This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52021AR0718
Opinion of the European Committee of the Regions – Proposal for a Regulation establishing the Brexit Adjustment Reserve
Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voorstel voor een verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit
Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voorstel voor een verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit
COR 2021/00718
PB C 175 van 7.5.2021, p. 69–88
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.5.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 175/69 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voorstel voor een verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit
(2021/C 175/07)
|
I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN
Wijzigingsvoorstel 1
Overweging 1
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“Euratom”), hierna samen “de Unie” genoemd, verlaten, en is een overgangsperiode ingegaan. Die in de tijd beperkte overgangsperiode is overeengekomen in het kader van het terugtrekkingsakkoord (1) en loopt tot en met 31 december 2020. Tijdens de overgangsperiode zijn de Unie en het Verenigd Koninkrijk formele onderhandelingen over hun toekomstige betrekkingen begonnen. |
Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“Euratom”), hierna samen “de Unie” genoemd, verlaten, en is een overgangsperiode ingegaan. Die in de tijd beperkte overgangsperiode is overeengekomen in het kader van het terugtrekkingsakkoord (1) en is geëindigd op 31 december 2020. Tijdens de overgangsperiode zijn de Unie en het Verenigd Koninkrijk formele onderhandelingen over hun toekomstige betrekkingen begonnen. |
Wijzigingsvoorstel 2
Een overweging 2 bis invoegen
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
Op 24 december 2020 hebben de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk geleid tot de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (hierna “handels- en samenwerkingsovereenkomst” genoemd) (1), waarin hun toekomstige betrekkingen worden vastgelegd en die voorlopig in werking is getreden op 1 januari 2021. De tenuitvoerlegging van de handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet voor de visserijcomponent in een overgangsperiode van vijf en een half jaar, eindigend op 30 juni 2026, waarin de visserijactiviteit in de Britse wateren wordt afgebouwd. Dit zal naar verwachting ingrijpende veranderingen voor de hele waardeketen in de visserij en de structurering van de kusteconomie van sommige regio’s met zich meebrengen. |
Wijzigingsvoorstel 3
Overweging 3
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De Unie verbindt zich ertoe de economische gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie te verzachten en solidariteit te betonen met alle lidstaten , met name de lidstaten die in deze uitzonderlijke omstandigheden het zwaarst getroffen zijn. |
De Unie verbindt zich ertoe de negatieve economische en sociale gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie te verzachten en solidariteit te betonen met alle lidstaten en alle regio’s en economische sectoren die in deze uitzonderlijke omstandigheden getroffen zijn. |
Wijzigingsvoorstel 4
Overweging 5
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Om bij te dragen tot economische, sociale en territoriale samenhang is het passend dat de lidstaten zich bij het opzetten van steunmaatregelen met name richten op de regio’s, gebieden en lokale gemeenschappen, met inbegrip van die welke afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, die naar verwachting het zwaarst door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zullen worden getroffen. Het is mogelijk dat de lidstaten specifieke maatregelen moeten nemen om met name bedrijven en economische sectoren te ondersteunen die nadeel ondervinden van de terugtrekking. Daarom is het passend een niet-uitputtende lijst op te stellen van het soort maatregelen dat met de meeste waarschijnlijkheid deze doelstelling zal verwezenlijken. |
Om bij te dragen tot economische, sociale en territoriale samenhang is het passend dat de lidstaten zich bij het opzetten van steunmaatregelen met name richten op de regio’s, gebieden en lokale gemeenschappen, met inbegrip van die welke afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, die naar verwachting het zwaarst door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zullen worden getroffen , waarbij zorg wordt gedragen voor een evenwichtige verdeling over alle getroffen regio’s . Het is mogelijk dat de lidstaten specifieke maatregelen moeten nemen om met name bedrijven en economische sectoren te ondersteunen die nadeel ondervinden van de terugtrekking. Daarom is het passend een niet-uitputtende lijst op te stellen van het soort maatregelen dat met de meeste waarschijnlijkheid deze doelstelling zal verwezenlijken. |
Wijzigingsvoorstel 5
Overweging 5
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
