EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0477

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1091 wat betreft de bijdrage van de Unie aan de geïntegreerde landbouwstatistieken binnen het financieel kader 2021-2027

COM/2021/477 final

Brussel, 12.8.2021

COM(2021) 477 final

2021/0270(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1091 wat betreft de bijdrage van de Unie aan de geïntegreerde landbouwstatistieken binnen het financieel kader 2021‑2027

(Voor de EER relevante tekst)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Verordening (EU) nr. 2018/1091 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken 1 verplicht de lidstaten in 2020, 2023 en 2026 geïntegreerde landbouwenquêtes uit te voeren.

Verordening (EU) 2018/1091 stelt de financiële middelen (d.w.z. de begrotingstoewijzing) vast voor de gehele looptijd van het desbetreffende meerjarig financieel kader (MFK). De verordening bevat een bepaling voor de opstelling van de begroting voor het verzamelen van gegevens voor de in 2023 en 2026 te houden enquêtes. In artikel 14 wordt bepaald dat na de inwerkingtredingsdatum van het MFK voor de periode 2021‑2027, het bedrag voor de periode na 2020 wordt vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad, op voorstel van de Commissie.

De financiële referentie van dit voorstel is Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad 2 waarin het MFK voor 2021‑2027 wordt vastgesteld.

De lidstaten ontvangen een maximale financiële bijdrage van 75 % van de subsidiabele kosten van de EU (met inachtneming van de in artikel 13, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2018/1091 vastgestelde maximumbedragen) in de kosten van de uitvoering van de enquêtes. Het bedrag voor de periode na 2020 moet worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het MFK.

Dit wetgevingsvoorstel voorziet in een begroting van 40 000 000,00 EUR voor de periode 2021‑2027 (waarvan 36 400 000,00 EUR voor subsidies aan nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties).

Overeenkomstig artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1091 moet de financiële bijdrage van de EU voor de in artikel 13, lid 2, bedoelde subsidies worden verstrekt door het Europees Landbouwgarantiefonds uit hoofde van artikel 4, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 of de Verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Samenhang met bestaand beleid op het betrokken gebied

Statistieken moeten betrouwbaar en van hoge kwaliteit zijn om beleidsmakers, bedrijven en het grote publiek zodat beleidsmakers, bedrijven en het algemene publiek de juiste beslissingen op basis van feiten kunnen nemen.

De strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 omvat de volgende hoofddoelstellingen:

·hoogwaardige statistieken produceren, die efficiënt en doeltreffend inspelen op de behoeften van de gebruikers;

·de harmonisatie en de coherentie van de Europese landbouwstatistiek verbeteren.

Dit voorstel heeft als doel, deze doelstellingen rechtstreeks te bereiken.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het verstrekken van kwaliteitsstatistieken ter ondersteuning van het Europees beleid is een hoofddoelstelling voor Europese statistieken in het kader van het programma voor de eengemaakte markt 3 . Milieu- en landbouwstatistieken zijn een van de drie gebieden waarvoor in het kader van het programma statistieken worden verzameld. Er is ook behoefte aan tijdige en relevante gegevens voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

Met dit initiatief wordt deze doelstelling voor de periode 2021‑2026 uitgevoerd.

De Europese landbouwstatistiek zal ook bijdragen aan ten minste twee van de zes prioriteiten van de Commissie-Von der Leyen, namelijk

·een Europese Green Deal met de onderliggende strategieën van boer tot bord en biodiversiteit, en

·een economie die werkt voor de mensen

door betere gegevens te verstrekken voor de beoordeling van de duurzaamheid van de sector, met inbegrip van het milieu, de bevolking, de regio’s en de economie. Landbouwstatistieken kunnen ook van nut zijn voor andere prioriteiten op EU- en nationaal niveau die gevolgen hebben voor of gevolgen ondervinden van landbouw en plattelandsontwikkeling.

Het EU-beleid moet worden ondersteund door kwalitatief hoogwaardige, vergelijkbare en betrouwbare statistische informatie over de economische, sociale, territoriale en milieusituatie in de EU. Europese statistieken kunnen het brede publiek ook helpen het democratische proces te begrijpen en eraan deel te nemen en de huidige stand van zaken en de toekomst van de EU te bespreken. Wat de landbouwstatistieken betreft, ligt de nadruk op het tijdig verstrekken van relevante gegevens voor de behoeften van het GLB, het gemeenschappelijk visserijbeleid en ander beleid op het gebied van milieu, voedselzekerheid en dierenwelzijn.

