventueel eerder afgegeven visum, visum voor verblijf van langere duur of verblijfsvergunning;”;

    (10)artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 1 wordt punt b) geschrapt;

    (b)lid 3 wordt vervangen door:

    “3. Als het EES wordt doorzocht krachtens artikel 23, lid 2, of lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226, kan de bevoegde grensautoriteit, in afwijking van lid 2 van dit artikel, het VIS doorzoeken zonder van de interoperabiliteit met het EES gebruik te maken indien bijzondere omstandigheden dit vereisen, met name wanneer raadpleging van de EES-gegevens tijdelijk technisch onmogelijk is of in geval van een storing in het EES.”;

    (11)het volgende artikel 18 sexies wordt ingevoegd:

    “Artikel 18 sexies
    Vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is toegang tot gegevens te verkrijgen aan de buitengrenzen

    1.Wanneer het technisch onmogelijk is om de in artikel 18 bedoelde raadpleging te verrichten vanwege een storing in een onderdeel van het VIS, stelt eu-LISA de grensautoriteiten van de lidstaten in kennis.

    2.Wanneer het technisch onmogelijk is om de in artikel 18 bedoelde zoekopdracht te verrichten vanwege een storing in de nationale grensinfrastructuur in een lidstaat, stellen de grensautoriteiten eu-LISA in kennis. eu-LISA informeert vervolgens de Commissie.

    3.In de gevallen als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel passen de grensautoriteiten hun nationale noodplannen toe. In het nationale noodplan kunnen de grensautoriteiten worden gemachtigd om tijdelijk af te wijken van de in artikel 8 van Verordening (EU) 2016/399 bedoelde verplichting om het VIS te raadplegen.

    4.De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, modelnoodplannen vast voor de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde gevallen, met inbegrip van de door de grensautoriteiten te volgen procedures. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De lidstaten stellen hun nationale noodplannen vast met gebruikmaking van modelnoodplannen als basis, waar nodig aangepast op nationaal niveau.”;

    (12)in artikel 19 wordt lid 1 vervangen door:

    “1. Uitsluitend met het oog op de verificatie van de identiteit van de visumhouder en/of de echtheid van het visum en/of de naleving van de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten hebben de autoriteiten die bevoegd zijn om controles op het grondgebied van de lidstaten te verrichten om na te gaan of aan de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten is voldaan, toegang om te zoeken aan de hand van het nummer van het visum in combinatie met de verificatie van vingerafdrukken van de visumhouder.

    Wanneer de identiteit van de visumhouder niet aan de hand van vingerafdrukken kan worden geverifieerd, kunnen de bevoegde autoriteiten ook de verificatie met de gezichtsopname uitvoeren.”;

    (13)in artikel 20, lid 2, wordt punt d) vervangen door:

    “d)    de gegevens die zijn ingevoerd in verband met afgegeven, geweigerde, gekoppelde, nietig verklaarde, ingetrokken of verlengde visa als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 14.”;

    (14)in artikel 21, lid 2, wordt punt d) vervangen door:

    “d)    de gegevens die zijn ingevoerd in verband met afgegeven, gekoppelde, nietig verklaarde, ingetrokken of verlengde visa als bedoeld in de artikelen 10, 12 bis, 13 en 14;”;

    (15)in artikel 22, lid 2, wordt punt e) vervangen door:

    “e)    de gegevens die zijn ingevoerd in verband met afgegeven, gekoppelde, nietig verklaarde, ingetrokken of verlengde visa als bedoeld in de artikelen 10, 12 bis, 13 en 14;”;

    (16)in artikel 22 septies, lid 1, wordt punt d) vervangen door:

    “d) het visumnummer;”;

    (17)in artikel 22 sexdecies wordt lid 3 als volgt gewijzigd:

    (a)punt c) wordt vervangen door:

    “c) visumnummer of nummer van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning en de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur van het visum, het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning, naargelang van het geval;”;

    (b)de volgende punten f) en g) worden toegevoegd:

    “f) IP-adres;

    g) e-mailadres.”;

    (18)in artikel 22 novodecies wordt lid 3 als volgt gewijzigd:

    (a)punt c) wordt vervangen door:

    “c) visumnummer of nummer van het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning en de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur van het visum, het visum voor verblijf van langere duur of de verblijfsvergunning, naargelang van het geval;”;

    (b)de volgende punten f) en g) worden toegevoegd:

    “f) IP-adres;

    g) e-mailadres.”;

    (19)in artikel 45, lid 2, worden de volgende punten g) tot en met o) toegevoegd:

    “g) voor de vaststelling van de inhoud van een vereenvoudigd aanvraagformulier voor de koppeling van geldige visa aan een nieuw reisdocument en voor verlenging van visa, overeenkomstig artikel 7 ter;

    h) voor de vaststelling van eisen voor het formaat van de persoonsgegevens in het onlineaanvraagformulier, overeenkomstig artikel 7 ter;

    i) voor de vaststelling van de technische eisen voor het formaat van bewijsstukken, de reisverzekering tot dekking van ziektekosten en de kopie van het reisdocument in elektronisch formaat die via het EU-aanvraagplatform moeten worden verstrekt, overeenkomstig artikel 7 quater en 7 ter bis;

    j) voor de vaststelling van de eisen voor de betaalfunctie, met inbegrip van regelingen voor restitutie van betalingen aan aanvragers, overeenkomstig artikel 7 quinquies;

    k) voor de vaststelling van de eisen voor de bedoelde afsprakenfunctie, met inbegrip van de regelingen voor het bevestigen van afspraken, en de door de consulaten of externe dienstverleners in te stellen koppeling naar bestaande afsprakenfuncties of informatie over inloopafspraken, overeenkomstig artikel 7 quinquies;

    l) voor de vaststelling van voorschriften voor het authenticatiesysteem voor personeelsleden van externe dienstverleners die de gateway voor externe dienstverleners gebruiken, overeenkomstig artikel 7 sexies;

    m) voor de vaststelling van technische specificaties voor de visa in digitaal formaat, en de visumkennisgeving, met inbegrip van nadere voorschriften voor het formaat van de kennisgeving, waaronder de 2D-barcode en het afdrukbare formaat, overeenkomstig artikel 7 septies;

    n) voor de vaststelling van uitvoerige voorschriften voor de werking van de webdienst en de voorschriften voor gegevensbescherming en beveiliging die voor de webdienst gelden, overeenkomstig artikel 7 octies;

    o) voor de vaststelling van modelnoodplannen voor vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is toegang tot gegevens te verkrijgen aan de buitengrenzen, met inbegrip van de procedures die door grensautoriteiten moeten worden gevolgd, overeenkomstig artikel 18 sexies.”;

    (20)in artikel 48 bis, leden 2, 3, en 6, worden de verwijzingen naar “artikel 9, artikel 9 nonies, lid 2, artikel 9 undecies, lid 2, en artikel 22 ter, lid 18,” vervangen door verwijzingen naar “artikel 7 ter, artikel 9, artikel 9 nonies, lid 2, artikel 9 undecies, lid 2, en artikel 22 ter, lid 18”.

     

    Artikel 3
    Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1683/95
    66

    Verordening (EG) nr. 1683/95 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)artikel 1 wordt vervangen door:

    “Artikel 1

    De visa die in de zin van artikel 5 van deze verordening worden afgegeven door de lidstaten die geen visa in digitaal formaat afgeven als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 worden vervaardigd in de vorm van een uniform visummodel (sticker). Zij moeten beantwoorden aan de in de bijlage vervatte specificaties.”;

    (2)aan artikel 7 wordt de volgende vierde alinea toegevoegd:

    “Het gebruik van het uniforme visummodel voor andere doeleinden dan omschreven in artikel 5 laat de afgifte van visa in digitaal formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 onverlet.”.

    Artikel 4
    Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 333/2002
    67  

    In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 333/2002 wordt lid 1 vervangen door:

    “1. Deze verordening is van toepassing op de lidstaten die geen visa in digitaal formaat afgeven als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad*.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “blad waarop een visum kan worden aangebracht” het door de autoriteiten van een lidstaat aan de houder van een reisdocument dat door die lidstaat niet wordt erkend verstrekte document waarop de bevoegde autoriteiten van die lidstaat een visum aanbrengen.”.

    _________

    * Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).”.

