EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AE2758

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU — De blauwe economie van de EU transformeren voor een duurzame toekomst (COM(2021) 240 final)

EESC 2021/02758

PB C 517 van 22.12.2021, p. 108–113 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 517/108


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU — De blauwe economie van de EU transformeren voor een duurzame toekomst

(COM(2021) 240 final)

(2021/C 517/17)

Rapporteur:

Simo TIAINEN

Raadpleging

Europese Commissie, 31.5.2021

Rechtsgrondslag

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu

Goedkeuring door de afdeling

9.9.2021

Goedkeuring door de voltallige vergadering

22.9.2021

Zitting nr.

563

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

229/0/11

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

De blauwe economie speelt een belangrijke rol en het potentieel ervan in de EU en voor de mondiale economie, het scheppen van banen en het welzijn van burgers blijft groeien. Het EESC is van mening dat het van uitermate groot belang is de kansen op dit gebied maximaal te benutten en er tegelijkertijd op toe te zien dat de ongunstige gevolgen voor het klimaat, de biodiversiteit en het milieu tot een minimum worden beperkt. Een goede waterkwaliteit en gezonde aquatische ecosystemen vormen de basis voor een bloeiende en duurzame blauwe economie.

1.2.

Actoren in de blauwe economie worden naast milieu-uitdagingen ook geconfronteerd met oneerlijke wereldwijde concurrentie en snelle technologische ontwikkelingen. Veel activiteiten, en in het bijzonder het toerisme, zijn zwaar getroffen door de COVID-19-pandemie. Een vlot en geslaagd herstel is derhalve van cruciaal belang voor de blauwe economie.

1.3.

De blauwe economie behelst een hele reeks gevestigde en opkomende sectoren en activiteiten. De toenemende diversiteit van de activiteiten in de blauwe economie heeft geleid tot uitdagingen wat betreft hun onderlinge compatibiliteit en concurrentie op het gebied van mariene ruimte en hulpbronnen. Het EESC benadrukt dat maritieme ruimtelijke planning een belangrijke rol speelt om ervoor te zorgen dat verschillende activiteiten naast elkaar kunnen bestaan en om de aanpassing aan de klimaatverandering voor te bereiden.

1.4.

Het EESC roept de EU op de ontwikkeling en invoering van digitale en groene technologieën en oplossingen voor mariene activiteiten te ondersteunen, om tot zowel economische, sociale als milieuvoordelen te komen. Het EESC wijst ook op het belang van oceanografisch onderzoek in combinatie met onderzoek naar de sociaal-economische en milieueffecten van de activiteiten in de blauwe economie.

1.5.

Het EESC dringt er bij de EU op aan te zorgen voor een gunstig en voorspelbaar klimaat voor innovatie en investeringen, met gestroomlijnde administratieve procedures en zekerheid op het gebied van regelgeving en financiën. Het vindt het een goede zaak dat er aanzienlijke EU-middelen ter beschikking worden gesteld voor het ondersteunen van de duurzame blauwe economie en benadrukt dat de financiering gemakkelijk toegankelijk moet zijn voor operatoren op nationaal en lokaal niveau.

1.6.

Het EESC wijst erop dat de blauwe economie van de EU en het potentieel ervan in een mondiale context moeten worden beschouwd, die ook externe en handelsbetrekkingen omvat. Het verzoekt de EU om EU-ondernemingen een speelveld te waarborgen dat gelijk is aan dat van hun internationale concurrenten en de mondiale uitvoering van internationale verdragen en overeenkomsten inzake economische samenwerking, arbeidsvoorwaarden en het milieu te bevorderen.

1.7.

Het EESC benadrukt de centrale rol die de sociale partners spelen bij het anticiperen op veranderingen op het gebied van arbeid, het ondersteunen van de ontwikkeling van vaardigheden en het bevorderen van de inzetbaarheid van werknemers in de blauwe economie. Daarenboven is de sociale dialoog op sectoraal, nationaal en werkplekniveau van essentieel belang om behoorlijke arbeidsvoorwaarden te waarborgen.