Landbouwstatistieken verschaffen de hoogwaardige gegevens voor de uitvoering en monitoring van het GLB. Het GLB is een belangrijke motor voor banen en slimme, duurzame en inclusieve groei in de EU. Het plattelandsontwikkelingsbeleid — een integraal onderdeel van het GLB — is gericht op het verbeteren van het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de landbouwproductie in aanvulling op de sociale doelstellingen ervan. Het GLB was goed voor meer dan 37 % van de totale EU-begroting in het kader van het MFK 2014‑2020.

Landbouwstatistieken zijn ook steeds meer nodig voor andere belangrijke beleidsterreinen van de EU, zoals de Europese Green Deal, beleid op het gebied van milieu en klimaatverandering, en handels- sociaal en regionaal beleid.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de Europese statistiek is artikel 338 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het Europees Parlement en de Raad moeten volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aannemen voor de opstelling van statistieken wanneer deze voor de vervulling van de taken van de EU nodig zijn. In artikel 338 VWEU wordt bepaald aan welke eisen Europese statistieken moeten voldoen, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding. Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad 4 stelt een kader vast voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden) 

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Het Europees statistisch systeem ESS biedt een infrastructuur voor statistische informatie. Het systeem is ontworpen om te voldoen aan de behoeften van verschillende gebruikers, ter ondersteuning van de besluitvorming in democratische samenlevingen. Het voorstel voor deze verordening is opgesteld om de kernactiviteiten van ESS-partners te beschermen en tegelijkertijd de kwaliteit en vergelijkbaarheid van landbouwstatistieken beter te waarborgen.

De belangrijkste criteria voor de statistische gegevens zijn onder meer consistentie en vergelijkbaarheid. Lidstaten kunnen de nodige consistentie en vergelijkbaarheid niet in voldoende mate garanderen zonder een duidelijk Europees kader, d.w.z. EU-wetgeving waarin gemeenschappelijke statistische begrippen, rapportageformaten en kwaliteitsvoorschriften worden vastgelegd. De vergelijkbaarheidsvereiste is in verband met het GLB met name belangrijk voor landbouwstatistieken.

De doelstellingen kunnen niet volledig worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen. Op EU-niveau kan effectiever actie worden ondernomen op basis van een rechtshandeling van de EU die garandeert dat de statistische informatie op de in het voorgestelde instrument genoemde gebieden samenhangend en vergelijkbaar zijn. In de tussentijd kan de gegevensverzameling het best door de lidstaten worden uitgevoerd.

Evenredigheid

Dit voorstel voldoet aan het beginsel van evenredigheid, en wel om de volgende redenen:

Het zal de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de Europese sociale statistieken die worden verzameld en opgesteld door dezelfde beginselen toe te passen in de verschillende lidstaten. Het zal ook garanderen dat de Europese sociale statistieken die worden verzameld door middel van steekproeven relevant blijven en worden aangepast aan de behoeften van de gebruikers. De verordening zal de productie van statistieken kosteneffectiever maken en tegelijkertijd de specifieke eigenschappen van de systemen van de lidstaten eerbiedigen.

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt de verordening zich tot het minimum dat nodig is om haar doel te verwezenlijken en gaat zij niet verder.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: Verordening.

Gezien de doelstellingen en de inhoud van het voorstel is een wijziging van de bestaande verordening het meest geschikte instrument.

Belangrijke EU-beleidsgebieden zoals het GLB zijn afhankelijk van vergelijkbare, geharmoniseerde en hoogwaardige landbouwstatistieken op Europees niveau. Dit kan het best worden gewaarborgd door verordeningen, die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten en niet eerst in nationaal recht moeten worden omgezet. Artikel 14 van Verordening (EU) 2018/1091 voorziet reeds in een wijziging.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Uit de evaluatie van het Europees stelsel van landbouwstatistieken voor de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna (SWD (2017) 96 final) bleek dat er behoefte is aan een meer systematische aanpak op dit gebied.

Uit de evaluatie van het systeem van landbouwstatistieken is het volgende gebleken:

·De huidige wetgeving inzake landbouwstatistieken voorziet niet adequaat in nieuwe en opkomende gegevensbehoeften, omdat deze statistieken niet als een vereiste in die wetgeving waren opgenomen. De wetgevingshandelingen zijn ook niet flexibel en geïntegreerd genoeg om snel in te spelen op nieuwe behoeften.

·Het Europees systeem voor landbouwstatistieken is niet flexibel genoeg en speelt niet snel genoeg in op nieuwe behoeften. Dit is deels te wijten aan de aard van het verzamelen van statistische gegevens, maar ook aan de manier waarop de verordeningen zijn opgesteld, en aan het gebrek aan budgettaire en personele middelen.

·De gegevensverzameling is niet geharmoniseerd of coherent genoeg. Dit komt doordat er nieuwe gegevensbehoeften ontstaan, de wetgeving in de loop der jaren afzonderlijk is ontwikkeld en de definities en concepten van landbouwgebieden enigszins verschillen.