Bepaalde economische sectoren verkeren in een bijzonder kwetsbare positie. In sommige gebieden, die sterk afhankelijk zijn van de Britse klandizie, valt een forse afname van de toeristische activiteiten te verwachten. Door de regels inzake het verblijf van burgers kunnen van oudsher bestaande verkeers- en handelsstromen tussen gebieden alsook het demografische evenwicht in bepaalde gebieden worden aangetast. Handelsactiviteiten worden beïnvloed door het vermogen van bedrijven en waardeketens om te voldoen aan de nieuwe eisen die in de overeenkomst zijn vastgelegd. In bepaalde sectoren, zoals sectoren waar dagverse producten in omgaan, zijn de gevolgen van de brexit al zichtbaar. Vaak is dat echter nog niet het geval omdat de gevolgen nog gemaskeerd worden door de gezondheidssituatie in verband met COVID-19 of doordat nog niet alle bepalingen worden toegepast. |
Wijzigingsvoorstel 6
Overweging 6
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Tegelijkertijd is het belangrijk om de uitsluitingen van steun uit de reserve duidelijk te vermelden. Belasting over de toegevoegde waarde moet van steun uit de reserve worden uitgesloten, aangezien het gaat om inkomsten van de lidstaten die de daarmee gepaard gaande kosten voor de begroting van de lidstaat compenseren. Om het gebruik van beperkte middelen zo efficiënt mogelijk te concentreren, mag technische bijstand die is geleverd aan de organen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de reserve, niet in aanmerking komen voor steun uit de reserve. Overeenkomstig de algemene aanpak voor het cohesiebeleid mogen uitgaven die verband houden met verplaatsingen of die strijdig zijn met het toepasselijke Unierecht of nationaal recht, niet worden ondersteund. |
Tegelijkertijd is het belangrijk om de uitsluitingen van steun uit de reserve duidelijk te vermelden. Belasting over de toegevoegde waarde moet van steun uit de reserve worden uitgesloten, tenzij zij niet terugvorderbaar is volgens de nationale btw-wetgeving, aangezien het bij de btw gaat om inkomsten van de lidstaten die de daarmee gepaard gaande kosten voor de begroting van de lidstaat compenseren. Overeenkomstig de algemene aanpak voor het cohesiebeleid mogen uitgaven die verband houden met verplaatsingen of die strijdig zijn met het toepasselijke Unierecht of nationaal recht, niet worden ondersteund. |
Wijzigingsvoorstel 7
Overweging 14
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Uit hoofde van de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 moet de reserve worden geëvalueerd op basis van gegevens die zijn verzameld op grond van specifieke monitoringvoorschriften, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, moeten worden vermeden. Deze voorschriften moeten in voorkomend geval meetbare indicatoren omvatten als basis voor de evaluatie van de reserve. |
Uit hoofde van de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 moet de reserve worden geëvalueerd op basis van gegevens die zijn verzameld op grond van specifieke monitoringvoorschriften, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten en voor de lokale en regionale autoriteiten , moeten worden vermeden. Deze voorschriften moeten in voorkomend geval meetbare indicatoren omvatten als basis voor de evaluatie van de reserve. |
Wijzigingsvoorstel 8
Overweging 15
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Om een gelijke behandeling van alle lidstaten en een consistente beoordeling van de aanvragen te waarborgen, moet de Commissie de aanvragen als pakket beoordelen. Daarbij moet zij met name de subsidiabiliteit en de correctheid van de gedeclareerde uitgaven, het rechtstreekse verband tussen de uitgaven en de maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de terugtrekking aan te pakken en de maatregelen die de betrokken lidstaat heeft genomen om dubbele financiering te voorkomen, verifiëren. Na de beoordeling van de aanvragen van een financiële bijdrage uit de reserve moet de Commissie de betaalde voorfinanciering vereffenen en de ongebruikte bedragen terugvorderen. Om de steun te concentreren op de lidstaten die het zwaarst door de terugtrekking worden getroffen, moet, wanneer de door de Commissie als subsidiabel aanvaarde uitgaven in de betrokken lidstaat het als voorfinanciering betaalde bedrag en 0,06 % van het nominale bruto nationaal inkomen (bni) voor 2021 van de betrokken lidstaat overschrijdt, een verdere toewijzing uit de reserve aan die lidstaat mogelijk zijn binnen de grenzen van de beschikbare financiële middelen. Gezien de omvang van de te verwachten economische schok moet de mogelijkheid worden geboden om de van de voorfinanciering teruggevorderde bedragen te gebruiken voor de terugbetaling van extra uitgaven van de lidstaten. |
Om een gelijke behandeling van alle lidstaten en een consistente beoordeling van de aanvragen te waarborgen, moet de Commissie de aanvragen als pakket beoordelen. Daarbij moet zij met name de subsidiabiliteit en de correctheid van de gedeclareerde uitgaven, het rechtstreekse verband tussen de uitgaven en de maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de terugtrekking aan te pakken en de maatregelen die de betrokken lidstaat heeft genomen om dubbele financiering te voorkomen, verifiëren. Voorts moet worden toegezien op de sectorale en geografische uitsplitsing van de uitgaven op NUTS 2-niveau, waarbij ook moet worden gekeken naar de ultraperifere gebieden. Na de beoordeling van de aanvragen van een financiële bijdrage uit de reserve moet de Commissie de betaalde voorfinanciering vereffenen en de ongebruikte bedragen terugvorderen. Om de steun te concentreren op de lidstaten die het zwaarst door de terugtrekking worden getroffen, moet, wanneer de door de Commissie als subsidiabel aanvaarde uitgaven in de betrokken lidstaat het als voorfinanciering betaalde bedrag en 0,06 % van het nominale bruto nationaal inkomen (bni) voor 2021 van de betrokken lidstaat overschrijdt, een verdere toewijzing uit de reserve aan die lidstaat mogelijk zijn binnen de grenzen van de beschikbare financiële middelen. Gezien de omvang van de te verwachten economische schok moet de mogelijkheid worden geboden om de van de voorfinanciering teruggevorderde bedragen te gebruiken voor de terugbetaling van extra uitgaven van de lidstaten. |