1.8.

Door haar horizontale karakter moet de blauwe economie bij de beleidsvorming op brede en consistente wijze worden benaderd. Met het oog daarop is naadloze samenwerking tussen beleidsmakers op alle niveaus noodzakelijk: tussen de EU en de lidstaten, tussen lidstaten in verschillende regio’s, en tussen verschillende beleidsgebieden zoals industrie, visserij, handel, vervoer, energie, arbeid en milieu.

1.9.

Het EESC beklemtoont dat beleidsmaatregelen op het gebied van de blauwe economie op gedegen wetenschappelijke kennis en solide gegevens moeten steunen en ten volle rekening moeten houden met de behoeften en inzichten van de spelers en belanghebbenden in de blauwe economie. Het pleit ervoor werkgevers, werknemers en andere maatschappelijke actoren nauw te betrekken bij het vormgeven, uitvoeren en monitoren van de EU- en nationale beleidsmaatregelen op het gebied van de blauwe economie.

1.10.

Het is relevant en noodzakelijk de blauwe economie op een holistische en horizontale wijze te beschouwen, maar het is ook van belang rekening te houden met de specifieke kansen en uitdagingen die aan de verschillende sectoren en activiteiten verbonden zijn, om een bottom-upbijdrage aan de beleidsmaatregelen in verband met de blauwe economie mogelijk te maken.

1.11.

Voorts benadrukt het EESC dat onderwijs noodzakelijk is en dat maatregelen moeten worden genomen om het publiek bewuster te maken van de kansen die de blauwe economie biedt, niet alleen voor banen en welvaart, maar ook voor gezonde voedingspatronen, mobiliteit en recreatie, en van het belang van de bescherming van het mariene milieu, bijvoorbeeld tegen plastic zwerfvuil.

2.   Algemene opmerkingen

2.1.

Het EESC is ingenomen met de mededeling van de Europese Commissie over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU en onderschrijft de doelstellingen ervan om de transitie naar een klimaatneutrale, hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie te ondersteunen, overeenkomstig de Europese Green Deal.

2.2.

Het EESC steunt en bepleit een geïntegreerde aanpak voor de blauwe economie met betrekking tot de verschillende dimensies van duurzame ontwikkeling en wijst erop dat de blauwe economie bijdraagt aan het merendeel van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (SDG’s), in het bijzonder de doelstellingen die verband houden met oceanen, zeeën en mariene hulpbronnen, klimaatactie, het terugdringen van armoede en honger, het bevorderen van gezondheid en welzijn, verantwoorde consumptie en productie, fatsoenlijk werk en economische groei (1).

2.3.

De blauwe economie speelt een belangrijke rol en het potentieel ervan voor de mondiale en EU-economie, fatsoenlijke banen en het welzijn van burgers op verschillende plaatsen blijft groeien, met specifieke voordelen voor plattelands- en kustgebieden. Het EESC acht het van uitermate groot belang om dat potentieel zo veel mogelijk te benutten.

2.4.

Tegelijkertijd is het absoluut zaak om de water- en luchtverontreiniging, de afvalproductie en de schadelijke gevolgen voor het klimaat en de biodiversiteit te beperken. Dat is niet alleen onontbeerlijk voor het milieu, maar ook omdat de goede kwaliteit van het milieu en gezonde ecosystemen van essentieel belang zijn om passende voorwaarden en middelen voor de blauwe economie zelf te waarborgen. Het beheer van milieuaspecten moet derhalve als een integrerend onderdeel van iedere economische activiteit worden beschouwd.

2.5.