·De statistieken zouden efficiënter kunnen worden geproduceerd als de wetgeving wordt aangepast om het gebruik van verschillende informatiebronnen mogelijk te maken en de lidstaten aan de moderne technologie aan te passen.

In het kader van de voorbereiding van Verordening (EU) 2018/1091 is een openbare raadpleging gehouden, waarvan de resultaten in een specifiek verslag zijn opgenomen 5 .

In de daaropvolgende strategie voor de landbouwstatistiek werd geconcludeerd dat landbouwstatistieken moeten worden ontworpen en gebruikt als een systeem, waarbij de onderdelen samen passen en de output belangrijker maken dan de som ervan. Landbouwstatistieken moeten ook naadloos passen in het hele ESS en de gegevensbronnen moeten worden gediversifieerd, waarbij zo mogelijk andere gegevensbronnen worden gebruikt. Informatie- en communicatietechnologie en andere nieuwe technologieën (bv. big data en op onderzoek gebaseerde innovaties) moeten worden geïntegreerd in de gegevensverzameling, en de doeltreffendheid en efficiëntie van gegevensverzamelingsmethoden moeten worden beoordeeld aan de hand van de behoeften aan gegevens en de kwaliteitscriteria, en de bestaande verkokering moet worden doorbroken.

Raadplegingen van belanghebbenden

Eurostat ontwikkelt, produceert en verspreidt Europese landbouwstatistieken door middel van nauwe, gecoördineerde en regelmatige samenwerking binnen het Europees statistisch systeem, voortbouwend op het lange partnerschap met de nationale bureaus voor de statistiek en alle andere relevante instanties.

In het algemeen, en in overeenstemming met de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna, zijn de belangrijkste groepen en individuen die te maken hebben met of betrokken zijn bij Europese landbouwstatistieken: gegevensproducenten (nationale bureaus voor de statistiek, andere nationale instanties en Eurostat); respondenten (landbouwers, landbouwersorganisaties en ondernemingen), en gebruikers (openbare en particuliere besluitvormers, met name andere afdelingen van de Commissie, onderzoekers en journalisten). Deze belanghebbenden zijn uitgebreid geraadpleegd over de problemen waarmee zij worden geconfronteerd, de veranderingen die zij willen zien, hun behoeften aan gegevens en prioriteiten, mogelijke beleidsoplossingen, de effecten van voorgestelde acties en de strategie zelf.

De standpunten van de belanghebbenden zijn verzameld tijdens vergaderingen en seminars van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek (CPSA) en de opvolger daarvan, de Groep van directeuren voor landbouwstatistieken (DGAS) (voor directeuren landbouwstatistiek) waar vaak de diensten van de Commissie, internationale organisaties en landbouworganisaties worden gehoord, vergaderingen van het ESS-comité (voor directeuren-generaal van nationale bureaus voor de statistiek) en geregelde raadplegingen en hoorzittingen (voor afdelingen van de Commissie).

Bij de bovengenoemde evaluatie is rekening gehouden met de resultaten van deze raadplegingen.

Daarnaast werd er een vier weken durende raadpleging over de routekaart voor het voorstel gehouden, op de webpagina “Geef uw mening” van de Europese Commissie.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Ter voorbereiding van Verordening (EU) 2018/1091 heeft Eurostat uitvoerige besprekingen gevoerd over de inhoud van het voorstel met de nationale bureaus voor de statistiek binnen de relevante deskundigengroepen, onder meer op het niveau van de directeuren.

Effectbeoordeling

De Raad voor regelgevingstoetsing heeft een positief advies uitgebracht over een effectbeoordeling van de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna ( SWD (2016)430 ), waarvan de geïntegreerde landbouwstatistieken deel uitmaken 6 .

Statistische wetgeving betreft in eerste instantie de gebruikers van de gegevens op administratief niveau (namelijk de beleidsdiensten van de Commissie), de leveranciers van gegevens (de nationale bureaus voor de statistiek) en de respondenten (landbouwers), dus de rechtstreekse economische, sociale en milieueffecten zijn beperkt. De belangrijkste directe kosten voor de belanghebbenden betreffen de aanpassing aan nieuwe statistische en technische systemen. Op middellange tot lange termijn werd verwacht dat de moderniseringsmaatregelen de administratieve lasten en de kosten enigszins zouden verminderen. De meeste kostenbesparingen zouden het gevolg zijn van de verlaagde dekkingsvereisten van Verordening (EU) 2018/1091. De kosten van het verzamelen van statistieken moeten worden afgewogen tegen de maatschappelijke voordelen ervan, maar ook tegen de kosten die ontstaan wanneer er slechts statistieken van lage kwaliteit of helemaal geen statistieken zijn.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel maakt deel uit van de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna, een belangrijk programma voor de modernisering van de landbouwstatistiek van de EU, dat door de Europese Commissie in nauwe samenwerking met lidstaten wordt geproduceerd. De strategie wordt ondersteund door het Comité voor het Europees statistisch systeem en maakt deel uit van het Refit-programma, dat tot doel heeft het Europees systeem voor landbouwstatistieken (EASS) te stroomlijnen en te verbeteren.

