EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0732

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de Unieburgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (herschikking)

COM/2021/732 final

Brussel, 25.11.2021

COM(2021) 732 final

2021/0372(CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de Unieburgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (herschikking)

{COM(2021) 733 final} - {SEC(2021) 576 final} - {SWD(2021) 357 final} - {SWD(2021) 358 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat mobiele EU-burgers bij de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement hun EU-burgerschapsrechten volledig kunnen uitoefenen.

Democratie is een van de waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest. Iedere burger heeft het recht deel te nemen aan het democratisch bestel van de EU en besluiten moeten zo transparant mogelijk en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. EU-burgers zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.

Het EU-burgerschap brengt specifieke democratische rechten met zich mee. EU-burgers die gebruik hebben gemaakt van hun recht om te wonen, te werken of te studeren in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (“mobiele EU-burgers”), hebben in hun lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

In Richtlijn 93/109/EG van de Raad is de wijze van uitoefening van hun kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in de lidstaat van verblijf vastgesteld.

In het verslag over het EU-burgerschap 2020 1 heeft de Commissie haar voornemen kenbaar gemaakt om een actualisering voor te stellen van Richtlijn 93/109/EG van de Raad betreffende het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Doel is de informatieverstrekking aan burgers te vergemakkelijken en de uitwisseling van relevante informatie tussen de lidstaten te verbeteren, onder meer om meervoudig stemmen te voorkomen. In het werkprogramma van de Commissie voor 2021 is een wetgevingsinitiatief aangekondigd om het kiesrecht van mobiele EU-burgers te verbeteren.

Ondanks de huidige maatregelen ondervinden mobiele EU-burgers nog steeds moeilijkheden bij de uitoefening van hun kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Het gaat daarbij onder meer om problemen bij het verkrijgen van correcte informatie over het actief en passief kiesrecht, omslachtige registratieprocedures en het effect van de schrapping voor de verkiezingen in de lidstaat van herkomst. Meer bepaald wordt de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie over geregistreerde kiezers en kandidaten om te voorkomen dat er bij de verkiezingen voor het Europees Parlement meervoudig wordt gestemd, belemmerd door inconsistente werkingssferen en termijnen met betrekking tot de uitwisseling en verzameling van gegevens.

Dit initiatief actualiseert, verduidelijkt en versterkt de bestaande regels teneinde de problemen aan te pakken waarmee mobiele EU-burgers worden geconfronteerd, met als doel te zorgen voor een brede en inclusieve deelname aan de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2024, mobiele EU-burgers te ondersteunen bij de uitoefening van hun rechten en de integriteit van de verkiezingen te beschermen.

Dit voorstel bouwt voort op reeds lang bestaande en regelmatige gedachtewisselingen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten via de specifieke groep van de Commissie voor de uitvoering van richtlijnen, de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden en twee andere specifieke gezamenlijke bijeenkomsten van het multidisciplinaire Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden.

Dit is een initiatief in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit).

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Een nieuwe impuls voor de Europese democratie is een prioriteit van de Commissie, zoals aangekondigd door voorzitter Von der Leyen in de politieke beleidslijnen van de Commissie 2019-2024 2 .

In het door de Commissie op 3 december 2020 gepresenteerde actieplan voor Europese democratie 3 kondigde de Commissie aan, dat zij voornemens is om de bescherming van verkiezingsprocessen te versterken en een nieuw operationeel EU-mechanisme voor te stellen om de samenwerking tussen de lidstaten en de regelgevende instanties te intensiveren. Alle voorgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met de doelstellingen die ten grondslag liggen aan Besluit (EU, Euratom) 2018/994 van de Raad betreffende de herziening van het EU-kiesrecht.

Dit initiatief hangt ook nauw samen met het voorstel tot herschikking van Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 4 en met de werkzaamheden in verband met de andere initiatieven van het pakket transparantie en democratie van het werkprogramma van de Commissie voor 2021. Dit initiatief zal ook vergezeld gaan van een mededeling die onder meer tot doel heeft de deelname van mobiele EU-burgers aan verkiezingen te ondersteunen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel zorgt voor samenhang met de verordening inzake één digitale toegangspoort van de EU 5 wat betreft de toegang tot informatie van goede kwaliteit met betrekking tot regels van de Unie en van de lidstaten die van toepassing zijn op burgers die hun op de rechtsorde van de Unie gebaseerde rechten op het gebied van de interne markt uitoefenen of wensen uit te oefenen en met de “Unie van gelijkheid: Strategie inzake de rechten van personen met een handicap 2021-2030 6 , waarmee wordt beoogd de politieke rechten van personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen te waarborgen 7 . Het voorstel vormt ook een aanvulling op ander EU-beleid op het gebied van democratie en de digitale wereld 8 . Door voor mobiele EU-burgers te streven naar gelijke toegang tot toepassingen voor elektronisch stemmen of stemmen via het internet, wordt met het voorstel beoogd hun grondrechten beter te beschermen en de democratische participatie in het algemeen te vergroten.

Het initiatief is in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Bij artikel 20 VWEU wordt het burgerschap van de Unie ingesteld. In artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 2, VWEU en in artikel 39 van het Handvest van de grondrechten van de EU wordt bepaald dat Unieburgers in hun lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht hebben bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat. In artikel 22 VWEU wordt bepaald dat de uitoefening van dit recht onderworpen is aan de nadere regelingen die door de Raad met eenparigheid van stemmen volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement worden vastgesteld.

In Richtlijn 93/109/EG van de Raad zijn de nadere regelingen voor de uitoefening van het kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement vastgesteld.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het recht van mobiele EU-burgers om deel te nemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement is neergelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als onderdeel van hun rechten als Unieburgers. Het rechtskader voor de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers behelst een interactie tussen EU-regels en nationale regels. De Unie treedt op om het Verdragsbeginsel inzake de vaststelling van het kiesrecht van mobiele EU-burgers ten uitvoer te leggen, met name door middel van Richtlijn 93/109/EG van de Raad.

Aangezien grensoverschrijdende aangelegenheden buiten het bereik van de afzonderlijke lidstaten liggen, kunnen de vastgestelde problemen niet door de lidstaten afzonderlijk worden aangepakt. De vaststelling van gemeenschappelijke normen en procedures voor het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en voor de uitwisseling van informatie over de relevante kiezers en kandidaten teneinde meervoudig stemmen te voorkomen, kan alleen op EU-niveau naar behoren worden verwezenlijkt.

Evenredigheid

De voorgestelde gerichte maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om de langetermijndoelstelling van ontwikkeling en versterking van de democratie in de EU te realiseren. Zij verbeteren en verfijnen het kader voor de uitoefening door mobiele EU‑burgers van het kiesrecht dat hun krachtens de Verdragen is verleend en bieden een betere oplossing voor meervoudig stemmen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement door het huidige systeem voor de uitwisseling van informatie te verbeteren. Het voorstel is bijgevolg in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Keuze van het instrument

De richtlijn van de Raad bevat reeds een robuuste reeks normen inzake de standaarden en procedures voor de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers. Dit voorstel heeft tot doel gerichte wijzigingen in die richtlijn van de Raad aan te brengen teneinde bepaalde vastgestelde tekortkomingen en belemmeringen waarmee lidstaten en burgers te maken krijgen, aan te pakken. Aangezien het taalgebruik en de verouderde verwijzingen en bepalingen moeten worden geactualiseerd, moet de richtlijn van de Raad worden herschikt. Aangezien dit voorstel een herschikking van de richtlijn van de Raad betreft, is eenzelfde soort rechtsinstrument het meest geschikt.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Gelet op het bestaan van recente verslagen van de Commissie, is er afgeweken van het beginsel “eerst evalueren”. Uit de beschikbare gegevens blijkt duidelijk dat Richtlijn 93/109/EG 9 moet worden geactualiseerd, en dit wordt voldoende geacht voor de evaluatiefase. Tot slot bevat de externe studie die ter ondersteuning van de effectbeoordeling is uitgevoerd ook elementen ter evaluatie van het bestaande rechtskader 10 .

Raadpleging van belanghebbenden

Bij de voorbereiding van dit voorstel heeft de Commissie nauw overleg gepleegd met de relevante belanghebbenden.

Het voorstel is onder meer gebaseerd op een openbare raadpleging 11  van burgers, nietgouvernementele organisaties en lokale en regionale overheden, relevante studies, waaronder een studie van het academisch netwerk inzake EU-burgerschapsrechten 12 , en de conclusies van een externe studie die is opgesteld ter ondersteuning van een effectbeoordeling en die voorafgaand aan het voorstel is uitgevoerd 13 . Daarnaast is rekening gehouden met de feedback die is ontvangen in het kader van specifieke raadplegingen van belanghebbenden, waaronder mobiele EU-burgers 14 , het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen 15 en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden 16 . Dit werd aangevuld met de resultaten van relevante projecten die werden gefinancierd in het kader van de programma’s Rechten, gelijkheid en burgerschap 17  en Europa voor de burger 18 , en met rechtstreekse feedback van EU-burgers die door de Commissie en het Europees Parlement werd ontvangen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Voor het voorstel werd gebruikgemaakt van bronnen van deskundigheid. Het ging daarbij om overleg met de deskundigengroep van de Commissie inzake electorale aangelegenheden en het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen.

Op 28 januari 2021 en 10 juni 2021 werden er twee gezamenlijke bijeenkomsten van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden gehouden. De tijdens deze twee gezamenlijke bijeenkomsten besproken punten waren reeds grotendeels aan bod gekomen tijdens eerdere bijeenkomsten en zijn uitgebreid geanalyseerd in het verslag van de Commissie over de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 19 .

Effectbeoordeling

Het voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling (SWD(2021) 357). Gezien de gelijkenissen tussen Richtlijn 93/109/EG van de Raad en Richtlijn 94/80/EG van de Raad, zowel wat betreft de belangrijkste begunstigden (mobiele EU-burgers) als wat betreft de toegekende rechten en de daarmee samenhangende verplichtingen voor de lidstaten, werden de mogelijkheden tot verbetering ervan alsook de werking ervan in één document beoordeeld. De Raad voor regelgevingstoetsing bracht een positief advies uit over de effectbeoordeling (SEC(2021) 576).