De blauwe economie bestrijkt een hele reeks activiteiten die van essentieel belang zijn voor het dagelijkse leven van de burgers en omvat zowel grote internationale bedrijven als lokale kleine en middelgrote ondernemingen. Voedsel- en energieproductie, mijnbouw, maritieme industrieën, vervoer en toerisme zijn de belangrijkste sectoren die verband houden met de mariene sector, maar er zijn ook opkomende sectoren zoals de vervaardiging van nieuwe soorten producten van de blauwe bio-economie. Ook activiteiten met betrekking tot de circulaire economie en waterbescherming zijn intrinsiek verbonden met de blauwe economie.

2.6.

Aangezien de blauwe economie per definitie verband houdt met oceanen, zeeën en kusten, betreft zij hoofdzakelijk landen die aan zee liggen. Door grensoverschrijdende toeleveringsketens en gemeenschappelijke markten en een gedeeld klimaat en milieu, is de blauwe economie echter van belang voor de hele EU en voor alle lidstaten — van de Middellandse Zee tot de Oostzee en de Noordelijke IJszee, en van de Zwarte Zee tot de Atlantische Oceaan en de Noordzee.

2.7.

Het EESC wijst er ook op dat het concept van de blauwe economie niet mag worden beperkt tot enkel oceanen en zeeën, aangezien er aanverwante activiteiten zijn die gebaseerd zijn op zoetwatervoorraden en binnenlandse waterlopen uiteindelijk in de zeeën en oceanen uitmonden. Dit maakt ook duidelijk dat regionale samenwerking nodig is om de waterverontreiniging aan te pakken.

2.8.   Uitdagingen en kansen

2.8.1.

De toenemende diversiteit van de activiteiten in de blauwe economie leidt tot uitdagingen wat betreft hun onderlinge compatibiliteit en concurrentie op het gebied van mariene ruimte en hulpbronnen. Het EESC benadrukt daarom de rol van maritieme ruimtelijke planning, met inbegrip van geïntegreerd beheer en geïntegreerde beoordeling van cumulatieve effecten, en roept de lidstaten op om passende ruimte te zoeken en toe te wijzen voor de verschillende activiteiten, zodat deze tot ontwikkeling kunnen komen en naast elkaar kunnen bestaan en daarbij de negatieve impact op andere actoren en het mariene milieu zo veel mogelijk wordt beperkt.

2.8.2.

Oceanen en zeeën spelen een belangrijke rol als koolstofputten, maar mariene ecosystemen en kustgebieden zijn kwetsbaar voor klimaatverandering en de gevolgen ervan, waaronder opwarming van het water, stijging van de zeespiegel en extreme weersomstandigheden. De blauwe economie moet daarom goed voorbereid zijn op de aanpassing aan de klimaatverandering en het EESC roept de lidstaten ertoe op deze aanpassing als een essentieel onderdeel van de maritieme ruimtelijke planning te beschouwen en de voorkeur te geven aan maatregelen die ook helpen de biodiversiteit in stand te houden. Bovendien zijn ten gevolge van de toenemende droogte en de groeiende schaarste aan zoet water nieuwe oplossingen nodig om de voedselzekerheid te waarborgen.

2.8.3.

Het EESC wijst erop dat actoren in de blauwe economie ook met tal van andere uitdagingen worden geconfronteerd, zoals oneerlijke wereldwijde concurrentie en snelle technologische ontwikkelingen. Bovendien zijn veel activiteiten hard getroffen door de COVID-19-pandemie en moeten zij de gevolgen ervan nu te boven komen. Dit geldt in het bijzonder voor het toerisme en de daarmee verband houdende diensten. Een vlot en geslaagd herstel, overeenkomstig de groene en digitale transitie, is derhalve van cruciaal belang voor de blauwe economie.

2.8.4.

Over het algemeen biedt de blauwe economie veel kansen met betrekking tot de digitale en groene transitie. Om deze te benutten, zijn grote inspanningen op het gebied van onderzoek en innovatie nodig. Dit is van essentieel belang voor de ontwikkeling van zowel traditionele als nieuwe activiteiten, en draagt bij aan het aantrekken van jongeren en het diversifiëren van de blauwe economie.

2.8.5.