    Artikel 5
    Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 694/2003
    68  

    Verordening (EG) nr. 694/2003 wordt als volgt gewijzigd:

    (1) artikel 1 wordt vervangen door:

    “Artikel 1

    1.Door de lidstaten afgegeven doorreisfaciliteringsdocumenten (FTD) als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 693/2003 worden afgegeven in het digitale formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad* en zijn gelijkwaardig aan doorreisvisa met territoriaal beperkte geldigheid. Daarnaast is in het digitale formaat een duidelijke vermelding opgenomen dat het afgegeven document een FTD is.

    2.Door de lidstaten afgegeven doorreisfaciliteringsdocumenten voor treinreizigers (FRTD) als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 693/2003 worden afgegeven in het digitale formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 en zijn gelijkwaardig aan doorreisvisa met territoriaal beperkte geldigheid. Daarnaast is in het digitale formaat een duidelijke vermelding opgenomen dat het afgegeven document een FRT is.”;

    __________

    * Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).”.

    (2)in artikel 2, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

    “1. Overeenkomstig de procedure van artikel 4, lid 2, worden onder meer nadere technische specificaties voor het digitale formaat voor het FTD en het FRTD vastgesteld voor: ”;

    (3)in artikel 6 wordt de eerste alinea vervangen door:

    “2. De lidstaten die hebben besloten het digitale model voor het FTD en het FRTD, als bedoeld in artikel 1, af te geven, doen dit uiterlijk één jaar nadat de in artikel 2 bedoelde aanvullende veiligheidskenmerken en -vereisten zijn vastgesteld.”.

    Artikel 6
    Wijzigingen van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen
    69  

    Artikel 18 van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen wordt als volgt gewijzigd:

    (1)lid 1 wordt vervangen door:

    “1. De visa voor een verblijf van langer dan 90 dagen (visa voor verblijf van langere duur) zijn nationale visa die door een van de lidstaten overeenkomstig de eigen wetgeving of het Unierecht worden afgegeven. Dergelijke visa worden afgegeven in het digitale formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009.

    Bij wijze van uitzondering geven lidstaten die geen visa afgeven in het digitale formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 visa af in het eenvormige model voor visa als omschreven in Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (*), met voor de rubriek die het type visum aangeeft de letter “D”. Zij worden ingevuld overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een communautaire visumcode (de Visumcode).”;

    (2)het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

    “1 bis. Van in digitaal formaat afgegeven visa voor verblijf van langere duur worden aanvragers langs elektronische weg in kennis gesteld overeenkomstig artikel 7 septies van Verordening (EG) nr. 767/2008.”.

    Artikel 7
    Wijziging van Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad
    70

    Verordening (EG) nr. 693/2003 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)in artikel 2 wordt lid 3 vervangen door:

    “3. Het FTD/FRTD wordt afgegeven in het digitale formaat als bedoeld in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009*

    __________

    * Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).”;

    (2)artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 1 wordt de eerste zin vervangen door:

    “De aanvraag van een FTD wordt ingediend bij de consulaire autoriteiten van een lidstaat die zijn besluit tot afgifte van het FTD/FRTD heeft meegedeeld overeenkomstig artikel 12. ”;

    (b)het volgende lid 5 wordt ingevoegd:

    “5. De aanvraag voor een FTD en een FTRD wordt uitgevoerd met behulp van een online-aanvraaginstrument. Het online-aanvraaginstrument bevat de gegevens als bedoeld in de leden 3 en 4 van dit artikel.”;

    (3)in artikel 6 worden de leden 2, 3 en 4 vervangen door:

    “2. Het FTD/FRTD mag nooit worden afgegeven voor een reisdocument waarvan de geldigheidsduur is verstreken.

    3. De geldigheidsduur van het reisdocument waarvoor het FTD/FRTD wordt afgegeven is langer dan die van het FTD/FRTD.

    4. Het FTD/FRTD mag nooit worden afgegeven voor een reisdocument indien dit document voor geen enkele lidstaat geldig is. Indien een reisdocument slechts voor één lidstaat of voor een aantal lidstaten geldig is, wordt de geldigheid van het FTD/FRTD beperkt tot de betrokken lidstaat of lidstaten.”.

    Artikel 8
    Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad
    71  

    Verordening (EU) 2017/2226 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)in artikel 16, lid 2, wordt punt d) vervangen door:

    “d) indien van toepassing, het nummer van het visum voor kort verblijf, met de drieletterige code van de lidstaat van afgifte, het type visum voor kort verblijf, de datum waarop de op grond van het visum voor kort verblijf toegestane maximale verblijfsduur verstrijkt, welke datum bij elke binnenkomst wordt bijgewerkt, en de datum waarop de geldigheid van het visum voor kort verblijf verstrijkt;”;

    (2)artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)in lid 1 wordt punt d) vervangen door:

    “d) in voorkomend geval, het nummer van het nieuwe visum met de drieletterige code van het land van afgifte;”;

    (b)het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

    “7. Indien is beslist een geldig visum aan een nieuw reisdocument te koppelen, gaat de visumautoriteit die de beslissing heeft genomen er onmiddellijk toe over de in lid 1 van dit artikel bedoelde gegevens uit het VIS op te halen en rechtstreeks in het EES te importeren, overeenkomstig artikel 12 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008.”;

    (3)in artikel 24, lid 2, wordt punt b) vervangen door:

    “b) het nummer van het visum voor kort verblijf, met de drieletterige code van de lidstaat van afgifte, zoals bedoeld in artikel 16, lid 2, punt d);”;

    (4)in artikel 32, lid 5, wordt punt c) vervangen door:

    “c) nummer van het visum en de datum waarop de geldigheidstermijn van het visum verstrijkt;”.

    Artikel 9
    Evaluatie van het EU-aanvraagplatform

    1.Vijf jaar na de ingebruikname overeenkomstig artikel 12 van deze verordening evalueert de Commissie de werking van het EU-aanvraagplatform. Daarbij worden de bereikte resultaten getoetst aan de doelstellingen en wordt nagegaan hoe Verordening (EG) nr. 810/2009 en Verordening (EG) nr. 767/2008, zoals gewijzigd bij onderhavige verordening, zijn toegepast.

    2.De Commissie legt de in lid 1 bedoelde evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad. Zo nodig dient de Commissie op basis van de evaluatie passende voorstellen in.

    Artikel 10
    Ingebruikname van het EU-aanvraagplatform

    1.De Commissie bepaalt de begindatum van de werkzaamheden van het EU-aanvraagplatform ingevolge deze verordening, zodra aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    (a)de in artikel 1, punt 31, en artikel 2, punten 19 en 20, bedoelde maatregelen zijn goedgekeurd;

    (b)eu-LISA heeft verklaard dat een uitgebreide test met succes is afgesloten;

    (c)eu-LISA heeft de technische en juridische regelingen gevalideerd en deze aan de Commissie meegedeeld.

    2.Het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    3.In afwijking van lid 1, en onverminderd de afgifte van visa in digitaal formaat, kan een lidstaat besluiten om gedurende een periode van vijf jaar na de in lid 1 bedoelde datum geen gebruik te maken van het EU-aanvraagplatform.

    In dat geval deelt de lidstaat de Commissie mee te hebben besloten om gedurende de overgangsperiode geen gebruik te maken van het EU-aanvraagplatform. De Commissie publiceert deze kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedurende deze overgangsperiode kunnen visumhouders digitale visa verifiëren met behulp van de webdienst van het online-visumaanvraagplatform als bedoeld in artikel 7 octies van Verordening (EG) nr. 767/2008 indien de lidstaat die hun visumaanvraag verwerkt heeft besloten geen gebruik te maken van het EU-aanvraagplatform.

    4.Een lidstaat kan de Commissie en eu-LISA voor het einde van de in lid 3 bedoelde overgangsperiode meedelen gebruik te willen maken van het EU-aanvraagplatform.