In de effectbeoordeling werden er twee alternatieve beleidsopties voor de aanpak van de vastgestelde problemen onderzocht. De beleidsopties omvatten een reeks mogelijke maatregelen om de uitoefening van het kiesrecht te verbeteren en een eerlijk verkiezingsproces te ondersteunen door het probleem van het meervoudig stemmen aan te pakken. Meer bepaald variëren deze beleidsopties van zachte, niet-wetgevende maatregelen ter ondersteuning van bewustmaking en versterkte administratieve samenwerking, tot het vaststellen van gemeenschappelijke normen voor procedures om mobiele EU-burgers te registreren en voor de uitwisseling van gegevens om meervoudig stemmen te voorkomen. Optie 1 voorziet in gerichte wetswijzigingen en zachte maatregelen. Het doel is de bestaande bepalingen van de richtlijn van de Raad te consolideren en te verduidelijken.

Optie 2 voorziet in uitgebreide wetgevende maatregelen. Met inachtneming van het non‑discriminatiebeginsel als basis van de richtlijn, wordt met de tweede beleidsoptie een ingrijpende hervorming van de richtlijn beoogd door bijvoorbeeld wettelijke vereisten vast te stellen voor de termijnen voor registratie. De opties zijn getoetst op hun doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang met ander EU-beleid, subsidiariteit en evenredigheid. Optie 2 wordt beschouwd als de meest doeltreffende optie om alle beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Optie 1 is echter de voorkeursoptie om redenen van efficiëntie, coherentie, subsidiariteit en evenredigheid.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel brengt voor de overheidsdiensten van de lidstaten en de EU bepaalde kosten met zich mee die voortvloeien uit de intensievere samenwerking, maar zou voor de autoriteiten ook efficiëntiewinst moeten opleveren als gevolg van de harmonisatie van procedures. Bovendien beschikken sommige lidstaten reeds over systemen die de beoogde verplichtingen bestrijken en zouden zij dus niet met aanzienlijke extra kosten worden geconfronteerd.

Het voorstel vereenvoudigt voor mobiele EU-burgers de procedure voor de registratie van hun actief en passief kiesrecht bij de Europese verkiezingen. Het zou ook hun kosten verlagen in vergelijking met de status quo, waarbij de huidige bepalingen niet worden gewijzigd.

In het kader van het voorstel zijn er geen negatieve economische effecten vastgesteld die zouden voortvloeien uit een betere integratie en democratische participatie van mobiele EU‑burgers in hun gastlidstaat. Het vereenvoudigen van de registratievereisten en het verbeteren van de informatieverstrekking en de bewustmaking over het kiesrecht ten behoeve van mobiele EU‑burgers zullen naar verwachting slechts indirecte bredere economische gevolgen hebben voor zover zij het vrije verkeer ondersteunen.

Het voorstel houdt in dat mobiele EU-burgers onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de betrokken lidstaat toegang krijgen tot de mogelijkheden om op afstand en elektronisch te stemmen. De mogelijkheid om op afstand te stemmen, maakt het voor mobiele EU-burgers gemakkelijker om aan verkiezingen deel te nemen.

Het voorstel ondersteunt de optimalisering van het technische instrument voor de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens over geregistreerde kiezers. Dit zou in de eerste plaats een geformaliseerde aanpak inhouden van het systeem ter ondersteuning van de uitwisseling van gegevens, dat via het door de Commissie ter beschikking gestelde encryptie-instrument in werking is gesteld, door er uitdrukkelijk naar te verwijzen in Richtlijn 93/109/EG van de Raad. Het gehele transmissieproces dat door het encryptie-instrument wordt gefaciliteerd, zou verder worden versterkt door de beveiligde overdracht van gegevens tussen de lidstaten, onder meer in het geval van twijfel over individuele gevallen. Aldus vereenvoudigt het voorstel de administratieve taken en ICT-gerelateerde procedures voor de nationale overheidsdiensten, die de voornaamste belanghebbenden zijn.

De digitale aspecten van het voorstel zijn derhalve in overeenstemming met de “Digitale check” 20 .

Grondrechten

In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt het volgende bepaald: “(d)e waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non‑discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.”

In artikel 10, leden 1 en 2, VEU wordt het volgende bepaald: “(d)e werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie” en “(d)e burgers worden op het niveau van de Unie rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.

Volgens artikel 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkent en eerbiedigt de Unie het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

Dit voorstel streeft de doelstellingen van deze bepalingen na en is derhalve verenigbaar met en geeft uitvoering aan de grondrechten die worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Dit voorstel versterkt het vrije verkeer van EU-burgers (artikel 45 van het Handvest). Het ondersteunt ook de gelijke behandeling en de mogelijkheden om te stemmen in vergelijking met onderdanen in de lidstaat van verblijf. Bovendien versterkt het voorstel het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (artikel 39 van het Handvest) alsook het recht op behoorlijk bestuur (artikel 41).

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel leidt niet tot financiële of administratieve lasten voor de EU. Het heeft dan ook geen gevolgen voor de EU-begroting.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De lidstaten stellen uiterlijk op 31 mei 2023 de bepalingen vast die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen en maken deze bekend. Zes maanden na elke verkiezing voor het Europees Parlement zenden de lidstaten de Commissie een verslag over de toepassing van deze richtlijn toe. Binnen een jaar na elke verkiezing voor het Europees Parlement dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn. De Commissie kan alle wijzigingen voorstellen die zij noodzakelijk acht. Binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029 evalueert de Commissie ook zelf de werking van de richtlijn, teneinde de informatie uit de verslagen van de lidstaten en uit de bijeenkomsten van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen te bundelen.

Toelichtende stukken

In zijn arrest van 8 juli 2019 21 en in zijn verdere jurisprudentie 22 heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat de lidstaten bij de mededeling van nationale omzettingsmaatregelen aan de Commissie voldoende duidelijke en nauwkeurige inlichtingen moeten verstrekken en moeten uiteenzetten met welke nationale bepaling of bepalingen elk van de bepalingen van een richtlijn wordt omgezet.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de bepalingen van de richtlijn van de Raad die door dit voorstel zouden moeten worden gewijzigd, worden toegelicht.

1. Om de toegang van mobiele EU-burgers tot informatie over verkiezingen te vergemakkelijken, worden in artikel 12 strengere normen vastgesteld voor het verstrekken van dergelijke informatie aan mobiele EU-burgers. Krachtens het voorstel moeten de lidstaten autoriteiten aanwijzen die mobiele EU-burgers die op hun grondgebied verblijven proactief informeren over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (vóór en na hun registratie), hetzij voor verkiezingsdoeleinden, hetzij voor het in Richtlijn 2004/38/EG vermelde doel. Dit kan ook inhouden dat er informatie wordt verstrekt en dat er gebruik wordt gemaakt van communicatiemiddelen die zijn toegesneden op specifieke groepen kiezers, zoals jonge kiezers.

Teneinde mobiele EU-burgers meer bewust te maken van en meer inzicht te verschaffen in de procedures en praktijken om zich te registreren voor en deel te nemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement, voorziet hetzelfde artikel in de verplichting voor de door de lidstaten aangewezen autoriteiten om mobiele EU-burgers die als kiezer of als kandidaat zijn geregistreerd, specifieke en op maat gesneden informatie te verstrekken over het volgende:

a)    de status van hun registratie;

b)    de datum van de verkiezingen en hoe en waar er kan worden gestemd;

c)    de relevante regels inzake de rechten en plichten van kiezers en kandidaten, met inbegrip van verboden en onverenigbaarheden en toepasselijke sancties bij schending van de verkiezingsregels;

d)    de wijze waarop nadere informatie kan worden verkregen over de organisatie van de verkiezingen, met inbegrip van de lijst van kandidaten.

Krachtens Verordening (EU) 2018/1724 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat gebruikers op hun nationale webpagina’s gemakkelijk toegang hebben tot gebruiksvriendelijke, nauwkeurige, actuele en voldoende uitvoerige informatie over de deelname aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. De lidstaten maken gebruik van verschillende communicatiemiddelen en -kanalen. Om redenen van consistentie heeft het initiatief bijgevolg tot doel de in Verordening (EU) 2018/1724 vastgestelde kwaliteitseisen dienovereenkomstig uit te breiden tot de gevallen waarin de lidstaten rechtstreeks en individueel officiële informatie over de verkiezingen verstrekken aan mobiele EU-burgers.

Om de toegankelijkheid te vergroten en het informatieniveau te verhogen, zullen de lidstaten de officiële taal van de lidstaat van verblijf moeten gebruiken, alsook een officiële EU-taal die in grote lijnen wordt begrepen door zoveel mogelijk Unieburgers die op het grondgebied van die lidstaat verblijven. De lidstaten zullen ook gebruik kunnen maken van de portaalsite “Uw Europa”. Samen met de contactgegevens, die worden ingevoerd door de wijzigingen in de gegevens die mobiele EU-burgers moeten verstrekken om zich als kiezer of als kandidaat te registreren, zullen de lidstaten hierdoor elektronische kanalen kunnen gebruiken voor de rechtstreekse overdracht van informatie. Om te zorgen voor een inclusieve deelname aan de verkiezingen worden in het initiatief ook toegankelijkheidseisen vastgesteld voor de informatie die wordt verstrekt aan personen met een handicap en aan ouderen, waarbij de algemene opmerkingen van het Comité van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap betreffende artikel 21 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap als inspiratiebron zijn gebruikt.

2. Om de administratieve belemmeringen voor mobiele EU-burgers te reduceren, voorziet het voorstel (de artikelen 9 en 10) in gestandaardiseerde modellen voor de formele verklaringen in de bijlagen I en II, die door mobiele EU-burgers moeten worden ingediend om zich als kiezer of als kandidaat te registreren. Om de identificatie van mobiele EU-burgers te vergemakkelijken, worden, overeenkomstig het in artikel 5, lid 1, punt d), van de algemene verordening gegevensbescherming vastgestelde beginsel van juistheid van gegevens, de huidige gegevens aangevuld met het door de lidstaat van herkomst toegekende persoonlijke identificatienummer (indien van toepassing) of anders met het type identiteits- of reisdocument dat door de lidstaat van herkomst is afgegeven en het serienummer daarvan. De formulieren zullen ook contactgegevens bevatten, zodat de lidstaten aan hun informatieplicht kunnen voldoen. Aangezien de bijlagen bij de richtlijnen in het Publicatieblad van de Europese Unie zullen worden bekendgemaakt, zullen zij zowel voor de burgers als voor de nationale autoriteiten in alle officiële talen van de EU beschikbaar zijn.

