EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0723

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie

COM/2021/723 final

Brussel, 25.11.2021

COM(2021) 723 final

2021/0378(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie

(Voor de EER relevante tekst)

{SEC(2021) 572 final} - {SWD(2021) 344 final} - {SWD(2021) 345 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De oprichting van een European Single Access Point (“ESAP”) tegen 2024 is een vlaggenschipinitiatief van het actieplan voor de kapitaalmarktenunie (“KMU”) dat de Europese Commissie in september 2020 heeft aangenomen 1 . Het ESAP zal de doelstellingen van de KMU helpen te verwezenlijken doordat het EU-breed toegang zal bieden tot informatie over activiteiten en producten van de verschillende categorieën entiteiten die verplicht zijn dit soort informatie openbaar te maken die relevant is voor kapitaalmarkten, financiële diensten en het duurzame geldwezen. ESAP zal efficiënt en niet-discriminerend toegang geven tot deze informatie.

Informatie over activiteiten en producten van entiteiten is van essentieel belang voor de besluitvorming van kapitaalverschaffers. Ook zal ESAP bijdragen tot een verdere integratie van financiële diensten en kapitaalmarkten op de eengemaakte markt, een doelmatigere kapitaalallocatie in de EU en het bevorderen van de ontwikkeling van kleinere nationale kapitaalmarkten en economieën door deze beter zichtbaar te maken. Dankzij ESAP kunnen ook niet-beursgenoteerde entiteiten zoals kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) op vrijwillige basis informatie beschikbaar stellen. Zo krijgen zij gemakkelijker toegang tot kapitaal.

Dit voorstel maakt deel uit van een pakket bestaande uit:

·een voorstel voor een verordening tot oprichting van een European Single Access Point (het onderhavige voorstel);

·een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van bepaalde richtlijnen; en

·een voorstel voor een verordening tot wijziging van bepaalde verordeningen.

ESAP maakt deel uit van de Europese financiële dataruimtes die worden gepresenteerd in de strategie voor het digitale geldwezen 2 die de Commissie in september 2020 heeft gepubliceerd. Deze strategie voor het digitale geldwezen schuift als doelstelling naar voren dat tegen 2024 informatie die uit hoofde van EU-wetgeving voor financiële diensten aan het publiek wordt openbaargemaakt, in gestandaardiseerde en machinaal leesbare formaten moet worden openbaar gemaakt.

ESAP is in hoofdzaak bestemd voor gebruikers zoals beleggers, financieel analisten en marktintermediairs (zoals activabeheerders, adviseurs of data-aggregatoren). Ook bij andere soorten gebruikers – zoals het maatschappelijke middenveld, toezichthouders en andere overheidsinstanties zoals bureaus voor de statistiek – kan er belangstelling bestaan om via ESAP toegang tot informatie te krijgen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel bouwt voort op de vereisten van bestaande wetgeving op het gebied van financiële diensten, kapitaalmarkten en het duurzame geldwezen. Willen kapitaalmarkten efficiënt kunnen functioneren, dan is het van essentieel belang dat er richting marktdeelnemers en andere stakeholders een regelmatige stroom is van relevante, betrouwbare, volledige, tijdige en vergelijkbare bedrijfsinformatie. ESAP zal de doeltreffendheid van EU-wetgeving op het gebied van financiële diensten en kapitaalmarkten ten goede komen. 

Dit voorstel creëert geen nieuwe rapportageverplichtingen in termen van inhoud, maar bouwt integendeel voort op bestaande openbaarmakingsverplichtingen die zijn vastgelegd in de EU-wetgevingshandelingen die in de bijlage bij dit voorstel worden vermeld.

ESAP zal onafhankelijk van het Business Registers Interconnection System (“BRIS”), dat is ontwikkeld overeenkomstig de richtlijn vennootschapsrecht 3 , worden gebouwd. Daardoor zullen beide systemen hun eigen normen en doelstellingen kunnen nastreven, op basis van hun eigen governance. ESAP zal complementair zijn aan BRIS, dat op het Europese e-Justice Portal aan het publiek informatie verschaft over naamloze vennootschappen 4 . Bij de data die ten behoeve van BRIS en ESAP worden verzameld, zal de overlapping beperkt blijven tot bepaalde boekhoudkundige documenten (financiële verklaringen, controlerapporten, bedrijfsrapportage met inbegrip van duurzaamheidsrapportage van vennootschappen, en landenrapportage (CbCR) in de extractieve industrie).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel draagt bij aan de toepassing van de Europese datastrategie zoals die in een mededeling van de Commissie van februari 2020 5 is uitgetekend, aangezien ESAP deel uitmaakt van de financiële gemeenschappelijke Europese dataruimte die in die strategie wordt aangekondigd.

In haar strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie 6 heeft de Commissie van het duurzame geldwezen de hoeksteen van het financiële systeem gemaakt en de noodzakelijke voorwaarde om een raamwerk tot stand te brengen dat particuliere investeringen in duurzame projecten en activiteiten faciliteert.

ESAP draagt bij tot het behalen van de doelstellingen van de strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie en van de Europese Green Deal 7 , doordat het informatie over de duurzaamheid van activiteiten van Europese entiteiten gemakkelijk beschikbaar en bruikbaar maakt. Hierdoor zullen ook overheidsinstanties, particuliere stakeholders en het maatschappelijke middenveld zich een beter beeld kunnen vormen van de duurzaamheid van Europese entiteiten en, meer algemeen, van de progressie bij het behalen van de EU-beleidsdoelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, zoals de EU-klimaatstrategie en -streefdoelen.

Ten slotte wordt ESAP geschraagd door het KMU-actieplan dat in september 2020 is aangenomen 8 .

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Een EU-initiatief om compartimentering te verminderen door middel van een centraal toegangspunt (“single access point”) kan verder bijdragen tot de integratie van de interne markt doordat hinderpalen voor de circulatie van informatie binnen de Unie worden opgeruimd. Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kent aan de Europese instellingen de bevoegdheid toe om passende maatregelen vast te stellen met het oog op de instelling en de werking van de interne markt (artikel 114 VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De doelstellingen van dit initiatief kunnen niet voldoende door de individuele lidstaten worden verwezenlijkt. Momenteel beschikken de lidstaten over een zekere marge bij de vormgeving van regels inzake mechanismen en formaten van rapportageverplichtingen voor ondernemingen die in de EU-wetgeving zijn vastgesteld, waarbij sterk op nationale systemen wordt geleund. De daaruit resulterende geografische en thematische compartimentering van openbaarmakingsmechanismen en -formaten doet de toegangs- en verwerkingskosten toenemen voor gebruikers van bedrijfsinformatie. Verdere individuele initiatieven van lidstaten kunnen deze compartimentering alleen verminderen indien zij in dezelfde richting gaan van de uitbouw van een centraal toegangspunt en een aantal hinderpalen tegengaan, hetgeen zonder een gecoördineerde aanpak waarschijnlijk niet zal gebeuren.

Op EU-niveau betere toegang tot informatie bieden is, gezien de schaal en de effecten van dit soort project, een doelstelling die beter op Unieniveau kan worden behaald. Daarnaast vereist de vormgeving van geschikte formaten, gebruiksvoorwaarden, taalspecificaties enz. een zekere mate van harmonisatie op EU-niveau, om interoperabiliteit en grensoverschrijdende toegang en gebruik mogelijk te maken. Voor dit initiatief is er brede steun bij de lidstaten, het Europees Parlement, toezichthouders, deelnemers aan regionale of nationale markten, gebruikers, het maatschappelijke middenveld enz. De Unie kan derhalve, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen.

Evenredigheid

Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. Dit voorstel zal geen rapportageverplichtingen toevoegen of wijzigen in termen van inhoud. Om de lasten voor entiteiten en nationale autoriteiten zo beperkt mogelijk te houden, bouwt ESAP zoveel als mogelijk voort op de bestaande kanalen en infrastructuur voor datarapportage.

Keuze van het instrument

Een verordening wordt voor de oprichting van ESAP als het meest geschikte wetgevingsinstrument beschouwd omdat de meeste van de bepalingen ervan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) betreffen, die het platform zal bouwen en beheren, alsmede de verzamelende instanties. De ESMA is een onafhankelijke instantie van de Europese Unie die de stabiliteit van het financiële stelsel in de EU helpt veilig te stellen door de bescherming van beleggers te versterken en door stabiele en ordelijk functionerende financiële markten te bevorderen. In dat verband krijgt de ESMA de taak om ESAP op te richten en te exploiteren, omdat zij met name helpt de integriteit, transparantie, efficiëntie en het ordelijk functioneren van financiële markten te verzekeren.

Bovendien schakelt een verordening het risico uit op sterke afwijkingen tussen nationale wetgeving wat betreft de kenmerken van op te nemen en beschikbaar te stellen informatie, alsmede de taken die de verzamelende instanties moeten uitvoeren.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De effectbeoordeling waarvan dit voorstel vergezeld gaat, bouwt voort op – onder meer – de fitnesscheck van het in april 2021 door de Commissie bekendgemaakte EU-raamwerk voor publieke rapportage door entiteiten 9 . Een van de belangrijkste bevindingen van deze fitnesscheck is dat het potentieel van digitale instrumenten moet worden benut voor het verbeteren van de toegang tot en het (her)gebruik van gereglementeerde informatie die entiteiten openbaar maken. Met name liet de fitnesscheck duidelijk zien dat het ontbreekt aan een EU-breed centraal toegangspunt voor gereglementeerde informatie en dat machinale leesbaarheid van door entiteiten openbaar gemaakte informatie beperkt is.

Raadpleging van belanghebbenden

De raadplegingsprocedure en de belangrijkste conclusies ervan die als basis dienden voor dit voorstel, worden samengevat in bijlage 2 bij de effectbeoordeling 10 . De raadpleging vond onder meer plaats in de vorm van een gerichte onlineraadpleging, van workshops met diverse categorieën betrokken stakeholders, en van input van betrokken deskundigengroepen die de Commissie heeft opgericht, en met name het Forum op hoog niveau (“HLF”) over de kapitaalmarktenunie 11 .

Over het algemeen hebben alle geraadpleegde groepen stakeholders het initiatief van de Commissie voor het ESAP verwelkomd en hebben zij hun steun uitgesproken voor een gefaseerde uitrol, waarbij prioriteiten worden bepaald en de informatie op ESAP in verschillende fasen beschikbaar wordt gesteld. Stakeholders beklemtoonden ook het belang van de toepassing van het “file once”-beginsel (data hoeven slechts eenmaal te worden aangeleverd). Partijen die publiek te rapporteren informatie voorbereiden, en kmo’s hebben ook beklemtoond dat extra regeldruk moet worden vermelden, onder meer door geen nieuwe rapportageverplichtingen in te voeren voor entiteiten.

Het merendeel van de stakeholders steunde het idee dat de in ESAP op te nemen informatie breed moet zijn en zowel financiële als duurzaamheidsinformatie moet omvatten. De overgrote meerderheid van de stakeholders geloofde dat de standaardisering van informatie via een gemeenschappelijk rapportageraamwerk met gemeenschappelijke schema’s en metadata nuttig is om de mogelijke problemen inzake vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en herbruikbaarheid van informatie tegen te gaan. Ook tekenden zij aan dat het ontbreken van dit soort gemeenschappelijke standaarden een van de belangrijkste hinderpalen is waarmee gebruikers en de samenleving te maken krijgen wanneer zij financiële informatie en informatie over ecologische, sociale en governanceaspecten (“ESG-informatie”) verwerken.