Het EESC roept de EU ertoe op actieve steun te verlenen voor de ontwikkeling en invoering van digitale oplossingen voor met de mariene sector verband houdende activiteiten, bijvoorbeeld voor cartografisch onderzoek en het monitoren, onderzoeken, vormgeven en voorspellen van de staat van het mariene milieu en de mariene hulpbronnen. Innovatie is ook noodzakelijk om de energie- en materiaalefficiëntie te bevorderen en bij te dragen aan het terugdringen van de broeikasgasemissies, de lucht- en waterverontreiniging en de hoeveelheid afval. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het ondersteunen van kleine ondernemingen bij de groene en digitale transitie. Het EESC dringt er ook op aan goede praktijken te delen en sociale innovatie door actoren en belanghebbenden in de blauwe economie op te schalen, onder meer om de interconnectiviteit, veerkracht, transparantie en billijkheid van waardeketens te bevorderen.

2.8.6.

De ontwikkeling van een duurzame blauwe economie vereist een goed begrip van fysische, chemische en biologische verschijnselen op marien gebied en de veranderingen die zich daaromtrent voordoen. Het EESC wijst op het belang van oceanografisch onderzoek in combinatie met onderzoek naar de sociaal-economische en milieueffecten van de activiteiten in de blauwe economie, volgens de benadering van open wetenschap en met gebruik van burgerwetenschapsprojecten.

2.8.7.

Bij het benutten van het potentieel van de blauwe economie om banen te scheppen, is het van essentieel belang hoogwaardige banen te bevorderen die het welzijn van de burgers verbeteren. Ook is het noodzakelijk te voorzien in de ontwikkeling van geavanceerde opleiding en overdraagbare vaardigheden, de wederzijdse erkenning van kwalificaties, sectoroverschrijdende mobiliteit en aanpassingsvermogen met betrekking tot veranderingen op de arbeidsmarkt. Het EESC roept de lidstaten en onderwijsaanbieders op om in samenwerking met vertegenwoordigers van operatoren in de blauwe economie en sociale partners met deze behoeften rekening te houden bij de ontwikkeling van onderwijs- en scholingsprogramma’s, ook in de context van bij- en omscholing, en daarbij middelen uit onder meer het Europees Sociaal Fonds te benutten.

2.8.8.

Het EESC benadrukt ook de essentiële rol die de sociale partners spelen bij het anticiperen op veranderingen op het gebied van arbeid, het ondersteunen van de ontwikkeling van vaardigheden en het bevorderen van de inzetbaarheid van werknemers in de blauwe economie. Daarenboven is de sociale dialoog op sectoraal, nationaal en werkplekniveau, met inbegrip van collectieve onderhandelingen, van essentieel belang, niet alleen om bepaalde minimumnormen te waarborgen, maar ook om de arbeidsvoorwaarden in alle sectoren van de blauwe economie te verbeteren.

2.9.   Investeringen, financiering en het internationale kader

2.9.1.

Om het potentieel van de duurzame blauwe economie te ontsluiten, dringt het EESC er bij de EU op aan om voor een gunstige en voorspelbare omgeving voor innovatie, investeringen en operaties te zorgen, met gestroomlijnde administratieve procedures en zekerheid op het gebied van regelgeving en financiën. Door een langetermijnvisie en een breed kader vast te stellen, is de mededeling van de Commissie een waardevol instrument om de voorspelbaarheid te waarborgen.

2.9.2.

Het EESC is ingenomen met de aanzienlijke EU-financiering die ter beschikking wordt gesteld om de duurzame blauwe economie te ondersteunen, zoals de specifieke financiering voor activiteiten die verband houden met de mariene sector en algemene instrumenten zoals Horizon Europa, de Europese structuur- en investeringsfondsen en de faciliteit voor herstel en veerkracht. Het EESC wijst erop dat de EU-financiering gemakkelijk toegankelijk moet zijn voor operatoren op nationaal en lokaal niveau.