3. Met de wijzigingen in artikel 13 wordt beoogd het huidige systeem voor de uitwisseling van informatie over het kiesrecht van mobiele EU-burgers te stroomlijnen. De daartoe genomen maatregelen behelzen de vaststelling van een in bijlage III opgenomen unieke reeks gegevens, die, naast de gegevens die momenteel worden uitgewisseld, ook het door de lidstaat van herkomst toegekende persoonlijke identificatienummer (indien van toepassing) of het type identiteits- of reisdocument en de registratiedatum omvat. Bovendien wordt in de wijzigingen uitdrukkelijk verwezen naar de elektronische middelen die door de Commissie aan de lidstaten ter beschikking wordt gesteld om de beveiliging van de gegevensuitwisseling te ondersteunen. Hetzelfde artikel beperkt de inschrijving van mobiele EU-burgers op de kiezerslijsten en op de kandidatenlijst van de gastlidstaat tot uitsluitend de verkiezingen voor het Europees Parlement, en verhindert aldus dat deze burgers worden geschrapt voor andere verkiezingen. De Commissie wordt gemachtigd om volgens de in artikel 19 bedoelde onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vast te stellen met het oog op de bepaling van de verantwoordelijkheden en verplichtingen voor de werking van het beveiligde instrument.

4. Artikel 17 voorziet in regelmatige monitoring van en verslaglegging over de uitvoering door de lidstaten. Verslagen moeten relevante statistische gegevens bevatten over de deelname, als kiezer of als kandidaat, van mobiele EU-burgers aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. Om de uitvoering van de door de richtlijn beoogde maatregelen beter te kunnen beoordelen, wordt van de lidstaten verwacht dat zij zorgen voor een betere verzameling van gegevens over het aantal mobiele EU-burgers dat, in voorkomend geval, als kiezer of als kandidaat is geregistreerd, en over het aantal mobiele EU-burgers dat heeft gestemd. Artikel 18 voorziet in de evaluatie van de toepassing van de richtlijn binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029.

5. In de artikelen 9, 10 en 13 wordt aan de Commissie de bevoegdheid verleend gedelegeerde handelingen vast te stellen om ervoor te zorgen dat de modellen van formele verklaringen die mobiele EU-burgers bij hun registratie als kiezer of als kandidaat moeten indienen en de reeks gegevens die tussen de lidstaten zullen worden uitgewisseld, relevante informatie blijven bevatten. In artikel 20 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de bevoegdheidsdelegatie overeenkomstig artikel 290 VWEU.

6. Conform het non-discriminatiebeginsel moeten de lidstaten er krachtens artikel 14 voor zorgen dat mobiele EU-burgers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement toegang hebben tot dezelfde middelen om vervroegd te stemmen, per post te stemmen, elektronisch te stemmen en via het internet te stemmen, als die welke voor hun eigen onderdanen beschikbaar zijn.

7. In het voorstel wordt de term “ambtshalve” geschrapt uit artikel 9, lid 4, conform de bepalingen van de algemene verordening gegevensbescherming betreffende de beperkingen op geautomatiseerde besluitvorming. Om ervoor te zorgen dat de toegang tot informatie onder dezelfde voorwaarden als voor de eigen onderdanen geldt, moeten de lidstaten mobiele EU‑burgers bovendien in kennis stellen van hun schrapping van de kiezerslijst, mits er ten aanzien van de eigen onderdanen ook een dergelijke verplichting bestaat.

8. Met hetzelfde doel, namelijk mobiele EU-burgers beter bekend maken met hun kiesrecht en de toegang daartoe vergemakkelijken, moeten de lidstaten als gevolg van de wijzigingen in artikel 11 mobiele EU-burgers duidelijk en tijdig inlichten over hun registratie en over de beroepsprocedures indien hun verzoek wordt afgewezen. Ook wordt de reikwijdte van de verplichting van de lidstaten verduidelijkt door de term “gevolg” te vervangen door “besluit”. In een nieuw lid van artikel 11 wordt bepaald dat kiezers en kandidaten die onder het toepassingsgebied van artikel 3 van de richtlijn vallen, het recht hebben eventuele inconsistenties of fouten in de gegevens van de kiezers- of kandidatenlijsten te corrigeren onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor onderdanen van de gastlidstaat.

9. Het voorstel voorziet ook in de aanpassing van gedateerd taalgebruik en verouderde verwijzingen (artikel 2, leden 5 en 6, artikel 3, punt a), artikel 4, lid 1, en de artikelen 5, 8, 9, 10, 11 en 16) door de verwijzingen naar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te vervangen door verwijzingen naar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en door genderneutrale taal te gebruiken.

10. Een andere wijziging betreft de schrapping van artikel 15 omdat deze bepaling betrekking heeft op de verkiezingen voor het Europees Parlement van 1994.

11. Artikel 21 voorziet in de omzetting van de richtlijn tegen 31 mei 2023, overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa.

   

🡻 93/109/EG (aangepast)

2021/0372 (CNS)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de  Unieburgers  burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (herschikking)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap  betreffende de werking van de Europese Unie , inzonderheid op artikel 8 B  22 , lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 nieuw

(1)Richtlijn 93/109/EG van de Raad 23 moet op verscheidene punten worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid moet tot herschikking van die richtlijn worden overgegaan.

🡻 93/109/EG overweging 1 (aangepast)

Overwegende dat het Verdrag betreffende de Europese Unie een nieuwe etappe markeert in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa; dat het met name tot taak heeft de betrekkingen tussen de volkeren van de lidstaten samenhangend en solidair te organiseren en dat het tot zijn fundamentele doelstellingen behoort de bescherming van de rechten en de belangen van de onderdanen van zijn lidstaten door de instelling van een burgerschap van de Unie te versterken;

🡻 93/109/EG overweging 2 (aangepast)

Overwegende dat daartoe titel II van het Verdrag betreffende de Europese Unie houdende wijziging van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap met het oog op de oprichting van de Europese Gemeenschap, voor alle onderdanen van de lidstaten een burgerschap van de Unie instelt en hun op grond daarvan rechten toekent;

 nieuw

(2)Artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) verlenen Unieburgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn, het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in hun lidstaat van verblijf, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de onderdanen van de gastlidstaat. Dit recht, dat tevens wordt bevestigd in artikel 39 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest), geeft concreet gestalte aan het in artikel 21 neergelegde beginsel van gelijkheid en non-discriminatie op grond van nationaliteit. Het is ook een logisch uitvloeisel van het recht van vrij verkeer en verblijf, dat is neergelegd in artikel 20, lid 2, punt a), en artikel 21 VWEU en in artikel 45 van het Handvest.

(3)De wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement is vastgesteld in Richtlijn 93/109/EG van de Raad.

(4)In haar verslag over het EU-burgerschap 2020 24 beklemtoonde de Commissie dat de regels inzake de uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement moeten worden geactualiseerd, verduidelijkt en versterkt om ervoor te zorgen dat zij de brede en inclusieve participatie van mobiele Unieburgers ondersteunen. Mede rekening houdend met de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van Richtlijn 93/109/EG van de Raad bij de opeenvolgende verkiezingen en met de veranderingen die het gevolg zijn van de Verdragswijzigingen, moeten verschillende bepalingen van die richtlijn worden geactualiseerd.

🡻 93/109/EG overweging 3 (aangepast)

Overwegende dat het actief en passief kiesrecht in de Lid-Staat van verblijf bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, als bedoeld in artikel 8 B, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, een toepassing van het beginsel van non-discriminatie tussen onderdanen en niet-onderdanen en een logisch uitvloeisel van het in artikel 8 A van het EG-Verdrag neergelegde recht van vrij verkeer en van verblijf vormt;

🡻 93/109/EG overweging 4 (aangepast)

(5)Overwegende dat aArtikel 8 B  20 , lid 2, van het EG-Verdrag  VWEU  uitsluitend betrekking heeft op de mogelijkheid tot de uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, zonder af te doen doet niet af aan de toepassing van artikel 138, lid 3,  223, lid 1 , van het EG-Verdrag  VWEU , volgens hetwelk in alle lidstaten een eenvormige procedure voor deze verkiezingen moet worden vastgesteld  volgens beginselen die alle lidstaten gemeen hebben.  dat het er in wezen toe strekt de nationaliteitsvoorwaarde waaraan de uitoefening van deze rechten momenteel in de meeste lidstaten onderworpen is, op te heffen;

 nieuw

(6)Om ervoor te zorgen dat Unieburgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (“niet-nationale Unieburgers”), hun actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement onder dezelfde voorwaarden kunnen uitoefenen als de onderdanen van hun gastlidstaat, moeten de voorwaarden voor registratie voor en deelname aan dergelijke verkiezingen worden verduidelijkt teneinde de gelijke behandeling van nationale en niet-nationale Unieburgers te waarborgen. Meer bepaald moeten Unieburgers die hun actief en passief kiesrecht willen uitoefenen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in hun lidstaat van verblijf, op gelijke voet worden behandeld wat betreft de verblijfsperioden die vereist zijn voor de uitoefening van het kiesrecht en wat betreft de bewijzen om aan te tonen dat aan die voorwaarde is voldaan.