De meeste stakeholders hebben gelijklopende ideeën over de infrastructuurdimensie en de vraag hoe ESAP informatie moet verzamelen. Zij stellen ook voor dat ESAP zou voortbouwen op de bestaande nationale en Europese rapportagekanalen. Daarnaast hebben stakeholders er ook voor gepleit om informatie via ESAP beschikbaar te stellen op hetzelfde tijdstip als dat waarop deze via andere middelen of kanalen wordt bekendgemaakt.

Alle groepen stakeholders waren er al bij al voorstander van dat ESAP kosteloos toegang moet bieden tot informatie en dat informatie beschikbaar moet zijn zonder dat enige betaling wordt verlangd. Zelfs indien het model van open data/kosteloze toegang sterk werd aanbevolen, toonden sommige stakeholders zich voorstander van het idee dat emittenten (bij het aanleveren van de informatie) of wie de informatie wil gaan gebruiken, bepaalde vergoedingen zouden betalen (bv. een jaarlijkse abonnementsvergoeding). Het voordeel dat ESAP die aanbieders of gebruikers zou opleveren, zou dan een keuze rechtvaardigen dat voor specifieke diensten bepaalde vergoedingen worden gevraagd.

Een duidelijke meerderheid van de stakeholders sprak zich uit voor een open model, bijvoorbeeld onder beheer van de ESMA, waarbij eventueel de Europese Bankautoriteit (“EBA”) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (“Eiopa”) zouden worden betrokken.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De effectbeoordeling waarvan dit voorstel vergezeld gaat, maakt ook gebruik van data die beschikbaar zijn via deskresearch en met name de volgende studies en deskundigheid:

·de studie “Regulatory framework analysis for potential integration into the European Electronic Access Point (EEAP)” 12 ;

·de studie “Governance for a DLT / Blockchain enabled European Electronic Access Point (EEAP)” 13 ;

·“Impact Assessment study on the list of High Value Datasets to be made available by the Member States under the Open Data Directive” 14 ;

·deskundigheid aangeleverd door Business Reporting – Advisory Group (BR-AG), een onderneming die specifiek de opdracht kreeg om de Commissie bij te staan bij dit initiatief.

Het materiaal dat zo werd verzameld en verwerkt in de effectbeoordeling, was doorgaans feitelijk van aard of was anders afkomstig uit betrouwbare en erkende bronnen die als benchmarks en ijkpunten voor het thema gelden. Input die tijdens de raadpleging van belanghebbenden is ontvangen, werd meestal behandeld als standpunten, tenzij het feitelijke input betrof.

Effectbeoordeling

De effectbeoordeling bij dit voorstel is op 22 juli 2021 door de Raad voor regelgevingstoetsing bezien. De raad bracht een positief advies uit en maakte ook enkele opmerkingen, die de Commissie heeft verwerkt in de definitieve versie van de effectbeoordeling (zie, voor meer details, bijlage 1 daarbij).

De effectbeoordeling analyseert meerdere beleidsopties om de specifieke doelstellingen waar te maken van het faciliteren van naadloze en geïntegreerde toegang tot de betrokken publieke informatie van de entiteiten zodat die informatie beter binnen de Unie kan circuleren, en van het vergroten van het digitale (her)gebruik van dit soort informatie. De beleidsopties werden vastgesteld op basis van de volgende vijf belangrijkste dimensies van ESAP: 1) de breedte van de via ESAP toegankelijke informatie; 2) het formaat van de via ESAP toegankelijke informatie; 3) het verzamelen van de via ESAP toegankelijke informatie en de interconnectie met bestaande inzamelpunten; 4) open data, en 5) governance. Dit zijn de centrale aspecten wat betreft het aanpakken van de vastgestelde problemen en tegelijk ook de belangrijkste factoren die de kosten bepalen.

Daarnaast zijn ook de volgende aspecten beoordeeld, al werden die als meer technisch van aard en minder essentieel voor het behalen van specifieke ESAP-doelstellingen beschouwd: i) ESAP-functionaliteiten; ii) de tijdigheid van de toegankelijkheid van informatie via ESAP; iii) het borgen van de integriteit van data en geloofwaardigheid van de bron ervan; iv) het garanderen van de datakwaliteit; v) het zoeken naar oplossingen voor taalbarrières; vi) het wegwerken van bepaalde toegangsdrempels; vii) het “file only once”-beginsel; viii) grandfathering; ix) bewaartermijn; x) beginselen voor “vrijwillige informatie” die via ESAP toegankelijk zal zijn. 

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit initiatief legt de regels vast voor de oprichting van ESAP. Doordat ESAP de openbaarmakingskanalen stroomlijnt, zal het voor een vereenvoudiging zorgen en een grotere efficiëntie vooral aan de vraagzijde (gebruikers), met lagere zoek- en verwerkingskosten, en in zekere mate voor entiteiten wat betreft verplichtingen voor de aanlevering van data.

Grondrechten

Dit voorstel eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend. ESAP zal de toegang verbeteren tot informatie die ook persoonsgegevens bevat. Dit is noodzakelijk om in het geldwezen datagedreven innovatie te bevorderen, Europese kapitaalmarkten te helpen integreren, beleggingen naar duurzame activiteiten toe te leiden en efficiëntiewinsten tot stand te brengen voor consumenten en bedrijven. Tegelijkertijd zal ESAP zorgen voor betere toegang tot alleen de persoonsgegevens die uit hoofde van Unierecht of een andere rechtsgrond zijn verwerkt in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 15 . Dit voorstel voert immers geen nieuwe vereisten voor datarapportage in dan die welke reeds bestaan.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Om de doelstellingen van dit initiatief optimaal te verwezenlijken, heeft dit voorstel gevolgen wat betreft kosten en regeldruk voor de ESMA en nationale of EU-instanties die data verzamelen, en met name de officieel aangewezen mechanismen (OAM’s), nationale bevoegde autoriteiten, Europese toezichthoudende autoriteiten en hun Gemengd Comité. De precieze omvang en verdeling van deze kosten zullen afhangen van de uiteindelijke specificaties van de IT-infrastructuur en de omvang en timing van de daarmee samenhangende toezicht-, governance- en monitoringtaken, die voor een deel afhankelijk zijn van beslissingen die worden genomen nadat deze handeling is vastgesteld.

Het met dit initiatief samenhangende financieel memorandum geeft een gedetailleerd overzicht van de kosten die voor de ESMA verbonden zijn aan de governance van ESAP. Voor de ESMA zal het initiatief op termijn in totaal drie voltijdmedewerkers (VTE’s) vergen die worden belast met de taak van het overzien en het beheer van de ontwikkeling en operaties van dit project. De totale financiële middelen die vereist zijn voor de uitvoering van het voorstel in de periode 2022-2027, zullen tot 16,5 miljoen EUR bedragen: 2,3 miljoen EUR administratieve kosten en 14,2 miljoen operationele uitgaven, waarvan de EU voor 9,6 miljoen EUR zou steunen in het kader van het huidige meerjarig financieel kader (2022-2027). Van dit bedrag zal 5 miljoen EUR ten laste komen van het programma Digitaal Europa in de periode 2022-2023 16 . Over de periode 2024-2027 zouden de kosten voor de ESMA met betrekking tot ESAP uitkomen op 11,5 miljoen EUR. Deze kosten zouden voor 40 % of 4,6 miljoen EUR worden gefinancierd uit de EU-begroting, terwijl nationale bevoegde autoriteiten zou worden gevraagd om 6,9 miljoen EUR te financieren via hun bijdrage aan de ESMA.

Met de financiering zullen kosten worden gedekt in verband met ontwikkeling, instandhouding, exploitatie en ondersteuning van de nevenfuncties en -taken voor ESAP, zoals het uitvoeren van jaarlijkse monitoringactiviteiten.

Wat betreft de regelgevingsactiviteiten die ESAP inhoudt, zal een aantal uitvoeringshandelingen moeten worden ontwikkeld. De verordening voorziet daarvoor in een gefaseerde uitvoering. Voor bepaalde handelingen belast de verordening het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ESMA, EBA en Eiopa) met de uitwerking daarvan. Daarnaast zullen de EBA en de Eiopa met de ESMA samenwerken bij de uitvoering van bepaalde taken met betrekking tot het functioneren en monitoren van ESAP. Bij de uitvoering van deze taken zullen de ESMA, de EBA en de Eiopa zich elk blijven inspannen voor maximale synergie-effecten en efficiëntiewinsten, en zij zullen de met dit voorstel samenhangende extra werklast en VTE’s monitoren in het kader van hun algemene taken.

Voor de verzamelende instanties worden de kosten voor de interconnectie van de EU- of nationale instanties die data verzamelen, met ESAP (in hoofdzaak op basis van de ontwikkeling van application programming interfaces (API’s)) geraamd op rond 50 800 EUR op individueel niveau (eenmalig), terwijl de recurrente kosten jaarlijks op rond 6 500 EUR op individueel niveau zouden uitkomen. In sommige gevallen zijn er sterke synergie-effecten met bestaande taken uitgevoerd door of reeds geplande projecten van verzamelende instanties, zoals het recente voorstel tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 17 waarbij de EBA wordt gemachtigd om de publicatie te centraliseren van prudentiële jaarlijkse, halfjaarlijkse en kwartaalopenbaarmakingen door instellingen. Voor deze informatie zal de EBA, in het kader van ESAP, fungeren als de verzamelende instantie 18 . Dit voorstel bouwt ook voort op de bestaande OAM’s die momenteel uit hoofde van de transparantierichtlijn 19 gereglementeerde informatie verzamelen bij emittenten van effecten die op gereglementeerde EU-markten zijn genoteerd.

De Commissie verschaft op maat gesneden deskundigheid via het Technical Support Initiative (“TSI”) om EU-lidstaten te helpen bij de vormgeving en uitvoering van groeibevorderende hervormingen op een breed scala beleidsterreinen. Het TSI-programma van de Commissie kan voor een deel de technische ondersteuning financieren voor de uitrol van ESAP door nationale bevoegde autoriteiten, wanneer die daarom verzoeken. Via het TSI-programma zal de Commissie ook input geven over de praktische aspecten van hervormingen. Dit kan gebeuren in de vorm van strategisch of juridisch advies, studies, opleiding en missies ter plaatse door deskundigen. Financiering die via het TSI verloopt, wordt toegekend via jaarlijkse aanvraagrondes. 

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Dit voorstel vergt geen uitvoeringsplan, maar bevat wel specifieke bepalingen voor de ESMA om de uitvoering en doeltreffendheid van ESAP te monitoren.

Dit voorstel bevat een vereiste dat de Commissie uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de ESAP-verordening aan het Europees Parlement en de Raad verslag doet over de exploitatie en het functioneren van ESAP. Bij de evaluatie van dit initiatief zal de Commissie een beroep doen op een openbare raadpleging en overleg met de ESMA, de EBA en de Eiopa en de verzamelende instanties. Die evaluatie wordt verricht aan de hand van de richtsnoeren voor betere regelgeving van de Commissie 20 .

