Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020IP0365

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D069145/02 — 2020/2891(RSP))

PB C 445 van 29.10.2021, p. 36–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 445/36


P9_TA(2020)0365

Gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D069145/02 — 2020/2891(RSP))

(2021/C 445/05)

Het Europees Parlement,

gezien het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde soja MON 87751× MON 87701 × MON 87708 × MON 89788, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D069145/02,

gezien Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (1), en met name artikel 7, lid 3, en artikel 19, lid 3,

gezien de stemming van 26 oktober 2020 in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003, die geen advies heeft opgeleverd,

gezien de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (2),

gezien het advies dat op 25 september 2019 door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) werd goedgekeurd en op 11 november 2019 werd gepubliceerd (3),

gezien zijn eerdere resoluties waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het verlenen van vergunningen voor genetisch gemodificeerde organismen (“ggo’s”) (4),

gezien artikel 112, leden 2 en 3, van zijn Reglement,

gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,

A.

overwegende dat Monsanto Europe N.V. op 17 december 2015 namens Monsanto Company, United States bij de nationale bevoegde instantie van Nederland een aanvraag heeft ingediend voor het in de handel brengen van levensmiddelen, levensmiddeleningrediënten en diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788, overeenkomstig de artikelen 5 en 17 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 (“de aanvraag”); overwegende dat de aanvraag ook betrekking had op het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit de genetisch gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788 (“genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen”) voor andere toepassingen dan als levensmiddel of als diervoeder, met uitzondering van de teelt;

B.

overwegende dat de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen is afgeleid van de kruising van vier genetisch gemodificeerde sojalijnen (MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788), tolerantie oplevert voor glyfosaat-, glufosinaat- en dicambabevattende herbiciden en drie insectendodende eiwitten produceert (Cry1A.105, Cry2Ab2 en Cry1Ac, ook wel bekend als “Bt-eiwitten”), die giftig zijn voor bepaalde larven van schubvleugeligen (vlinders en motten) (5);

C.

overwegende dat eerdere beoordelingen van de vier transformatiestappen van de genetisch gemodificeerde soja, waarvoor reeds een vergunning is verleend, werden gebruikt als basis voor de beoordeling van de in vier transformatiestappen genetisch gemodificeerde soja (6);

D.

overwegende dat de EFSA op 25 september 2019 een gunstig advies heeft uitgebracht dat op 11 november 2019 is gepubliceerd (7);

Opmerkingen van de lidstaten en aanvullende punten

E.

overwegende dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten gedurende de raadplegingsperiode van drie maanden tal van kritische opmerkingen hebben ingediend bij de EFSA (8); overwegende dat deze kritische opmerkingen zorgen omvatten dat geen analyse is uitgevoerd met betrekking tot glyfosaatresiduen of glyfosaatmetabolieten op de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen, dat er geen tests zijn uitgevoerd van de mogelijke synergetische of antagonistische effecten van de Bt-eiwitten met de herbicideresiduen, dat vragen over de veiligheid van de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen en afgeleide levensmiddelen en diervoeders niet zijn beantwoord, dat de mogelijke reproductieve of ontwikkelingseffecten van de levensmiddelen of diervoeders op de lange termijn niet zijn beoordeeld en dat de veiligheid van de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen niet volledig kan worden beoordeeld als gevolg van ontbrekende informatie;

F.

overwegende dat bij een onafhankelijke wetenschappelijke analyse onder meer is geconcludeerd dat geen definitieve conclusie kan worden getrokken met betrekking tot de veiligheid van de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen, dat de toxicologische beoordeling en de milieurisicobeoordeling onaanvaardbaar zijn en dat de risicobeoordeling niet voldoet aan de vereisten voor de beoordeling van de risico’s voor het immuunsysteem (9);

Complementaire herbiciden

G.

overwegende dat is aangetoond dat de teelt van herbicidetolerante genetisch gemodificeerde gewassen een toename van het gebruik van herbiciden in de hand werkt, voornamelijk vanwege het ontstaan van herbicidetolerant onkruid (10); overwegende dat er bijgevolg van moet worden uitgegaan dat de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen herhaaldelijk aan hogere doses complementaire herbiciden (glufosinaat, dicamba en glyfosaat) zal worden blootgesteld, waardoor er mogelijk meer residuen zullen achterblijven in de oogst;

H.