🡻 93/109/EG overweging 5 (aangepast)

Overwegende dat de toepassing van artikel 8 B, lid 2, van het EG-Verdrag geen harmonisatie van de kiesstelsels van de lidstaten onderstelt en dat bovendien uit hoofde van het in artikel 3 B, derde alinea, van het EG-Verdrag neergelegde proportionaliteitsbeginsel de communautaire regelgeving ter zake niet verder mag gaan dan noodzakelijk is om het doel van artikel 8 B, lid 2, van het EG-Verdrag te bereiken;

🡻 93/109/EG overweging 6 (aangepast)

Overwegende dat met artikel 8 B, lid 2, van het EG-Verdrag wordt beoogd dat alle burgers van de Unie, ongeacht of zij al dan niet onderdaan van de Lid-Staat van verblijf zijn, aldaar onder gelijke voorwaarden hun actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen uitoefenen; dat bijgevolg de voorwaarden, met name die betreffende de duur en het bewijs van het verblijf, welke voor niet-onderdanen gelden, dezelfde moeten zijn als die waaraan in voorkomend geval de onderdanen van de betrokken Lid-Staat zijn onderworpen;

🡻 93/109/EG overweging 7 (aangepast)

 nieuw

(7)Overwegende dat artikel 8 B, lid 2, van het EG-Verdrag voorziet in het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in de Lid-Staat van verblijf, zonder dat dit echter in de plaats wordt gesteld van het actief en passief kiesrecht in de Lid-Staat waarvan de Europese burger onderdaan is; datdDe vrijheid van de  Unieburgers  burgers van de Unie moet worden gerespecteerd om zelf te beslissen in welke lidstaat zij aan de Europese verkiezingen  voor het Europees Parlement  wensen deel te nemen, met dien verstande evenwel dat misbruik van deze vrijheid door het meer dan eenmaal uitbrengen van een stem of het zich meer dan eenmaal kandidaat stellen, moet worden voorkomen;  waarbij passende maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat niemand meer dan een keer zijn stem kan uitbrengen of zich in meer dan een land kandidaat kan stellen. 

 nieuw

(8)Conform internationale en Europese normen, waaronder de vereisten van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, moeten de lidstaten niet alleen het actief en passief kiesrecht van de Unieburgers erkennen en eerbiedigen, maar moeten zij ook zorgen voor gemakkelijke toegang tot hun kiesrecht door zoveel mogelijk belemmeringen voor deelname aan verkiezingen weg te nemen.

(9)Teneinde de uitoefening van het actief en passief kiesrecht door de Unieburgers in het land van verblijf te vergemakkelijken, moeten deze burgers tijdig vóór de verkiezingen op een kiezerslijst worden ingeschreven. De formaliteiten voor hun registratie moeten zo eenvoudig mogelijk zijn. Het moet voldoende zijn dat de betrokken Unieburgers een geldige identiteitskaart overleggen alsook een formele verklaring waaruit blijkt dat zij gerechtigd zijn aan de verkiezingen deel te nemen. Na registratie moeten niet-nationale Unieburgers op de kiezerslijst blijven staan onder dezelfde voorwaarden als Unieburgers die onderdaan zijn van de betrokken lidstaat, en dat zolang zij voldoen aan de voorwaarden voor de uitoefening van het kiesrecht. Voorts moeten de Unieburgers de bevoegde autoriteiten contactgegevens verstrekken, zodat deze autoriteiten hen regelmatig op de hoogte kunnen houden.

(10)Hoewel de lidstaten bevoegd zijn om het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement vast te stellen voor onderdanen die buiten hun grondgebied verblijven, mag het feit dat niet-nationale Unieburgers op de kiezerslijst van de lidstaat van verblijf zijn ingeschreven, op zich geen reden zijn om hen voor andere soorten verkiezingen te schrappen van de kiezerslijst in hun lidstaat van herkomst.

(11)Om te zorgen voor een gelijke behandeling van niet-nationale Unieburgers die het passief kiesrecht willen uitoefenen in de lidstaat van verblijf, moeten deze burgers worden verplicht dezelfde bewijsstukken over te leggen als die welke worden verlangd van kandidaten die onderdaan zijn van de betrokken lidstaat. Om te kunnen nagaan of dergelijke burgers het in artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 2, VWEU bedoelde recht genieten, moeten de lidstaten echter kunnen verlangen dat er een formele verklaring wordt overgelegd die de nodige elementen bevat waaruit hun passief kiesrecht bij de betrokken verkiezingen blijkt.

(12)Ter vergemakkelijking van de correcte identificatie van kiezers en kandidaten die zowel in hun lidstaat van herkomst als in hun lidstaat van verblijf zijn geregistreerd, moet de lijst met gegevens die Unieburgers in de lidstaat van verblijf moeten verstrekken bij de indiening van een verzoek tot inschrijving op de kiezerslijsten of tot kandidaatstelling, het persoonlijke identificatienummer of het serienummer van een geldig identiteits- of reisdocument bevatten.

(13)Unieburgers die op grond van een individuele civielrechtelijke of strafrechtelijke beslissing van de bevoegde autoriteit het actief en passief kiesrecht hebben verloren, moeten bij de verkiezingen voor het Europees Parlement worden uitgesloten van de uitoefening van dat kiesrecht in de lidstaat van verblijf. Bij ontvangst van een verzoek tot registratie als kiezer kunnen de lidstaten van de betrokken burger een formele verklaring verlangen waarin wordt bevestigd dat hij of zij zijn of haar kiesrecht niet heeft verloren. Wanneer Unieburgers zich in hun land van verblijf kandidaat stellen, moeten zij worden verplicht een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat zij het passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement niet hebben verloren.

(14)De lidstaat van verblijf moet zich ervan kunnen vergewissen dat de Unieburgers die blijk hebben gegeven van hun wil hun passief kiesrecht aldaar uit te oefenen, dat recht in hun lidstaat van herkomst niet hebben verloren. Wanneer een lidstaat daartoe een verzoek ontvangt van de lidstaat van verblijf, moet hij de nodige bevestiging verstrekken binnen een termijn die het mogelijk maakt de ontvankelijkheid van de kandidaatstelling doeltreffend te beoordelen. De uitgewisselde persoonsgegevens mogen alleen voor dat doel worden verwerkt. Gezien het fundamentele belang van het kiesrecht, mag het verzuim van de lidstaat van herkomst om tijdig informatie te verstrekken over de status van een Unieburger niet leiden tot het verlies van het passief kiesrecht in de lidstaat van verblijf. Wordt de relevante informatie in een later stadium verstrekt, dan moet de lidstaat van verblijf er met passende middelen en overeenkomstig de procedures van zijn nationaal recht voor zorgen dat Unieburgers die in hun lidstaat van herkomst het passief kiesrecht hebben verloren maar die zich wel kandidaat hebben kunnen stellen of reeds zijn verkozen, niet kunnen worden verkozen, respectievelijk hun mandaat niet kunnen uitoefenen.

(15)Aangezien er bij de ontvankelijkheidsprocedure in een lidstaat noodzakelijkerwijs meer administratieve handelingen moeten worden verricht voor onderdanen van een andere lidstaat dan voor de eigen onderdanen, moeten de lidstaten voor de indiening van kandidaatstellingen door niet-nationale Unieburgers een andere termijn kunnen vaststellen dan voor de eigen onderdanen. Eventuele verschillen in termijnen moeten beperkt blijven tot hetgeen noodzakelijk en evenredig is om ervoor te zorgen dat tijdig rekening kan worden gehouden met de door de lidstaat van herkomst ter kennis gebrachte informatie. De vaststelling van dergelijke afzonderlijke termijnen mag geen gevolgen hebben voor de termijnen waarbinnen andere lidstaten de kennisgevingen uit hoofde van deze richtlijn moeten doen.

(16)Ter voorkoming van meervoudig stemmen of situaties waarin dezelfde persoon zich bij dezelfde verkiezingen meer dan een keer kandidaat stelt, moeten de lidstaten informatie uitwisselen die is verzameld op basis van de formele verklaringen van kiezers en verkiesbare burgers van de Unie. Aangezien de lidstaten verschillende gegevens gebruiken om burgers te identificeren, moet worden voorzien in een gemeenschappelijke reeks gegevens teneinde de kiezers en verkiesbare burgers van de Unie correct te identificeren en te beletten dat zij hun actief en passief kiesrecht meer dan een keer uitoefenen. De uitwisseling van persoonsgegevens moet worden beperkt tot het minimum dat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(17)De uitwisseling van informatie tussen de lidstaten om te voorkomen dat eenzelfde persoon bij dezelfde verkiezingen zijn of haar actief of passief kiesrecht meer dan een keer uitoefent, mag hun onderdanen er niet van weerhouden om hun actief en passief kiesrecht bij andere soorten verkiezingen uit te oefenen. Om de communicatie tussen de nationale autoriteiten te vergemakkelijken, moeten de lidstaten worden verplicht één contactpunt aan te wijzen voor die informatie-uitwisseling. In het verleden heeft de Commissie een beveiligd instrument ontwikkeld dat door de lidstaten onder hun verantwoordelijkheid kan worden gebruikt om de nodige gegevens uit te wisselen. Dat beveiligde instrument moet in deze richtlijn worden opgenomen om de uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verder te ondersteunen. De lidstaten zullen in dit verband optreden als afzonderlijke verwerkingsverantwoordelijken voor de verwerking van persoonsgegevens.

(18)Met het oog op de vaststelling van de verantwoordelijkheden en verplichtingen voor de werking van het beveiligde instrument, overeenkomstig hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 25 , moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 26 .

(19)De toegankelijkheid van informatie over het kiesrecht en de verkiezingsprocedures is van essentieel belang voor het waarborgen van de daadwerkelijke uitoefening van het recht dat is verankerd in artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 2, VWEU.

(20)Het gebrek aan adequate informatie in het kader van verkiezingsprocedures ondermijnt de uitoefening door burgers van hun kiesrecht als onderdeel van hun rechten als Unieburgers. Het doet ook afbreuk aan het vermogen van de bevoegde autoriteiten om hun rechten uit te oefenen en hun verplichtingen na te komen. De lidstaten moeten worden verplicht autoriteiten aan te wijzen die specifiek verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van passende informatie aan Unieburgers over hun rechten uit hoofde van artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 2, VWEU en over de nationale regels en procedures betreffende de deelname aan en de organisatie van de verkiezingen voor het Europees Parlement. Om ervoor te zorgen dat de communicatie doeltreffend verloopt, moet de informatie op een duidelijke en begrijpelijke manier worden verstrekt.

(21)Om de informatie over verkiezingen toegankelijker te maken, moet deze beschikbaar worden gesteld in ten minste één andere officiële taal van de Unie dan de taal of talen van de gastlidstaat, waarbij die taal in grote lijnen wordt begrepen door zoveel mogelijk Unieburgers die op het grondgebied van die lidstaat verblijven. De lidstaten kunnen op specifieke delen van hun grondgebied of in hun regio’s verschillende officiële talen van de Unie gebruiken, afhankelijk van de taal die wordt begrepen door de grootste groep Unieburgers die daar verblijft.