    De Commissie bepaalt vanaf welke datum dit van toepassing zal zijn. Het besluit van de Commissie wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 11
    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig de Verdragen.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

    De voorzitter    De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

    Digitalisering van visumprocedures

    1.2.Betrokken beleidsterrein(en) 

    Binnenlandse Zaken

    1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

     een nieuwe actie 

     een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 72  

     de verlenging van een bestaande actie 

     de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere / nieuwe actie 

    1.4.Doelstelling(en)

    1.4.1.Algemene doelstelling(en)

    In algemene zin is het initiatief bedoeld om bij te dragen aan de digitalisering van openbare diensten, om daarmee Europa toe te rusten voor het digitale tijdperk, alsmede om bij te dragen aan een veilige en veerkrachtige EU en om de aantrekkelijkheid van de EU als reisbestemming te vergroten en haar reputatie als één enkele geografische entiteit met een gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren.

    1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

    Specifieke doelstelling 1: moderniseren, vereenvoudigen en harmoniseren van de visumaanvraagprocedure voor lidstaten en onderdanen van derde landen, door digitalisering van de visumprocedure.

    Specifieke doelstelling 2: verkleinen van de risico’s van (identiteits)fraude en vervalsing en vergemakkelijken van de controleprocedure aan de grens, door digitalisering.

    Om deze specifieke doelstellingen te verwezenlijken, voorziet het voorstel in de totstandbrenging van één centraal EU-visumaanvraagplatform, naast de invoering van een digitaal visum in plaats van een visumsticker.

    1.4.3.Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

    Het voorstel zal gunstige gevolgen hebben voor het reizen naar de EU en het bbp van de EU, met een stijging van 53,3 miljard EUR in de periode 2025-2029, en markeert de overgang van een grotendeels fysieke aanvraagprocedure naar een werkelijk digitale en grotendeels geharmoniseerde procedure.

    Het EU-visumaanvraagplatform is gunstig voor de lidstaten omdat consulaten minder tijd zullen besteden aan de verwerking van visumaanvragen en het archiveren van aanvragen op papier. Het digitale visum zal de binnenlandse veiligheid in het Schengengebied vergroten omdat de visumsticker niet langer kan worden nagemaakt, en zal de administratieve lasten voor de consulaten en centrale autoriteiten van de lidstaten aanzienlijk verminderen omdat zij niet langer tijd en geld hoeven te besteden aan het vervaardigen, bestellen en veilig vervoeren van visumstickers naar de consulaten. In totaal zullen de lidstaten volgens de kosten-batenanalyse die in het kader van de effectbeoordeling is opgesteld 553 miljoen EUR aan administratieve kosten besparen in de periode 2025-2029.

    Tot slot is het voorstel ook gunstig voor visumaanvragers. Reizigers die herhaaldelijk een visum aanvragen, zullen niet langer reiskosten hoeven te maken om een visum aan te vragen, en aanvragers hoeven hun reisdocumenten niet langer af te geven voor de duur van de aanvraagprocedure. Elke aanvrager zal per aanvraag 31 EUR besparen op de totale kosten van 74 EUR voor elke aanvraag.

    1.4.4.Prestatie-indicatoren

    Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten.

    Indicator 1: het deel van het totale aantal aanvragen voor een Schengenvisum dat via het EU-visumaanvraagplatform wordt ingediend.

    Streefcijfer: 95 % aan het eind van de overgangsperiode (31 december 2030).

    Indicator 2: het deel van het totale aantal afgegeven visa dat een digitaal visum is.

    Streefcijfer: 100 % bij de inwerkingtreding van het EU-visumaanvraagplatform (1 januari 2026).

    Indicator 3: het percentage visumaanvragen dat wordt ingediend via een externe dienstverlener – 90 %

    Streefcijfer: 75 % van de visumaanvragen wordt aan het eind van de overgangsperiode (31 december 2030) ingediend zonder tussenkomst van een externe dienstverlener

    1.4.4.1.Doeltreffendheid en tijdigheid: de indicatoren moeten het mogelijk maken de prestaties te monitoren door regelmatig informatie te verstrekken over de voortgang en over de resultaten in de loop van de programmeringsperiode.

    1.4.4.2.Efficiëntie: de processen voor het verzamelen en verwerken van gegevens moeten worden geoptimaliseerd, waarbij onnodige of overlappende verzoeken om informatie moeten worden vermeden.

    1.4.4.3.Relevantie van de indicatoren en de noodzaak om de daarmee gepaard gaande administratieve lasten te beperken.

    1.4.4.4.Helderheid: de indicatoren moeten in een duidelijke en begrijpelijke vorm worden verstrekt, met ondersteunende metagegevens en in een vorm die een goede interpretatie en zinvolle communicatie vergemakkelijkt.

    Elke indicator moet vergezeld gaan van streefcijfers en uitgangswaarden.

    1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

    1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

    Het voorstel inzake digitalisering van de visumprocedure werd aangekondigd in de mededeling van de Commissie uit 2018 over visumbeleid. Volgens het nieuwe migratie- en asielpact, dat op 23 september 2020 door de Commissie werd gepresenteerd, moet de visumprocedure uiterlijk in 2025 volledig zijn gedigitaliseerd, met een digitaal visum en de mogelijkheid om online een visum aan te vragen.

    Na de vaststelling van wetgeving door de medewetgevers (uiterlijk eind 2023) kan de ontwikkeling van het EU-visumaanvraagplatform door het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) van start gaan, om vervolgens twee jaar te duren (2024-2025). Bij deze ontwikkeling wordt gebruikgemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan bij de ontwikkeling van een prototype voor een platform door eu-LISA in 2020-2021.

    Tegelijkertijd doen de lidstaten de benodigde investeringen om aansluiting op het EU-visumaanvraagplatform tot stand te brengen, het digitale visum in te voeren en voor het begin van 2026 gereed te zijn, wanneer het visumaanvraagplatform operationeel kan worden. De lidstaten die besluiten het EU-visumaanvraagplatform van de EU niet vanaf begin 2026 te gebruiken, hebben nog twee jaar de tijd om de nodige investeringen te doen, eventueel hun nationale portalen af te bouwen en het centrale aanvraagplatform van de EU te gebruiken voor hun aanvragen.

    In 2026 bestaan het EU-visumaanvraagplatform en het digitale visum naast elkaar. Na het verstrijken van de overgangsperiode (eind 2028) worden alle visumaanvragen online ingediend via het EU-visumaanvraagplatform (behoudens enkele uitzonderlijke gevallen waarvoor een procedure op papier mogelijk blijft).

    Na de ingebruikname moet eu-LISA het EU-visumaanvraagplatform geregeld actualiseren en onderhouden en moeten de lidstaten hetzelfde doen voor hun nationale onderdelen die op het platform zijn aangesloten.

    1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen een lidstaat zou zijn gecreëerd.

    Redenen voor maatregelen op EU-niveau (vooraf)

    Aangezien de Schengen-visumprocedure op EU-niveau is geharmoniseerd en uitvoerig is gereguleerd in de Visumcode, de VIS-verordening en de verordening inzake het eenvormige visummodel, zijn de tekortkomingen die bij de effectbeoordeling werden vastgesteld onlosmakelijk verbonden met bestaande wetgeving van de EU. De vastgestelde problemen zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk niet verdwijnen en houden rechtstreeks verband met de huidige wettelijke bepalingen. Voor beide aspecten van het initiatief (visumaanvraagprocedure en formaat van het visum) kunnen maatregelen om deze problemen op te lossen vanwege de schaal, de effecten en de gevolgen van de beoogde maatregelen alleen op EU-niveau doeltreffend worden genomen. Bij voortzetting van de huidige situatie, waarin de lidstaten (al dan niet) hun eigen digitale instrumenten ontwikkelen, worden de vastgestelde problemen slechts ten dele opgelost. Alleen optreden op EU-niveau zal meer toegevoegde waarde genereren.

    Verwachte gegenereerde toegevoegde waarde van de Unie (ex post) Door te bevorderen dat visumplichtige onderdanen van derde landen hun visumaanvragen indienen via een centraal EU-visumaanvraagplatform met lagere kosten en eenvoudiger aanvraagprocedures, zullen door het voorstel de aanvraagkosten voor visumaanvragers per aanvrager gemiddeld met 31 EUR afnemen (op een totaalbedrag van 74 EUR). Hierdoor zal er meer naar de EU worden gereisd dan wanneer de EU niet zou optreden. Daardoor zullen in de periode 2025-2029 visumplichtige reizigers 53,5 miljard EUR meer aan het bbp bijdragen. Door het realiseren van één centraal EU-visumaanvraagplatform dat door alle lidstaten wordt gebruikt, zijn besparingen mogelijk op de ondersteuning van visumaanvragers en op het beheer van papieren aanvragen. Door de invoering van een digitaal visum kan ook worden bespaard op het beheer van papieren visumstickers. Door deze twee veranderingen, die alleen bij optreden van de EU mogelijk zijn, kunnen alle lidstaten samen in de periode 2025-2029 een bedrag van 553 miljoen EUR besparen. Het realiseren van één centraal loket voor visumaanvragen draagt naar buiten toe ook bij aan een homogeen beeld van de EU.