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 geeft de ESMA opdracht tot het uiterlijk 31 december 2024 oprichten van ESAP waarmee publieke toegang wordt verleend tot de informatie die entiteiten uit hoofde van de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wetgeving aan het publiek moeten openbaarmaken, en tot aanvullende categorieën informatie, zoals financiële en duurzaamheidsinformatie die entiteiten op vrijwillige basis in ESAP kunnen laten opnemen.

Artikel 2 stelt definities voor de toepassing van deze verordening vast.

Artikel 3 stelt de voorwaarden en vereisten vast op grond waarvan entiteiten, op vrijwillige basis, informatie kunnen aanleveren die via ESAP beschikbaar zal worden gesteld.

Artikel 4 schrijft voor dat de ESMA een actuele lijst bijhoudt van verzamelende instanties die belast zijn met het aanvaarden van door entiteiten openbaar gemaakte informatie, dat zij deze lijst op het ESAP-webportaal publiceert en deze ter kennis brengt van de Commissie.

Artikel 5 legt de rol en taken van de verzamelende instanties vast, met onder meer de technische standaarden die zij moeten toepassen bij het valideren van de vraag of door entiteiten aangeleverde informatie voldoet aan de door deze verordening voorgeschreven specificaties, en de daarmee samenhangende wijzigingen van sectorale wetgeving. Ook legt dit artikel de bewaartermijn vast voor de via ESAP toegankelijke informatie: tien jaar, tenzij anders bepaald in de toepasselijke EU-wetgevingshandeling uit de bijlage. Dit artikel bevat ook een specifieke bepaling die de inachtneming van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens moet borgen.

Artikel 6 schrijft voor dat de ESMA een doeltreffend IT-beveiligingsbeleid voor ESAP ontwikkelt.

Artikel 7 stelt de functionaliteiten van ESAP vast waarmee gebruikers toegang kunnen krijgen tot informatie en deze kunnen opzoeken.

Artikel 8 legt vast op welke voorwaarden gebruikers toegang hebben tot de op ESAP beschikbare informatie, hetgeen in de regel kosteloos zal zijn. De ESMA kan vergoedingen berekenen aan gebruikers die zeer grote datavolumes of frequent geactualiseerde informatie nodig hebben. Instellingen, agentschappen en instanties van de Unie en een reeks nationale instanties en bevoegde autoriteiten hebben echter steeds directe en onmiddellijke kosteloze toegang tot ESAP, om in staat te zijn hun respectieve taken, opdrachten en verplichtingen te vervullen.

Artikel 9 schrijft voor dat de ESMA erop toeziet dat het (her)gebruik van de op ESAP beschikbare informatie geen sui generis databaserechten schendt en niet onderworpen is aan voorwaarden voor (her)gebruik tenzij aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 10 schrijft voor dat de ESMA bepaalde geautomatiseerde validaties uitvoert om na te gaan of de informatie die zij van verzamelende instanties ontvangt, de voorwaarden van deze verordening en de in de bijlage vermelde toepasselijke sectorale wetgeving in acht neemt.

Artikel 11 bepaalt de taken van de ESMA, in nauwe samenwerking met de EBA en de Eiopa, bij het beheer van ESAP.

Artikel 12 stelt de voorwaarden vast die de ESMA, in samenwerking met de EBA en de Eiopa, toepast bij de monitoring van het functioneren van ESAP, op basis van bepaalde kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren. Ook schrijft het voort dat de ESMA, na raadpleging van de EBA en de Eiopa, een jaarlijks verslag over ESAP publiceert. Dit artikel bepaalt ook dat de Stakeholdergroep effecten en markten van de ESMA moet worden geraadpleegd over het jaarlijkse verslag.

Artikel 13 bepaalt dat de Commissie het functioneren en de doeltreffendheid van ESAP moet evalueren vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 14 verklaart dat deze verordening in werking treedt op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Om een robuust en efficiënt ESAP-platform op te richten dat publiek beschikbare informatie omvat over in de Unie verrichte financiële diensten, kapitaalmarkten in de Unie en duurzaamheid, zal een aantal richtlijnen en verordeningen op die terreinen worden gewijzigd met een omnibusrichtlijn en een omnibusverordening waarmee een op zichzelf staande ESAP-bepaling over het formaat van de informatie en de aanlevering ervan bij een verzamelende instantie wordt ingevoegd. Het toepassingsbereik van ESAP zal evenredig en stapsgewijs moeten worden uitgebouwd in de periode 2024-2026, met een overgangsfase waarin het verzamelen en aanleveren van de informatie op dat platform zal worden opgeschaald. De uitkomst van de gerichte raadpleging over ESAP maakte duidelijk dat als een cruciale factor ten minste ESG-informatie (zoals aspecten afkomstig uit de taxonomieverordening) en de informatie verschaft door emittenten van effecten die onder de transparantierichtlijn en de prospectusverordening vallen, van bij de oprichting op ESAP toegankelijk moeten zijn. Een en ander is meegenomen in het voorstel van de Commissie. Daarnaast stelt de Commissie voor om ook een aanvang te maken met het verzamelen en aanleveren aan ESAP van informatie-items die – op grond van sectorale wetgeving – reeds in machinaal leesbaar formaat beschikbaar zijn. Via gedelegeerde handelingen zullen machinaal leesbare formaten van geval tot geval naar andere informatie-items worden uitgebreid, afhankelijk van toekomstige besluiten van de Commissie.

2021/0378 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 21 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In het actieplan voor de kapitaalmarktenunie 22 (“KMU”) heeft de Commissie voorgesteld om de publieke toegang tot financiële en niet-financiële informatie van entiteiten te verbeteren door een European Single Access Point (“ESAP”) te bouwen. De strategie van de Commissie voor het digitale geldwezen 23 zette op hoofdlijnen uiteen hoe Europa de digitale transformatie van het geldwezen de komende jaren kan ondersteunen, om met name een datagedreven geldwezen te bevorderen. In haar strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie 24 maakte de Commissie van het duurzame geldwezen de hoeksteen van het financiële stelsel, als een essentieel middel om de groene transitie van de Unie-economie waar te maken, als onderdeel van de Green Deal 25

(2)Gemakkelijke toegang tot data is belangrijk om besluitvormers in de economie en de samenleving doordachte beslissingen te laten nemen die het doelmatige functioneren van de markt ten goede komen. De uitrol van gemeenschappelijke Europese dataruimten in cruciale sectoren, zoals de financiële sector, zou daarbij kunnen helpen. De financiële sector maakt een digitale transformatie door die de komende jaren nog zal doorgaan, en de Unie moet dit ondersteunen, met name door een datagedreven geldwezen te bevorderen. Voorts is het centraal stellen van het duurzame geldwezen in het financiële stelsel een cruciaal middel om een groene transitie van de economie van de Unie te verwezenlijken. Wil de groene transitie via het duurzame geldwezen slagen, dan is het van essentieel belang dat informatie over de duurzaamheid van bedrijven gemakkelijk toegankelijk is voor beleggers, zodat zij beter geïnformeerd zijn wanneer zij beleggingsbeslissingen nemen. Daartoe moet financiële en niet-financiële informatie van entiteiten zoals vennootschappen, bedrijven, financiële instellingen, beter publiek toegankelijk worden. Een efficiënt middel om dat op Unieniveau te doen is de oprichting van een centraal platform – een European single acces point (“ESAP”) – dat elektronische toegang geeft tot alle betrokken informatie.

(3)ESAP moet het publiek gemakkelijk centraal toegang geven tot informatie over entiteiten en hun producten die openbaar wordt gemaakt met betrekking tot financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid. Ook moet ESAP toegang geven tot voor financiële diensten en kapitaalmarkten relevante informatie die op vrijwillige basis wordt openbaargemaakt door een entiteit die onder het recht van een lidstaat valt, indien die entiteit ervoor kiest om die informatie op ESAP beschikbaar te stellen. Zoals gepresenteerd in de strategie voor het digitale geldwezen, moet ESAP tegen 2024 zijn opgericht.

(4)De informatie die op ESAP publiek beschikbaar moet worden gesteld, moet worden verzameld door verzamelende instanties die worden aangewezen voor het verzamelen van de informatie die de entiteiten openbaar moeten maken. Om ESAP efficiënt te laten functioneren, moeten de verzamelende instanties de informatie geautomatiseerd op ESAP beschikbaar stellen via één application programming interface (API). Wil de informatie digitaal bruikbaar zijn, dan moeten entiteiten die beschikbaar stellen in een formaat dat voor data-extractie geschikt is of, wanneer dat door Unierecht wordt voorgeschreven, in een machinaal leesbaar formaat. Vergeleken met voor data-extractie geschikte formaten, zijn machinaal leesbare formaten bestandsformaten die zodanig zijn gestructureerd dat softwaretoepassingen specifieke data, met inbegrip van individuele feitelijke beschrijvingen, en de interne structuur van die data gemakkelijk kunnen identificeren, herkennen en extraheren. Om ervoor te zorgen dat entiteiten de informatie in het correcte formaat aanleveren en om mogelijke technische problemen tegen te gaan waarmee de entiteiten te maken krijgen, moeten de verzamelende instanties die entiteiten bijstand verlenen.

(5)Naast de informatie met betrekking tot financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid die op grond van Unierecht openbaar moet worden gemaakt, hebben beleggers, marktdeelnemers, adviseurs en het brede publiek er misschien ook belang bij om andere informatie te verkrijgen die een entiteit toegankelijk wil maken. Kleine en middelgrote ondernemingen willen misschien meer informatie publiek toegankelijk maken om beter zichtbaar te worden voor potentiële investeerders en zo hun financiering te verruimen en hun financieringsmogelijkheden te diversifiëren. Ook kan het zijn dat marktdeelnemers meer informatie willen verschaffen dan wettelijk vereist is, of dat zij de informatie openbaar willen maken die zij volgens nationaal recht openbaar moeten maken, maar die niet op Unieniveau beschikbaar is, om zo de informatie aan te vullen die op Unieniveau aan het publiek wordt verstrekt. Entiteiten moeten dus de mogelijkheid hebben om financiële, duurzaamheids- en andere relevante informatie op ESAP toegankelijk te maken. Uit hoofde van het beginsel van de minimale gegevensverwerking moeten entiteiten ervoor zorgen dat geen persoonsgegevens worden opgenomen, tenzij die gegevens een noodzakelijk onderdeel zijn van de informatie over hun economische activiteiten, onder meer wanneer de naam van de entiteit samenvalt met de naam van de eigenaar. Indien die informatie persoonsgegevens bevat, moeten de entiteiten erop toezien dat zij voor de openbaarmaking daarvan kunnen steunen op een van de rechtsgronden voor verwerking uit artikel 6 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 26 .

(6)De doelstelling van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) is het beschermen van het algemeen belang door bij te dragen aan de stabiliteit en doeltreffendheid van het financiële systeem – ten behoeve van de economie van de Unie, haar burgers en bedrijven. In dat verband moet de ESMA met name helpen de integriteit, transparantie, efficiëntie en het ordelijk functioneren van financiële markten te verzekeren. Een van haar taken is het verbeteren van de bescherming van beleggers. Om al deze redenen moet de ESMA de taak krijgen om ESAP op te richten en te exploiteren.