🡻 93/109/EG overweging 8 (aangepast)

 nieuw

(22)Overwegende dat vVolgens artikel 8 B  22 , lid 2, van het EG-Verdrag  VWEU  mag slechts van de algemene regels van deze richtlijn mag worden afgeweken indien zulks door bijzondere problemen in een lidstaat wordt gerechtvaardigd  ; dergelijke afwijkingen moeten in overeenstemming zijn met de vereisten van artikel 52 van het Handvest, met inbegrip van het vereiste dat beperkingen op de uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement bij wet moeten worden gesteld en in overeenstemming moeten zijn met de beginselen van evenredigheid en noodzakelijkheid.   Bovendien  moet en dat elke afwijkende bepaling uit de aard van de zaak vatbaar moet zijn voor herziening ;  , conform artikel 47 van het Handvest. 

🡻 93/109/EG overweging 9 (aangepast)

(23)Overwegende dat dDergelijke bijzondere problemen kunnen zich met name kunnen voordoen wanneer in een lidstaat het aantal  Unieburgers  burgers van de Unie die aldaar verblijven zonder de nationaliteit van deze lidstaat te bezitten, en die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, zeer ver boven het gemiddelde ligt ; . dat wWanneer het aantal van deze burgers 20 % van het totale electoraat bedraagt, zijn afwijkende bepalingen  met betrekking tot het kiesrecht  op basis van het criterium van de verblijfsduur gerechtvaardigd . zijn;

🡻 93/109/EG overweging 10

Overwegende dat het burgerschap van de Unie gericht is op een betere integratie van de burgers van de Unie in hun gastland en dat het in deze context in overeenstemming is met de bedoelingen van de auteurs van het Verdrag om elke polarisatie tussen kandidatenlijsten van onderdanen en niet-onderdanen te voorkomen;

🡻 93/109/EG overweging 11 (aangepast)

(24)Overwegende dat het polarisatiegevaar in het bijzonder één lidstaat betreft  Lidstaten  waar het aantal burgers van de Unie die geen onderdaan zijn van de betrokken lidstaat en de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, meer bedraagt dan 20 % van het totale aantal kiesgerechtigde  Unieburgers  burgers van de Unie die aldaar verblijven, en dat het derhalve van belang is dat deze lidstaat  moeten  in het kader van artikel 8 B van het EG-Verdrag  22, lid 2, VWEU  kan kunnen voorzien in bijzondere bepalingen ten aanzien van de samenstelling van de kandidatenlijsten ; .

🡻 93/109/EG overweging 12 (aangepast)

(25)Overwegende dat er  Er moet  rekening mee dient te worden gehouden dat in bepaalde lidstaten de onderdanen van andere lidstaten die aldaar verblijven stemrecht hebben voor het nationale Parlement en dat sommige bepalingen van deze richtlijn derhalve niet toegepast hoeven te worden , . 

 nieuw

(26)Gegevens over de uitoefening van rechten en de toepassing van deze richtlijn kunnen nuttig zijn om te bepalen welke maatregelen er nodig zijn om de daadwerkelijke uitoefening van het kiesrecht van de Unieburgers te waarborgen. Om de verzameling van gegevens betreffende de verkiezingen voor het Europees Parlement te verbeteren, moet worden voorzien in regelmatig toezicht op en verslaglegging over de uitvoering door de lidstaten. Tegelijkertijd moet de Commissie de toepassing van deze richtlijn beoordelen en na elke verkiezing voor het Europees Parlement een verslag met een dergelijke beoordeling indienen bij het Europees Parlement en de Raad.

(27)De Commissie moet een eigen evaluatie van de toepassing van deze richtlijn uitvoeren binnen een redelijke termijn na ten minste twee verkiezingen voor het Europees Parlement.

(28)Om ervoor te zorgen dat de modellen voor de formele verklaringen die moeten worden ingediend door niet-nationale Unieburgers die hun actief of passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement willen uitoefenen, relevante gegevens blijven bevatten in het kader van de uitoefening van het kiesrecht door Unieburgers, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om overeenkomstig artikel 290 VWEU gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze modellen te wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. 

(29)De lidstaten en de Unie hebben door het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap te ratificeren respectievelijk te sluiten 27 , zich ertoe verbonden toe te zien op de naleving van dat verdrag. Ter ondersteuning van een inclusieve en gelijkwaardige deelname van personen met een handicap aan verkiezingen moet bij de vaststelling van de regels betreffende de uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement door Unieburgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn, terdege rekening worden gehouden met de behoeften van burgers met een handicap en oudere burgers.

(30)Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 28 zijn van toepassing op persoonsgegevens die bij de uitvoering van deze richtlijn worden verwerkt.

(31)De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 geraadpleegd en heeft op XX XX 2022 een advies uitgebracht.

(32)Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die met name zijn erkend in het Handvest, inzonderheid in de artikelen 21 en 39. Daarom is het van essentieel belang dat deze richtlijn conform deze rechten en beginselen wordt uitgevoerd, door de volledige eerbiediging te waarborgen van onder meer het recht op bescherming van persoonsgegevens, het recht op non-discriminatie, het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, de vrijheid van verkeer en van verblijf en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte.

(33)De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in intern recht moet worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de vorige richtlijnen materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit de vorige richtlijnen.

(34)Deze richtlijn moet de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage IV, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in intern recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet laten,

🡻 93/109/EG overweging 8 (aangepast)

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

 Onderwerp en toepassingsgebied 

1.    In deze richtlijn worden de nadere regels vastgesteld volgens welke de  Unieburgers  burgers van de Unie die in een lidstaat verblijven waarvan zij geen onderdaan zijn, in die lidstaat hun actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement kunnen uitoefenen.

2.    De bepalingen van deze richtlijn laten de bepalingen van elke lidstaat betreffende het actief en passief kiesrecht van zijn onderdanen die buiten zijn kiesgebied verblijven, onverlet.

Artikel 2

 Definities 

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

(1)“verkiezingen voor het Europees Parlement”: de verkiezing door middel van rechtstreekse en algemene verkiezingen van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement overeenkomstig de Akte  betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen  van 20 september 1976 29 ;

(2)“kiesgebied”: het grondgebied van een lidstaat, waar overeenkomstig bovengenoemde Akte en, binnen het kader daarvan, overeenkomstig de kieswet van deze lidstaat, de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door het volk van deze lidstaat worden verkozen;

(3)“lidstaat van verblijf”: de lidstaat waar de  Unieburger  burger van de Unie verblijft zonder dat hij  of zij  de nationaliteit van deze lidstaat bezit;

(4)“lidstaat van herkomst”: de lidstaat waarvan de  Unieburger  burger van de Unie onderdaan is;

(5)communautaire kiezer  van de Unie ”: elke  Unieburger  burger van de Unie die overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn in de lidstaat van verblijf het actief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement heeft;

(6)communautair verkiesbaar verkiesbare  Unieburger  persoon”: elke  Unieburger  burger van de Unie die overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn in de lidstaat van verblijf het passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement heeft;

(7)“kiezerslijst”: het officiële register van alle personen die in een bepaalde kieskring of een bepaald onder een lage overheid ressorterend gebied kiesgerechtigd zijn, dat overeenkomstig de kieswet van de lidstaat van verblijf door de bevoegde autoriteit wordt opgesteld en bijgewerkt, of het bevolkingsregister indien daarin de hoedanigheid van kiezer is vermeld;

(8)“referentiedag”: de dag/de dagen waarop de  Unieburgers  burgers van de Unie volgens het recht van de lidstaat van verblijf moeten voldoen aan de voorwaarden om aldaar kiesgerechtigd of verkiesbaar te zijn;

(9)“formele verklaring”: de verklaring van de betrokkene, op de onjuistheid waarvan in de desbetreffende nationale wet sancties zijn gesteld.

Artikel 3

 Voorwaarden voor het actief en passief kiesrecht 

Eenieder die op de referentiedag  De volgende personen hebben in de lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, tenzij zij uit hoofde van de artikelen 6 of 7 deze rechten hebben verloren:  

a) eenieder die op de referentiedag   Unieburger is  burger is van de Unie in de zin van artikel 8, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag  20, lid 1, VWEU , en

b) eenieder die op de referentiedag  zonder de nationaliteit van de lidstaat van verblijf te bezitten voor het overige aan alle voorwaarden voldoet waaraan de wetgeving van deze lidstaat het actief en passief kiesrecht van zijn onderdanen onderwerpt, .

heeft in de Lid-Staat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, tenzij hij uit hoofde van de artikelen 6 of 7 deze rechten heeft verloren.

Indien de onderdanen van de lidstaat van verblijf, om verkozen te kunnen worden, hun nationaliteit sedert een bepaalde minimumperiode moeten bezitten, worden  Unieburgers  burgers van de Unie geacht aan die voorwaarde te voldoen wanneer zij de nationaliteit van een lidstaat sedert diezelfde periode bezitten.

Artikel 4

Verbod om meer dan een keer te stemmen of zich in meer dan een lidstaat kandidaat te stellen

1.    De communautaire kiezer  van de Unie  oefent zijn  of haar  actief kiesrecht hetzij in de lidstaat van verblijf, hetzij in de lidstaat van herkomst uit. Niemand mag meer dan eenmaal zijn  of haar  stem uitbrengen bij eenzelfde verkiezing.

2.    Niemand mag in meer dan een lidstaat kandidaat zijn bij eenzelfde verkiezing.

Artikel 5

 Vereisten inzake verblijf 

Indien de onderdanen van de lidstaat van verblijf, om kiezer of verkiesbaar persoon te kunnen zijn, sedert een bepaalde minimumperiode in het kiesgebied van deze lidstaat moeten hebben verbleven, worden de communautaire kiezers en verkiesbare  burgers  personen  van de Unie  geacht aan deze voorwaarde te voldoen, indien hun verblijf in andere lidstaten van gelijke duur was. Deze bepaling laat de bijzondere voorwaarden in verband met de duur van het verblijf in een bepaalde kieskring of een bepaald onder een lokale overheid ressorterend gebied, onverlet.

Artikel 6

 Onverkiesbaarheid 

🡻 2013/1/EU artikel 1, eerste alinea, punt a) (aangepast)

1.    Een burger van de Unie  Unieburger  die in een lidstaat verblijf houdt  verblijft  zonder dat hij  of zij  de nationaliteit van deze lidstaat bezit, en die ingevolge een individuele rechterlijke of administratieve beslissing waartegen hoger beroep mogelijk is, hetzij overeenkomstig het recht van de lidstaat van verblijf, hetzij overeenkomstig het recht van zijn  of haar  lidstaat van herkomst, het passief kiesrecht heeft verloren, is bij de verkiezingen voor het Europees Parlement uitgesloten van de uitoefening van dat recht in de lidstaat van verblijf.