Wijzigingsvoorstel 9
Overweging 16
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Om de deugdelijke werking van het gedeeld beheer te waarborgen, moeten de lidstaten een beheers- en controlesysteem opzetten, de organen die voor het beheer van de reserve verantwoordelijk zijn en een afzonderlijk onafhankelijk auditorgaan aanwijzen en de Commissie daarvan in kennis stellen. Om redenen van vereenvoudiging kunnen de lidstaten gebruikmaken van bestaande organen die zijn aangewezen en systemen die zijn opgezet voor het beheer en de controle van financiering in het kader van het cohesiebeleid of het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. Het is noodzakelijk de verantwoordelijkheden van de lidstaten nader te omschrijven en de specifieke vereisten voor de aangewezen organen vast te stellen. |
Om de deugdelijke werking van het gedeeld beheer te waarborgen, moeten de lidstaten een beheers- en controlesysteem opzetten, de organen die op nationaal of regionaal niveau voor het beheer van de reserve verantwoordelijk zijn en een afzonderlijk onafhankelijk auditorgaan aanwijzen en de Commissie daarvan in kennis stellen. Om redenen van vereenvoudiging zouden de lidstaten gebruik moeten maken van bestaande organen die zijn aangewezen en systemen die zijn opgezet voor het beheer en de controle van financiering in het kader van het cohesiebeleid of het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. Het is noodzakelijk de verantwoordelijkheden van de lidstaten nader te omschrijven en de specifieke vereisten voor de aangewezen organen vast te stellen. De lidstaten zorgen ervoor dat de relevante lokale en regionale autoriteiten worden betrokken bij de tenuitvoerlegging en monitoring van het fonds, met name via de toezichthoudende instanties als zij daar nog geen lid van zijn. |
Wijzigingsvoorstel 10
Overweging 19
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 11
Artikel 2
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 12
Artikel 4
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||
1. Alle lidstaten komen in aanmerking voor steun uit de reserve. |
1. Alle lidstaten komen in aanmerking voor steun uit de reserve. |
||||||||
2. De maximale middelen voor de reserve bedragen 5 370 994 000 EUR in lopende prijzen. |
2. De maximale middelen voor de reserve bedragen 6 370 994 000 EUR in lopende prijzen. |
||||||||
3. De in lid 2 genoemde middelen worden als volgt toegewezen: |
3. De in lid 2 genoemde middelen worden als volgt toegewezen: |
||||||||
|
|
||||||||
De in de eerste alinea, punt a), van dit lid bedoelde bedragen worden beschouwd als voorfinanciering in de zin van artikel 115, lid 2, punt b), i), van het Financieel Reglement. |
De in de eerste alinea, punt a), van dit lid bedoelde bedragen worden beschouwd als voorfinanciering in de zin van artikel 115, lid 2, punt b), i), van het Financieel Reglement. |
||||||||
|
4. De op basis van het visserijcriterium en als voorfinanciering toegewezen middelen (bijlage I, punt 2) worden uitsluitend gebruikt voor maatregelen ter ondersteuning van lokale en regionale ondernemingen en gemeenschappen die afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren die tot de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninkrijk behoren, zoals bepaald in artikel 5, lid 1, onder c). 5. Bij de vaststelling van de steunmaatregelen die worden gefinancierd met de op grond van het criterium van het handelsverkeer met het Verenigd Koninkrijk toegewezen middelen (bijlage I, punt 2) houden de lidstaten rekening met het relatieve belang van de nettohandel voor elke regio (NUTS 2). Deze handel omvat in ieder geval toeristische diensten. |
Wijzigingsvoorstel 13
Een artikel 4 bis invoegen
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
Raadplegingsproces 1. Elke lidstaat brengt overeenkomstig het nationale rechtskader een dialoog op meerdere niveaus tot stand, onder meer ten minste met de lokale en regionale autoriteiten in de zwaarst getroffen gebieden. Dit raadplegingsproces is gebaseerd op het partnerschapsbeginsel in kader van het cohesiebeleid en heeft betrekking op de vaststelling en uitvoering van de door de reserve ondersteunde maatregelen. 2. De wijze waarop de lokale en regionale autoriteiten geraadpleegd en betrokken worden, zal door de lidstaat worden aangegeven in [nieuwe bijlage IV]. |
Motivering
Een raadplegingsproces dient een essentieel onderdeel te zijn van de besluitvorming over de toewijzing van de middelen. De lokale en regionale overheden moeten worden betrokken bij het raadplegingsproces, in overeenstemming met de procedures in het kader van het cohesiebeleid.