overwegende dat glufosinaat is ingedeeld als giftig voor de voortplanting (categorie 1B) en derhalve onder de uitsluitingscriteria van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad valt (11); overwegende dat de goedkeuring van glufosinaat voor gebruik in de Unie op 31 juli 2018 is verstreken (12);

I.

overwegende dat in een collegiaal getoetst wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld dat glyfosaat zich opstapelt in gemodificeerde soja, met bijbehorende nadelige gevolgen voor de voedingssamenselling in vergelijking met niet genetisch gemodificeerde soja (13), overwegende dat bij een in Argentinië uitgevoerd proefproject verrassend hoge gehalten aan glyfosaatresiduen werden aangetroffen in genetisch gemodificeerde soja (14);

J.

overwegende dat er nog altijd onduidelijkheid bestaat over de kankerverwekkende eigenschappen van glyfosaat; overwegende dat de EFSA in november 2015 tot de conclusie is gekomen dat het onwaarschijnlijk is dat deze stof kankerverwekkend is, en dat het Europees Agentschap voor chemische stoffen in maart 2017 heeft geconcludeerd dat het niet gerechtvaardigd is de stof als zodanig in te delen; overwegende dat het Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek, het gespecialiseerde kankeragentschap van de Wereldgezondheidsorganisatie, daarentegen glyfosaat in 2015 heeft ingedeeld als waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens; overwegende dat in een aantal recente, collegiaal getoetste wetenschappelijke studies wordt bevestigd dat glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is (15);

K.

overwegende dat in een in augustus 2020 gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld dat het gebruik van dicamba het risico van leverkanker en intrahepatische galwegenkanker kan verhogen (16);

L.

overwegende dat de genetische modificatie zelf bepalend kan zijn voor de manier waarop complementaire herbiciden bij genetisch gemodificeerde gewassen door de plant worden afgebroken en voor de samenstelling en dus de toxiciteit van de afbraakproducten (“metabolieten”) (17);

M.

overwegende dat in het advies van de EFSA weliswaar wordt vermeld dat de beoordeling van herbicideresiduen die voor deze aanvraag van belang zijn, werd onderzocht door de afdeling Gewasbeschermingsmiddelen van de EFSA, maar dat dit niet volstaat aangezien de combinatorische toxiciteit van de complementaire herbiciden en afbraakproducten en hun mogelijke wisselwerking met de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen zelf niet in aanmerking zijn genomen;

N.

overwegende dat de bevoegde autoriteiten van enkele lidstaten in hun opmerkingen over de risicobeoordeling door de EFSA hun bezorgdheid hebben geuit over het ontbreken van analyses van residuen van herbiciden op de genetisch gemodificeerde gewassen en de mogelijke gezondheidsrisico’s;

Het ontbreken van maximumresidugehalten (MRL’s) en daarmee samenhangende controles

O.

overwegende dat er op grond van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (18), die tot doel heeft een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen met betrekking tot MRL’s, zorgvuldige controle en toezicht nodig is op de aanwezigheid van residuen op ingevoerde gewassen van werkzame stoffen die niet zijn toegelaten voor gebruik in de Unie, zoals glufosinaat (19);

P.

overwegende dat de lidstaten overeenkomstig het recentste gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie (voor 2020, 2021 en 2022) voor geen enkel product, met inbegrip van soja, verplichte metingen van glufosinaatresiduen hoeven uit te voeren (20);

Bt-eiwitten

Q.

overwegende dat uit een aantal studies blijkt dat bijwerkingen zijn geconstateerd, namelijk dat blootstelling aan Bt-eiwitten een effect kan hebben op het immuunsysteem en dat sommige Bt-eiwitten wellicht adjuvans-eigenschappen (21) hebben, hetgeen betekent dat zij de allergene eigenschappen van andere eiwitten waarmee ze in contact komen, kunnen verhogen;

R.

overwegende dat in een minderheidsstandpunt dat een lid van het EFSA-panel voor ggo’s heeft geformuleerd in het kader van de beoordeling van een genetisch gemodificeerde mais met meerdere transformatiestappen en de subcombinaties ervan, is opgemerkt dat weliswaar nooit onbedoelde effecten op het immuunsysteem zijn vastgesteld in een toepassing waarbij Bt-eiwitten worden uitgedrukt, maar dat deze niet konden worden waargenomen door de toxicologische studies die momenteel worden aanbevolen en uitgevoerd voor de veiligheidsbeoordeling van genetisch gemodificeerde gewassen bij de EFSA, omdat geen passende tests voor dit doel worden uitgevoerd (22);