🡻 2013/1/EU artikel 1, eerste alinea, punt b) (aangepast)

2.    De lidstaat van verblijf vergewist zich ervan dat de burger van de Unie  Unieburger  die blijk heeft gegeven van zijn  of haar  wil zijn  of haar  passief kiesrecht aldaar uit te oefenen, dat recht in zijn  of haar  lidstaat van herkomst niet ingevolge een individuele rechterlijke of administratieve beslissing waartegen hoger beroep mogelijk is, heeft verloren.

🡻 2013/1/EU artikel 1, eerste alinea, punt c)

3.    Voor de toepassing van lid 2 stelt de lidstaat van verblijf de lidstaat van herkomst in kennis van de in artikel 10, lid 1, bedoelde verklaring. De betrokken gegevens die beschikbaar zijn bij de lidstaat van herkomst worden daartoe in enige vorm die passend is binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de kennisgeving, of, indien mogelijk, binnen een kortere termijn, verstrekt indien de lidstaat van verblijf daarom verzoekt. Die gegevens mogen alleen de informatie bevatten die absoluut noodzakelijk is voor de toepassing van dit artikel en mogen alleen voor dat doel worden gebruikt.

Indien de lidstaat van verblijf de gegevens niet binnen de gestelde termijn ontvangen heeft, wordt de kandidaat desondanks als zodanig aanvaard.

4.    Indien de verstrekte gegevens strijdig zijn met de inhoud van de verklaring, neemt de lidstaat van verblijf, ongeacht of de gegevens binnen de gestelde termijn of op een later tijdstip zijn ontvangen, passende maatregelen overeenkomstig zijn nationaal recht om de kandidatuur van de betrokken persoon te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, om te voorkomen dat de betrokkene verkozen wordt of zijn / of haar mandaat uitoefent.

5.    De lidstaten wijzen een contactpunt aan voor het ontvangen en doorzenden van de gegevens die nodig zijn voor de toepassing van lid 3. Zij geven de naam en de adresgegevens van het contactpunt, alsook aangevulde of gewijzigde informatie betreffende de contactpunten, aan de Commissie door. De Commissie houdt een lijst van contactpunten bij en geeft deze door aan de lidstaten.

🡻 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 7

 Ontzetting uit het actief kiesrecht 

1.    De lidstaat van verblijf kan zich ervan vergewissen dat de  Unieburger  burger van de Unie die blijk heeft gegeven van zijn  of haar  wil zijn  of haar  actief kiesrecht aldaar uit te oefenen, dat recht in de lidstaat van herkomst niet ingevolge een individuele strafrechtelijke of civielrechtelijke beslissing heeft verloren.

2.    Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel kan de lidstaat van verblijf de in artikel 9, lid 2, bedoelde verklaring aan de lidstaat van herkomst toezenden. De relevante en normaal beschikbare gegevens uit de lidstaat van herkomst worden daartoe op passende wijze en binnen een passende termijn toegezonden; die gegevens mogen alleen de informatie bevatten die absoluut noodzakelijk is voor de toepassing van dit artikel en mogen alleen voor dat doel worden gebruikt. Indien de verstrekte gegevens de inhoud van de verklaring ontkrachten, neemt de lidstaat van verblijf de nodige maatregelen om te voorkomen dat de betrokkene zijn  of haar  stem uitbrengt.

3.    De lidstaat van oorsprong kan bovendien op passende wijze en binnen een passende termijn aan de lidstaat van verblijf alle informatie verstrekken die nodig is voor de toepassing van dit artikel.

Artikel 8

 Keuzevrijheid om het actief kiesrecht in de lidstaat van verblijf uit te oefenen 

1.    Een communautair kiezer  Unieburger  oefent het actief kiesrecht in de lidstaat van verblijf uit indien hij  of zij  blijk heeft gegeven van de wil daartoe.

2.    Indien in de lidstaat van verblijf stemplicht bestaat, geldt deze voor de communautaire kiezers  van de Unie  die blijk hebben gegeven van de wil tot uitoefening van het actief kiesrecht.

HOOFDSTUK II

DE UITOEFENING VAN HET ACTIEF EN PASSIEF KIESRECHT

Artikel 9

 Inschrijving op de kiezerslijst en schrapping van de inschrijving 

1.    De lidstaten treffen de nodige maatregelen om communautaire kiezers  van de Unie  die blijk hebben gegeven van de wil daartoe  om als kiezer te worden geregistreerd , de mogelijkheid te bieden tijdig voor de verkiezingen op een kiezerslijst te worden ingeschreven.

2.    Om op een kiezerslijst te worden ingeschreven moet een communautaire kiezer  van de Unie  dezelfde bewijzen overleggen als een nationale kiezer. Hij  of zij  moet bovendien een formele verklaring overleggen waarin hij:  volgens het model in bijlage I. 

a)zijn nationaliteit en zijn adres in het kiesgebied van de Lid-Staat van verblijf vermeldt,

b)in voorkomend geval aangeeft, op de kiezerslijst van welk onder een lokale overheid ressorterend gebied of van welke kieskring in de Lid-Staat van herkomst hij de laatste maal was ingeschreven, en

c)verklaart zijn kiesrecht alleen in de Lid-Staat van verblijf te zullen uitoefenen.

3.    De lidstaat van verblijf kan bovendien eisen dat de communautaire kiezer  van de Unie  

a)in de diens in lid 2 bedoelde verklaring aangeeft dat hij  of zij  in de lidstaat van herkomst zijn  of haar  actief kiesrecht niet verloren heeft,

b)een nog geldig identiteitsbewijs voorlegt,

   c)    aangeeft sedert wanneer hij  of zij  in die staat of in een andere lidstaat verblijft.

4.    De communautaire kiezers  van de Unie  die op de kiezerslijst zijn ingeschreven, blijven onder dezelfde voorwaarden als de nationale kiezers daarop ingeschreven totdat zij verzoeken daarvan te worden geschrapt, of totdat zij ambtshalve daarvan worden geschrapt omdat zij niet langer aan de voorwaarden voor uitoefening van het actief kiesrecht voldoen.  Wanneer er is bepaald dat eigen onderdanen in kennis moeten worden gesteld van hun schrapping van de kiezerslijst, zijn deze bepalingen op dezelfde wijze van toepassing op kiezers van de Unie. 

 nieuw

5. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de vorm en de inhoud van het model voor de in lid 2 van dit artikel bedoelde formele verklaring.

🡻 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 10

 Registratie als kandidaat 

1.    Een communautair verkiesbaar persoon  Unieburger  moet bij het indienen van zijn  of haar  kandidaatstelling dezelfde bewijzen overleggen als een nationaal kandidaat. Hij  of zij  moet bovendien een formele verklaring overleggen waarin hij:  volgens het model in bijlage II.  

🡻 2013/1/EU artikel 1, tweede alinea, punt a)

a)zijn nationaliteit, geboortedatum en -plaats, laatste adres in de lidstaat van herkomst en zijn adres in het kiesgebied van de lidstaat van verblijf vermeldt,

🡻 93/109/EG

b)te kennen geeft dat hij niet tegelijkertijd in een andere Lid-Staat kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement is,

c)in voorkomend geval aangeeft, op de kiezerslijst van welk onder een lokale overheid ressorterend gebied of van welke kieskring in de Lid-Staat van herkomst hij de laatste maal was ingeschreven.

🡻 2013/1/EU artikel 1, tweede alinea, punt b)

d)te kennen geeft dat zijn recht op kandidaatstelling hem in de lidstaat van herkomst niet is ontnomen door middel van een individuele rechterlijke of administratieve beslissing waartegen hoger beroep mogelijk is.

🡻 93/109/EG (aangepast)

2.3..    De lidstaat van verblijf kan bovendien eisen dat een  verkiesbare Unieburger  communautair verkiesbaar persoon een door de lidstaat van herkomst afgegeven en nog geldig identiteitsbewijs voorlegt;. hHij kan eveneens verlangen dat de verkiesbare persoon aangeeft sedert wanneer hij  of zij  onderdaan van een lidstaat is.

 nieuw

3. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de vorm en de inhoud van het model voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde formele verklaring.

🡻 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 11

 Besluit inzake registratie en beroepsprocedures 

1.    De lidstaat van verblijf deelt de betrokkene  tijdig en in duidelijke en eenvoudige bewoordingen  mee welk gevolg aan  besluit inzake  zijn  of haar  verzoek om inschrijving op de kiezerslijst is gegeven  genomen  of welk besluit inzake de ontvankelijkheid van zijn  of haar  kandidaatstelling is genomen.

2.    Wordt de betrokkene  Unieburger  inschrijving op de kiezerslijst ontzegd of wordt zijn  of haar  kandidaatstelling verworpen, dan kan hij  of zij  de beroepsprocedures instellen die volgens de wetgeving van de lidstaat van verblijf in hetzelfde geval voor de nationale kiezers en verkiesbare personen openstaan.

 nieuw

3. In het geval van een fout in de kiezers- of kandidatenlijsten voor het Europees Parlement kan de betrokkene gebruikmaken van beroepsprocedures die vergelijkbaar zijn met die welke in de wetgeving van de lidstaat van verblijf zijn vastgesteld voor kiezers en verkiesbare personen die onderdaan zijn van die lidstaat.

4. De lidstaten stellen de betrokkene duidelijk en tijdig in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de in de leden 2 en 3 bedoelde beroepsprocedures.

🡻 93/109/EG (aangepast)

Artikel 12

 Informatieverstrekking 

De Lid-Staat van verblijf stelt de communautaire kiezers en verkiesbare personen tijdig en op passende wijze in kennis van de voorwaarden en nadere bepalingen die gelden voor de uitoefening van het actief en passief kiesrecht in die Staat.

 nieuw

1. De lidstaten wijzen een nationale autoriteit aan die de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat niet-nationale Unieburgers tijdig in kennis worden gesteld van de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen autoriteiten de kiezers en verkiesbare onderdanen van de Unie rechtstreeks en individueel de volgende informatie verstrekken:

a) de status van hun registratie;

b) de datum van de verkiezingen en hoe en waar er kan worden gestemd;

c) de relevante regels betreffende de rechten en plichten van kiezers en kandidaten, met inbegrip van verboden en onverenigbaarheden, alsook de sancties wegens schending van de verkiezingsregels, met name die welke betrekking hebben op meervoudig stemmen;

d) de wijze waarop nadere informatie kan worden verkregen over de organisatie van de verkiezingen, met inbegrip van de kandidatenlijst.