Wijzigingsvoorstel 14
Artikel 5, lid 1
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||||||
Subsidiabiliteit |
Subsidiabiliteit |
||||||||||||||
1. De financiële bijdrage uit de reserve ondersteunt alleen de overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met maatregelen die de lidstaten specifiek hebben genomen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen, en kan met name dienen ter dekking van: |
1. De financiële bijdrage uit de reserve ondersteunt alleen de overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met maatregelen die de lidstaten specifiek hebben genomen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen, en kan met name dienen ter dekking van: |
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 15
Artikel 5, lid 2
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. De uitgaven zijn subsidiabel indien zij tijdens de referentieperiode zijn gedaan en betaald voor maatregelen die in de betrokken lidstaat of ten behoeve van de betrokken lidstaat worden uitgevoerd. |
2. De uitgaven zijn subsidiabel indien zij tijdens de referentieperiode zijn gedaan en betaald voor maatregelen die in de getroffen regio’s en sectoren van de betrokken lidstaat worden uitgevoerd. |
Wijzigingsvoorstel 16
Artikel 5, lid 3
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Bij het ontwerpen van steunmaatregelen houden de lidstaten rekening met de uiteenlopende gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie voor de verschillende regio’s en lokale gemeenschappen en concentreren zij de steun uit de reserve in voorkomend geval op de zwaarst getroffen gebieden. |
Bij het ontwerpen van steunmaatregelen houden de lidstaten rekening met de uiteenlopende gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie voor de verschillende regio’s en lokale gemeenschappen en concentreren zij de steun uit de reserve in voorkomend geval op de zwaarst getroffen gebieden , waarbij zorg wordt gedragen voor een evenwichtige verdeling van middelen gebaseerd op de economische impact op elke regio . |
Motivering
Dit wijzigingsvoorstel heeft als doel ervoor te zorgen dat bij de toewijzing van de middelen van de reserve rekening wordt gehouden met de economische impact van de brexit op elke getroffen regio en de middelen evenwichtig worden verdeeld op basis van de daadwerkelijke economische schade.