2.9.3.

Het is ook van belang particuliere investeringen voor de ontwikkeling van de blauwe economie te stimuleren. Daarvoor zijn projecten nodig die aantrekkelijk zijn voor particuliere investeerders en financiers en waarbij wordt uitgegaan van beginselen en normen inzake duurzame financiering. Het EESC pleit voorts voor versterkte partnerschapsprojecten met de openbare sector, bedrijven en mensen aan de basis.

2.9.4.

Het EESC benadrukt dat de blauwe economie in de EU en het potentieel ervan in een mondiale context moeten worden beschouwd, aangezien de meeste activiteiten in de blauwe economie internationaal met elkaar verbonden zijn door handel en toeleveringsketens of door gedeelde mariene zones. In het licht daarvan zijn internationale samenwerking en gemeenschappelijke regels noodzakelijk om een gelijk speelveld te waarborgen en conflicten met betrekking tot mariene hulpbronnen te voorkomen. Het EESC zou graag willen dat de EU, naast het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, ook de mondiale uitvoering van internationale verdragen en overeenkomsten op gebieden als handel, vervoer, arbeidsvoorwaarden, klimaat en milieu bevordert.

2.9.5.

Het EESC dringt er bij de EU op aan erop toe te zien dat de voorwaarden voor de blauwe economie in de EU concurrerend zijn in vergelijking met die van andere internationale spelers, zoals China. Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat bedrijven in de EU duurzame producten, technologieën en oplossingen van de blauwe economie kunnen uitvoeren naar internationale markten en met succes kunnen concurreren met invoer van buiten de EU.

2.9.6.

Het EESC wijst ook op de kansen die voortvloeien uit samenwerking met ontwikkelingslanden en moedigt de EU ertoe aan de blauwe economie te bevorderen als een van de elementen van het partnerschap met Afrika.

2.10.   Consistente en inclusieve beleidsvorming

2.10.1.

Door haar horizontale karakter moet de blauwe economie bij de beleidsvorming op brede en consistente wijze worden benaderd. Met het oog daarop is naadloze samenwerking tussen beleidsmakers op alle niveaus, zowel horizontaal als verticaal, noodzakelijk: tussen de EU en de nationale beleidsmakers, tussen de lidstaten en tussen verschillende beleidsgebieden zoals industrie, visserij, handel, vervoer, energie, arbeid en milieu.

2.10.2.

Regionale samenwerking tussen de lidstaten en met landen buiten de EU is bijzonder belangrijk (2), aangezien mariene zones en veel binnenlandse waterlopen de grenzen overschrijden. Samenwerking is ook van cruciaal belang om met de mariene sector verband houdende activiteiten en de mensenrechten en het milieu te beschermen tegen een grote verscheidenheid aan interne en externe dreigingen, van geopolitieke risico’s tot piraterij, milieumisdrijven en cybercriminaliteit.

2.10.3.

Het EESC benadrukt dat het beleid en de maatregelen op het gebied van de blauwe economie op feiten moeten berusten en op gedegen wetenschappelijke kennis en solide gegevens moeten steunen. Gezien de essentiële rol van maatschappelijke spelers voor het creëren van een duurzame blauwe economie in de praktijk, pleit het EESC er bovendien voor werkgevers- en werknemersorganisaties evenals milieu- en andere organisatie nauw te betrekken bij het vormgeven, uitvoeren en monitoren van het EU- en nationaal beleid.

2.10.4.

Het EESC roept de Commissie ertoe op te blijven werken aan een meer specifieke routekaart die gebaseerd is op de feedback en bijdragen van verschillende actoren en belanghebbenden in de blauwe economie en die put uit de dialoog die in het kader van het Blue Forum voor zeegebruikers zal plaatsvinden.

2.10.5.