3. De informatie over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en de in lid 2 bedoelde informatie worden in duidelijke en eenvoudige bewoordingen verstrekt.

De in de eerste alinea bedoelde informatie wordt niet alleen verstrekt in een of meer officiële talen van de gastlidstaat, maar gaat ook vergezeld van een vertaling in ten minste een andere officiële taal van de Unie die in grote lijnen wordt begrepen door zoveel mogelijk Unieburgers die op het grondgebied van de gastlidstaat verblijven, conform de kwaliteitseisen van artikel 9 van Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad 30 .

4. De lidstaten zorgen ervoor dat informatie over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en de in lid 2 bedoelde informatie door middel van passende communicatiemiddelen, -wijzen en ‑formats toegankelijk worden gemaakt voor personen met een handicap en ouderen.

🡻 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 13

 Mechanisme voor informatie-uitwisseling 

1. De lidstaten wisselen  tijdig vóór de verkiezingen  de voor de toepassing van artikel 4 vereiste gegevens uit. Hiertoe  begint  zendt de lidstaat van verblijf,  uiterlijk zes weken vóór de eerste dag van de in artikel 10, lid 1, van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen bedoelde verkiezingsperiode met de toezending aan  op basis van de in de artikelen 9 en 10 bedoelde formele verklaring, binnen een redelijke termijn vóór de verkiezingen, de lidstaat van herkomst de gegevens toe betreffende de onderdanen van deze laatste lidstaat die zijn ingeschreven op de kiezerslijst of die zich kandidaat hebben gesteld  van de in bijlage III bedoelde reeks gegevens . Overeenkomstig zijn nationale wetgeving neemt de lidstaat van herkomst de nodige maatregelen om te voorkomen dat zijn onderdanen in meer dan een lidstaat hun actief en passief kiesrecht uitoefenen.

 nieuw

2. De lidstaat van herkomst zorgt ervoor dat de in lid 1 bedoelde maatregelen er niet aan in de weg staan dat zijn onderdanen hun actief of passief kiesrecht uitoefenen bij andere soorten verkiezingen.

3. De Commissie voorziet in een beveiligd instrument ter ondersteuning van de uitwisseling door de lidstaten van de in bijlage III bedoelde reeks gegevens met het oog op de toepassing van lid 1 van dit artikel. Dit instrument stelt de lidstaten van verblijf in staat deze informatie in versleutelde vorm toe te zenden aan elke lidstaat van herkomst waarvan de burgers formele verklaringen in de zin van de artikelen 9 en 10 hebben overgelegd.

4. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de in bijlage III bedoelde reeks gegevens.

5. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van de verantwoordelijkheden en verplichtingen inzake de werking van het in lid 3 bedoelde beveiligde instrument, overeenkomstig de vereisten van hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2016/679. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 14

Specifieke wijzen van stemmen

De lidstaten die bij de verkiezingen voor het Europees Parlement voorzien in de mogelijkheid om vervroegd te stemmen, per post te stemmen, elektronisch te stemmen en via het internet te stemmen, zorgen ervoor dat deze stemmethoden voor de kiezers van de Unie beschikbaar zijn onder voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die welke voor de eigen onderdanen gelden.

Artikel 15

Toezicht

De lidstaten wijzen een autoriteit aan die verantwoordelijk is voor het verzamelen en het aan het publiek en aan de Commissie verstrekken van relevante statistische gegevens over de deelname van niet-nationale Unieburgers aan de verkiezingen voor het Europees Parlement.

🡻 93/109/EG (aangepast)

HOOFDSTUK III

AFWIJKINGEN EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 1614

 Afwijkingen 

1.    Indien in een lidstaat op 1 januari 1993 het aantal  Unieburgers  burgers van de Unie die aldaar verblijf houden zonder de nationaliteit van deze lidstaat te bezitten en die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, meer bedraagt dan 20 % van het totale aantal  nationale en niet-nationale Unieburgers  burgers van de Unie die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt en die daar verblijf houden, kan deze lidstaat in afwijking van de artikelen 3, 9 en 10

a)het actief kiesrecht uitsluitend toekennen aan de communautaire kiezers  van de Unie  die ten minste sedert een bepaalde tijd, welke op niet meer dan vijf jaar mag worden vastgesteld, in deze lidstaat verblijf houden,

b)het passief kiesrecht uitsluitend toekennen aan de communautaire verkiesbare  burgers  personen  van de Unie  die ten minste sedert een bepaalde tijd, die op niet meer dan tien jaar mag worden vastgesteld, in deze lidstaat verblijf houden.

Deze bepalingen laten de maatregelen onverlet die die lidstaat ten aanzien van de samenstelling van de kandidatenlijsten kan treffen, met name om de integratie van de  Unieburgers  burgers van de Unie die geen onderdaan van die lidstaat zijn, te vergemakkelijken.

De in de eerste alinea bedoelde voorwaarden inzake verblijfsduur zijn evenwel niet van toepassing op de communautaire kiezers en verkiesbare  burgers  personen  van de Unie  die ingevolge hun verblijf buiten hun lidstaat van herkomst, of ingevolge de duur van dit verblijf, aldaar niet het actief of passief kiesrecht hebben.

2.    Indien op 1 februari 1994 bij de wetgeving van een lidstaat is voorgeschreven dat aldaar verblijvende onderdanen van een andere lidstaat stemrecht hebben bij de verkiezingen voor het parlement van die lidstaat en daartoe op de kiezerslijsten van die lidstaat kunnen worden ingeschreven onder precies dezelfde voorwaarden als de nationale kiezers, hoeft eerstgenoemde lidstaat in afwijking van deze richtlijn, de artikelen 6 tot en met 13 niet op die onderdanen toe te passen.

3.    Uiterlijk op 31 december 1997 en vervolgens telkens aAchttien maanden vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement dient de Commissie bij de Raad en het Europees Parlement een verslag in waarin zij nagaat of de redenen die de toekenning aan de betrokken lidstaten van een afwijking overeenkomstig artikel 8 B  22 , lid 2, van het EG-Verdrag  VWEU  rechtvaardigen, nog aanwezig zijn, en stelt zij in voorkomend geval passende wijzigingen voor.

De lidstaten die overeenkomstig lid 1 afwijkende bepalingen vaststellen, verstrekken de Commissie alle nodige gegevens ter rechtvaardiging hiervan.

Artikel 15

Ten aanzien van de vierde rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement gelden de volgende specifieke bepalingen:

a)de burgers van de Unie die op 15 februari 1994 reeds stemrecht hebben in de Lid-Staat van verblijf en die op een kiezerslijst in de Lid-Staat van verblijf staan, zijn niet onderworpen aan de in artikel 9 bedoelde formaliteiten;

b)de lidstaten waar de kiezerslijsten zijn afgesloten vóór 15 februari 1994, treffen de nodige voorzieningen om de communautaire kiezers die aldaar hun actief kiesrecht wensen uit te oefenen, in de gelegenheid te stellen zich binnen een redelijke termijn vóór de stemdag op deze lijsten te laten inschrijven;

c)de lidstaten die, zonder een specifieke kiezerslijst op te stellen, de hoedanigheid van kiezer in het bevolkingsregister vermelden, en waar geen kiesplicht bestaat, kunnen deze regeling eveneens toepassen voor communautaire kiezers die in dat register voorkomen en die, na individueel over hun rechten te zijn ingelicht, niet blijk hebben gegeven van de wil hun kiesrecht in de Lid-Staat van herkomst uit te oefenen. Zij verstrekken de autoriteiten van de Lid-Staat van herkomst het document waarin die kiezers blijk hebben gegeven van hun wil om in de Lid-Staat van verblijf hun stem uit te brengen;

d)de Lid-Staten waar de interne procedure voor het aanwijzen van kandidaten van de politieke partijen of groeperingen wettelijk is geregeld, kunnen bepalen dat die procedures die vóór 1 februari 1994 overeenkomstig die wet zijn ingesteld alsmede de besluiten die in dat kader genomen zijn, geldig blijven.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 1716

 Verslaglegging 

 nieuw

1. Binnen zes maanden na elke verkiezing voor het Europees Parlement verstrekken de lidstaten de Commissie informatie over de toepassing van deze richtlijn op hun grondgebied. Naast algemene opmerkingen bevat het verslag statistische gegevens over de deelname van kiezers en verkiesbare burgers van de Unie aan de verkiezingen voor het Europees Parlement, alsook een overzicht van de maatregelen die ter ondersteuning daarvan zijn genomen.

🡻 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

 2. Binnen een jaar na elke verkiezing voor het Europees Parlement  Vóór 31 december 1995 brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van juni 1994. Aan de hand van dat verslag kan de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen bepalingen houdende wijziging van deze richtlijn vaststellen. 

 nieuw

Artikel 18

Evaluatie

Binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029 evalueert de Commissie de toepassing van deze richtlijn en stelt zij een evaluatieverslag op over de vorderingen bij de verwezenlijking van de daarin vervatte doelstellingen. De evaluatie omvat tevens een beoordeling van de werking van artikel 13.

Artikel 19

Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5 daarvan, van toepassing.

Artikel 20

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.    De in de artikelen 9, 10 en 13 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

3.    De Raad kan de bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 13 te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.    Een krachtens de artikelen 9, 10 en 13 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad geen bezwaar heeft gemaakt, of indien de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld dat hij daartegen geen bezwaar zal maken. Die termijn kan op initiatief van de Raad met twee maanden worden verlengd.

🡻 93/109/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 2117

 Omzetting 

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op  31 mei 2023  op 1 februari 1994 aan deze richtlijn te voldoen aan artikel 9, leden 2 en 4, artikel 10, lid 1, artikel 11, leden 1, 3 en 4, artikel 12, artikel 13, leden 1, 2 en 3, de artikelen 14, 15 en 17 en de bijlagen I, II en III   en maken deze bepalingen bekend . Zij  delen  stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis  de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee .

 nieuw

Zij passen die bepalingen toe vanaf 31 mei 2023.