Wijzigingsvoorstel 17
Artikel 5, lid 4
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De in lid 1 genoemde maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht. |
De in lid 1 bedoelde maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht , behoudens de in artikel [nieuw artikel 6] bedoelde uitzonderingen . |
Wijzigingsvoorstel 18
Artikel 5, lid 5
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Voor op grond van lid 1 subsidiabele maatregelen kan steun uit andere programma’s en instrumenten van de Unie worden ontvangen, voor zover deze steun niet dezelfde kosten dekt. |
Voor op grond van lid 1 subsidiabele maatregelen kan steun uit andere programma’s en instrumenten van de Unie worden ontvangen, voor zover deze steun niet dezelfde kosten dekt. De betrokken regionale en lokale autoriteiten die de taken van beheersautoriteit of intermediaire instantie bij de toewijzing van Europese middelen verrichten, worden volledig betrokken en geraadpleegd in het kader van de werkzaamheden om overlappingen bij de financiering te voorkomen. Over de keuze om de structuurfondsen in plaats van de reserve in te zetten wordt overleg gevoerd met de betrokken actoren gezien de gevolgen die dit kan hebben voor de uitvoering van andere Europese en financieringsprogramma’s. |
Wijzigingsvoorstel 19
Artikel 5 bis invoegen
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
Staatssteun 1. Voor de visserijsector en de primaire productie van landbouwproducten zijn de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van deze verordening en binnen de werkingssfeer van artikel 42 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voor steun die tijdens de referentieperiode strikt uit hoofde van artikel 5 wordt verleend. 2. Nationale bepalingen voor overheidsfinanciering die verder reiken dan de bepalingen van deze verordening voor de in lid 1 bedoelde betalingen, worden op basis van de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als één geheel beoordeeld. |
Wijzigingsvoorstel 20
Artikel 6
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Uitsluiting van steun |
Uitsluiting van steun |
||||
Uit de reserve wordt geen steun verleend aan: |
Uit de reserve wordt geen steun verleend aan: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 21
Artikel 7, lid 5
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
In afwijking van artikel 12 van het Financieel Reglement worden ongebruikte vastleggings- en betalingskredieten uit hoofde van deze verordening automatisch overgedragen en kunnen zij worden gebruikt tot en met 31 december 2025 . De overgedragen kredieten worden als eerste in het volgende begrotingsjaar gebruikt. |
In afwijking van artikel 12 van het Financieel Reglement worden ongebruikte vastleggings- en betalingskredieten uit hoofde van deze verordening automatisch overgedragen en kunnen zij worden gebruikt tot en met 31 december 2026 . De overgedragen kredieten worden als eerste in het volgende begrotingsjaar gebruikt. |
Wijzigingsvoorstel 22
Artikel 8, lid 3
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De Commissie keert de voorfinanciering binnen 60 dagen na de datum van vaststelling van de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandeling uit. De voorfinanciering wordt vereffend overeenkomstig artikel 11. |
De Commissie keert de voorfinanciering binnen 45 dagen na de datum van vaststelling van de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandeling uit. De voorfinanciering wordt vereffend overeenkomstig artikel 11. |
Wijzigingsvoorstel 23
Artikel 10, lid 1
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De aanvraag is gebaseerd op het model in bijlage II. Zij bevat informatie over de totale overheidsuitgaven die de lidstaten hebben gedaan en betaald en over de waarden van de outputindicatoren voor de ondersteunde maatregelen. Zij gaat vergezeld van de in artikel 63, leden 5, 6 en 7, van het Financieel Reglement bedoelde documenten en van een uitvoeringsverslag. |
De aanvraag is gebaseerd op het model in bijlage II. Zij bevat informatie over de totale overheidsuitgaven die de lidstaten hebben gedaan en betaald , met inbegrip van de territoriale uitsplitsing van de uitgaven op NUTS 2-niveau, en over de waarden van de outputindicatoren voor de ondersteunde maatregelen. Zij gaat vergezeld van de in artikel 63, leden 5, 6 en 7, van het Financieel Reglement bedoelde documenten en van een uitvoeringsverslag. |
Wijzigingsvoorstel 24
Artikel 10, lid 2
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
2. Het verslag over de uitvoering van de reserve omvat: |
2. Het verslag over de uitvoering van de reserve omvat: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 25
Artikel 13, lid 1
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Beheer en controle |
Beheer en controle |
||||
1. De lidstaten nemen, wanneer zij taken met betrekking tot de uitvoering van de reserve uitoefenen, alle nodige maatregelen, met inbegrip van wetgevende, regelgevende, en administratieve maatregelen, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name door: |
1. De lidstaten nemen, wanneer zij taken met betrekking tot de uitvoering van de reserve uitoefenen, alle nodige maatregelen, met inbegrip van wetgevende, regelgevende, en administratieve maatregelen, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name door: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
[…] |
[…] |
Wijzigingsvoorstel 26
Artikel 13, lid 3
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Het orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve: |
Het orgaan of de organen dat /die verantwoordelijk is /zijn voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 27
Artikel 16, lid 2
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. De Commissie dient uiterlijk op 30 juni 2027 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van de reserve. |