(7)Opdat entiteiten en het publiek zouden kunnen weten welke verzamelende instanties informatie aan ESAP aanleveren, moet de ESMA op haar website een lijst van de verzamelende instanties publiceren en deze actueel houden.

(8)ESAP dreigt te worden getroffen door schendingen van de vertrouwelijkheid, integriteitsrisico’s of risico’s voor de beschikbaarheid van het systeem en de daarin verwerkte informatie. Die dreigingen, die onder meer ongevallen, fouten, opzettelijke aanvallen en natuurverschijnselen omvatten, moeten als operationele risico’s worden erkend. De ESMA moet een passend en evenredig beleid toepassen dat ervoor zorgt dat ESAP de verwerkte informatie en de functies ervan zo nodig beschermt.

(9)Om data gemakkelijker te kunnen opzoeken, te vinden, op te halen en te gebruiken, moet de ESMA erop toezien dat ESAP een reeks functionaliteiten aanbiedt, zoals een zoekfunctie, machinevertaling en mogelijkheden om de informatie te extraheren. De zoekfuncties moeten in alle officiële talen van de Unie worden aangeboden en moeten ten minste voortbouwen op de metadata die uit hoofde van de in de bijlage opgenomen richtlijnen en verordeningen worden verstrekt. Uiterlijk 31 december 2024 moet de ESMA ervoor zorgen dat ESAP gebruikers een minimumaantal functionaliteiten aanbiedt, die uiterlijk 31 december 2025 moeten zijn vervolledigd.

(10)Hergebruik van op ESAP beschikbare informatie kan de interne markt beter laten functioneren en kan de ontwikkeling stimuleren van nieuwe diensten die deze informatie combineren en daarvan gebruikmaken. Daarom moet, wanneer zulks op grond van een doel van algemeen belang gerechtvaardigd is, het hergebruik van de op ESAP beschikbare informatie worden toegestaan voor andere doeleinden dan die waarvoor de informatie is opgesteld. Het (her)gebruik van die informatie moet echter aan objectieve, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden worden onderworpen. Daartoe moeten voorwaarden gelden die overeenstemmen met die uit open standaardlicenties in de zin van Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad 27 . De licentievoorwaarden van die standaardlicenties moeten toestaan dat data en inhoud door iedereen voor alle doeleinden kosteloos kunnen worden gebruikt, hergebruikt en gedeeld. De ESMA mag niet aansprakelijk zijn voor het (her)gebruik van op ESAP toegankelijke informatie. De aanlevering van informatie door verzamelende instanties mag niet aan voorwaarden onderhevig zijn of moet vallen onder een standaardlecntie waarvan de licentievoorwaarden het mogelijk maken op ESAP beschikbare informatie aan te vragen.

(11)De op ESAP beschikbare informatie moet tijdig voor het publiek toegankelijk zijn. In dat verband moet de tijd die verloopt tussen het verzamelen van de informatie en het publiek toegankelijk maken daarvan, redelijk zijn en, hoe dan ook, zo kort als technisch mogelijk. Om een eenvormige kwaliteit van informatie te borgen, moeten de verzamelende instanties geautomatiseerde validaties uitvoeren en ongeldige informatie verwerpen. 

(12)ESAP moet gebruikers kosteloos en zonder discriminatie toegang geven tot informatie en moet het die gebruikers mogelijk maken om de informatie via ESAP op te zoeken, daartoe toegang te krijgen en deze te downloaden. Gelet echter op de noodzaak om de ESMA te beschermen tegen buitensporige lasten in verband met kosten om in de behoeften van eventuele intensieve gebruikers te voorzien, moet de ESMA de mogelijkheid krijgen om inkomsten te genereren. Daarom moet de ESMA, in afwijking van het beginsel dat informatie kosteloos toegankelijk moet zijn, de mogelijkheid krijgen om voor die specifieke diensten vergoedingen te berekenen, onder meer voor diensten met hoge onderhoudskosten als gevolg van zoekopdrachten voor zeer grote volumes informatie of voor frequente toegang tot ESAP. Vergoedingen die worden berekend, mogen de kosten van de geleverde dienst echter niet overschrijden.

(13)Om datagedreven innovatie in het geldwezen te bevorderen, de kapitaalmarkten in de Europese Unie te helpen integreren, investeringen toe te leiden naar duurzame activiteiten en efficiëntiewinsten te creëren voor consumenten en bedrijven, moet ESAP de toegang verbeteren tot informatie die persoonsgegevens omvat. ESAP moet echter alleen de toegang verbeteren tot de persoonsgegevens die uit hoofde van Unierecht moeten worden verwerkt of die vrijwillig worden verwerkt, mits er voor die verwerking een rechtsgrond is overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de aanlevering van informatie via ESAP, moeten de verzamelende instanties, en de ESMA in haar hoedanigheid van exploitant van ESAP, erop toezien dat Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 28 in acht worden genomen.

(14)Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op [datum invoegen] heeft hij een advies uitgebracht.

(15)Om het vertrouwen van het publiek in ESAP op te bouwen en in stand te houden en om iedere entiteit te beschermen tegen ongeoorloofde aanpassing van haar informatie, moet ESAP de integriteit van de data en de geloofwaardigheid van de bron van de bij de verzamelende instanties aangeleverde informatie verzekeren. Daarom moet door de entiteiten aangeleverde informatie een aan de aangeleverde informatie gehecht gekwalificeerd elektronisch zegel in de zin van artikel 3, punt 20, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad 29 bevatten. Een specifieke identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) kan een verplicht attribuut van dat certificaat zijn. Het zegel dat of de handtekening die door ESAP wordt verkregen, moet aan gebruikers beschikbaar worden gesteld.

(16)Wil de informatie in de tijd vergelijkbaar zijn, dan moeten gebruikers toegang hebben tot informatie uit het verleden. Daarom moet worden voorgeschreven dat ESAP voor een redelijke termijn toegang biedt tot informatie, voor zover bestaanbaar met andere toepasselijke bepalingen van Unierecht. Daartoe moet de ESMA erop toezien dat persoonsgegevens niet langer beschikbaar worden gesteld dan volgens Unierecht is voorgeschreven. Om de ESMA en de verzamelende instanties in staat te stellen de exploitatie van ESAP voor te bereiden, moet ESAP alleen toegang bieden tot de vanaf 1 januari 2024 aangeleverde informatie.

(17)Om een soepele verwerking te verzekeren van de informatie die is ontvangen of opgesteld door de verzamelende instanties en aan ESAP beschikbaar wordt gesteld, moeten bepaalde vereisten worden vastgesteld tot specificatie van het formaat en de metadata van die informatie en de vraag welke verzamelende instanties die informatie moeten verzamelen. Om de kwaliteit van de door de verzamelende instanties bij ESAP aangeleverde informatie te borgen, moeten ook de kenmerken worden bepaald van de geautomatiseerde validaties die voor alle bij de verzamelende instanties inkomende informatie worden uitgevoerd, en de kenmerken van het gekwalificeerde elektronische zegel dat de entiteiten aan die informatie moeten hechten. Om het (her)gebruik van data op ESAP te verzekeren, moet een lijst van de aangewezen open standaardlicenties worden vastgesteld. Om data snel te kunnen zoeken, vinden en ophalen, moeten ook de kenmerken van de te hanteren application programming interface en de metadata worden vormgegeven. Aanvullende vereisten wat betreft efficiënte zoekfuncties zullen moeten worden toegepast zoals de specifieke identificatiecode voor juridische entiteiten, de indeling van het type informatie en de categorieën van de grootte van de entiteiten. Daartoe moet het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen. Daarnaast kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen om de aard en de omvang te bepalen van de specifieke diensten waarvoor vergoedingen kunnen worden berekend, en van de daarmee samenhangende vergoedingsstructuur. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend om die technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen uit hoofde van artikel 291 VWEU en in overeenstemming met artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad 30 , artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad 31 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 32 .

(18)Deze verordening beoogt bij te dragen tot de integratie van de Europese financiële diensten en kapitaalmarkten door een gemakkelijke centrale toegang te bieden tot publieke informatie over entiteiten en hun producten. Daar die doelstellingen niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het European Single Access Point (ESAP)

1.Uiterlijk 31 december 2024 richt de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) een Europees centraal toegangspunt (European single access point – “ESAP”) op dat gecentraliseerde elektronische toegang biedt tot de volgende informatie:

(a)informatie die moet worden openbaargemaakt uit hoofde van de desbetreffende bepalingen in de in de bijlage opgenomen richtlijnen en verordeningen en overeenkomstig andere juridisch bindende Uniehandelingen die voorzien in centrale elektronische toegang tot informatie via ESAP;

(b)andere informatie die relevant is voor in de Unie verrichte financiële diensten of voor kapitaalmarkten in de Unie of met betrekking tot duurzaamheid en die entiteiten overeenkomstig artikel 3, lid 1, op vrijwillige basis over hun economische activiteiten op ESAP beschikbaar willen stellen.

2.ESAP biedt geen toegang tot informatie die vóór 1 januari 2024 is aangeleverd 

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(1)“entiteit”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die verplicht is informatie openbaar te maken uit hoofde van een van de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde wetgevingshandelingen, of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde informatie overeenkomstig artikel 3, lid 1, op vrijwillige basis aanlevert bij een verzamelende instantie om die informatie op ESAP beschikbaar te stellen;

(2)“verzamelende instantie”: een instantie, autoriteit of register van de Unie of van de lidstaten die als dusdanig is aangewezen uit hoofde van een van de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde wetgevingshandelingen, of door de in artikel 3, lid 2, bedoelde technische uitvoeringsnormen;

(3) “voor data-extractie geschikt formaat”: een elektronisch open formaat in de zin van artikel 2, punt 14, van Richtlijn (EU) 2019/1024 dat breed wordt gebruikt of door wetgeving wordt voorgeschreven, waarmee machinale data-extractie mogelijk is en dat niet alleen door mensen leesbaar is;

(4)“machinaal leesbaar formaat”: een formaat in de zin van artikel 2, punt 13, van Richtlijn (EU) 2019/1024;

(5)“gekwalificeerd elektronisch zegel”: een gekwalificeerd elektronisch zegel in de zin van artikel 3, punt 27, van Verordening (EU) nr. 910/2014;

(6)'”application programming interface” (“API”): een reeks functies, procedures, definities en protocollen voor Machine-to-Machine (M2M) communicatie en de naadloze uitwisseling van data;

(7)“metadata”: gestructureerde informatie waardoor een informatiebron gemakkelijker is op te halen, te gebruiken of te beheren, onder meer door het beschrijven, toelichten of lokaliseren van die informatiebron.

Artikel 3

Vrijwillige aanlevering van informatie om deze op ESAP toegankelijk te maken

1.Natuurlijke personen of rechtspersonen kunnen bij een verzamelende instantie de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde informatie aanleveren om die informatie op ESAP beschikbaar te stellen. Bij het aanleveren van die informatie doet de natuurlijke persoon of de rechtspersoon het volgende:

(a)hij verschaft de verzamelende instantie metadata over de aangeleverde informatie;

(b)hij verschaft de verzamelende instantie zijn identificatiecode voor juridische entiteiten als bepaald uit hoofde van artikel 7, lid 4;

(c)hij gebruikt bij het opstellen van die informatie een voor data-extractie geschikt formaat;

(d)hij ziet erop toe dat geen persoonsgegevens worden opgenomen, behalve wanneer de persoonsgegevens een noodzakelijk onderdeel zijn van de informatie over zijn economische activiteiten.