S.

overwegende dat niet kan worden geconcludeerd dat de consumptie van genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen veilig is voor de gezondheid van mensen en dieren;

Ondemocratische besluitvorming

T.

overwegende dat de stemming van 26 oktober 2020 in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 geen advies heeft opgeleverd, wat betekent dat er voor het verlenen van een vergunning geen gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten werd gevonden;

U.

overwegende dat de Commissie inziet dat het problematisch is dat vergunningsbesluiten voor ggo’s nog altijd door de Commissie worden goedgekeurd zonder de steun van een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten, hetgeen voor productvergunningen als geheel uitzonderlijk is, maar voor de besluitvorming inzake vergunningen voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders de norm is geworden;

V.

overwegende dat het Parlement tijdens zijn achtste zittingsperiode in totaal 36 resoluties heeft aangenomen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het op de markt brengen van ggo’s voor gebruik als levensmiddelen en diervoeders (33 resoluties) en tegen de teelt van ggo’s in de Unie (drie resoluties); overwegende dat het Parlement tijdens zijn negende zittingsperiode tot op heden elf resoluties heeft aangenomen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen deze kwesties; overwegende dat er voor geen van deze ggo’s een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten werd gevonden voor het verlenen van een vergunning; overwegende dat de Commissie zich bewust is van de democratische tekortkomingen, het gebrek aan steun van de lidstaten en de bezwaren van het Parlement, maar evenwel vergunningen blijft verlenen voor ggo’s;

W.

overwegende dat de Commissie krachtens Verordening (EU) nr. 182/2011 kan besluiten geen vergunning te verlenen voor een ggo wanneer in het comité van beroep geen steun van een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten is gevonden (23); overwegende dat in dit opzicht geen wetswijziging nodig is;

Het nakomen van de internationale verplichtingen van de Unie

X.

overwegende dat in Verordening (EG) nr. 1829/2003 wordt bepaald dat genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders geen negatieve effecten mogen hebben op de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het milieu, en wordt vereist dat de Commissie bij het opstellen van haar besluit alle desbetreffende bepalingen van het Unierecht en andere ter zake dienende factoren in aanmerking neemt; overwegende dat zulke ter zake dienende factoren onder meer de verplichtingen van de Unie in het kader van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN, de Klimaatovereenkomst van Parijs en het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (VN-VBD) moeten omvatten;

Y.

overwegende dat in een recent verslag van de speciale rapporteur van de VN voor het recht op voedsel werd vastgesteld dat gevaarlijke bestrijdingsmiddelen catastrofale gevolgen hebben voor de volksgezondheid, met name in ontwikkelingslanden (24); overwegende dat SDG 3.9 tot doel heeft het aantal doden en ziektegevallen ten gevolge van gevaarlijke chemische stoffen en lucht-, water- en bodemverontreiniging wezenlijk te verminderen voor 2030 (25);

Z.

overwegende dat de EFSA heeft vastgesteld dat de geschatte blootstelling van de gebruiker aan glufosinaat, dat is ingedeeld als giftig voor de voortplanting, bij gebruik voor onkruidbestrijding in genetisch gemodificeerde mais het aanvaardbaar blootstellingsniveau voor de gebruiker overschrijdt, zelfs wanneer persoonlijke beschermingsmiddelen werden gebruikt (26); overwegende dat het risico van een verhoogde blootstelling van de gebruiker bijzonder zorgwekkend is in het geval van herbicidetolerante, genetisch gemodificeerde gewassen, aangezien hiervoor grotere hoeveelheden herbiciden worden gebruikt;

AA.

overwegende dat ontbossing een belangrijke oorzaak is van de achteruitgang van de biodiversiteit; overwegende dat de uitstoot van landgebruik en verandering van landgebruik, vooral ten gevolge van ontbossing, de op een na grootste oorzaak van klimaatverandering is, na de verbranding van fossiele brandstoffen (27); overwegende dat de Klimaatovereenkomst van Parijs en het strategisch plan voor biodiversiteit 2011-2020, dat in het kader van het VN-VBD werd goedgekeurd, alsook de Aichi-biodiversiteitsdoelen duurzame inspanningen op het gebied van bosbeheer, -bescherming en -herstel bevorderen (28); overwegende dat SDG 15 onder meer tot doel heeft de ontbossing voor 2020 stop te zetten (29); overwegende dat bossen een multifunctionele rol spelen bij de verwezenlijking van de meeste SDG’s (30);