    1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    De ervaringen met de invoering van het Visuminformatiesysteem en andere grote IT-systemen wijzen erop dat de invoering van een nieuw groot IT-systeem in het algemeen langer dan verwacht kan duren en dat de lidstaten steun van de EU moeten krijgen om hun nationale investeringen te financieren. Dat zal het geval zijn met het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI, Instrument for Financial Support for Border Management and Visa Policy) 2021-2027, waarvoor de digitalisering van visumprocedures duidelijk als prioriteit is aangemerkt.

    1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    De vereiste investeringen op EU-niveau en in de lidstaten zijn verenigbaar met het meerjarig financieel kader 2021-2027 en met het gebruik van het BMVI om deze investeringen te financieren.

    1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

    In het kader van de MFK-toewijzingen aan eu-LISA is geen rekening gehouden met de kredieten die nodig zijn voor de financiering van de ontwikkeling van het EU-visumaanvraagplatform door eu-LISA (69,325 miljoen EUR), aangezien dit een nieuw voorstel betreft waarvoor op dat moment nog geen bedragen bekend waren. Voorgesteld wordt om de begroting van eu-LISA voor de in 2023, 2024, 2025, 2026 en 2027 benodigde bedragen te verhogen door kredieten vanuit de bijbehorende thematische faciliteiten van het beleid voor grensbeheer en visa (BMVI) over te hevelen.

    1.6.Looptijd en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

    beperkte looptijd

       van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

       Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

     onbeperkte looptijd

    Uitvoering met een opstart-/ontwikkelingsperiode vanaf 2024 tot en met 2025,

    gevolgd door een volledige uitvoering vanaf 2026.

    1.7.Beoogde beheersvorm(en) 73

     Direct beheer door de Commissie

    door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

       door de uitvoerende agentschappen

     Gedeeld beheer met de lidstaten

     Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

    derde landen of de door hen aangewezen organen;

    internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

    de EIB en het Europees Investeringsfonds;

    de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

    publiekrechtelijke organen;

    privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

    privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die van voldoende financiële garanties zijn voorzien;

    personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

    Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

    Opmerkingen

    De ontwikkelingsfase van het EU-visumaanvraagplatform zal naar verwachting twee jaar duren, en in deze tijd zal eu-LISA het platform ontwikkelen. Het EU-visumaanvraagplatform zal per 1 januari 2026 operationeel zijn.

    2.BEHEERSMAATREGELEN

    2.1.Voorschriften voor monitoring en verslaglegging

    Vermeld frequentie en voorwaarden.

    Gedeeld beheer:

    Elke lidstaat voert voor zijn programma een beheers- en controlesysteem in en waarborgt de kwaliteit en de betrouwbaarheid van het systeem voor toezicht en van de gegevens over indicatoren, in overeenstemming met de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening). De lidstaten dienen ieder jaar een zekerheidspakket in, waarin de jaarrekeningen zijn opgenomen, alsook de beheersverklaring en het oordeel van de auditautoriteit over de rekeningen, het beheers- en controlesysteem en de wettigheid en regelmatigheid van de in de jaarrekeningen vermelde uitgaven. De Commissie zal op grond van het zekerheidspakket vaststellen welk bedrag met betrekking tot het boekjaar ten laste van het fonds komt. Om de twee jaar vindt een evaluatievergadering tussen de Commissie en elke lidstaat plaats om de prestaties van elk programma te beoordelen. Zes keer per jaar dienen de lidstaten gegevens over elk programma in die uitgesplitst moeten zijn naar specifieke doelstelling. Deze gegevens hebben betrekking op de kosten van operaties en de waarden van de output- en resultaatindicatoren.

    De lidstaten dienen een jaarlijks verslag over de prestaties in, dat informatie moet bevatten over de voortgang bij de uitvoering van het programma en bij het bereiken van de mijlpalen en streefdoelen. Ook moeten daarin alle kwesties aan bod komen die van invloed zijn op de prestaties van het programma en de acties worden beschreven die voor het aanpakken van die kwesties zijn ondernomen.

    Aan het einde van de periode dient elke lidstaat een eindverslag over de prestaties in. Het eindverslag moet de nadruk leggen op de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma en moet een overzicht geven van de belangrijkste kwesties die op de prestaties van het programma van invloed zijn geweest, de maatregelen die zijn genomen om deze kwesties aan te pakken en de beoordeling van de doeltreffendheid van deze maatregelen. Bovendien moet het laten zien welke bijdrage het programma levert aan de aanpak van de problemen die zijn vastgesteld in de relevante EU-aanbevelingen aan de lidstaat, welke vooruitgang is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen die in het prestatiekader zijn vermeld, wat de bevindingen zijn van de relevante evaluaties en welk gevolg aan die bevindingen is gegeven, en wat de resultaten zijn van de acties op het gebied van communicatie.

    De Commissie verricht een tussentijdse en een retrospectieve evaluatie van de in het kader van dit fonds uitgevoerde acties, in overeenstemming met de verordening gemeenschappelijke bepalingen. De tussentijdse evaluatie moet met name gebaseerd zijn op de tussentijdse evaluatie van programma’s die de lidstaten uiterlijk op 31 december 2024 bij de Commissie hebben ingediend.

    Indirect beheer

    Volgens het voorstel worden voor toezicht en rapportage de beginselen gevolgd die zijn omschreven in de verordening betreffende eu-LISA en het Financieel Reglement en wordt de Gemeenschappelijke Aanpak voor gedecentraliseerde agentschappen gevolgd. Met name moet eu-LISA de Commissie, het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een enkelvoudig programmeringsdocument toezenden met meerjarige en jaarlijkse werkprogramma’s en een programmering van middelen. In dat document zijn de doelstellingen, de verwachte resultaten en de prestatie-indicatoren voor het toezicht op de verwezenlijking van de doelstellingen en de resultaten uiteengezet. Daarnaast moet eu-LISA een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag voorleggen aan de raad van bestuur. Dit verslag bevat met name informatie over de verwezenlijking van de doelstellingen en resultaten van het enkelvoudig programmeringsdocument. Het verslag moet ook worden toegezonden aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad.

    Bovendien beoordeelt de Commissie, zoals beschreven in artikel 39 van de verordening betreffende eu-LISA, uiterlijk op 12 december 2023, en daarna om de vijf jaar, na raadpleging van de raad van bestuur, overeenkomstig haar richtsnoeren de prestaties van het Agentschap met betrekking tot zijn doelstellingen, mandaat, locaties en taken. Die evaluatie betreft voorts een onderzoek naar de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze verordening en de wijze waarop en de mate waarin het Agentschap daadwerkelijk bijdraagt aan het operationele beheer van de grootschalige IT-systemen en aan de totstandbrenging van een gecoördineerde, kostenefficiënte en coherente IT-omgeving op het niveau van de Unie op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht. Bij die evaluatie wordt in het bijzonder beoordeeld of het mandaat van het Agentschap moet worden gewijzigd en welke financiële gevolgen dergelijke wijzigingen hebben. De raad van bestuur kan aan de Commissie aanbevelingen doen over wijzigingen van deze verordening.

     

    2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

    2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

    Gedeeld beheer

    Overeenkomstig de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa, zal [...] worden beheerd in het kader van de voorschriften van de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening).

    Wat gedeeld beheer betreft, bouwt de GB-verordening voort op de bestaande beheers- en controlestrategie voor de programmeringsperiode 2014-2020, maar bevat die verordening een aantal nieuwe maatregelen om zowel voor de begunstigden als de lidstaten de uitvoering te vereenvoudigen en de controlelast te verminderen.