Dit voorstel heeft betrekking op de financiering van geïntegreerde landbouwstatistieken voor 2021‑2027, in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1091.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De financiële gevolgen van het voorstel zijn van beperkte duur en hebben betrekking op de medefinanciering van de verzameling van gegevens over geïntegreerde landbouwstatistieken voor de periode 2021‑2027 (de gegevensverzameling van 2023 en 2026).

In artikel 13 van Verordening (EU) nr. 2018/1091 is de financiële bijdrage van de EU voor de uitvoering van die verordening vastgesteld. Dit voorstel voorziet in een begroting van 40 000 000,00 EUR voor de periode 2021‑2027 (waarvan 36 400 000,00 voor subsidies voor nationale bureaus voor de statistiek).

De financiële bijdrage van de EU voor de in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1091 bedoelde subsidies zal worden verstrekt uit het Europees Landbouwgarantiefonds overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 of de verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

De voorgestelde verordening zal naar verwachting zo spoedig mogelijk door het Europees Parlement en de Raad worden goedgekeurd, en de Commissie zal naar verwachting kort daarna uitvoeringsmaatregelen vaststellen. De verordening zal rechtstreeks van toepassing zijn in alle lidstaten, zonder dat daarvoor een uitvoeringsplan nodig is.

De lidstaten zullen in 2024 en 2027 gegevens aan de Commissie moeten verstrekken.

Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1091 moet de Commissie, na raadpleging van het ESS-comité, uiterlijk op 31 december 2024 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de uitvoering en de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Uitgebreide toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

De voorgestelde wijziging is van toepassing op artikel 13, leden 4, 5 en 7, en artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1091, waarin de aan elke lidstaat toe te wijzen maximumbedragen en het bedrag en de bron van de financiële middelen voor 2021‑2027 worden vastgesteld.

2021/0270 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1091 wat betreft de bijdrage van de Unie aan de geïntegreerde landbouwstatistieken binnen het financieel kader 2021‑2027

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad 7 bepaalt dat de lidstaten in 2023 en 2026 structurele kerngegevens (“kerngegevens”) en modulegegevens over landbouwbedrijven moeten verzamelen en verstrekken.

(2)Voor het uitvoeren van de landbouwstructuurenquêtes en om te voldoen aan de informatiebehoeften van de Unie, is een aanzienlijke hoeveelheid financiële middelen van de lidstaten en de Unie nodig.

(3)De lidstaten ontvangen een maximale financiële bijdrage van de Unie van 75 % in de kosten van de verzamelingen van kerngegevens en modules voor 2023 en 2026, met inachtneming van de in Verordening (EU) 2018/1091 vastgestelde maximumbedragen.

(4)Verordening (EU) 2018/1091 stelt voor de gehele looptijd van het desbetreffende meerjarig financieel kader (MFK) de financiële middelen vast en bevat een bepaling voor de vaststelling van het bedrag dat moet worden toegekend voor verdere gegevensverzamelingen in het kader van het volgende MFK, voor de enquêtes in 2023 en 2026.

(5)Dat volgende MFK voor de jaren 2021‑2027 is vastgesteld bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad 8 .

(6)Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1091 moet het bedrag van de bijdrage van de Unie voor de geïntegreerde landbouwstatistieken in het kader van het MFK voor 2021‑2027 door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld op basis van een voorstel van de Commissie na de inwerkingtredingsdatum van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093.

(7)Het voor de periode 2021‑2027 voorgestelde bedrag dient uitsluitend ter financiering van de landbouwstructuurenquêtes die in 2023 en 2026 zijn uitgevoerd, met inbegrip van de kosten in verband met het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de databanken die de Commissie gebruikt om de door de lidstaten verstrekte gegevens te verwerken.

(8)Bovendien is het, na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, passend de verwijzing naar die voormalige lidstaat te schrappen.

(9)Het Comité voor het Europees statistisch systeem, opgericht bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad 9 , is geraadpleegd.