2.Het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van alle volgende elementen:

(a)de over de aangeleverde informatie te verschaffen metadata;

(b)de voor het opstellen van de informatie te gebruiken specifieke formaten;

(c)de aanwijzing van de verzamelende instanties waarbij de informatie moet worden aangeleverd.

Het Gemengd Comité van Europese toezichthoudende autoriteiten legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk [PB: datum invoegen drie jaar na inwerkingtreding] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

3.Indien de in lid 1 bedoelde informatie persoonsgegevens bevat, zien entiteiten erop toe dat de verwerking op een van de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad vermelde rechtsgronden voor verwerking berust. Deze verordening vormt geen rechtsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens door die entiteiten.

Artikel 4

Lijst van verzamelende instanties

De ESMA maakt op het in artikel 7, lid 1, punt a), bedoelde webportaal een lijst van verzamelende instanties bekend met informatie over de Uniform Resource Locator (URL) van iedere verzamelende instantie.

De ESMA ziet erop toe dat de in de eerste alinea bedoelde lijst actueel wordt gehouden en stelt de Commissie in kennis van wijzigingen van die lijst.

Artikel 5

Taken van de verzamelende instanties 

1.De verzamelende instanties:

a)verzamelen de door de entiteiten aangeleverde informatie en slaan deze op;

b)voeren geautomatiseerde validaties uit op de aangeleverde informatie om zich ervan te vergewissen dat de informatie voldoet aan alle volgende vereisten:

i)de informatie is aangeleverd in een voor data-extractie geschikt formaat of, in voorkomend geval, in het machinaal leesbare formaat bepaald in een van de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde wetgevingshandelingen uit hoofde waarvan de informatie wordt aangeleverd, of in de in artikel 3, lid 2, punt b), bedoelde technische uitvoeringsnormen; 

ii)de metadata als bepaald uit hoofde van lid 6, punt d), zijn beschikbaar en volledig;

iii)de informatie bevat een gekwalificeerd elektronisch zegel;

c)zien erop toe dat het gebruik en hergebruik van de aan ESAP verschafte informatie niet van voorwaarden afhankelijk is, dan wel onder open standaardlicenties valt die gelijkwaardig zijn met de in artikel 9 bedoelde licentievoorwaarden;

d)passen de API toe en verstrekken aan ESAP, kosteloos en binnen de toepasselijke termijn, de informatie, de metadata voor die informatie en, in voorkomend geval, het gekwalificeerde elektronische zegel;

e)bieden technische bijstand aan de entiteit die de informatie aanlevert;

f)zien erop toe dat de in artikel 1, lid 1, bedoelde informatie ten minste tien jaar op ESAP beschikbaar blijft, tenzij anders is vermeld in de artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde wetgevingshandelingen. Persoonsgegevens in de uit hoofde van artikel 1, lid 1, aangeleverde informatie worden voor ten hoogste vijf jaar bewaard en beschikbaar gesteld, tenzij anders is vermeld in de artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde wetgevingshandelingen.

Voor de toepassing van punt f) nemen de verzamelende instanties de nodige technische en organisatorische maatregelen om te borgen dat de informatie niet langer wordt bewaard of beschikbaar gesteld dan in punt f) is bepaald.

2.Verzamelende instanties verwerpen door entiteiten aangeleverde informatie in elk van de volgende gevallen:

a)indien uit de in lid 1, punt b), bedoelde geautomatiseerde validaties blijkt dat de informatie niet voldoet aan de vereisten uit dat punt b);

b)indien de informatie kennelijk ongepast, misleidend is of duidelijk buiten de in artikel 1, lid 1, bedoelde informatie valt.

3.Entiteiten kunnen de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde informatie slechts eenmaal indienen bij een van de betrokken verzamelende instanties.

4.Entiteiten borgen de nauwkeurigheid van de informatie die zij bij verzamelende instanties aanleveren.

5.Wat de onder deze verordening vallende informatie betreft, oefenen de verzamelende instanties het recht van de producent van de database, als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad 33 , om het gebruik van de inhoud van de database te beletten of te beperken of om het hergebruik van die inhoud te beperken, niet uit.

6.Het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van alle volgende elementen: 

a)de wijze waarop de in lid 1, punt b), bedoelde geautomatiseerde validaties moeten worden uitgevoerd voor elk type informatie dat door entiteiten wordt aangeleverd;

b) de kenmerken van het in lid 1, punt b), iii), bedoelde gekwalificeerde elektronische zegel;

c)de in lid 1, punt c), bedoelde open standaardlicenties;

d)de kenmerken van de uit hoofde van lid 1, punt d), toe te passen API en de in dat punt bedoelde metadata;

e)de in lid 1, punt d), bedoelde termijnen.

Het Gemengd Comité legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen wat betreft de punten b), c) en d) uiterlijk [PB: datum één jaar na inwerkingtreding invoegen] en wat betreft de punten a) en e) uiterlijk [PB: datum twee jaar na inwerkingtreding invoegen] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 6

Cyberbeveiliging

De ESMA zet een effectief en evenredig IT-beveiligingsbeleid op voor ESAP en borgt de nodige niveaus van authenticiteit, beschikbaarheid, integriteit en niet-afwijzing van de op ESAP beschikbaar gestelde informatie en van de bescherming van persoonsgegevens.

Artikel 7

Functionaliteiten van ESAP

1.De ESMA ziet erop toe dat ESAP ten minste de volgende functionaliteiten biedt:

a)een webportaal met een gebruiksvriendelijke interface in alle officiële talen van de Unie die toegang biedt tot de informatie in ESAP;

b)een API die gemakkelijk toegang tot de informatie in ESAP biedt;

c)een zoekfunctie in alle officiële talen van de Unie;

d)een information viewer;

e)een vertaalmachine voor de opgehaalde informatie;

f)een downloadservice, onder meer voor het downloaden van grote hoeveelheden data;

g)een meldingsservice om gebruikers te informeren over nieuwe informatie in ESAP.

2.De ESMA ziet erop toe dat ESAP uiterlijk 31 december 2025 de in lid 1, punten e) en g), bedoelde functionaliteiten aanbiedt.

3.Met de in lid 1, punt c), bedoelde zoekfunctie moet het mogelijk zijn zoekopdrachten te verrichten op basis van de volgende metadata:

a)de naam van de entiteit die de informatie aanleverde;

b)de identificatiecode voor juridische entiteiten van de entiteit die de informatie aanleverde;

c)het type informatie dat is aangeleverd door de entiteit die de informatie aanleverde;

d)het jaar en de maand waarin de informatie is aangeleverd door de entiteit die de informatie aanleverde;

e)de grootte van de entiteit die de informatie aanleverde;

f)de bron van de aangeleverde informatie.

4.Het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van alle volgende elementen:

a)de kenmerken van de in lid 1, punt b), bedoelde API;

b)de in lid 3, punt b), bedoelde specifieke identificatiecode voor juridische entiteiten;

c)een indeling van de in lid 3, punt c), bedoelde soorten informatie;

d)de in lid 3, punt e), bedoelde categorieën van de grootte van de entiteiten.

Het Gemengd Comité van Europese toezichthoudende autoriteiten legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk [PB: datum invoegen één jaar na inwerkingtreding] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. 

Artikel 8

Toegang tot op ESAP beschikbare informatie

1.De ESMA ziet erop toe dat zonder enige discriminatie toegang wordt verleend tot ESAP.

2.De ESMA ziet erop toe dat eenieder kosteloos directe en onmiddellijke toegang heeft tot de op ESAP beschikbare informatie. 

De ESMA kan echter vergoedingen berekenen voor specifieke diensten die zoekoperaties naar een zeer groot volume informatie of naar frequent geactualiseerde informatie inhouden. Die vergoedingen overschrijden de kosten die de ESMA voor het verrichten van die dienst moet maken, niet. 

3.Onverminderd lid 2, tweede alinea, geeft de ESMA alle volgende entiteiten kosteloos directe en onmiddellijke toegang tot ESAP voor zover dat noodzakelijk is om die entiteiten hun respectieve taken, opdrachten en verplichtingen te laten vervullen:

a)Unie-instellingen, -agentschappen of andere Unieorganen;

b)nationale bevoegde autoriteiten die door een lidstaat zijn aangewezen uit hoofde van de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde wetgevingshandelingen;

c)leden van het Europees statistisch systeem in de zin van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad 34 ;

d)leden van het Europees Stelsel van centrale banken;

e)de afwikkelingsautoriteiten die op grond van artikel 3 van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad 35 zijn aangewezen.

4.Voor de toepassing van lid 2, tweede alinea, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen om de aard en de omvang te bepalen van de specifieke diensten waarvoor vergoedingen kunnen worden berekend, en om de daarmee samenhangende vergoedingsstructuur vast te stellen.

De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 9

Gebruik en hergebruik van op ESAP beschikbare informatie

De ESMA ziet erop toe dat het gebruik en hergebruik van de op ESAP toegankelijke informatie geen sui generis databaserechten uit hoofde van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG schendt en niet aan enigerlei voorwaarden is onderworpen tenzij die voorwaarden aan alle volgende vereisten voldoen:

(a)de voorwaarden zijn objectief en niet-discriminerend;

(b)de voorwaarden worden gerechtvaardigd door een doel van algemeen belang;

(c)de voorwaarden stemmen overeen met voorwaarden die zijn vastgesteld in open standaardlicenties in de zin van artikel 2, lid 5, van Richtlijn (EU) 2019/1024, en laten toe dat die informatie door iedereen voor alle doeleinden vrij wordt gebruikt, hergebruikt en gedeeld.

Artikel 10

Kwaliteit van de informatie

1.De ESMA voert geautomatiseerde validaties uit om zich ervan te vergewissen dat de door verzamelende instanties aangeleverde informatie aan de vereisten van artikel 5, lid 1, punt b), voldoet.

2.De ESMA past de nodige technische processen toe om een verzamelende instantie automatisch ervan in kennis te stellen dat de aangeleverde informatie niet aan de vereisten van artikel 5, lid 1, punt b), voldoet.

Artikel 11

Taken van de ESMA

1.De ESMA doet, in nauwe samenwerking met de Europese Bankautoriteit (“EBA”) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (“Eiopa”), het volgende:

a)zij borgt dat de door de verzamelende instanties ontvangen informatie tijdig op ESAP beschikbaar wordt gesteld;

b)zij biedt verzamelende instanties ondersteuning;

c)zij borgt dat ESAP per maand ten minste 95 % van de tijd toegankelijk is;

d)zij overlegt zo nodig met de verzamelende instanties over gemeenschappelijke thema’s en gemeenschappelijke gedragslijnen, en met name bespreekt zij:

i)het dagelijks beheer van ESAP;

ii)de ontwikkeling en toepassing van een kwaliteitsbeleid en, in voorkomend geval, van serviceniveauovereenkomsten tussen de ESMA en de verzamelende instanties;

iii)de financieringsvoorwaarden voor ESAP, onder meer ook in situaties waarin vergoedingen in rekening kunnen worden gebracht en de berekeningswijze van die vergoedingen;

iv)dreigingen met betrekking tot cyberbeveiliging;

e)zij monitort de uitrol en het functioneren van ESAP zoals bepaald in artikel 12 en doet hierover jaarlijks verslag aan de Commissie.