    Tot de vernieuwingen behoren:

    - het schrappen van de aanwijzingsprocedure (wat een snellere uitvoering van de programma’s mogelijk moet maken);

    - beheersverificaties (administratief en ter plaatse), die door de beheersautoriteit op risicobasis moeten worden uitgevoerd (dit tegenover de 100 % administratieve controles die in de programmeringsperiode 2014-2020 zijn vereist). Voorts kunnen de beheersautoriteiten onder bepaalde voorwaarden evenredige controleregelingen toepassen, in overeenstemming met de nationale procedures;

    - voorwaarden ter voorkoming van meerdere audits met betrekking tot eenzelfde operatie/uitgave.

    De programma-autoriteiten zullen bij de Commissie tussentijdse betalingsaanvragen indienen op basis van de door de begunstigden verrichte uitgaven. De GB-verordening geeft beheersautoriteiten de mogelijkheid beheersverificaties te verrichten op basis van risico en voorziet ook in specifieke controles (bijvoorbeeld controles ter plaatse door de beheersautoriteit en audits van concrete acties/uitgaven door de auditautoriteit) nadat de desbetreffende uitgaven bij de Commissie zijn opgegeven in de tussentijdse betalingsaanvragen. Teneinde het risico te verminderen dat subsidies voor niet-subsidiabele uitgaven moeten worden terugbetaald, wordt in de GB-verordening voor de tussentijdse betalingen van de Commissie een maximum van 90 % vastgesteld, gelet op het feit dat op dit moment pas een deel van de nationale controles is uitgevoerd. De Commissie zal het resterende saldo uitbetalen na de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en na ontvangst van het zekerheidspakket van de programma-autoriteiten. Mocht de Commissie of de Europese Rekenkamer na de toezending van het jaarlijkse zekerheidspakket eventueel onregelmatigheden ontdekken, dan kan dat aanleiding zijn voor een netto financiële correctie.

    Indirect beheer

    Een deel van het voorstel zal via de begroting van eu-LISA worden uitgevoerd via indirect beheer.

    Overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer wordt de begroting van eu-LISA uitgevoerd met doeltreffende en efficiënte interne controle. eu-LISA is er dan ook toe gehouden een passende controlestrategie in te voeren in onderling overleg tussen passende actoren in de controleketen.

    Wat de controles achteraf betreft, is eu-LISA als gedecentraliseerd agentschap met name onderworpen aan:

    - interne controles door de dienst Interne Audit van de Commissie;

    - jaarverslagen door de Europese Rekenkamer, die een verklaring aflegt waarin de betrouwbaarheid van de jaarrekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd;

    - door het Europees Parlement verleende jaarlijkse kwijting;

    - mogelijke onderzoeken door OLAF om er met name voor te zorgen dat de aan de agentschappen toegewezen middelen naar behoren worden gebruikt.

    Als partner-DG van eu-LISA zal DG HOME zijn controlestrategie voor gedecentraliseerde agentschappen toepassen om een betrouwbare verslaglegging te verzekeren in het kader van zijn jaarlijks activiteitenverslag. De gedecentraliseerde agentschappen zijn weliswaar volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van hun begroting, maar DG HOME is verantwoordelijk voor de regelmatige betaling van de jaarlijkse bijdragen die door de begrotingsautoriteit worden vastgesteld.

    Tot slot biedt de Europese Ombudsman een extra niveau van controle en verantwoordingsplicht voor eu-LISA.

    2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

    In dit stadium zijn geen specifieke risico’s geïdentificeerd.

    Voor het deel met gedeeld beheer hebben de algemene risico’s met betrekking tot de uitvoering van de huidige programma’s betrekking op de onvoldoende uitvoering van het fonds door de lidstaten en de mogelijke fouten als gevolg van de complexiteit van de regels en zwakke plekken in de beheers- en controlesystemen. De ontwerp-GB-verordening vereenvoudigt het regelgevende kader door de regels en de beheers- en controlesystemen van de diverse fondsen die in gedeeld beheer worden uitgevoerd, te harmoniseren. Zij vereenvoudigt ook de controlevereisten (bijvoorbeeld beheersverificaties op basis van risico, de mogelijkheid van evenredige controleregelingen op basis van nationale procedures en beperkingen van auditwerkzaamheden wat betreft planning en/of specifieke concrete acties).

    Voor de door eu-LISA uitgevoerde begroting is een specifiek internecontrolekader vereist dat gebaseerd is op het internecontrolekader van de Europese Commissie. Het enkelvoudig programmeringsdocument moet informatie verschaffen over de internecontrolesystemen, terwijl het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag informatie moet bevatten over de doeltreffendheid en efficiëntie van de internecontrolesystemen, ook wat risicobeoordelingen betreft. In het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag over 2019 wordt vermeld dat het management van het Agentschap redelijke zekerheid heeft dat er passende interne controles plaatsvinden en dat deze functioneren zoals bedoeld. Grote risico’s zijn gedurende het hele jaar op de juiste wijze vastgesteld en beheerd. Deze zekerheid wordt voorts bevestigd door de resultaten van de interne en externe controles die zijn uitgevoerd.

    Een aanvullend niveau van intern toezicht wordt geboden door de internecontroleafdeling van eu-LISA, op basis van een jaarlijks auditplan waarin met name rekening wordt gehouden met de beoordeling van de risico’s binnen eu-LISA. De internecontroleafdeling helpt eu-LISA om zijn doelstellingen te verwezenlijken, doordat de doeltreffendheid van het risicobeheer, de controles en de governanceprocessen op systematische en gedisciplineerde wijze worden geëvalueerd en aanbevelingen worden gedaan om deze aspecten te verbeteren.

    Voorts zien de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de functionaris voor gegevensbescherming van eu-LISA (een onafhankelijke functie die rechtstreeks verbonden is aan het secretariaat van de raad van bestuur) toe op de verwerking van persoonsgegevens door eu-LISA.

    Tot slot zorgt DG HOME, als partner-DG van eu-LISA, voor een jaarlijkse risicobeheersing en beoordeelt het potentiële hoge risico’s met betrekking tot de activiteiten van de agentschappen, waaronder eu-LISA. Over als kritiek beschouwde risico’s wordt jaarlijks gerapporteerd in het beheersplan van DG HOME en in een actieplan zijn risicobeperkende maatregelen opgenomen.

    2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

    Voor het gedeelte met gedeeld beheer zullen de kosten voor controles naar verwachting gelijk blijven of mogelijk worden verlaagd voor de lidstaten. Met betrekking tot de huidige programmeringscyclus (2014-2020) worden de cumulatieve kosten van controles door de lidstaten vanaf 2017 geraamd op ongeveer 5 % van het totale bedrag aan betalingen waarom de lidstaten voor 2017 hebben verzocht.

    Dit percentage zal vermoedelijk afnemen door de efficiëntiewinst bij de uitvoering van de programma’s en de toename van de betalingen aan de lidstaten.

    Naar verwachting zullen de kosten van controles voor de lidstaten verder afnemen onder invloed van de op risico gebaseerde benadering van beheer en controles die de ontwerp-GB-verordening introduceert, samen met de sterkere prikkel om vereenvoudigde kostenopties vast te stellen.

    Voor eu-LISA rapporteert de Commissie over de verhouding tussen de controlekosten en de waarde van de desbetreffende beheerde financiële middelen. Volgens het jaarlijks activiteitenverslag 2020 van DG HOME bedroeg die verhouding 0,21 % voor entiteiten belast met indirect beheer en gedecentraliseerde agentschappen, waaronder eu-LISA.

    De Europese Rekenkamer heeft de wettigheid en regelmatigheid van de jaarrekeningen van eu-LISA voor 2019 bevestigd, wat betekent dat het foutenpercentage minder dan 2 % bedroeg. Er zijn geen aanwijzingen dat het foutenpercentage de komende jaren zal stijgen.

    Bovendien is in artikel 80 van het financieel reglement van eu-LISA voorzien in de mogelijkheid voor het Agentschap om een gezamenlijke internecontroleafdeling op te zetten met andere EU-organen die op hetzelfde beleidsterrein actief zijn als het niet kosteneffectief is om een internecontroleafdeling op te zetten binnen één EU-orgaan.

    2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

    DG HOME zal zijn fraudebestrijdingsstrategie blijven toepassen in aansluiting op de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie, zodat zijn interne controles tegen fraude volledig in overeenstemming zijn met de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie en dat zijn aanpak op het gebied van frauderisicobeheer erop gericht is frauderisico’s te onderkennen en er passend op te reageren.