(10)Verordening (EU) 2018/1091 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2018/1091 wordt als volgt gewijzigd:

1)Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)Lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i)de inleidende zin wordt vervangen door:

“Voor de gecombineerde kosten van de verzamelingen van kerngegevens en modulegegevens voor 2023 en 2026 wordt de financiële bijdrage van de Unie beperkt tot de onderstaande maximumbedragen:”;

ii)punt c) wordt vervangen door:

“c) voor Bulgarije, Duitsland, Hongarije en Portugal elk 2 000 000 EUR;”;

b)lid 5 wordt geschrapt;

c)lid 7 wordt vervangen door:

“7. De financiële bijdrage van de Unie voor de in lid 2 van dit artikel bedoelde subsidies wordt verstrekt door het Europees Landbouwgarantiefonds uit hoofde van artikel 4, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 of een latere verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.”;

2)In artikel 14 wordt lid 1 vervangen door:

“1. De financiële middelen van de Unie voor de uitvoering van het programma van gegevensverzamelingen voor de referentiejaren 2023 en 2026 — met inbegrip van de kredieten die nodig zijn voor het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de databanksystemen die bij de Commissie worden gebruikt voor de verwerking van de door de lidstaten overeenkomstig deze verordening verstrekte gegevens — bedragen 40 000 000 EUR voor de periode 2021‑2027 en vallen onder het MFK 2021‑2027.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

Inhoudsopgave

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Samenhang met bestaand beleid op het betrokken gebied

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Evenredigheid

Keuze van het instrument

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Raadplegingen van belanghebbenden

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Effectbeoordeling

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Grondrechten

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Uitgebreide toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

1.4.4.Prestatie-indicatoren

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico's en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico's te beperken

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met operationele kredieten

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1091 wat betreft de bijdrage van de Unie aan de geïntegreerde landbouwstatistieken binnen het financieel kader 2021‑2027

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) 

Productie van Europese statistieken.

Landbouw en plattelandsontwikkeling.

1.3.Het voorstel/initiatief betreft: 

 een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 10  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

Dit wetgevingsvoorstel voorziet in een begroting van 40 000 000,00 EUR voor de periode 2021‑2027 (waarvan 36 400 000,00 EUR voor subsidies aan nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties).

Statistieken moeten betrouwbaar en van hoge kwaliteit zijn om beleidsmakers, bedrijven en het grote publiek zodat beleidsmakers, bedrijven en het algemene publiek de juiste beslissingen op basis van feiten kunnen nemen. Het onderhavige voorstel heeft betrekking op twee doelstellingen van de strategie voor landbouwstatistieken van 2020:

hoogwaardige statistieken produceren, die efficiënt en doeltreffend inspelen op de behoeften van de gebruikers;

de harmonisatie en de coherentie van de Europese landbouwstatistiek verbeteren.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

Specifieke doelstelling nr. 1

de in 2023 uitgevoerde landbouwstructuurenquêtes financieren, met inbegrip van de kosten in verband met het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de databanken die door de Commissie worden gebruikt om de door de lidstaten verstrekte gegevens voor de referentieperiode 2023 te verwerken en de interoperabiliteit tussen IFS en ILB/FSDN te verbeteren

Specifieke doelstelling nr. 2

de in 2026 uitgevoerde landbouwstructuurenquêtes financieren, met inbegrip van de kosten in verband met het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van de databanken die door de Commissie worden gebruikt om de door de lidstaten verstrekte gegevens voor de referentieperiode 2026 te verwerken en de interoperabiliteit tussen IFS en ILB/FSDN te verbeteren

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

Gevolgen voor nationale bureaus voor de statistiek en andere: Statistische wetgeving betreft in eerste instantie de gebruikers van de gegevens op administratief niveau (namelijk de beleidsdiensten van de Commissie), de leveranciers van gegevens (de nationale bureaus voor de statistiek) en de respondenten (landbouwers), dus de rechtstreekse economische, sociale en milieueffecten zijn beperkt. De belangrijkste directe kosten voor de belanghebbenden betreffen de aanpassing aan nieuwe statistische en technische systemen. Op middellange tot lange termijn wordt verwacht dat de moderniseringsmaatregelen de administratieve lasten en de kosten zullen verminderen.

1.4.4.Prestatie-indicatoren

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

Verordening (EU) 2018/1091 bepaalt dat de lidstaten voor de referentiejaren 2023 en 2026 binnen twaalf maanden na afloop van het betreffende referentiejaar gevalideerde kern- en modulegegevens en een kwaliteitsverslag bij de Commissie (Eurostat) indienen.

Bovendien dient de Commissie uiterlijk op 31 december 2024 en na raadpleging van het ESS-comité, een verslag over de uitvoering en verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening in bij het Europees Parlement en de Raad (art. 18).

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief 

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Het voorstel moet ervoor zorgen dat de lidstaten meer financiële steun krijgen voor het verzamelen van gegevens over de structuur van landbouwbedrijven, door de financiële middelen voor de periode 2021‑2027 vast te stellen.