2.Voor de toepassing van lid 1 raadpleegt de ESMA de in artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde Stakeholdergroep effecten en markten.

3.De ESMA slaat geen informatie op die persoonsgegevens bevat, tenzij ten behoeve van automatische, intermediaire en tijdelijke verwerking, daaronder begrepen de opslag van die informatie voor zover strikt noodzakelijk om toegang te verlenen tot informatie die door de verzamelende instanties wordt verschaft.

Artikel 12

Monitoring van de uitrol en het functioneren van ESAP

1.De ESMA monitort, in nauwe samenwerking met de EBA en de Eiopa, het functioneren van ESAP op basis van ten minste de in lid 2 bepaalde kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren en maakt een jaarlijks verslag over het functioneren van ESAP bekend.

2.De in lid 1 bedoelde kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren zijn als volgt:

a)het aantal bezoekers en zoekopdrachten;

b)het percentage zoekopdrachten dat een weergave of download opleverde;

c)de hoeveelheid en het percentage op ESAP toegankelijke machinaal leesbare informatie en het aantal en het percentage machinaal leesbare weergaven en downloads;

d)het in artikel 10 bedoelde aandeel meldingen met de geautomatiseerde validaties;

e)significante storingen of incidenten;

f)een beoordeling van de toegankelijkheid, kwaliteit, bruikbaarheid en tijdigheid van de informatie op ESAP;

g)een beoordeling van de vraag of ESAP aan zijn doelstellingen voldoet, rekening houdende met de evolutie van het gebruik ervan en de informatiestromen in de Unie;

h)een beoordeling van de eindgebruikerstevredenheid;

i)een vergelijking met gelijksoortige systemen in derde landen.

3.De ESMA raadpleegt de in artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde Stakeholdergroep effecten en markten voordat zij het in lid 1 bedoelde verslag indient.

Artikel 13

Evaluatie

Uiterlijk [PB: datum invoegen vijf jaar na inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de Commissie het functioneren van ESAP en beoordeelt zij de doeltreffendheid ervan. De Commissie dient bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de uitkomsten van deze evaluatie.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat centraal toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

Beleidsterrein: Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

Activiteit: Een economie die werkt voor de mensen

1.3.Het voorstel betreft 

 een nieuwe actie

 een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 36  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en) 

De algemene doelstellingen zijn een verdere integratie van de Europese kapitaalmarkten en het faciliteren van een doeltreffendere kapitaalallocatie in de EU.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) 

Specifieke doelstelling nr. 1

De eerste specifieke doelstelling is het faciliteren van een naadloze en geïntegreerde toegang tot data die worden bekendgemaakt door entiteiten waarvoor openbaarmakingsverplichtingen gelden op het gebied van financiële diensten en kapitaalmarkten, met inbegrip van duurzaamheidsdata, terwijl toch buitensporige administratieve kosten voor entiteiten worden vermeden. Het ESAP zal dus de informatie zowel binnen de lidstaten als over de grenzen heen beter laten doorstromen.

Specifieke doelstelling nr. 2

De tweede specifieke doelstelling is het verhogen van het digitale (her)gebruik van data.

Uit oogpunt van digitaal gebruik moet het ESAP trachten te standaardiseren hoe informatie wordt opgesteld, zodat deze gemakkelijker te vinden, te vergelijken en te analyseren is, om zodoende de zoek- en verwerkingskosten voor gebruikers te verminderen. Dit betekent dat data beter vindbaar en extraheerbaar worden (wat betreft metadata, datastructurering en IT-formaten en, indien mogelijk, wat betreft machinale leesbaarheid), de kwaliteit van data wordt geborgd, nodeloze beperkingen op hergebruik worden opgeruimd, de taalkundige drempels worden verlaagd, toegang wordt gegeven tot tijdige informatie en dat zo mogelijk de nodige aandacht gaat naar de integriteit van data en de geloofwaardigheid van bronnen. Een en ander moet coherent zijn met acties die bijdragen tot het gebruik van data op nationaal niveau en op Unieniveau 37 .

1.4.3.Verwacht resultaat/verwachte resultaten en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

Uit economisch oogpunt zal het ESAP de informatie meer laten circuleren, zowel binnen de lidstaten als over de grenzen heen, en dit dankzij de vrije toegankelijkheid. Het zal het digitale gebruik van deze informatie doen toenemen dankzij de open gebruiksvoorwaarden en breed gebruikte formaten voor data-extractie. Het initiatief zal ook machinale leesbaarheid op lange termijn stimuleren. Een en ander zal marktdeelnemers en partijen die vrijwillig data aanleveren, ongeacht hun eigen grootte of die van hun markt, beter, op gelijke wijze en zonder onderscheid in beeld brengen bij beleggers, analisten, intermediairs, onderzoekers of fondsen. Die zichtbaarheid zal financieringskansen creëren, voor een betere kapitaalallocatie zorgen, en zo bijdragen tot lagere kapitaalkosten en meer veerkracht van de interne markt.

Uit beleggersoogpunt zal ESAP ervoor zorgen dat een ruimer scala aan informatie tijdig en efficiënt gemakkelijk toegang is, en zo nieuwe horizonten openen. Beleggers zullen ook tijd en hulpmiddelen besparen bij het opzoeken en verwerken van informatie. Het ESAP zal een antwoord helpen te bieden voor een groeiende behoefte aan duurzaamheidsdata over ondernemingen, en zal zo bijdragen aan de doelstellingen van het duurzame geldwezen en de Green Deal.

Het zal voorzien in de behoeften van andere datagebruikers, zoals retailbeleggers en financieel adviseurs, overheidsdiensten, het maatschappelijke middenveld, onderzoekers en de universitaire wereld.

Het ESAP zal het ook mogelijk maken om op financieel gebied innovatieve diensten aan te bieden op basis van analyse, big data of artificiële intelligentie/machinelearning, alsmede toegang tot en het gebruik van elektronische apparatuur.

1.4.4.Prestatie-indicatoren 

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

De volgende prestatie-indicatoren zijn geïdentificeerd:

Doelstelling nr. 1:

Aantal zoekopdrachten, weergaven en downloads per jaar

Percentage correcties dat per jaar nodig is als gevolg van validatiecontroles

Evolutie van het gebruik, met inbegrip van grensoverschrijdende toegang

Doelstelling nr. 2:

Aantal machinaal leesbare datasets dat op ESAP beschikbaar is

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief 

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

De oprichting van een centraal toegangspunt is een cruciaal actiepunt van het actieplan voor de kapitaalmarktenunie van september 2020. De financiële sector is sterk afhankelijk van informatie- en communicatietechnologieën (ICT).

Tegen eind 2024 moet een minimaal levensvatbaar product zijn opgezet 38 . Dit initiatief moet er ook voor zorgen dat dankzij deze maatregelen het EU-raamwerk dynamisch blijft zodat het ruimte biedt voor toekomstige technologische vooruitgang en verder kan evolueren.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, o.a. coördinatiewinst, rechtszekerheid, een grotere doeltreffendheid en complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die zou zijn gecreëerd indien alleen de lidstaat een maatregel had getroffen.

Redenen voor maatregelen op EU-niveau (ex ante)

De huidige geografische en thematische compartimentering van mechanismen en formaten voor de openbaarmaking van informatie die van belang is voor de financiële diensten, markten en duurzaamheid, doet zich over de hele Unie voor en doet de toegangs- en gebruikskosten voor gebruikers van die informatie toenemen. Informatie is vaak ook alleen in de lokale talen opzoekbaar of beschikbaar, hetgeen een belangrijke hinderpaal is die beleggers ontmoedigt. Verdere individuele initiatieven van lidstaten kunnen deze compartimentering alleen verminderen indien zij in dezelfde richting gaan van de uitbouw van een centraal toegangspunt, hetgeen zonder een gecoördineerde aanpak waarschijnlijk niet zal gebeuren.

Verwachte gegenereerde toegevoegde waarde van de Unie (ex post)

Het optreden van de Unie zou de doeltreffendheid van het beleid aanzienlijk vergroten en tegelijkertijd de complexiteit verminderen en de financiële en administratieve lasten voor alle marktdeelnemers verlichten.

De doelstelling van dit initiatief (nl. binnen de Unie informatie integreren en deze digitaal bruikbaar maken) kan niet voldoende worden verwezenlijkt door de individuele lidstaten. Momenteel zijn de meeste regels met betrekking tot de kanalen en formaten voor de openbaarmaking van door ondernemingen te rapporteren informatie vastgelegd in wetgeving van de lidstaten. Gezien de schaal en de effecten van de oprichting van een Europees centraal toegangspunt kunnen deze kwesties op Unieniveau doelmatiger worden aangepakt.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Nieuw initiatief

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Europa wil haar digitale soevereiniteit versterken en eigen standaarden vaststellen, met een klemtoon op data, technologie en infrastructuur 39 . Om bedrijven meer slagkracht te geven in een duurzame en meer welvarende digitale toekomst, zullen ook publieke diensten moeten worden gedigitaliseerd en zullen bedrijven een digitale transformatie moeten doormaken.

Met haar Europese datastrategie 40 wil de Commissie meer data beschikbaar maken voor gebruik in de economie en de samenleving, onder meer door de uitbouw van gemeenschappelijke dataruimtes. In haar strategie voor het digitale geldwezen die de Commissie in september 2020 publiceerde 41 , zette zij op hoofdlijnen uiteen hoe Europa de digitale transformatie van het geldwezen de komende jaren kan ondersteunen, en met name om een datagedreven geldwezen te bevorderen door onder meer een versterking van de toegang tot en het gebruik van data. De uitrol van een gemeenschappelijke dataruimte zoals ESAP draagt aan deze strategieën bij.

De Commissie hecht even sterk aan de totstandbrenging van een groene transitie van de EU-economie, zoals aangegeven in de mededeling over de Europese Green Deal van december 2019 42 en in de strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie 43 . In dat verband zal het ESAP aan deze agenda bijdragen, doordat het particuliere investeringen in duurzame projecten en activiteiten faciliteert.

Ten slotte wordt ESAP geschraagd door het KMU-actieplan dat in september 2020 is aangenomen 44 .

Dit wetgevingsvoorstel is volledig verenigbaar met het meerjarige financiële kader.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

Diverse financieringsopties zijn onderzocht, met inbegrip van de mogelijkheden voor herschikking, en diverse combinaties van middelen en/of de EU-begroting.

In de uiteindelijk geselecteerde optie zou het voorstel een beperkt effect op het MFK hebben, omdat het voorziet in een aanvullende Uniebijdrage voor de ESMA voortvloeiend uit de 3 extra VTE’s die de ESMA nodig zou hebben voor de uitvoering van de aanvullende taken die haar door de wetgevers worden opgedragen met betrekking tot de governance van het ESAP.

Een en ander levert een voorstel op om de personeelsformatie van het agentschap in het kader van de toekomstige jaarlijkse begrotingsprocedure uit te breiden. Daarnaast zou ongeveer 3,74 miljoen EUR Uniefinanciering aan de ESMA worden verschaft voor de operationele uitgaven (titel 3) verbonden aan de ontwikkeling en oprichting van het ESAP.