2. De Commissie dient uiterlijk op 30 juni 2027 bij het Europees Parlement, de Raad , het Europees Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de uitvoering van de reserve. |
Wijzigingsvoorstel 28
Bijlage I (3)
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 29
Toevoeging van bijlage III bis
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
II. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S
1. |
is ingenomen met de instelling van een reserve voor aanpassing aan de brexit (“de reserve”), die bedoeld is om de territoriale gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te verzachten. Met de reserve wordt concreet uiting gegeven aan de solidariteit binnen de EU en wordt beoogd bij te dragen tot economische, sociale en territoriale samenhang, zoals blijkt uit de rechtsgrondslag (artikel 175 VWEU) van het Commissievoorstel. |
2. |
Met de sluiting van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK hebben de brexitonderhandelingen een positief resultaat opgeleverd. Dit neemt echter niet weg dat het nieuwe kader voor de betrekkingen met het VK ingrijpende territoriale gevolgen heeft. Omdat de handels- en samenwerkingsovereenkomst niet volledig neerkomt op een vrijhandelsovereenkomst zullen veel Europese regio’s de economische en sociale gevolgen van de brexit nog altijd aan den lijve ondervinden. De weerslag is vooral groot voor regio’s die nabij het VK zijn gelegen of zeer nauwe betrekkingen met Britse partners onderhouden. Lokale en regionale overheden, economische actoren, zoals de toeristische sector, onderwijs- en onderzoekssectoren, maar ook burgers en het maatschappelijk middenveld worden geconfronteerd met de consequenties van nieuwe grenzen, nieuwe administratieve procedures, complexere waardeketens en stopzetting van samenwerkingsprogramma’s. |
3. |
De handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft ook concrete geopolitieke gevolgen voor lokale en regionale overheden langs de nieuwe buitengrenzen van de EU. Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) is dan ook zeer te spreken over het feit dat maatregelen om de controles en het personen- en goederenverkeer vlotter te laten verlopen voor steun in aanmerking komen. De lokale en regionale investeringen in controles die in deze nieuwe grensregio’s worden gedaan, zijn in het belang van de bescherming van alle Europese burgers binnen die nieuwe buitengrenzen van de EU. Het CvdR verzoekt het Europees Parlement en de Raad om een billijke minimumsteundrempel voor deze regio’s vast te stellen. |
4. |
In samenhang met zijn verzoek om de in de reserve voorziene subsidiabiliteitsperiode te verlengen dringt het CvdR erop aan dat de aanvullende bedragen die in overeenstemming met artikel 11 in de tweede fase ter beschikking worden gesteld, met 1 miljard EUR worden verhoogd om beter tegemoet te kunnen komen aan de behoeften op middellange termijn. |
5. |
De sector visserij en visserijproducten, waarvoor een overgangsperiode van vijf en een half jaar geldt, verkeert in een zeer kwetsbare positie. Niet alleen moet de visserijsector het hoofd bieden aan de nieuwe beperkingen die voor alle Europese sectoren gelden, maar ook dreigt een hele tak van activiteiten direct in gevaar te komen. Indexering op lidstaatniveau is hier uit den boze: de beoordeling van de gevolgen dient zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de werkelijke situatie op regionaal niveau. Het is zaak te komen tot een eerlijkere verdeling van de financiële middelen tussen de getroffen Europese regio’s, ongeacht de grootte van de lidstaat. |
6. |
De lokale en regionale overheden moeten centraal komen te staan bij de invoering van dit nieuwe financieringsinstrument. Het CvdR pleit voor invoering van criteria op basis waarvan rekening gehouden wordt met de mate waarin regio’s getroffen worden, en voor een eerlijke verdeling van de middelen op basis van de omvang van de economische impact op elke regio. Zoals uit onderzoek van het CvdR naar de gevolgen van de brexit is gebleken, is niet te zien hoe groot de impact op zeer lokale schaal is als alleen naar de effecten op nationaal niveau wordt gekeken. De lokale overheden moeten worden betrokken bij het beoordelen van de gevolgen en het uitwerken van maatregelen. Dit is des te belangrijker omdat het, afhankelijk van hun bevoegdheden, aan de lokale en regionale overheden is om zelf bepaalde maatregelen voor te financieren, territoriale strategieën te ontwikkelen om de gevolgen van de brexit te verlichten en een deel van de EU-middelen die zij in beheer hebben, in te zetten. Door de lokale en regionale overheden bij de reserve te betrekken kunnen de maatregelen beter worden afgestemd op de behoeften en kunnen de middelen efficiënter worden ingezet. |
7. |
Het CvdR wijst erop dat regio’s in een kwetsbare situatie terecht zijn gekomen doordat er minder mogelijkheden zijn om handel te drijven met het VK en doordat de handels- en samenwerkingsovereenkomst niet volledig neerkomt op een vrijhandelsovereenkomst. De impact hiervan treft een breed scala aan sectoren en doorkruist hele waardeketens, bijvoorbeeld in het toerisme, de horeca en de agrovoedingssector, met als gevolg dat er banen verloren gaan. Het CvdR acht het waarschijnlijk dat gemeenschappen in de verschillende regio’s nog lang gebukt zullen gaan onder de sociaal-economische gevolgen. Hier moet dan ook onmiddellijk iets aan worden gedaan. Het CvdR wijst er voorts op dat de reserve het enige financieringsinstrument van de EU is dat is gericht op lidstaten, regio’s en sectoren die te lijden hebben onder de negatieve gevolgen van de brexit. |
8. |
Bovendien moet de subsidiabiliteitsperiode verlengd worden tot juni 2026; er zijn geen middelen voorzien om de gevolgen van de brexit vanaf 2023 te verzachten, en de Europese solidariteit mag niet beperkt blijven tot 2021 en 2022.