AB.

overwegende dat de productie van soja een belangrijke aanjager is van ontbossing in de bossen van de Amazone, Cerrado en Gran Chaco in Zuid-Amerika; overwegende dat van de in Brazilië en Argentinië geteelde soja respectievelijk 97 % en 100 % genetisch gemodificeerd is (31);

AC.

overwegende dat het overgrote deel van genetisch gemodificeerde soja dat in Brazilië en Argentinië mag worden geteeld, ook in de Unie mag worden ingevoerd (32); overwegende dat de genetisch gemodificeerde soja met meerdere transformatiestappen reeds in Brazilië mag worden geteeld (33);

AD.

overwegende dat uit een analyse van de Commissie is gebleken dat soja van oudsher de grootste bijdrage levert aan de door de Unie veroorzaakte wereldwijde ontbossing en de daarmee samenhangende emissies, en voor bijna de helft van de door invoer naar de Unie veroorzaakte ontbossing zorgt (34);

AE.

overwegende dat in een recent collegiaal getoetst wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld dat de Unie de regio is met de grootste koolstofvoetafdruk ter wereld als gevolg van de soja-invoer uit Brazilië, 13,8 % groter dan die van China, de grootste importeur van soja, door een groter aandeel emissies uit onrechtstreekse ontbossing (35); overwegende dat uit een ander recent onderzoek bleek dat ongeveer een vijfde van de soja die, met name voor diervoeders, vanuit de Amazone en Cerrado in Brazilië naar de Unie wordt uitgevoerd, door illegale ontbossing bezoedeld kan zijn (36);

AF.

overwegende dat bosbranden in de Amazone het gevolg zijn van een hoge mate van ontbossing; overwegende dat de Commissie in een mededeling van 2019 haar ambitie kenbaar maakte om de bossen in de wereld te beschermen en te herstellen (37); overwegende dat de wereldwijde bescherming van de biodiversiteit, inclusief bossen, een hoofddoelstelling is van de onlangs bekendgemaakte EU-biodiversiteitsstrategie (38);

1.

is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie de in Verordening (EG) nr. 1829/2003 bedoelde uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt;

2.

is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie niet in overeenstemming is met het recht van de Unie, aangezien het niet verenigbaar is met het doel van Verordening (EG) nr. 1829/2003 om overeenkomstig de algemene beginselen die in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (39) zijn vastgesteld de basis te leggen voor de waarborging van een hoog beschermingsniveau voor het leven en de gezondheid van de mens, de gezondheid en het welzijn van dieren, het milieu en de belangen van de consument, met betrekking tot genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gewaarborgd;

3.

verzoekt de Commissie haar ontwerp van uitvoeringsbesluit in te trekken;

4.

is ingenomen met het feit dat de Commissie, in een schrijven van 11 september 2020 aan de leden van het Parlement, eindelijk de noodzaak erkende rekening te houden met duurzaamheid wat betreft vergunningsbesluiten voor ggo’s (40); is echter zeer teleurgesteld dat de Commissie op 28 september 2020 de invoer van een andere genetisch gemodificeerde sojaboon toestond (41), ondanks bezwaren van het Parlement en een meerderheid van lidstaten;

5.

roept de Commissie op met de grootste spoed vooruitgang te boeken wat betreft de ontwikkeling van duurzaamheidscriteria, met volledige betrokkenheid van het Parlement; verzoekt de Commissie informatie te verstrekken over hoe en wanneer dit proces zal worden doorlopen;

6.

dringt er opnieuw bij de Commissie op aan rekening te houden met de verplichtingen van de Unie krachtens internationale overeenkomsten, zoals de Overeenkomst van Parijs, het VN-VBD en de SDG’s van de VN;

7.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om geen vergunningen meer te verlenen voor ggo’s, of ze nu voor teelt of voor gebruik als levensmiddel en diervoeder zijn bedoeld, indien de lidstaten geen advies in het comité van beroep overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 182/2011 hebben uitgebracht;