    Wat gedeeld beheer betreft, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de uitgaven in de rekening die zij bij de Commissie indienen, wettig en regelmatig zijn. In dit verband moeten de lidstaten alle vereiste acties ondernemen om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. Net als in de huidige programmeringscyclus (2014-2020) zijn de lidstaten verplicht om procedures in te voeren voor het opsporen van onregelmatigheden en ter bestrijding van fraude, gekoppeld aan de specifieke gedelegeerde verordening van de Commissie inzake de melding van onregelmatigheden. Fraudebestrijdingsmaatregelen zullen een horizontaal beginsel en een verplichting blijven voor de lidstaten.

    Voor indirect beheer worden de maatregelen met betrekking tot het bestrijden van fraude, corruptie en andere illegale activiteiten onder meer beschreven in artikel 50 van de verordening betreffende eu-LISA en in titel X van het financieel reglement van eu-LISA.

    eu-LISA neemt met name deel aan de fraudepreventieactiviteiten van het Europees Bureau voor fraudebestrijding en stelt de Commissie onverwijld in kennis van gevallen van vermoedelijke fraude en andere financiële onregelmatigheden — overeenkomstig zijn interne fraudebestrijdingsstrategie.

    DG HOME heeft daarnaast als partner-DG zijn eigen fraudebestrijdingsstrategie ontwikkeld en uitgevoerd op basis van de door OLAF verstrekte methodologie. Gedecentraliseerde agentschappen, waaronder eu-LISA, vallen onder het toepassingsgebied van de strategie. In het jaarlijks activiteitenverslag 2020 van DG HOME werd geconcludeerd dat de processen inzake fraudepreventie en ‑opsporing naar tevredenheid functioneerden en derhalve bijdroegen tot de zekerheid ten aanzien van de verwezenlijking van de doelstellingen van de interne controle.

    3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

    ·Bestaande begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het

    meerjarig

    financieel

    kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort  
    uitgave

    Bijdrage

    Nummer

    GK/NGK 74

    van EVA-landen 75

    van kandidaat-lidstaten 76

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

    4

    11.1002 – Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

    GK

    NEE

    NEE

    JA

    NEE

    4

    11.02.01 – “Instrument voor grensbeheer en visa”

    GK

    NEE

    NEE

    JA

    NEE

    4

    11.01.01 – Ondersteunende uitgaven voor het “Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) — Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa (BMVI)”

    NGK

    NEE

    NEE

    JA

    NEE

    ·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort 
    uitgave

    Bijdrage

    Nummer  

    GK/NGK

    van EVA-landen

    van kandidaat-lidstaten

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

    [XX.YY.YY.YY]

    JA/NEE

    JA/NEE

    JA/NEE

    JA/NEE

    3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel voor de kredieten

    3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Rubriek van het meerjarig financieel 
    kader

    4

    Migratie en grenzen

    DG: MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 
    2027

    TOTAAL

    •Beleidskredieten

    11.10.02 – Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

    Vastleggingen

    (1a)

    19,945

    22,825

    12,800

    12,800

    68,370

    Betalingen

    (2a)

    19,945

    22,825

    12,800

    12,800

    68,370

    11.02.01 – “Beleid voor grensbeheer en visa”

    Vastleggingen

    (1b)

    33,400

    50,958

    14,100

    14,100

    112,558

    Betalingen

    (2b)

    19,661

    34,260

    12,420

    12,292

    78,633

    TOTAAL kredieten 
    voor DG MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

    Vastleggingen

    = 1a+1b+3

    53,345

    73,783

    26,900

    26,900

    180,928

    Betalingen

    = 2a+2b

    +3

    39,606

    57,085

    25,220

    25,092

    147,003

     



    TOTAAL beleidskredieten

    Vastleggingen

    (4)

    53,345

     

    73,783

     

    26,900

     

    26,900

    180,928

    Betalingen

    (5)

    39,606

    57,085

    25,220

    25,092

    147,003

    • TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    TOTAAL kredieten  
    onder RUBRIEK 4 
    van het meerjarig financieel kader

    Vastleggingen

    = 4+6

    53,345

     

    73,783

     

    26,900

     

    26,900

    180,928

    Betalingen

    = 5+6

    39,606

    57,085

    25,220

    25,092

    147,003

    Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere beleidsrubrieken, herhaal bovenstaand deel:

    • TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)

    Vastleggingen

    (4)

    53,345

     

    73,783

     

    26,900

     

    26,900

    180,928

    Betalingen

    (5)

    39,606

    57,085

    25,220

    25,092

    147,003

    TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken)

    (6)

    TOTAAL kredieten  
    onder RUBRIEKEN 1 tot en met 6 
    van het meerjarig financieel kader 
    (Referentiebedrag)

    Vastleggingen

    = 4+6

    53,345

     

    73,783

     

    26,900

     

    26,900

    180,928

    Betalingen

    = 5+6

    39,606

    57,085

    25,220

    25,092

    147,003



    Rubriek van het meerjarig financieel 
    kader

    7

    “Administratieve uitgaven”

    Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    DG: <…….>

    • Personele middelen

    • Andere administratieve uitgaven

    TOTAAL DG <…….>

    Kredieten

    TOTAAL kredieten 
    onder RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader 

    (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen)

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 
    2027

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten  
    onder RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
    van het meerjarig financieel kader 

    Vastleggingen

    53,345

     

    73,783

     

    26,900

     

    26,900

     

    180,928

    Betalingen

    39,606

    57,085

    25,220

    25,092

    147,003

    eu-LISA: uitsplitsing van de uitgaven per titel

    eu-LISA

     

    Kredieten

    2024

    2025

    2026

    2027

    Totaal

    Titel 1: Personeelsuitgaven

    VK

    0,520

    1,040

    1,040

    1,125

    3,725

    BK

    0,520

    1,040

    1,040

    1,125

    3,725

    Titel 2: Infrastructuur- en operationele uitgaven

    VK

     

     

    11,760

    11,675

    23,435

    BK

    -

    -

    11,760

    11,675

    23,435

    Titel 3: Operationele uitgaven

    VK

    19,425

    21,785

     

     

    41,210

    BK

    19,425

    21,785

    -

    -

    41,210

    TOTAAL

    VK

    19,945

    22,825

    12,800

    12,800

    68,370

     

    BK

    19,945

    22,825

    12,800

    12,800

    68,370

    Deze uitgaven zullen kosten dekken met betrekking tot:

    ·ontwikkeling en onderhoud van een visumaanvraagplatform van de EU;

    ·geleidelijke werving van 5 extra tijdelijke functionarissen (AD) en 5 contractuele functionarissen voor de ontwikkeling en het onderhoud van het EU-visumaanvraagplatform vanaf 2023.

     

    3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met operationele kredieten

    Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Vermeld doelstellingen en outputs

     

     

     

    Jaar

    Jaar

    Jaar

    Jaar

    TOTAAL

    2024

    2025

    2026

    2027

     

    Fase

    Soort

    Gem. kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

     

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 EU-visumaanvraagplatform (oprichting en onderhoud)

    - Output

    - Initiële oprichting

    Ontwerp

     

     

    6,562

     

    1,666

     

     

     

     

     

    8,228

    - Output

    Ontwikkeling

     

     

    3,108

     

    4,736

     

     

     

     

     

    7,844

    - Output

    Tests

     

     

    1,252

     

    5,087

     

     

     

     

     

    6,339

    - Output

    Uitrol

     

     

    -

     

    2,193

     

     

     

     

     

    2,193

    - Output

    Hardware & infrastructuur

     

     

    7,447

     

    7,564

     

     

     

     

     

    15,011

    - Output

    aanpassing VIS — initiële migratie

     

     

    0,146

     

    0,148

     

     

     

     

     

    0,294

    - Output

    aanpassing VIS — synchronisatie

     

     

    0,130

     

    0,132

     

     

     

     

     

    0,261

    - Output

    hardware & infrastructuur voor aanpassing VIS

     

     

    1,300

     

    1,300

     

     

     

     

     

    2,600

    - Output

    Integratie en aanpassing + hardware en infrastructuur (lidstaten)

     

     

    33,400

     

    50,100

     

     

     

     

     

    83,500

    - Output

    Opleidingen (lidstaten)

     

     

     

     

    0,858

     

     

     

     

     

    0,858

    - Output

    Onderhoud

    terugkerende kosten — helpdesk voor het digitale aanvraagplatform, ad-hocoplossingen,

     

     

     

     

     

     

    7,031

     

    6,992

     

    14,023

    - Output

    terugkerende kosten hardware & infrastructuur

     

     

     

     

     

     

    3,266

     

    3,287

     

    6,553

     

    terugkerende kosten — licenties

     

     

     

     

     

     

    2,504

     

    2,520

     

    5,024

    - Output

    onderhouds- en exploitatiekosten (lidstaten)

     

     

     

     

    -

     

    14,100

     

    14,100

     

    28,200

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

     

    53,345

     

    73,783

     

    26,900

     

    26,900

     

    180,928

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2 Aantal afgegeven digitale visa (in miljoen)

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

    16,10

    -

    18,10

    -

    18,10

    -

    18,10

    -

    70,40

    -

    TOTAAL voor de doelstellingen 1 en 2

    n.v.t.