🡻 93/109/EG (aangepast)

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. De regels voor deze verwijzing  en de formulering van die vermelding  worden vastgesteld door de lidstaten.

 2.    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

Artikel 22

 Intrekking 

 Richtlijn 93/109/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage IV, deel A, genoemde richtlijn, wordt met ingang van 31 mei 2023 ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage IV, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in intern recht van de aldaar genoemde richtlijnen. 

 Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage V. 

Artikel 2318

 Inwerkingtreding en toepassing

Deze richtlijn treedt in werking op de  twintigste  dag van haar  na die van de  bekendmaking  ervan  in het Publicatieblad van de Europese  Unie  Gemeenschappen. 

De artikelen 1 tot en met 8, artikel 9, leden 1 en 3, artikel 10, lid 2, en artikel 11, lid 2, zijn van toepassing met ingang van 31 mei 2023. 

Artikel 2419

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    COM(2020730 final, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020DC0730
(2)     https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/political-guidelines-next-commission_nl_0.pdf
(3)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende het actieplan voor Europese democratie, COM(2020790 final.
(4)    Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten.
(5)     EUR-Lex - 32018R1724 - NL - EUR-Lex (europa.eu)
(6)     EUR-Lex - 52021DC0101 - NL - EUR-Lex (europa.eu)
(7)    Zie ook het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarbij de EU en de lidstaten partij zijn.
(8)    Zie het actieplan voor Europese democratie, COM(2020790 final.
(9)    Verslag over de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2019 en verslag over het EU-burgerschap 2020. De richtlijn is ook een keer gewijzigd (Richtlijn 2013/1/EU van de Raad van 20 december 2012).
(10)    Studie uitgevoerd in 2021 ter ondersteuning van de voorbereiding van een effectbeoordeling betreffende een mogelijk EU-beleidsinitiatief ter bevordering van een brede en inclusieve deelname van mobiele EU-burgers aan de verkiezingen voor het Europees Parlement en aan gemeenteraadsverkiezingen in Europa ( https://ec.europa.eu/info/files/study-preparation-impact-assessment-electoral-directives ) en de bijlagen daarbij ( https://ec.europa.eu/info/files/annexes-study-preparation-impact-assessment-electoral-directives ).
(11)     https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12684-Inclusive-EU-Parliament-elections-supporting-EU-citizens-right-to-vote-and-stand-as-candidates-in-another-EU-country/public-consultation_nl
(12)    “Political participation of Mobile EU Citizens - Insights from pilot studies on Austria, Belgium, Bulgaria, Germany, Greece, Hungary, Ireland and Poland”.
(13)    Studie uitgevoerd in 2021 ter ondersteuning van de voorbereiding van een effectbeoordeling betreffende een mogelijk EU-beleidsinitiatief ter bevordering van een brede en inclusieve deelname van mobiele EU-burgers aan de verkiezingen voor het Europees Parlement en aan gemeenteraadsverkiezingen in Europa ( https://ec.europa.eu/info/files/study-preparation-impact-assessment-electoral-directives ) en de bijlagen daarbij ( https://ec.europa.eu/info/files/annexes-study-preparation-impact-assessment-electoral-directives ).
(14)    Ter ondersteuning van de onderliggende studie is bij mobiele EU-burgers een gerichte online-enquête gehouden om hun ervaringen met politieke participatie in hun lidstaat van verblijf te evalueren, alsook de diverse factoren die van invloed zijn op hun participatie.
(15)    Het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen werd opgericht in 2019. Het brengt vertegenwoordigers van de verkiezingsautoriteiten van de lidstaten samen en maakt concrete en praktische uitwisselingen mogelijk over een reeks onderwerpen die van belang zijn voor het waarborgen van vrije en eerlijke verkiezingen, waaronder gegevensbescherming, cyberveiligheid, transparantie en bewustmaking. Meer informatie op: Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen | Europese Commissie (europa.eu)
(16)    De deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden werd opgericht in 2005. De deskundigengroep heeft de volgende taken: nauwe samenwerking tussen de instellingen van de lidstaten en de Commissie tot stand brengen inzake verkiezingsaangelegenheden; de Commissie bijstaan door informatie en advies te verstrekken over de situatie van het kiesrecht in de EU en haar lidstaten, en de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken op dit gebied vergemakkelijken. Register van deskundigengroepen van de Commissie en andere adviesorganen (europa.eu)  
(17)     https://ec.europa.eu/justice/grants1/programmes-2014-2020/rec/index_en.htm
(18)     https://ec.europa.eu/info/departments/justice-and-consumers/justice-and-consumers-funding-tenders/funding-programmes/previous-programmes-2014-2020/europe-citizens-efc_nl
(19)    COM(2020252 final.
(20)     https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/file_import/better-regulation-toolbox-27_en_0.pdf
(21)    Commissie/België, C-543/17.
(22)    Zie de arresten Commissie/Roemenië, C-549/18 en Commissie/Ierland, C-550/18.
(23)    Richtlijn 93/109/EG van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (PB L 329 van 30.12.1993, blz. 34).
(24)    https://ec.europa.eu/info/files/eu-citizenship-report-2020-empowering-citizens-and-protecting-their-rights_en
(25)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(26)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(27)    Besluit 2010/48/EG van de Raad van 26 november 2009 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 35).
(28)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39-98).
(29)    PB nr. L 278 van 8.10.1976, blz. 5.
(30)    Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1).
Top

Brussel, 25.11.2021

COM(2021) 732 final

BIJLAGEN

bij het voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de Unieburgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (herschikking)



{COM(2021) 733 final} - {SEC(2021) 576 final} - {SWD(2021) 357 final} - {SWD(2021) 358 final}


 nieuw

BIJLAGE I Formele verklaring ingediend door kiezers van de Unie

Ik, …………………………………………… (naam), verklaar plechtig en oprecht het volgende:

De volgende gegevens zijn juist:

Nationaliteit

Geboorteplaats

 

Geboortedatum

 

Identificatienummer toegekend door de lidstaat van herkomst (indien van toepassing)

Type identiteits- of reisdocument dat door de lidstaat van herkomst is afgegeven en het serienummer daarvan (als alternatief indien het identificatienummer niet beschikbaar is)

Adres in het kiesgebied van de lidstaat van verblijf

Lokaal gebied of kieskring in de lidstaat van herkomst waar ik het laatst op de kiezerslijst was ingeschreven (indien van toepassing)

Telefoon/e-mail

Ik ben voornemens mijn actief kiesrecht bij de Europese verkiezingen uitsluitend uit te oefenen in ………………………………… (naam van de lidstaat van verblijf).

Ik verblijf in ……………………………………… (naam van de lidstaat van verblijf) sinds …………….. (duur) 1

Plaats/datum:

 

Handtekening:

 

Bijlage II Formele verklaring ingediend door verkiesbare onderdanen van de Unie

Ik, …………………………………………… (naam), verklaar plechtig en oprecht het volgende:

De volgende gegevens zijn juist:

Nationaliteit

Geboorteplaats

 

Geboortedatum

 

Laatste adres in de lidstaat van herkomst

Identificatienummer toegekend door de lidstaat van herkomst (indien van toepassing)

Type identiteits- of reisdocument dat door de lidstaat van herkomst is afgegeven en het serienummer daarvan (als alternatief indien het identificatienummer niet beschikbaar is)

Adres in het kiesgebied van de lidstaat van verblijf

Lokaal gebied of kieskring in de lidstaat van herkomst waar ik het laatst op de kiezerslijst was ingeschreven (indien van toepassing)

Telefoon/e-mail

Datum met ingang waarvan ik onderdaan ben van de lidstaat van herkomst 2

Ik ben geen kandidaat voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in een andere lidstaat.

Ik heb het passief kiesrecht in mijn lidstaat van herkomst niet verloren.

Plaats/datum:

 

Handtekening:

 

BIJLAGE III De in artikel 13 bedoelde reeks gegevens

Naam

Nationaliteit

Geboorteplaats

 

Geboortedatum

 

Datum van inschrijving op de kiezerslijst van de lidstaat van verblijf (in het geval van kiezers)

Datum van inschrijving als kandidaat (in het geval van kandidaten)

Identificatienummer toegekend door de lidstaat van herkomst (indien van toepassing)

Type identiteits- of reisdocument dat door de lidstaat van herkomst is afgegeven en het serienummer daarvan (als alternatief indien het identificatienummer niet beschikbaar is)

Lokaal gebied of kieskring in de lidstaat van herkomst waar de kiezer van de Unie het laatst op de kiezerslijst was ingeschreven (indien van toepassing)

🡹

BIJLAGE IV

Deel A

Ingetrokken richtlijn met de wijziging ervan
(bedoeld in artikel
20)

Richtlijn 93/109/EG van de Raad

(PB L 329 van 30.12.1993, blz. 34)

Richtlijn 2013/1/EU van de Raad

(PB L 26 van 26.1.2013, blz. 27)

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht
(bedoeld in artikel
20)

Richtlijn

Termijn voor omzetting

Richtlijn 93/109/EG

1 februari 1994

Richtlijn 2013/1/EU

28 januari 2014

BIJLAGE V

Concordantietabel

Richtlijn 93/109/EG

Deze richtlijn

Artikelen 1 tot en met 8

Artikelen 1 tot en met 8

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 2, inleidend zinsgedeelte

Artikel 9, lid 2

Artikel 9, lid 2, punten a), b) en c)

-

Artikel 9, leden 3 en 4

Artikel 9, leden 3 en 4

-

Artikel 10, leden 1 en 2

-

Artikel 11, leden 1 en 2

-

-

Artikel 12, lid 1

-

-

-

Artikel 13

-

-

-

-

-

-

Artikel 14

Artikel 15

-

Artikel 16

-

-

-

Artikel 17

-

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 9, lid 5

Artikel 10, leden 1 en 2

Artikel 10, lid 3

Artikel 11, leden 1 en 2

Artikel 11, lid 3

Artikel 11, lid 4

Artikel 12, lid 1

Artikel 12, lid 2

Artikel 12, lid 3

Artikel 12, lid 4

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 3

Artikel 13, lid 4

Artikel 13, lid 5

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

-

Artikel 17, lid 1

Artikel 17, lid 2

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

-

Bijlagen 1 tot en met 5

_____________

(1)    Alleen indien de nationale wetgeving dit vereist.
(2)    Alleen indien de nationale wetgeving dit vereist.    
Top