8.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie geen vergunningen meer te verlenen voor herbicidetolerante genetisch gemodificeerde gewassen tot uitgebreid en per geval is onderzocht welke gezondheidsrisico’s de residuen met zich meebrengen, hetgeen een volledige beoordeling inhoudt van de residuen afkomstig van besproeiing van zulke genetisch gemodificeerde gewassen met complementaire herbiciden en een beoordeling van de afbraakproducten van herbiciden en eventuele combinatorische effecten, met inbegrip van de genetisch gemodificeerde plant zelf;

9.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie geen enkele vergunning te verlenen voor de invoer voor gebruik als levensmiddel of diervoeder van genetisch gemodificeerde gewassen die tolerant zijn gemaakt voor een werkzame stof van een herbicide die niet is toegestaan voor gebruik binnen de Unie;

10.

herhaalt zijn verzoek aan de EFSA om verder te gaan met de ontwikkeling en systematisch gebruik te maken van methoden om de onbedoelde gevolgen van genetische modificaties met meerdere transformatiestappen te identificeren, onder meer wat de adjuvans-eigenschappen van Bt-toxinen betreft;

11.

geeft opnieuw aan ernstig bezorgd te zijn over het feit dat de grote afhankelijkheid van de Unie van de invoer van diervoeders in de vorm van sojabonen ontbossing in derde landen veroorzaakt (42);

12.

is ingenomen met de aankondiging van een wetgevingsvoorstel van de Commissie, dat tegen juni 2021 wordt verwacht, over maatregelen om het in de EU in de handel brengen van producten die verband houden met de ontbossing of de aantasting van de bossen te vermijden of tot een minimum te beperken; herhaalt ondertussen zijn verzoek aan de Commissie om, gezien de dringende noodzaak de ontbossing in de bossen van de Amazone, Cerrado en Gran Chaco aan te pakken en het feit dat de vraag van de Unie naar genetisch gemodificeerde sojabonen bijdraagt aan de ontbossing in die regio, onmiddellijk de invoer van in Brazilië en Argentinië geteelde genetisch gemodificeerde soja op te schorten, indien nodig met gebruikmaking van artikel 53 van Verordening (EG) nr. 178/2002, totdat doeltreffende juridisch bindende mechanismen zijn ingesteld ter voorkoming van het in de Unie in de handel brengen van producten die verband houden met de ontbossing en de mensenrechtenschendingen die daarmee gepaard gaan;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.

(2)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

(3)  Wetenschappelijk advies van het EFSA-panel voor genetisch gemodificeerde organismen, getiteld “Assessment of Genetically Modified Soybean MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788 for Food and Feed Uses, under Regulation (EC) No 1829/2003 (application EFSA-GMO-NL-2016-128)”, EFSA Journal 2019; 17(11):5847, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2019.5847

(4)  Tijdens de achtste zittingsperiode nam het Parlement 36 resoluties aan waarin bezwaar werd gemaakt tegen het verlenen van vergunningen voor ggo’s. Bovendien heeft het Parlement tijdens de negende zittingsperiode de volgende resoluties aangenomen:

resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais MZHG0JG (SYN-ØØØJG-2), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0028).

resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen A2704-12 (ACS-GMØØ5-3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0029).

resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 89034 × 1507 × MON 88017 × 59122 × DAS-40278-9, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie of vier van de transformatiestappen MON 89034, 1507, MON 88017, 59122 en DAS-40278-9, ingevolge Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0030).

resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen LLCotton25 (ACS-GHØØ1-3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0054).

resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen MON 89788 (MON-89788-1) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0055).

resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais MON 89034 × 1507 × NK603 × DAS-40278-9 en subcombinaties MON 89034 × NK603 × DAS-40278-9, 1507 × NK603 × DAS-40278-9 en NK603 × DAS-40278-9 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0056).

resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais Bt11 × MIR162 × MIR604 × 1507 × 5307 × GA21 en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie, vier of vijf van de “events” Bt11, MIR162, MIR604, 1507, 5307 en GA21, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen Teksten, P9_TA(2019)0057).

resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87708 × MON 89788 × A5547-127, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0069).

resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 87427 × MON 89034 × MIR162 × NK603 en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee of drie van de transformatiestappen MON 87427, MON 89034, MIR162 en NK603, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1111 van de Commissie, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0291).

resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja SYHT0H2 (SYN-ØØØH2-5), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0292).

resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 87427 × MON 87460 × MON 89034 × MIR162× NK603, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie of vier van de transformatiestappen MON 87427, MON 87460, MON 89034, MIR162 en NK603, ingevolge Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0293).