Het EESC benadrukt ook dat onderwijs noodzakelijk is en dat maatregelen moeten worden genomen om het publiek bewuster te maken van de kansen die de blauwe economie biedt, niet alleen voor banen en welvaart, maar ook voor gezonde voedingspatronen, mobiliteit en recreatie, en van het belang van de bescherming van het mariene milieu, bijvoorbeeld tegen plastic zwerfvuil.

3.   Specifieke opmerkingen

3.1.

Het is relevant en noodzakelijk de blauwe economie op een holistische en horizontale wijze te beschouwen, maar het is ook van belang rekening te houden met de specifieke kansen en uitdagingen die aan de verschillende sectoren en activiteiten verbonden zijn. Dat maakt een bottom-upbijdrage mogelijk, die kan worden gecombineerd met de top-downbenadering van de mededeling.

3.2.   Vervoer en havens

3.2.1.

Zeevervoer is van cruciaal belang voor goederenlogistiek en passagiersvervoer, zowel in de EU als daarbuiten. Het EESC roept de EU ertoe op de juiste voorwaarden te scheppen om een verdere stimulans te geven aan het internationale concurrentievermogen, de digitalisering en de vergroening van de scheepvaart en zich in te zetten voor het uitbannen van praktijken die tot oneerlijke concurrentie leiden, zoals ongepaste praktijken in de context van het varen onder vreemde vlag. Naast individuele technologische ontwikkelingen dragen ook digitale oplossingen op systeemniveau bij aan het bevorderen van de economische en milieuprestaties van het vervoer, onder meer door ervoor te zorgen dat vraag en aanbod beter op elkaar zijn afgestemd. De voordelen van korte vaart moeten ook ten volle worden benut om de impact van het vervoer op het milieu te beperken. Voorts vestigt het EESC de aandacht op de mogelijkheden die nieuwe mondiale vervoersroutes, zoals de noordoostelijke doorvaart in het noordpoolgebied, bieden.

3.2.2.

Het EESC benadrukt de essentiële rol van havens als hubs voor de blauwe economie, onder meer voor de groene en digitale transitie. Havens zullen hun traditionele rol voor het zeevervoer en als aanvoerplaats voor vis blijven vervullen, maar hun rol breidt zich tevens uit naar andere activiteiten, zoals het faciliteren van hernieuwbare energie en de circulaire economie. Hiervoor zijn investeringen in infrastructuur en een nieuwe vorm van bestuur in het algemeen nodig. Door deze nieuwe rollen kunnen ook kleinere havens belangrijker worden in de betrokken regio’s.

3.3.   Visserij, aquacultuur en nieuwe bioproducten

3.3.1.

Het EESC benadrukt de belangrijke rol van visserij, aquacultuur en aanverwante industrieën om op een koolstofarme manier gezonde voedingspatronen voor Europeanen te waarborgen. Gezien de grote hoeveelheid vis en schaal- en schelpdieren die in de EU wordt ingevoerd, is het zeer aangewezen ervoor te zorgen dat de EU minder afhankelijk is van de invoer van voedsel en in sterke concurrentievoorwaarden voor de Europese visserij, aquacultuur en aanverwante industrieën in de EU te voorzien, teneinde de voedselzekerheid en de voedselsoevereiniteit te waarborgen. Gezien de veroudering van de EU-visserijvloot moeten middelen uit het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur worden toegewezen om de vloot te moderniseren en zo de milieuprestaties, arbeidsomstandigheden en aantrekkelijkheid op dit gebied te bevorderen. Het EESC erkent de voortdurende inspanningen die de visserij levert om de visbestanden op een duurzaam niveau te houden en de mariene ecosystemen te beschermen, en moedigt deze aan. Het moedigt ook het delen van concrete praktijken aan, bijvoorbeeld in verband met het gebruik van trawlers om kunststofafval te verzamelen.

3.3.2.