    53,345

    n.v.t.

    73,783

    n.v.t.

    26,900

    n.v.t.

    26,900

    n.v.t.

    180,928

     

    3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten – DG HOME

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N 77

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    Andere administratieve uitgaven

    Subtotaal RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    Buiten RUBRIEK 7 78  
    van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    Andere administratieve  
    uitgaven

    Subtotaal  
    buiten RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    TOTAAL

    De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    3.2.4.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten – eu-LISA

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 
    2027

    TOTAAL

    eu-LISA

    Personele middelen

    0,520

    1,040

    1,040

    1,125

    3,725

    Andere administratieve uitgaven

    TOTAAL

    0,520

    1,040

    1,040

    1,125

    3,725

    3.2.4.1.Geraamde behoefte aan personele middelen – DG HOME

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

       Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming uitgedrukt in vte

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar N+2

    Jaar N+3

    Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    • Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    20 01 02 01 (Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

    20 01 02 03 (Delegaties)

    01 01 01 01(Onderzoek door derden)

    01 01 01 11 (Eigen onderzoek)

    Andere begrotingsonderdelen (specificeer)

    Extern personeel (in voltijdequivalenten: vte) 79

    20 02 01(AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

    20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

    XX 01 xx yy zz   80

    - zetel

    - delegaties

    01 01 01 02 (AC, END, INT - Onderzoek door derden)

    01 01 01 12 (AC, END, INT - Eigen onderzoek)

    Andere begrotingsonderdelen (specificeer)

    TOTAAL

    XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

    Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    Extern personeel

    3.2.4.2.Geraamde behoefte aan personele middelen – eu-LISA

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

       Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming uitgedrukt in vte

    eu-LISA 

    2024

    2025

    2026

    2027

    Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    AD

    5

    5

    5

    5

    5

    Extern personeel 

    VK

    3

    3

    3

    5

    5

    TOTAAL voor eu-LISA

    8

    8

    8

    10

    10

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    UITVOERINGSFASE (2024, 2025)

    6 vte (4 TA en 2 CA) voor het (laten) opstellen van specificaties/eisen en voor analyse- en ontwerptaken in samenwerking met contractanten, met deskundigheid op het gebied van IT-architectuur, testen, beveiliging en gegevensbescherming, project- en programmabeheer en zakelijk relatiebeheer. Hoewel het profiel van de projectmanager na de ingebruikname meer dat van een producteigenaar wordt, moet een klein deel van de toewijzing van PM-profielen na de ingebruikname in stand worden gehouden, hoofdzakelijk voor doorontwikkeling van het product, adaptieve onderhoudsprojecten en releases.

    2 vte (1 TA en 1 CA) met verschillende gezamenlijke technische profielen zijn al in de uitvoeringsfase nodig om harmonisatie te waarborgen en de oplossing te integreren in de bestaande infrastructuur en netwerkarchitectuur, -onderdelen en -standaarden. Daarom zijn profielen op het gebied van infrastructuur, netwerken, datacentermanagement en product-/dienstenmanagement overwogen. Daarnaast is in de ramingen voor de uitvoeringsfase rekening gehouden met inspanningen op het gebied van transversale diensten (inkoop, financiën en HR).

    OPERATIONELE FASE (2026, 2027)

    Na de ingebruikname zijn 10 vte (5 TA en 5 CA) nodig om een hoge beschikbaarheidsgraad van de diensten voor de lidstaten te waarborgen door een degelijk en hoogwaardig 24/7 operationeel beheer. Om een hoge mate van continuïteit te waarborgen, zullen de meeste technische profielen die tijdens de uitvoeringsfase zijn ingezet aan het product blijven werken. In totaal zullen voor de werkzaamheden personele middelen worden ingezet voor eerstelijns- en tweedelijnsondersteuning, veiligheidsbeheer, bedrijfscontinuïteit en gegevensbescherming, test- en transitiemanagement, netwerk- en datacenterbeheer, diensten van de product-/diensteigenaar en IT-architectuur, projectondersteuning en zakelijk relatiebeheer. De te verrichten taken houden verband met het beheer van het platform, de infrastructuur, het netwerk, de beveiliging enz. in het kader van de dagelijkse bedrijfsvoering maar ook bij het beheer van technische ontwikkelingen voortvloeiend uit correctief en adaptief onderhoud.

    3.2.5.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

    Het voorstel/initiatief:

       kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

    Aangezien de voor de ontwikkeling van het visumaanvraagplatform benodigde kredieten (2024/2025) en de vaste kosten (vanaf 2026) niet zijn voorzien in de begroting van eu-LISA, zal de financiering voor de ontwikkeling en het onderhoud van het EU-visumaanvraagplatform (68,370 miljoen EUR in het kader van het MFK 2021-2027) beschikbaar worden gesteld door budgettaire verrekening met BMVI (11.02.01 – “Instrument voor grensbeheer en visa”) voor de desbetreffende bedragen:

    De ontwikkelingskosten en vaste kosten op nationaal niveau worden gefinancierd in het kader van de programma’s van het BMVI.

       vereist een beroep op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

       vereist een herziening van het MFK.

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

    3.2.6.Bijdragen van derden

    Het voorstel/initiatief:

       voorziet niet in medefinanciering door derden

       voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

    Kredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N 81

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Totaal

    Medefinancieringsbron 

    TOTAAL medegefinancierde kredieten

     

    3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

       Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

       Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

       voor de eigen middelen

       voor overige ontvangsten

    Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

    in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

    Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

    Beschikbare kredieten voor het lopende begrotingsjaar

    Gevolgen van het voorstel/initiatief 82

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Voeg zoveel jaren toe als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Artikel ………….

    p.m.

    Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

    11.1002 (eu-LISA), 11.0201 (BMVI)

    Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

    De begroting omvat een bijdrage van de landen die volgens de respectieve overeenkomsten betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis en de maatregelen voor digitalisering van visa. De ramingen moeten berusten op berekeningen van de ontvangsten voor de uitvoering van het Schengenacquis van de staten (IJsland, Noorwegen en Zwitserland) die momenteel elk jaar voor het desbetreffende begrotingsjaar een bijdrage storten in de algemene begroting van de Europese Unie (verrichte betalingen), die wordt berekend op basis van het bruto binnenlands product uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product van alle deelnemende staten. De berekening wordt gebaseerd op Eurostat-cijfers, die sterk uiteenlopen naargelang van de economische situatie van de deelnemende staten.