|
9. |
De reserve zal een belangrijke ondersteunende rol spelen bij de uitvoering van het nieuwe rechtskader voor de betrekkingen tussen de EU en het VK, waarvan de consequenties nog niet helemaal in kaart kunnen worden gebracht, met name omdat de brexit en de COVID-19-pandemie gecombineerde gevolgen hebben. Dit geldt ook voor de specifieke kwesties waarover nog onderhandeld moet worden, zoals financiële diensten of de deelname van het VK aan Horizon Europa. Zowel positieve als negatieve ontwikkelingen moeten in aanmerking worden genomen. |
10. |
Het CvdR vraagt zich af of de openbare raadpleging over de reserve (1), die door de Europese Commissie op 24 februari 2021 is gepubliceerd en acht weken zal lopen, uit het oogpunt van goed bestuur wel een meerwaarde biedt. Het wetgevingsvoorstel is immers twee maanden daarvoor al ingediend en de interinstitutionele onderhandelingen die in de eerste helft van 2021 in een akkoord moeten uitmonden, verkeren inmiddels in een vergevorderd stadium. |
11. |
Het CvdR is van mening dat de brexit een unieke situatie is en dat er slechts in beperkte mate parallellen getrokken kunnen worden met bestaande regelingen zoals het Europees Solidariteitsfonds. Het valt te betreuren dat het partnerschapsbeginsel dat van toepassing is op het cohesiebeleid niet tot uiting komt in het voorstel van de Commissie, want er worden geen garanties gegeven ten aanzien van de rol van lokale en regionale overheden bij de governance. De manier waarop de maatregelen ontworpen en beheerd worden, moet beter aansluiten bij de gewenste focus op territoriale effecten. |
12. |
De lidstaten moeten een zekere flexibiliteit krijgen bij de inrichting van hun beheerssystemen, voor wat betreft aantal organen en bestuursniveaus (nationaal, regionaal of interregionaal). Daar staat tegenover dat de lidstaten hun keuze moeten onderbouwen uit oogpunt van het subsidiariteitsbeginsel en vooral ook van hun capaciteit om tegemoet te komen aan de in sommige zwaarder getroffen gebieden en/of economische sectoren geconcentreerde behoeften. In ieder geval moet de deelname van het regionale niveau aan de beheersprocedure worden gewaarborgd. |
13. |
De brexit is van groot belang voor de meest uiteenlopende gebieden, zoals visserij en visserijproducten, mobiliteit van burgers, opleiding, samenwerkingsprojecten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, kennisoverdracht, bestrijding van klimaatverandering, behoud van ecosystemen en publiek-private partnerschappen. Gezien de verschillende mate van decentralisatie in de lidstaten kan samenwerking tussen de diverse bestuurlijke niveaus nuttig of noodzakelijk zijn om regio’s te helpen de negatieve externe effecten van de brexit te boven te komen. Het CvdR dringt erop aan dat het partnerschapsbeginsel daadwerkelijk wordt toegepast en dat de reserve wordt beheerd volgens de algemene criteria die gelden voor de programma’s die onder gedeeld beheer van de Europese Commissie, de lidstaten en de regionale en lokale overheden worden uitgevoerd. |
14. |
Het CvdR stelt voor dat de lidstaten de invoering bevorderen van regionale strategieën om te anticiperen op het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen en op veranderingen op middellange termijn. Dat moet gebeuren op een manier die in overeenstemming is met alle relevante lokale en regionale beleidsmaatregelen. Op het moment dat de voorfinanciering wordt uitbetaald zouden de lidstaten de Europese Commissie moeten aangeven hoe zij zorg zullen dragen voor de participatie van en het overleg met regionale en lokale overheden in het kader van een “partnerschapsverplichting”. |
15. |