De financiële bijdrage van de EU om nationale gegevensverzameling van landbouwstatistieken te ondersteunen, blijft naar verwachting op een niveau en in een verhouding vergelijkbaar met de status quo in het nieuwe stelsel, en de nationale uitgaven zullen naar verwachting ook het huidige niveau bereiken. Wanneer de lasten- en kostenbesparingsacties en de verwachte daling van het aantal landbouwbedrijven (op basis van waargenomen trends) volledig worden uitgevoerd, kunnen zij leiden tot een verminderde behoefte aan gegevensverzameling en dus tot een verlaging van het budget.

Verordening (EU) 2018/1091 heeft tot doel de kwaliteit, vergelijkbaarheid en samenhang van de Europese landbouwstatistieken te verbeteren, zodat beleidsmakers, bedrijven en het grote publiek passende beslissingen op basis van feiten kunnen nemen.

Zij heeft betrekking op structurele landbouwstatistieken en neemt de vorm aan van een belangrijke kaderverordening en uitvoeringshandelingen. Als verordening is zij rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten van de EU, terwijl de uitvoeringshandelingen lijsten van variabelen en beschrijvingen en methodologische vereisten voorschrijven. Elke lidstaat zal de variabelen en andere vereisten opnemen in zijn nationale databanken, vragenlijsten, enz. zodra de handelingen zijn vastgesteld.

De landbouwtelling van 2020 is reeds aan de gang. De gegevensverzameling voor 2023 is in voorbereiding en zal worden gevolgd door de gegevensverzameling voor 2026.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Met geïntegreerde landbouwstatistieken (IFS) zullen de EU en haar lidstaten beschikken over hoogwaardige, vergelijkbare en coherente Europese structurele landbouwstatistieken, die een aanvaardbare belasting vormen voor de respondenten en de gegevensproducenten in verhouding tot de voordelen ervan. Empirisch onderbouwde beleidsvorming is van cruciaal belang voor het welslagen van beleid zoals het GLB, en is een belangrijke motor voor banen en slimme, duurzame en inclusieve groei in de EU.

Statistische wetgeving betreft in eerste instantie de gebruikers van de gegevens op administratief niveau (namelijk de beleidsdiensten van de Commissie), de leveranciers van gegevens (de nationale bureaus voor de statistiek) en de respondenten (landbouwers), dus de rechtstreekse economische, sociale en milieueffecten zijn beperkt. De belangrijkste directe kosten voor belanghebbenden hebben betrekking op de aanpassing aan nieuwe statistische, organisatorische en technische systemen, maar die kosten en lasten worden op middellange tot lange termijn terugverdiend doordat de lasten van de gegevensverzameling minder worden en er meer efficiëntie en besparingen worden gerealiseerd.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Europese landbouwstatistieken vormen al decennialang een hoeksteen van het GLB en vele andere belangrijke EU-beleidsterreinen. Verordening (EU) 2018/1091 was bedoeld om in te spelen op veranderingen in de landbouw en om het hoofd te bieden aan de belangrijkste problemen die bij de evaluatie van het Europees systeem voor landbouwstatistieken (EASS) aan het licht zijn gekomen. De geconstateerde problemen waren:

1. de vroegere landbouwstatistiekwetgeving speelde niet adequaat in op de nieuwe en opkomende behoeften aan gegevens;

2. het EASS is niet flexibel genoeg en speelt niet snel genoeg in op opkomende behoeften;

3. het verzamelen van gegevens was niet geharmoniseerd of coherent genoeg;

4. de productie van statistieken was niet efficiënt;

5. de last van het verstrekken van gegevens wordt als hoog ervaren.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Verordening (EU) 2018/1091 maakt deel uit van de strategie van Eurostat voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna, die moet worden aangevuld met statistieken over de input en output van de landbouw (SAIO) en een geactualiseerde verordening inzake landbouwrekeningen (LR). De drie verordeningen hebben een gemeenschappelijk toepassingsgebied en hebben technische en methodologische documentatie gemeenschappelijk. Samen zullen zij alle aspecten van de landbouwstatistiek afdekken.

Belangrijk gemeenschappelijk EU-beleid zoals het GLB, de Europese Green Deal, de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie zijn afhankelijk van vergelijkbare, geharmoniseerde en hoogwaardige landbouwstatistieken op Europees niveau en de verenigbaarheid/complementariteit ervan met verschillende gerelateerde gegevensbronnen, zoals het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen. Dit kan het best worden gewaarborgd door verordeningen, die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten en die niet eerst in nationaal recht moeten worden omgezet.