(5)  Advies EFSA, blz. 11, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.2903/j.efsa.2019.5847

(6)  Advies EFSA, blz. 3, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.2903/j.efsa.2019.5847

(7)  Idem.

(8)  Opmerkingen van de lidstaten:

http://registerofquestions.efsa.europa.eu/roqFrontend/questionLoader?question=EFSA-Q-2016-00009

(9)  Opmerkingen van Testbiotech betreffende de beoordeling door de EFSA van genetisch gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788 voor gebruik als levensmiddel en diervoeder, uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1829/2003 (aanvraag EFSA-GMO-NL-2016- 128) door Bayer/Monsanto, december 2019, https://www.testbiotech.org/sites/default/files/Testbiotech_Comment_MON87751%20x%20MON87701%20x%20MON87708%20x%20MON89788_fin.pdf

(10)  Zie bijvoorbeeld, Bonny, S., “Genetically Modified Herbicide-Tolerant Crops, Weeds, and Herbicides: Overview and Impact”, Environmental Management, januari 2016; 57(1), blz. 31-48,

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26296738, Benbrook, C.M., “Impacts of genetically engineered crops on pesticide use in the U.S. -- the first sixteen years”, Environmental Sciences Europe 24, 24 (2012), https://enveurope.springeropen.com/articles/10.1186/2190-4715-24-24, en Schütte, G., Eckerstorfer, M., Rastelli, V. et al., “Herbicide resistance and biodiversity: agronomic and environmental aspects of genetically modified herbicide-resistant plants”, Environmental Sciences Europe 29, 5 (2017),

https://enveurope.springeropen.com/articles/10.1186/s12302-016-0100-y

(11)  Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).

(12)  https://ec.europa.eu/food/plant/pesticides/eu-pesticides-database/active-substances/index.cfm?event=as.details&as_id=79

(13)  https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24491722

(14)  https://www.testbiotech.org/sites/default/files/TBT_Background Glyphosate_Argentina_0.pdf

(15)  Zie bijvoorbeeld: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1383574218300887

https://academic.oup.com/ije/advance-article/doi/10.1093/ije/dyz017/5382278

https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0219610 en

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6612199/

(16)  https://academic.oup.com/ije/advance-article-abstract/doi/10.1093/ije/dyaa066/5827818?redirectedFrom=fulltext

(17)  Dit is inderdaad het geval voor glyfosaat, zoals vermeld in EFSA, “Review of the Existing Maximum Residue Levels for Glyphosate according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005”, EFSA Journal 2018; 16(5):5263, blz. 12, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/5263

(18)  Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

(19)  Zie overweging 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(20)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/533 van de Commissie van 28 maart 2019 inzake een in 2020, 2021 en 2022 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 88 van 29.3.2019, blz. 28).

(21)  Voor een overzicht zie Rubio Infante, N. & Moreno-Fierros, L.: “An overview of the safety and biological effects of Bacillus thuringiensis Cry toxins in mammals”, Journal of Applied Toxicology, mei 2016, 36(5): blz. 630-648, http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/jat.3252/full

(22)  Aanvraag EFSA-GMO-DE-2010-86 (mais Bt11 × MIR162 × 1507 × GA21 en drie subcombinaties ongeacht hun oorsprong), minderheidsstandpunt van J.M. Wal, lid van het EFSA-panel voor ggo’s, EFSA Journal 2018; 16(7):5309, blz. 34, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.2903/j.efsa.2018.5309

(23)  Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 182/2011 “kan” de Commissie de vergunning alsnog verlenen indien in het comité van beroep geen steun van een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten is gevonden. Zij hoeft dit niet te doen.

(24)  https://www.ohchr.org/EN/Issues/Environment/SRToxicsandhumanrights/Pages/Pesticidesrighttofood.aspx

(25)  https://www.un.org/sustainabledevelopment/health/

(26)  EFSA, “Conclusion regarding the Peer Review of the Pesticide Risk Assessment of the Active Substance Glufosinate”, EFSA Scientific Report (2005) 27, 1-81, blz. 3, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/pdf/10.2903/j.efsa.2005.27r

(27)  Mededeling van de Commissie van 23 juli 2019, getiteld “Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren”, COM(2019)0352, blz. 1.