Financiering (voor zowel administratieve als operationele uitgaven) die aan de ESMA na de inwerkingtreding van de wetgeving wordt verstrekt, zal worden gecofinancierd door de Unie en nationale bevoegde autoriteiten volgens de standaardfinancieringsformule uit overweging 68 bij de verordening tot oprichting van de ESMA, Verordening (EU) nr. 1095/2010: 40 % afkomstig uit Uniemiddelen en 60 % via bijdragen van nationale bevoegde autoriteiten in de lidstaten.

Wat betreft de regelgevingsactiviteiten die het ESAP inhoudt, zal een aantal uitvoeringshandelingen moeten worden ontwikkeld. De verordening voorziet daarvoor in een gefaseerde uitvoering. Voor bepaalde handelingen belast de verordening het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ESMA, EBA en Eiopa) met de uitwerking daarvan. Bij de uitvoering van die taken zullen de EBA en de Eiopa ook met de ESMA samenwerken om bepaalde taken te verrichten met betrekking tot het functioneren en monitoren van ESAP. De ESMA, de EBA en de Eiopa zullen zich elk blijven inspannen voor maximale synergie-effecten en efficiëntiewinsten, en zullen de met dit voorstel samenhangende extra werklast en VTE’s monitoren in het kader van hun algemene taken.

Om zo snel mogelijk met de voorbereiding van dit belangrijke initiatief een aanvang te kunnen maken, is in het eerste meerjarige werkprogramma voor het programma Digitaal Europa (2021-2022) 2 miljoen EUR uitgetrokken, uit te voeren via aanbesteding. Een verdere bijdrage van het programma Digitaal Europa van 3 miljoen EUR wordt overwogen in het kader van de voorbereiding van het volgende werkprogramma (2023-2024). De uiteindelijke toekenning daarvan zal afhangen van de prioritering voor financiering in het kader van de onderliggende vaststellingsprocedure en de instemming van het betrokken programmacomité. Met deze aanvullende financiering zou de uitbouw van ESAP kunnen worden voortgezet totdat de EU-wetgeving de ESMA officieel aanstelt als de eigenaar van het ESAP. Om een naadloze overgang mogelijk te maken, en mits dit bedrag uiteindelijk wordt toegekend in het volgende werkprogramma voor een Digitaal Europa, zou de ESMA met de uitvoering ervan worden belast via een bijdrageovereenkomst.

Terwijl de ESMA erop zou toezien dat natuurlijke personen of rechtspersonen kosteloos toegang krijgen tot de op het ESAP beschikbare informatie, wordt zij gemachtigd om, bij wijze van afwijking, voor specifieke diensten vergoedingen te berekenen, inzonderheid in gevallen waarin er sprake is van zeer grote volumes frequent geactualiseerde informatie. Die vergoedingen mogen de kosten niet overschrijden die de ESMA voor het verrichten van de specifieke dienst moet maken. Die dienst, de daarmee samenhangende ontwikkelingskosten en vergoedingen, alsmede de hoogte daarvan, hangt af van toekomstige beslissingen. Daardoor heeft deze geen gevolgen voor de huidige inschatting van de gevolgen voor de begroting.

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

 beperkte geldigheidsduur

◻ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

◻ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

 onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2022 tot en met 2026,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 45  

 Direct beheer door de Commissie

◻ uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met lidstaten

 Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

☑ de in de artikelen 70 en 71 bedoelde organen;

◻ publiekrechtelijke organen;

◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

n.v.t.

2.BEHEERSMAATREGELEN 

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

Vermeld frequentie en voorwaarden.

In lijn met de reeds bestaande regelingen stellen de ETA’s regelmatig verslagen op over hun activiteiten (waaronder interne rapportage aan het senior management, rapportage aan de raden en het jaarverslag) en zijn zij, wat hun gebruik van middelen en prestaties betreft, onderworpen aan audits door de Rekenkamer en de dienst Interne Audit van de Commissie. De monitoring van en rapportage over de acties in het voorstel zullen in overeenstemming zijn met reeds bestaande vereisten en met nieuwe vereisten die uit onderhavig voorstel voortvloeien.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en) 

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) zal het ESAP beheren.

Wat betreft de controlestrategie, de ESMA werkt nauw samen met de dienst Interne Audit van de Commissie om erop toe te zien dat op alle gebieden van het raamwerk voor interne controle passende normen worden nageleefd. Die regelingen zullen ook gelden voor de rol van de agentschappen ten aanzien van het voorliggende voorstel.

Bovendien heeft het Europees Parlement de bevoegdheid om, op aanbeveling van de Raad en met inachtneming van de bevindingen van de Europese Rekenkamer, elk begrotingsjaar de agentschappen al dan niet kwijting te verlenen voor hun uitvoering van de begroting.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

In verband met het rechtmatige, economische en efficiënte gebruik van de kredieten die uit door de ETA’s in het kader van dit voorstel uit te voeren acties voortvloeien, brengt dit initiatief geen andere significante risico’s met zich mee dan die welke momenteel door een bestaand intern controlekader worden bestreken. De in het kader van dit voorstel uit te voeren acties zullen in 2022 van start gaan en zullen verder doorlopen.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting). 

Beheers- en controlesystemen zijn vastgesteld in de verordeningen die momenteel het functioneren van de ETA’s beregelen, en gelden als kostenefficiënt. De verordening wordt regelmatig geëvalueerd. De risico’s op fouten zijn naar verwachting laag.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Met het oog op de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten is Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) onverkort op de ESMA van toepassing.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort  
uitgave

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK 46 .

van EVA-landen 47

van kandidaat-lidstaten 48

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

1

DG CNECT: <02.04.03>

GK

JA

NEE

NEE

NEE

1

ESMA: <03.10.04>

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
uitgaven

Bijdrage

Nummer  

GK/ NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

n.v.t.

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Nummer

Rubriek 1: Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

ESMA <03.10.04>

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

Titel 1:

Vastleggingen

(1)

0,096

0,195

0,199

0,203

0,693

Betalingen

(2)

0,096

0,195

0,199

0,203

0,693

Titel 2:

Vastleggingen

(1a)

0,017

0,035

0,036

0,036

0,124

Betalingen

(2a)

0,017

0,035

0,036

0,036

0,124

Titel 3:

Vastleggingen

(3a)

0,894

0,849

1,159

0,838

3,740

Betalingen

(3b)

0,894

0,849

1,159

0,838

3,740

TOTAAL kredieten 
voor ESMA: <03.10.04>

Vastleggingen

=1+1a +3a

1,007

1,079

1,394

1,077

4,557

Betalingen

=2+2a

+3b

1,007

1,079

1,394

1,077

4,557

DG CNECT: <02.04>

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

·Beleidskredieten

Begrotingsonderdeel: <02.04.03>

Vastleggingen

(1a)

2,000 49

3,000 50

5,000

Betalingen

(2a)

0,500

4,500

5,000

Begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1b)

Betalingen

(2b)

Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 51  

Begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten 
voor DG CNECT: <02.04>

Vastleggingen

=1a+1b +3

Betalingen

=2a+2b

+3

·TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

2,000

3,000

5,000

Betalingen

(5)

0,500

4,500

5,000

·TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten  
onder RUBRIEK 1 
van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

2,000

3,000

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

Betalingen

=5+ 6

0,500

4,500

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

·TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)

Vastleggingen

(4)

2,000

3,000

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

Betalingen

(5)

0,500

4,500

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken)

(6)

TOTAAL kredieten  
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6 
van het meerjarige financiële kader 
(referentiebedrag)

Vastleggingen

=4+ 6

2,000

3,000

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

Betalingen

=5+ 6

0,500

4,500

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557



Rubriek van het meerjarige financiële kader

7

“Administratieve uitgaven”

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

DG: <…….>

• Personele middelen

• Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG <….>

Kredieten

TOTAAL kredieten 
voor RUBRIEK 7 
van het meerjarige financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

TOTAAL kredieten  
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
van het meerjarige financiële kader 

Vastleggingen

2,000

3,000

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

Betalingen

0,500

4,500

1,007

1,079

1,394

1,077

9,557

3.2.2.Geraamde gevolgen voor ESMA-kredieten 

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 52

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten 53

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1: Oprichting van het European Single Acces Point

– Output

IT-systeem

3,489

1

0,894

1

0,849

1

1,159

1

0,838

1

3,740

– Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

1

0,894

1

0,849

1

1,159

1

0,838

1

3,740

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTALE KOSTEN

1

0,894

1

0,849

1

1,159

1

0,838

1

3,740

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van de ESMA 

3.2.3.1.Samenvatting

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

☑ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

0,096

0,195

0,199

0,203

0,693

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

Arbeidscontractanten

0,210 54

0,210

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

0,210

0,096

0,195

0,199

0,203

0,903

Personeelsvereisten (VTE):

2022

2023

2024 55

2025

2026

2027

TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

3

3

3

3

3

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

Arbeidscontractanten

3

3

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

3

3

3

3

3

3

3.2.3.2.Geraamde behoefte aan personele middelen voor het verantwoordelijke DG

☑ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar N+2

Jaar N+3

Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

·Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 en 20 01 02 02 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek door derden)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE) 56

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

Begrotingsonderde(e)l(en) (specificeren)  57

– zetel 58  

- delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk)

TOTAAL

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van de actie is aangesteld en/of daartoe binnen het DG is herschikt, eventueel aangevuld met personele middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Extern personeel

De beschrijving van de kostenberekening per voltijdequivalent dient in bijlage V, deel 3, te worden opgenomen.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader 

   Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader

   Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

In beperkte mate zal van de marge onder rubriek 1 moeten worden gebruikgemaakt om de programmering voor Uniebijdragen aan de ESMA <Begrotingsonderdeel 03.10.04> met 4,557 miljoen EUR (in lopende prijzen) te verhogen tijdens de duur van het MFK 2021-2027, bestaande uit 1,007 miljoen EUR in 2024, 1,079 miljoen EUR in 2025, 1,394 miljoen EUR in 2026 en 1,077 miljoen EUR in 2027.

   Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader 59 .

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.5.Bijdragen van derden 

Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal

Bijdragen van nationale bevoegde autoriteiten volgens de standaardfinancieringsformule voor de ESMA zoals uiteengezet in overweging 68 bij de oprichtingsverordening daarvan, Verordening (EU) nr. 1095/2010 60

1,528

1,656

2,128

1,536

6,848

TOTAAL medegefinancierde kredieten

1,528

1,656

2,128

1,536

6,848

 

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

☑ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

◻ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor overige ontvangsten

◻ Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 61

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ….

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

Bijlage bij het financieel memorandum

De verwachte gevolgen voor de Uniebedragen na de aangenomen inwerkingtreding van de wetgevingsvoorstellen begin 2024 werden geraamd op de volgende basis:

Titel 1 — Personeelsuitgaven

De drie extra tijdelijke functionarissen die de ESMA naar raming nodig zou hebben om de ontwikkeling, het onderhoud en de exploitatie van het ESAP te overzien, zouden worden aangeworven in de beginrang AD 5. De aanname is dat zij (in doorsnee) begin juli in dienst komen en daarom worden zij in 2024 voor 6 maanden en voor de jaren nadien volledig begroot.