Met betrekking tot aquacultuur verwijst het EESC naar een ander advies, dat focust op de nieuwe strategische richtsnoeren voor de EU-aquacultuur (3). Het EESC staat ook achter de ontwikkeling van nieuwe bioproducten, zoals farmaceutische producten, levensmiddelen en levensmiddelenadditieven, diervoeder, cosmetische producten en nieuwe materialen op basis van algen en andere mariene organismen. Deze bioproducten vervolledigen het spectrum van de blauwe bio-economie, een onderwerp dat het EESC behandelde in zijn vorig advies (4), dat ook zoet water bestreek.

3.4.   Toerisme en aanverwante diensten

3.4.1.

Maritiem en kusttoerisme en verschillende aanverwante activiteiten zoals vervoer en hotel- en restaurantdiensten zijn van essentieel belang voor veel regio’s in de EU. Met betrekking tot de maatregelen om de problemen ten gevolge van de pandemie aan te pakken, verwijst het EESC naar zijn advies over toerisme en vervoer (5). Het toerisme moet na het herstel van de pandemie opnieuw een belangrijke bijdrage leveren aan de lokale economie en fatsoenlijke banen, die vaak steunen op kleine en middelgrote ondernemingen, op een manier die de volledige duurzaamheid van het toerisme waarborgt. Het EESC wijst erop dat duurzaam toerisme noodzakelijk is om te voorzien in recreatiemogelijkheden voor mensen, maar ook om ervoor te zorgen dat mensen kennis opdoen over de cultuur en de verschillende leefwerelden in de EU en deze zelf kunnen ervaren.

3.5.   Scheepsbouw en maritieme technologie

3.5.1.

Scheepsbouw is een traditionele maritieme industrie die ten dienste staat van het goederen- en personenvervoer, maar tegenwoordig worden veel nieuwe elementen en benaderingen geïntroduceerd, in overeenstemming met de digitale en groene transitie. Geavanceerde automatisering van vaartuigen draagt bijvoorbeeld bij aan een betere energie-efficiëntie en veiligheid van het vervoer, en de ontwikkeling en toepassing van schone aandrijvingstechnieken en hernieuwbare brandstoffen zijn van essentieel belang om de uitstoot in de atmosfeer zo veel mogelijk te beperken. Technologieën en praktijken voor herstel, onderhoud en scheepssloop die de circulaire economie bevorderen, zijn in dat verband ook belangrijk. Het EESC roept de EU derhalve op gunstige voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van en investeringen in mariene technologie, onder meer op het gebied van uitrusting, software en arbeid.

3.6.   Energie

3.6.1.

Activiteiten op het gebied van energie in de mariene sector zijn traditioneel toegespitst op de exploitatie van fossiele brandstoffen, maar worden nu op hernieuwbare energie, en met name wind- en oceaanenergie, gericht. De invoering van hernieuwbare energiebronnen is van essentieel belang om vooruitgang te boeken naar klimaatneutraliteit, en hernieuwbare energie uit mariene bronnen kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de toekomstige energiemix en het beperken van de koolstofemissies. Tegelijkertijd moeten oplossingen worden gevonden voor conflicten tussen de verschillende manieren waarop mariene zones worden gebruikt. Het EESC heeft zijn standpunt over hernieuwbare offshore-energie uiteengezet in het recente advies over de strategie inzake hernieuwbare offshore-energie (6).

Brussel, 22 september 2021.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  https://www.un.org/sustainabledevelopment/oceans/

(2)  EESC-advies over het initiatief voor de duurzame ontwikkeling van de blauwe economie in het westelijke Middellandse Zeegebied (PB C 129 van 11.4.2018, blz. 82).

(3)  EESC-advies NAT/816: Strategische richtsnoeren voor de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur in de EU (zie blz. 103 in het Publicatieblad).

(4)  EESC-advies over de blauwe bio-economie (PB C 47 van 11.2.2020, blz. 58).

(5)  EESC-advies over toerisme en vervoer in en na 2020 (PB C 429 van 11.12.2020, blz. 219).

(6)  Advies van het EESC over de EU-strategie voor hernieuwbare offshore-energie (PB C 286 van 16.7.2021, blz. 152).


Top