    (1)    Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
    (2)    Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
    (3)     https://www.consilium.europa.eu/nl/council-eu/preparatory-bodies/visa-working-party/  
    (4)    Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, e-Visa: Improving the current visa process with online visa application (verbetering van de huidige visumprocedure door invoering van een online-visumaanvraag), 12546/17, oktober 2017
    (5)    Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, e-Visa: Improving the current visa process with digital visa (verbetering van de huidige visumprocedure door invoering van digitale visa), 11816/17, september 2017.
    (6)    Verordening (EU) 2019/1155 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 25).
    (7)    Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (PB L 248 van 13.7.2021, blz. 11).
    (8)    Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20) (hierna het “inreis-uitreissysteem/EES” genoemd).
    (9)    Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1) (hierna de “Etiasverordening” genoemd).
    (10)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad “Aanpassing van het visumbeleid aan nieuwe uitdagingen”, COM(2018)251 final, https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/default/files/what-we-do/policies/european-agenda-migration/20180314_communication-commission-parliament-council-adapting-common-visa-policy-new-challenges_en.pdf  
    (11)    Overweging 20 van Verordening (EU) 2019/1155.
    (12)     Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een nieuw migratie- en asielpact, COM(2020) 609 final, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020DC0609
    (13)    Bijlage I bij Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39).
    (14)    De lidstaten kunnen zich op grond van bilaterale vertegenwoordigingsregelingen in een derde land door een andere lidstaat laten vertegenwoordigen. Niet alle lidstaten hebben dus in alle visumplichtige derde landen consulaten.
    (15)    Onderzoek ter beoordeling van de diverse opties in verband met de digitalisering van visumprocedures en ter ondersteuning van de voorbereiding van een effectbeoordeling – Eindrapport beschikbaar: https://ec.europa.eu/home-affairs/study-assess-various-options-related-visa-process-digitalisation-and-support-preparation-impact_en
    (16)    Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1) en Verordening (EU) 2019/1155 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 25).
    (17)    Verordening (EU) 2017/1370 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 24).
    (18)    De fraudegevoeligheid van de visumsticker werd bevestigd in Uitvoeringsbesluit C(2020) 2672 van de Commissie van 30.4.2020 tot invoering van een digitaal zegel op het uniforme visummodel. Dit uitvoeringsbesluit werd vastgesteld nadat kort na de invoering (in december 2019) vele vervalsingen van de nieuwe visumsticker waren aangetroffen in lidstaten.
    (19)    Zo werd in een onderzoek van de Europese toerisme-associatie ETOA uit 2018 geschat dat 25 % van de reizigers uit India die het Schengengebied als reisbestemming overwegen, zich laat afschrikken door de huidige visumprocedure. Dat zou bevestigen dat sommige visumplichtige reizigers liever niet naar de EU reizen vanwege de visumeisen – https://www.etoa.org/eu-schengen-visa-long-haul-markets/
    (20)    De fraudegevoeligheid van de visumsticker werd bevestigd in Uitvoeringsbesluit C(2020) 2672 van de Commissie van 30.4.2020 tot invoering van een digitaal zegel op het uniforme visummodel. Dit uitvoeringsbesluit werd vastgesteld nadat kort na de invoering (in december 2019) vele vervalsingen van de nieuwe visumsticker waren aangetroffen in lidstaten.
    (21)    Waaronder de interoperabiliteitsverordening (Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816) (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
    (22)     Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021. Door de herziening van de VIS-verordening wordt het mogelijk de antecedenten van visumaanvragers grondiger te controleren, lacunes in veiligheidsinformatie te dichten door een betere uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, ook visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen in het Visuminformatiesysteem op te nemen en ontvoering en kinderhandel te bestrijden door voor minderjarigen de leeftijd te verlagen waarop vingerafdrukken mogen worden afgenomen. Samen met de andere nieuwe en opgewaardeerde informatiesystemen moet het nieuwe Visuminformatiesysteem tegen eind 2023 operationeel en volledig interoperabel zijn.
    (23)    Rechtsgrond van Etias: Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
    (24)    Het EES zal interoperabel zijn met het VIS en de overige informatiesystemen van de EU, zodat alle informatie aan een kruiscontrole wordt onderworpen (de systemen zullen bijvoorbeeld informatie verstrekken over de vraag of een visumhouder al in het EES voorkomt).
    (25)    Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
    (26)    Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).
    (27)    COM(2020) 690 final, Werkprogramma van de Commissie voor 2021 “Een Unie van vitaliteit in een kwetsbare wereld”, blz. 6.
    (28)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad “Een strategie voor een volledig functionerend en veerkrachtig Schengengebied”, COM(2021) 277 final.
    (29)    COM(2021) 118 final, Mededeling van de Commissie “Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium.
    (30)    Met name Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad, Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad, Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad, Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad en de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen.
    (31)    Met uitzondering van Ierland, dat niet deelneemt aan het visumbeleid van de Unie. Wat Cyprus, Bulgarije, Roemenië en Kroatië betreft, zijn de bepalingen van de onderhavige verordening bepalingen die voortbouwen op of op andere wijze gerelateerd zijn aan het Schengenacquis, in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, in samenhang met Besluit (EU) 2017/1908 van de Raad en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011.
    (32)    IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.
    (33)     Study on the feasibility and implications of options to digitalise visa processing (Onderzoek naar de haalbaarheid en de consequenties van opties voor het digitaliseren van visumaanvragen), 2019   https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/4cb4fbb8-4c82-11ea-b8b7-01aa75ed71a1  
    (34)    Onderzoek ter beoordeling van de diverse opties in verband met de digitalisering van visumprocedures en ter ondersteuning van de voorbereiding van een effectbeoordeling – Eindrapport beschikbaar: https://ec.europa.eu/home-affairs/study-assess-various-options-related-visa-process-digitalisation-and-support-preparation-impact_en .
    (35)    Volgens de geldende voorschriften van de Visumcode (Verordening (EG) nr. 810/2009) moeten biometrische gegevens na de dag van eerste verzameling in beginsel om de 59 maanden worden verzameld; anders worden zij overgenomen uit de eerdere aanvraag.
    (36)    Ingevolge de Visumcode zijn de lidstaten verplicht om elk aanzienlijk verlies van blanco visumstickers aan de Commissie te melden (artikel 37, lid 2).
    (37)    Dit gegeven is meegewogen in de berekening van kosten en baten, waarin wordt aangenomen dat 3 % van de aanvragen nog steeds op papier zal plaatsvinden. Daarbij gaat het dan om aanvragers die hun aanvraag niet online kunnen indienen of om aanvragers die papieren bewijsstukken moeten verstrekken. Aangezien het indienen van een digitale aanvraag veel eenvoudiger zal zijn dan op papier, zal het percentage bijzonder laag zijn.
    (38)    Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).
    (39)    Een project in samenwerking met eu-LISA voor het ontwikkelen en testen van een prototype van een toekomstig online-visumaanvraagplatform voor de EU dat in september 2020 van start is gegaan op grond van een dienstenniveauovereenkomst tussen DG HOME en eu-LISA van 27 juli 2020. In het kader van dit project wordt een analyse gemaakt van zowel de kosten als de technische en juridische eisen voor een toekomstig online-aanvraagplatform van de EU. Het eindrapport van dit project wordt in oktober 2021 aangeboden.
    (40)    Dit zal volgens het haalbaarheidsonderzoek naar digitale visa uit 2019 naar schatting drie jaar duren.
    (41)    NB: deze gemiddelde kosten verschillen van de bij optie 3 genoemde kosten. De reden daarvoor is dat de 17 lidstaten die bij beleidsoptie 3 zijn geselecteerd slechts 43 % van de visumaanvragen vertegenwoordigen maar circa 75 % van alle lidstaten uitmaken. Daarom kunnen infrastructuurkosten niet lineair worden geëxtrapoleerd op basis van het aantal lidstaten dat besluit mee te doen.
    (42)    C(2020)2672. In dit uitvoeringsbesluit wordt bepaald dat alle lidstaten het digitale zegel uiterlijk twee jaar na de kennisgeving (te weten 1 mei 2022) moeten toepassen.
    (43)    Overweging 20 van Verordening (EU) 2019/1155.
    (44)    COM(2021) 118 final, Mededeling van de Commissie “Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium.
    (45)    Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
    (46)    Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
    (47)    Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
    (48)    Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).
    (49)    Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode).
    (50)    Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1).
    (51)    Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19).
    (52)    Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad van 18 februari 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 4).
    (53)    Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8).
    (54)    Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).
    (55)    PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
    (56)    Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).
    (57)    Deze verordening valt niet onder de werkingssfeer van de maatregelen waarin is voorzien bij Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
    (58)    PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
    (59)    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
    (60)    PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
    (61)    Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
    (62)    PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
    (63)    Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
    (64)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
    (65)    [PB C …].
    (66)    Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1).
    (67)    Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad van 18 februari 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 4).
    (68)    Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).
    (69)    Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen ( PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19 ).
    (70)    Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8).
    (71)    Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).
    (72)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a), of b), van het Financieel Reglement.
    (73)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
    (74)    GK = Gesplitste kredieten / NGK = Niet-gesplitste kredieten.
    (75)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
    (76)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
    (77)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
    (78)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
    (79)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
    (80)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
    (81)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
    (82)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
    Top