Het CvdR stelt voor dat alle bepalingen die voorzien in de participatie van de lokale en regionale overheden worden afgedekt met een mechanisme waarbij de Europese Commissie informatie moet worden verstrekt. Concreet zouden de lidstaten, wanneer de uitgaven stijgen, de Europese Commissie hiervan in kennis moeten stellen en een nieuwe bijlage moeten verstrekken met een sectorale en geografische uitsplitsing van de uitgaven op NUTS 2-niveau, waarbij ook wordt aangegeven in hoeverre aan de klimaatdoelen en de doelstellingen van de digitale transitie wordt bijgedragen. Deze kwantitatieve en kwalitatieve gegevens zijn ook nuttig bij de evaluatie van de reserve en maken het mogelijk om voorafgaand aan de uitbetaling van de aanvullende bedragen die in de tweede fase in overeenstemming met artikel 11 ter beschikking worden gesteld het gebruik van de reserve in elke lidstaat te beoordelen en vast te stellen of de aanbevolen partnerschapsbenadering ook echt is gevolgd. |
16. |
Er moet voor worden gezorgd dat de lokale en regionale overheden die verantwoordelijk zijn voor beheersautoriteiten of intermediaire instanties die Europese middelen beheren, worden betrokken bij de inspanningen om overlappingen bij de financiering te voorkomen. Omgekeerd moet over de keuze om de structuurfondsen in plaats van de reserve in te zetten overleg worden gevoerd met de betrokken actoren gezien de gevolgen die dit kan hebben voor de verwezenlijking van andere Europese doelstellingen. |
17. |
Het CvdR dringt erop aan dat een percentage van de middelen na goedkeuring van de verdeelsleutel voor de voorfinanciering naar de lidstaten en de regio’s kan worden overgeheveld zodat deze de desbetreffende steunmaatregelen kunnen financieren zonder dat zij eerst hun eigen middelen hoeven aan te spreken. |
18. |
Wat staatssteun betreft, moet flexibiliteit worden geboden om ervoor te zorgen dat de maatregelen snel uitgevoerd kunnen worden en de nodige capaciteit voorhanden is om de zwaarst getroffen economische actoren snel te helpen. Gedurende de gehele subsidiabiliteitsperiode van de reserve moeten de tijdelijke COVID-regelingen ook voor de rechtstreekse gevolgen van de brexit gelden. In de visserij- en landbouwsector moeten de bepalingen die van toepassing zijn op het EFMZVA en het Elfpo ook gelden voor de reserve. |
19. |
Voor kleine en middelgrote ondernemingen die handel drijven met het VK wegen kosten van nieuwe administratieve procedures in verband met de uitvoer naar het VK onevenredig zwaar in verhouding tot hun omzet. Bij de verdeling van de reserve dient dan ook te worden gekeken naar de relatieve kosten voor bedrijven. |
20. |
Het CvdR zou graag zien dat niet-terugvorderbare btw subsidiabel is, net als bij het Europees Solidariteitsfonds, omdat anders veel maatregelen die door lokale en regionale overheden worden gefinancierd, niet voor 100 % zouden kunnen profiteren van de Europese solidariteit. |
21. |
De uitbetaling van aanvullende steun in 2023 zou gedeeltelijk moeten worden gekoppeld aan een Europese beoordeling van de werkelijke effecten van de brexit in de periode 2021-2022. Dan kan niet alleen de steunverlening nog beter worden gericht op de regio’s en sectoren die het zwaarst getroffen zijn, maar ook worden nagegaan welke regio’s en sectoren veerkrachtiger zijn geweest of van de veranderingen hebben geprofiteerd. |
22. |
Het CvdR wijst er nogmaals op hoe belangrijk het is dat de samenwerking tussen Britse en Europese actoren wordt voortgezet en dringt erop aan dat de Europese partners ondersteuning uit de reserve krijgen voor de dialoog met hun Britse tegenhangers, die in stand gehouden moet worden om geschillen als gevolg van de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst te voorkomen en om te bouwen aan samenwerking in de toekomst. |
Brussel, 19 maart 2021.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Apostolos TZITZIKOSTAS
(1) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “terugtrekkingsakkoord” genoemd) (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).
(1) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “terugtrekkingsakkoord” genoemd) (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).
(1) Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds ( PB L 444 van 31.12.2020, blz. 14 ).
(1) https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12917-Proposal-for-a-Regulation-Regional-and-urban-Policy