De onderhavige wijziging is opgenomen in Verordening (EU) 2018/1091 en heeft uitsluitend betrekking op de financiering van de gegevensverzameling voor 2023 en 2026.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

Niet van toepassing

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

 beperkte geldigheidsduur

   van kracht vanaf 01/01/2022 (voorlopig) tot en met 31/12/2027

   financiële gevolgen vanaf 2022 tot en met 2025 voor vastleggingskredieten en vanaf 2024 tot en met 2028 voor betalingskredieten.

 onbeperkte geldigheidsduur

uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 11   

 Direct beheer door de Commissie

door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met lidstaten

 Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

Niet van toepassing

2.BEHEERSMAATREGELEN 

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De subsidieontvangers moeten de verzamelde gegevens en de bijbehorende kwaliteitsverslagen indienen, zoals bepaald in artikel 12 van Verordening (EU) 2018/1091.

Overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2018/1091 moet de Commissie, na raadpleging van het ESS-comité, uiterlijk op 31 december 2024 een verslag over de uitvoering en de verwezenlijking van de doelstellingen van de verordening indienen bij het Europees Parlement en de Raad.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Het Europees statistisch systeem ESS biedt een infrastructuur voor statistische informatie. Het systeem is ontworpen om te voldoen aan de behoeften van verschillende gebruikers, ter ondersteuning van de besluitvorming in democratische samenlevingen. Het voorstel voor deze verordening is opgesteld om de kernactiviteiten van ESS-partners te beschermen en tegelijkertijd de kwaliteit en vergelijkbaarheid van landbouwstatistieken beter te waarborgen.

De belangrijkste criteria voor de statistische gegevens zijn onder meer consistentie en vergelijkbaarheid. Lidstaten kunnen de nodige samenhang en vergelijkbaarheid niet in voldoende mate garanderen zonder een duidelijk Europees kader, d.w.z. EU-wetgeving waarin gemeenschappelijke statistische begrippen, rapportageformaten en kwaliteitsvoorschriften worden vastgelegd.

De doelstellingen kunnen niet volledig worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen. Op EU-niveau kan effectiever actie worden ondernomen op basis van een rechtshandeling van de EU die garandeert dat de statistische informatie op de in het voorgestelde instrument genoemde gebieden samenhangend en vergelijkbaar zijn. In de tussentijd kan de gegevensverzameling het best door de lidstaten worden uitgevoerd.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico's en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico's te beperken

Tot de geïdentificeerde risico’s behoren een minderwaardige kwaliteit van de gegevens en te late indiening van gegevens.

Deze zouden worden beperkt door technische en methodologische documentatie en richtsnoeren vooraf aan de lidstaten toe te zenden, geautomatiseerde gegevenscontroles, toezicht op de naleving van de termijnen en onderzoek van kwaliteitsverslagen voor elke enquête.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting). 

Ambtenaren van de Commissie zullen in het kader van hun reguliere taken controles verrichten om de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de gegevens te beoordelen. Het verwachte foutenrisico is laag, aangezien de gegevensverzameling in landbouwstatistieken sinds de jaren 1950 in goede samenwerking met de lidstaten is uitgevoerd en de bestaande systemen zijn gemoderniseerd in overeenstemming met de meest recente technische normen.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

In aanvulling op de regelgevende controles zal Eurostat een fraudebestrijdingsstrategie toepassen in overeenstemming met de algemene fraudebestrijdingsmaatregelen van de Commissie. Dit zorgt ervoor dat de benadering van frauderisicobeheer erop gericht is risicogebieden voor fraude op te merken en daar passend op te reageren. Zo nodig worden netwerken en specifieke IT-instrumenten voor het onderzoeken van potentiële fraudegevallen opgezet.

Eurostat heeft een controlestrategie ontwikkeld om de uitgaven van de lidstaten voor gegevensverzameling te begeleiden, met maatregelen en instrumenten die geschikt zijn voor de voorgestelde verordening. Het verminderen van de complexiteit, het toepassen van kosteneffectieve toezichtprocedures en het uitvoeren van op risico gebaseerde voorlopige en definitieve controles moeten fraude helpen terugdringen en voorkomen. De strategie omvat ook bewustmakingsmaatregelen en opleidingen in fraudepreventie.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
krediet

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK 12

van EVA-landen 13

van kandidaat-lidstaten 14

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

3

08.02 06 03 – Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

Versch–il

NEE

NEE

NEE

NEE

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
krediet

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader

3

08.02 06 03 – Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

DG: AGRI

Jaar 
2021 15

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

Na 2027

TOTAAL

•Beleidskredieten

08.02 06 03 16

Vastleggingen

(1a)

20 000

20 000

40 000

Betalingen

(2 a)