De geraamde kosten voor elke tijdelijke functionaris werden berekend als de standaard gemiddelde kosten van tijdelijke functionarissen die worden gebruikt bij de raming van personeelsuitgaven in financiële memoranda die in 2021 worden opgesteld (152 000 EUR), minus het vaste bedrag (25 000 EUR) voor de gebouwen en IT-kosten (“habillage”) dat is opgenomen in die standaard gemiddelde bekostiging (127 000 EUR), aangepast met de correctiecoëfficiënt voor Parijs (120,5) en aangepast voor een verwachte inflatie van 2 % na 2022 62 .

Titel 2 − Infrastructuur- en operationele uitgaven

De kosten zijn geraamd door het aantal personeelsleden voor het deel van het jaar dat zij in dienst zijn, te vermenigvuldigen met de standaardkosten voor “habillage”, namelijk 25 000 EUR plus 2 500 EUR per personeelslid ter dekking van andere administratieve uitgaven. Beide bedragen zijn gecorrigeerd voor een verwachte inflatie van 2 % in de periode na 2022.

Titel III — Operationele uitgaven

De uitgaven stemmen overeen met infrastructuur waarop de functionaliteiten en specificaties kunnen functioneren die in de ESAP-wetgeving zijn vastgesteld en die de technische interoperabiliteit 63 van het systeem verzekeren. Het moet een soepele en hoogkwalitatieve dienstverlening, veilige opslag en communicatie, betrouwbare toegang enz. garanderen. Hoe de technische vormgeving van de infrastructuur eruitziet, zal worden beslist door het leidinggevende orgaan van het ESAP. Daarom geeft deze bijlage een aantal mogelijke realistische trajecten, die als basis dienen voor de kostenaannames.

De indicatieve kosten zijn die voor vijf fasen die over de periode van medio 2022 tot en met 2027 zullen uitgevoerd: Proof-of-Concept, werkzaamheden rond de ontwikkeling van functionaliteiten en capaciteit, licentievergoedingen, systeemonderhoud, kosten voor cloud computing/-opslag/-netwerk.

De geraamde kosten zijn aangepast voor een verwachte inflatie van 2 % na 2022.

(1)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Een kapitaalmarktenunie voor mensen en bedrijven – Een nieuw actieplan”, COM(2020590 final van 24.9.2020.
(2)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een EU-strategie voor het digitale geldwezen, COM(2020) 591 final van 24.9.2020.
(3)    Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).
(4)     https://e-justice.europa.eu/489/NL/business_registers__search_for_a_company_in_the_eu  
(5)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Een Europese datastrategie”, COM(2020) 66 final van 19.2.2020.
(6)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie”, COM(2021390 final van 6.7.2021.
(7)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final van 11.12.2019.
(8)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Een kapitaalmarktenunie voor mensen en bedrijven – Een nieuw actieplan”, COM(2020590 final van 24.9.2020.
(9)    SWD(2021) 81 final van 21.4.2021.
(10)    SWD(2021) 344 final.
(11)    Het HLF deed de aanbeveling dat ESAP toegang moet geven tot publieke financiële en niet-financiële informatie van entiteiten, maar ook tot andere publieke informatie over financiële producten of voor activiteiten relevante informatie, die vrij toegankelijk moet zijn voor het publiek en waarvoor geen vergoedingen of gebruikslicenties nodig zijn; zie Final Report of the High Level Forum on the Capital Markets Union: A New Vision for Europe’s Capital markets, juni 2020.
(12)    ISBN 978-92-76-13304-9.
(13)    ISBN 978-92-76-13305-6.
(14)    ISBN 978-92-76-25267-2.
(15)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(16)    Deze planning laat de goedkeuringsprocedure voor het volgende werkprogramma (2023-2024) onverlet, en met name, beoordelingen van de prioritering voor financiering en het akkoord van het betrokken programmacomité.
(17)    Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(18)    Zie de voorstellen van de Commissie voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft vereisten inzake kredietrisico, risico van aanpassing van de kredietwaardering, operationeel risico, marktrisico en de output floor, en met name de wijzigingen van artikel 433.
(19)    Zie artikel 21 van Richtlijn 2004/109/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004, als gewijzigd.
(20)    SWD(2021) 305 final van 3.11.2021.
(21)    PB C [...] van [...], blz. [...].
(22)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Een kapitaalmarktenunie voor mensen en bedrijven – Een nieuw actieplan”, COM(2020590 final van 24.9.2020.
(23)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een EU-strategie voor het digitale geldwezen, COM(2020) 591 final van 24.9.2020.
(24)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie”, COM(2021390 final van 6.7.2021.
(25)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final van 11.12.2019.
(26)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(27)    Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).
(28)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(29)    Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
(30)    Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
(31)    Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).
(32)    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(33)    Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).
(34)    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(35)    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
(36)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(37)    Op Unieniveau vastgestelde formaten zijn onder meer de formaten die zijn vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/815 van de Commissie van 17 december 2018 betreffende het European Single Electronic Format (ESEF).
(38)    Of zoals het in de strategie voor het duurzame geldwezen wordt geformuleerd: “Uiterlijk in 2024 moet informatie die in het kader van de EU-wetgeving inzake financiële diensten moet worden bekendgemaakt, in gestandaardiseerde en machineleesbare formaten openbaar moet worden gemaakt.” – Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een EU-strategie voor het digitale geldwezen, COM(2020) 591 final.
(39)    Zes prioriteiten van de Commissie voor 2019-2024, Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk
(40)    Europese Commissie, Mededeling: Europese datastrategie van 19.2.2020.
(41)    COM(2020) 591 final van 24.9.2020.
(42)    Europese Commissie, Mededeling: De Europese Green Deal van 11.12.2019.
(43)    Europese Commissie, Geldwezenpakket, Mededeling: Strategie voor het digitale geldwezen van 24.9.2020.
(44)    Mededeling: Een kapitaalmarktenunie voor mensen en bedrijven – Een nieuw actieplan van 24.9.2020.
(45)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx .
(46)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(47)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(48)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(49)    Zoals voorzien in afdeling 2.2.1.9 “Preparatory actions for the Financial Data Space” van de bijlage bij de Commission Implementing Decision on the financing of the Digital Europe Programme and the adoption of the multiannual work programme for 2021-2022, C(2021) 7914 final van 10.11.2021.
(50)    Voor planningdoeleinden wordt ermee gerekend dat de kosten van de ESMA in 2023 (d.w.z. voordat de wetgevingsvoorstellen naar verwachting in werking treden) kunnen worden gefinancierd uit een bijdrageovereenkomst tussen de Commissie en de ESMA met financiering uit het programma Digitaal Europa. Deze planning laat de goedkeuringsprocedure voor het volgende werkprogramma (2023-2024) onverlet, en met name, beoordelingen van de prioritering voor financiering en het akkoord van het betrokken programmacomité.
(51)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(52)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(53)    Kosten voor de Uniebegroting, ongerekend de bijdrage van nationale bevoegde autoriteiten en ongerekend de geplande bijdrage uit het programma Digitaal Europa.
(54)    Volledige kosten (inclusief pensioenpremies) van 3 arbeidscontractanten voor 12 maanden waarvan de aanname voor praktische doeleinden is dat die, onverminderd toekomstige besluitvorming en goedkeuring van het vereiste financieringsbesluit, zullen worden gedekt door een bijdrageovereenkomst gefinancierd uit het programma Digitaal Europa.
(55)    Aanwerving gepland voor juli en daardoor wordt 50 % van de gemiddelde kosten in aanmerking genomen voor 2024.
(56)    AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(57)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(58)    Voornamelijk voor de fondsen van het cohesiebeleid van de EU, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Fonds voor maritieme visserij en aquacultuur (EFMZVA).
(59)    Zie de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027.
(60)    Nl. 40 % Uniebijdrage tegenover 60 % bijdragen van nationale bevoegde autoriteiten in de lidstaten, samen met het aandeel van die autoriteiten in de pensioenpremies van de werkgever.
(61)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
(62)    Het aandeel van de werkgever in de pensioenpremies dat overeenstemt met het aandeel van de nationale bevoegde autoriteiten in de lidstaten zoals vastgesteld in overweging 68 bij de verordening tot oprichting van de ESMA, Verordening (EU) 1095/2010, is opgenomen in de raming van de bijdragen van die autoriteiten in afdeling 3.2.5 van het financieel memorandum.
(63)    “Technische interoperabiliteit” betreft applicaties en infrastructuren die systemen en diensten koppelen, en omvat aspecten zoals interfacespecificaties, interconnectiediensten, presentatie en uitwisseling van data, en protocollen voor beveiligde communicatie.
Top

Brussel, 25.11.2021

COM(2021) 723 final

BIJLAGE

bij

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad

tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie

{SEC(2021) 572 final} - {SWD(2021) 344 final} - {SWD(2021) 345 final}


BIJLAGE

Lijst van Uniewetgeving binnen het toepassingsgebied van het European Single Access Point (ESAP) als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt a)

1.DEEL A – VERORDENINGEN

1. Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus 1

2. Verordening (EU) nr. 236/2012 betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps 2

3. Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters 3

4. Verordening (EU) nr. 345/2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen 4

5. Verordening (EU) nr. 346/2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen 5

6. Verordening (EU) Nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 6

7. Verordening (EU) nr. 537/2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang 7

8. Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) 8

9. Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten 9

10. Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen 10

11. Verordening (EU) nr. 1286/2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) 11

12. Verordening (EU) 2015/760 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen 12

13. Verordening (EU) 2015/2365 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik 13

14. Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten 14

15. Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten 15

16. Verordening (EU) 2017/1131 inzake geldmarktfondsen 16

17. Verordening (EU) 2019/1238 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) 17

18. Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen 18

19. Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector 19

20. Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen 20

21. Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen 21

DEEL B – RICHTLIJNEN

1. Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat 22

2. Richtlijn 2004/25/EG betreffende het openbaar overnamebod 23

3. Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten 24

4. Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen 25

5. Richtlijn 2007/36/EG betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen 26

6. Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) 27

7. Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) 28

8. Richtlijn 2011/61/EU inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen 29

9. Richtlijn 2013/34/EU betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen 30

10. Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 31

11. Richtlijn 2014/59/EU betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen 32

12. Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten 33

13. Richtlijn (EU) 2016/97 betreffende verzekeringsdistributie 34

14. Richtlijn (EU) 2016/2341 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) 35

15. Richtlijn (EU) 2019/2034 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen 36

16. Richtlijn (EU) 2019/2162 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties 37

(1)    Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1).
(2)    Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1).
(3)    Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1)
(4)    Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 17.11.2009, blz. 1).
(5)    Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 17.11.2009, blz. 18).
(6)    Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(7)    Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang en tot intrekking van Besluit 2005/909/EG van de Commissie (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 77).
(8)    Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).
(9)    Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).
(10)    Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).
(11)    Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).
(12)    Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 17.11.2009, blz. 98).
(13)    Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1)
(14)    Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1).
(15)    Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).
(16)    Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8).
(17)    Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 1).
(18)    Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1).
(19)    Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van 9.12.2019, blz. 1).
(20)    Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13).
(21)    Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1).
(22)    Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1).
(23)    Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 12).
(24)    Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).
(25)    Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87).
(26)    Richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 17).
(27)    Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
(28)    Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(29)    Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
(30)    Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
(31)    Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(32)    Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
(33)    Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(34)    Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (PB L 26 van 2.2.2016, blz. 19).
(35)    Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).
(36)    Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64).
(37)    Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU (PB L 328 van 18.12.2019, blz. 29).
Top