This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52020AE2619
Opinion of the European Economic and Social Committee on ‘Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council amending Regulation (EU) 2016/1628 as regards its transitional provisions in order to address the impact of the COVID-19 crisis’ (COM(2020) 233 final — 2020/0113 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1628 wat de overgangsbepalingen ervan betreft met het oog op het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-crisis (COM(2020) 233 final — 2020/0113 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1628 wat de overgangsbepalingen ervan betreft met het oog op het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-crisis (COM(2020) 233 final — 2020/0113 (COD))
EESC 2020/02619
PB C 311 van 18.9.2020, p. 53–54
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.9.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 311/53 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1628 wat de overgangsbepalingen ervan betreft met het oog op het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19-crisis
(COM(2020) 233 final — 2020/0113 (COD))
(2020/C 311/07)
Rapporteur: |
Gerardo LARGHI |
Raadpleging |
Raad van de Europese Unie: 8.6.2020 Europees Parlement, 17.6.2020 |
Rechtsgrondslag |
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
Bevoegde afdeling |
Interne Markt, Productie en Consumptie |
Besluit van het bureau |
9.6.2020 |
Goedkeuring door de voltallige vergadering |
11.6.2020 |
Zitting nr. |
552 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) |
226/0/2 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. |
Het EESC is ingenomen met het voorstel voor een verordening, dat naar zijn mening een passende en evenredige reactie is op de gevolgen van de COVID-19-crisis. |
1.2. |
Het voorstel beantwoordt aan de tweeledige doelstelling om de goede werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog niveau van openbare veiligheid en milieubescherming te waarborgen. |
2. Inhoud van het Commissievoorstel
2.1. |
In Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad (1) zijn nieuwe emissiegrenswaarden vastgesteld (“fase V”), die zijn ontworpen om de emissies van luchtverontreinigende stoffen door motoren in niet voor de weg bestemde mobiele machines te verminderen, en wordt een aanloopperiode vastgesteld om deze overgang mogelijk te maken. |
2.2. |
De COVID-19-pandemie heeft een ernstige verstoring van de toeleveringsketen met zich meegebracht, waardoor de fabrikanten van niet voor de weg bestemde mobiele machines (NRMM) niet kunnen voldoen aan een aantal termijnen die zijn opgelegd bij de verordening. |
2.3. |
Met het voorstel wordt beoogd de termijnen voor de productie en het in de handel brengen van NRMM en trekkers met een overgangsmotor met twaalf maanden te verlengen en de fabrikanten te helpen om het hoofd te bieden aan een verstoring die niet te voorzien was. |
3. Algemene opmerkingen
3.1. |
Het EESC wijst er nogmaals op dat de schadelijke uitstoot van koolmonoxide, stikstofoxide, koolwaterstoffen en deeltjes door motoren van land- en bosbouwtrekkers moet worden teruggedrongen, wil men een bijdrage leveren aan de door de EU nagestreefde verbetering van de luchtkwaliteit. |
3.2. |
In zijn advies (2) over Verordening (EU) 2016/1628 beval het EESC aan om de nieuwe verordening onverwijld goed te keuren, wegens de ernstige bezorgdheid vanuit het oogpunt van de volksgezondheid in verband met de nanodeeltjes die bij verbrandingsprocessen vrijkomen en het hoge beschermingsniveau dat bereikt kan worden door de tenuitvoerlegging van de voorgestelde fase V voor motoren voor niet voor de weg bestemde mobiele machines. |
3.3. |
Het EESC is zich er echter terdege van bewust dat de COVID-19-crisis uitzonderlijke omstandigheden heeft gecreëerd die gevolgen hebben voor verschillende gebieden. De crisis heeft er met name toe geleid dat de levering van onderdelen en componenten volledig is onderbroken, waardoor fabrikanten met voorraden motoren en onafgewerkte producten blijven zitten. |
3.4. |
Als gevolg daarvan zullen veel fabrikanten van motoren en machines niet in staat zijn de bovengenoemde termijnen na te leven zonder ernstige economische schade op te lopen. |
3.5. |
Bovendien is het EESC zich ten volle bewust van het feit dat de crisis niet was voorzien en niet kon worden voorzien. |
3.6. |
Het EESC steunt daarom de in het voorstel voorziene verlenging met één jaar, als een redelijke en evenredige maatregel om de goede werking van de interne markt en een hoog niveau van openbare veiligheid en milieubescherming te waarborgen. |
Brussel, 11 juni 2020.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Luca JAHIER
(1) Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn 97/68/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 53); advies van het EESC (PB C 251 van 31.7.2015, blz. 31).