9 100

1 800

18 200

1 800

9 100

40 000

Begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1b)

Betalingen

(2b)

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 17  

Begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten 
voor DG AGRI

Vastleggingen

=1a+1b +3

20 000

20 000

40 000

Betalingen

=2a+2b

+3

9 100

1 800

18 200

1 800

9 100

40 000

 



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

20 000

20 000

40 000

Betalingen

(5)

9 100

1 800

18 200

1 800

9 100

40 000

• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 3 
van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

20 000

20 000

40 000

Betalingen

=5+ 6

9 100

1 800

18 200

1 800

9 100

40 000

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere beleidsrubrieken, herhaal bovenstaand deel:

• TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)

Vastleggingen

(4)

Betalingen

(5)

TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken)

(6)

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEKEN 1 t/m 6 
van het meerjarige financiële kader 
(referentiebedrag)

Vastleggingen

=4+ 6

Betalingen

=5+ 6





Rubriek van het meerjarig financieel
kader

7

“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar 
2021

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

DG: ESTAT

• Personele middelen

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

5,426

• Andere administratieve uitgaven

0,030

0,530

0,280

0,280

0,280

0,280

0,030

0,210

TOTAAL DG ESTAT

Kredieten

0,805

1,305

1,055

1,055

1,055

1,055

0,805

5,636

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 7 
van het meerjarige financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

0,805

1,305

1,055

1,055

1,055

1,055

0,805

5,636

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar 
2021 18

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEKEN 1 t/m 7 
van het meerjarige financiële kader 

Vastleggingen

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

5,426

Betalingen

0,030

0,530

0,280

0,280

0,280

0,280

0,030

0,210

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met operationele kredieten 

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar 
2021

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Na 
2027

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 19

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 20 : IFS2023

- Output

gegevens

9 100

9 100

18 200

- Output

ander

1 800

1 800

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

9 100

1 800

9 100

20 000

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2

IFS2026

- Output

gegevens

9 100

9 100

18 200

- Output

ander

1 800

1 800

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

9 100

1 800

9 100

20 000

TOTAAL

9 100

1 800

18 200

1 800

9 100

40 000

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar 
2021 21

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarige financiële kader

7

7

7

7

7

7

7

7

Personele middelen

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

0,775

5,426

Andere administratieve uitgaven

0,030

0,530

0,280

0,280

0,280

0,280

0,030

1,710

Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarige financiële kader

0,805

1,305

1,055

1,055

1,055

1,055

0,805

7,136

Buiten RUBRIEK 7 22  
of the multiannual financial framework

Personele middelen

Andere administratieve
uitgavene

Subtotaal
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarige financiële kader

TOTAAL

0,805

1,305

1,055

1,055

1,055

1,055

0,805

7,136

De benodigde kredieten voor personele middelen en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.1.Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar 
2021

Jaar 
2022

Jaar 2023

Jaar 2024

Jaar 2025

Jaar 2026

Jaar 2027

•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 (Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01  (Onderzoek door derden)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 23

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

XX 01 xx yy zz   24

- zetel

- delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

De uit te voeren taken omvatten:

- beheer van subsidies in verband met het initiatief

- validatie van gegevens

- ondersteuning en methodologische werkzaamheden

- analyse van verslagen

- verspreiding van de gegevens

Extern personeel

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader 

Het voorstel/initiatief:

   kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Verstrek een Excel-tabel in het geval van een omvangrijke herprogrammeringsexercitie.

   hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

   hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.2.5.Bijdragen van derden 

Het voorstel/initiatief:

   voorziet niet in medefinanciering door derden

   voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 25

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten

 

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 26

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Niet van toepassing

Andere opmerkingen (bijv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

Niet van toepassing

(1)    Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).
(2)

   Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021‑2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).

(3)

   Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014, en (EU) nr. 652/2014. (PB L 153 van 3.5.2021, blz. 1.).

(4)    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(5)    Website van de openbare raadpleging van Eurostat: http://ec.europa.eu/eurostat/about/opportunities/consultations/eass    Verslag over de openbare raadpleging:     http://ec.europa.eu/eurostat/documents/10186/6937766/Agricultural-Statistics-Strategy-2020-Report.docx .
(6)     Impact assessment , Impact assessment summary , Regulatory Scrutiny Board Opinion (alleen beschikbaar in het Engels).
(7)

   Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).

(8)

   Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021‑2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).

(9)    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(10)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(11)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(12)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(13)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(14)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(15)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(16)    Volgens de officiële begrotingsnomenclatuur.
(17)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(18)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(19)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(20)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)…”.
(21)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(22)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(23)    AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Jeune Professionnel en Délégation (jonge professional in delegaties).
(24)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(25)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(26)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
Top