(28)  Idem, blz. 2.

(29)  Zie doelstelling 15.2: https://www.un.org/sustainabledevelopment/biodiversity/

(30)  Mededeling van de Commissie van 23 juli 2019, getiteld “Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren”, COM(2019)0352, blz. 2.

(31)  International Service for the Acquisition of Agri-biotech Applications, “Global status of commercialized biotech/GM crops in 2017: Biotech Crop Adoption Surges as Economic Benefits Accumulate in 22 Years”, ISAAA Brief nr. 53 (2017), blz. 16 en 21, http://www.isaaa.org/resources/publications/briefs/53/download/isaaa-brief-53-2017.pdf

(32)  Door een vergelijking in oktober 2020 van twee databanken: het communautaire register van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (https://webgate.ec.europa.eu/dyna/gm_register/index_en.cfm) en de databank voor goedkeuring van genetische modificatie van de ISAAA (http://www.isaaa.org/gmapprovaldatabase) kon worden berekend hoeveel voor teelt in Brazilië en Argentinië toegestane genetisch gemodificeerde sojaboongewassen ook in de Unie mogen worden ingevoerd. Voor Brazilië: van de 17 voor teelt toegestane genetisch gemodificeerde sojaboongewassen mogen er momenteel 12 worden ingevoerd in de Unie, terwijl voor drie van de genetisch gemodificeerde sojaboongewassen een invoervergunning in behandeling is. Voor Argentinië: van de in totaal 15 voor teelt toegestane genetisch gemodificeerde sojaboongewassen mogen er momenteel 10 worden ingevoerd in de Unie, terwijl voor drie van de genetisch gemodificeerde sojaboongewassen een invoervergunning in behandeling is.

(33)  https://www.isaaa.org/ gmapprovaldatabase/event/default.asp?EventID=438&Event=MON87751%20x%20MON87701%20x%20MON87708%20x%20MON89788

(34)  Technisch verslag — 2013 — 063 van de Commissie, getiteld “The Impact of EU Consumption on Deforestation: Comprehensive Analysis of the Impact of EU Consumption on Deforestation”, door DG ENV van de Europese Commissie gefinancierde en door VITO, IIASA, HIVA en IUCN NL uitgevoerde studie, http://ec.europa.eu/environment/forests/pdf/1.%20Report%20analysis%20of%20impact.pdf, blz. 23-24: tussen 1990 en 2008 werd in totaal 90 000 km2 ontbost voor de invoer door de Unie van plantaardige en dierlijke producten; 74 000 km2 (82 %) daarvan werd ontbost voor de teelt van plantaardige producten, en met name oliehoudende gewassen (52 000 km2). 82 % daarvan (42 600 km2) werd vrijgemaakt voor sojabonen en -schroot, wat overeenkomt met 47 % van de totale, door de invoer van de Unie veroorzaakte ontbossing.

(35)  Escobar, N., Tizado, E. J., zu Ermgassen, E. K., Löfgren, P., Börner, J., Godar, J., “Spatially-explicit footprints of agricultural commodities: Mapping carbon emissions embodied in Brazil’s soy exports”, Global Environmental Change, Volume 62, mei 2020, 102067,

https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0959378019308623

(36)  Rajão, R., Soares-Filho, B., Nunes, F., Börner, J., Machado, L., Assis, D., Oliveira, A., Pinto, L., Ribeiro, V., Rausch, L., Gibbs, H., Figueira, D., “The rotten apples of Brazil’s agribusiness”, Science 17 juli 2020, Volume. 369, Issue 6501, blz. 246-248, https://science.sciencemag.org/content/369/6501/246

(37)  Mededeling van de Commissie, “Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren” https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52019DC0352&from=EN

(38)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: “EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030: De natuur terug in ons leven brengen”, mei 2020 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020DC0380

(39)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(40)  https://tillymetz.lu/wp-content/uploads/2020/09/Co-signed-letter-MEP-Metz.pdf

(41)  MON 87708 × MON 89788 × A5547-127. https://webgate.ec.europa.eu/dyna/gm_register/gm_register_auth.cfm?pr_id=100

(42)  Idem.


Top