EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 24.6.2019
COM(2019) 297 final/2 – DOWNGRADED on 16.7.2019
BIJLAGE
bij
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de sluiting van een overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika over de toewijzing aan de Verenigde Staten van een aandeel in het tariefcontingent als bedoeld in Verordening (EG) nr. 617/2009 van de Raad van 13 juli 2009 houdende opening van een autonoom tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit
BIJLAGE
OVEREENKOMST TUSSEN
DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
EN DE EUROPESE UNIE
OVER DE TOEWIJZING AAN DE VERENIGDE STATEN VAN EEN AANDEEL IN HET TARIEFCONTINGENT VOOR RUNDVLEES VAN HOGE KWALITEIT IN DE ZIN VAN
HET HERZIENE MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING
OVER DE INVOER VAN RUNDVLEES VAN DIEREN DIE NIET ZIJN BEHANDELD MET BEPAALDE GROEIBEVORDERENDE HORMONEN EN OVER VERHOOGDE RECHTEN DIE DOOR DE VERENIGDE STATEN OP BEPAALDE PRODUCTEN VAN DE EUROPESE UNIE WORDEN TOEGEPAST (2014)
De Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie, de partijen bij het herziene memorandum van overeenstemming van 21 oktober 2013 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie over de invoer van rundvlees van dieren die niet zijn behandeld met bepaalde groeibevorderende hormonen en over verhoogde rechten die door de Verenigde Staten op bepaalde producten van de Europese Unie worden toegepast (hierna "het MvO 2014" genoemd), zijn als volgt overeengekomen:
Artikel 1
Doelstellingen
De doelstellingen van deze overeenkomst zijn:
1.aan de Verenigde Staten een aandeel toe te wijzen in het in artikel II, leden 4 en 5, en artikel VI van het MvO 2014 bedoelde autonome tariefcontingent ("het tariefcontingent") voor rundvlees van hoge kwaliteit van een jaarlijkse hoeveelheid van 45 000 ton productgewicht; en
2.bepaalde in de artikelen III, IV, V, VII en VIII van het MvO 2014 vermelde rechten en verplichtingen van de partijen aan te vullen of te wijzigen.
Artikel 2
Toewijzingen binnen het contingent
1.De Europese Unie wijst aan de Verenigde Staten 35 000 ton toe van het in artikel 1 bedoelde tariefcontingent van 45 000 ton. De resterende hoeveelheid van 10 000 ton wordt ter beschikking gesteld van alle andere landen. De toewijzingen nemen als volgt geleidelijk toe over een periode van zeven jaar ("de uitvoeringsperiode"):
|
Verenigde Staten
|
Alle andere landen
|
Jaar 1
|
18 500 ton
|
26 500 ton
|
Jaar 2
|
23 000 ton
|
22 000 ton
|
Jaar 3
|
25 400 ton
|
19 600 ton
|
Jaar 4
|
27 800 ton
|
17 200 ton
|
Jaar 5
|
30 200 ton
|
14 800 ton
|
Jaar 6
|
32 600 ton
|
12 400 ton
|
Jaar 7 en volgende
|
35 000 ton
|
10 000 ton
|
2.Voor de duidelijkheid: de kernverplichtingen in artikel II, lid 1, van het MvO 2014, met inbegrip van het contingenttarief van nul (0) %, zijn van toepassing op het aan de Verenigde Staten toegewezen gedeelte van het tariefcontingent.
3.De jaarlijkse hoeveelheid van het tariefcontingent wordt gelijk verdeeld over vier driemaandelijkse deelperioden. Het contingentjaar begint op 1 juli en eindigt op 30 juni.
Indien deze overeenkomst op een andere datum dan 1 juli in werking treedt, begint jaar 1 van de uitvoeringsperiode op de eerste dag van de volgende deelperiode van het contingentjaar en eindigt het na vier opeenvolgende deelperioden. De ongebruikte hoeveelheden van de deelperioden die in dat contingentjaar aan de eerste dag van jaar 1 voorafgaan, worden opgeteld bij de hoeveelheden die in de eerste deelperiode van jaar 1 van de uitvoeringsperiode beschikbaar zijn. Die hoeveelheden worden opgeteld bij de hoeveelheden die zijn toegewezen aan de Verenigde Staten en aan alle andere landen, in verhouding tot hun aandeel in het totale volume van het tariefcontingent.
Artikel 3
Contingentbeheer
Het aan de Verenigde Staten toegewezen aandeel in het tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit wordt beheerd door de Europese Unie op basis van het beginsel "wie het eerst komt, het eerst maalt". De Europese Unie doet al het mogelijke om het aan de Verenigde Staten toegewezen aandeel in het tariefcontingent op zodanige wijze te beheren dat importeurs het volledig kunnen benutten. Dit artikel vervangt artikel III van het MvO 2014.
Artikel 4
Geschil EC-Hormones
1.De handelsgezant van de Verenigde Staten beëindigt de in december 2016 uit hoofde van afdeling 306, onder c), van de Handelswet van 1974, zoals gewijzigd, ingeleide procedure met een beslissing dat niet opnieuw stappen zullen worden ondernomen om zich te beroepen op de toestemming in de zin van document WT/DS26/21. De Verenigde Staten maken die beslissing bekend uiterlijk op de datum van de inwerkingtreding van de in artikel 2 voor jaar 1 gespecificeerde landspecifieke contingenttoewijzing.
2.Gedurende de in artikel 2, lid 1, bedoelde uitvoeringsperiode en de in artikel 4, lid 3, bedoelde evaluatieperiode en totdat een onderling overeengekomen oplossing in de zin van artikel 4, lid 3, is aangemeld:
(a)verzoeken de partijen niet om de instelling van een panel uit hoofde van artikel 21, lid 5, van het WTO-memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen ("DSU") met betrekking tot het geschil "European Communities – Measures concerning meat and meat products (Hormones)" (WT/DS26) ("EC – Hormones");
(b)gaan de Verenigde Staten niet over tot schorsing van de toepassing op de Europese Unie van de tariefconcessies en de daarmee verband houdende verplichtingen, als toegestaan door het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie in EC — Hormones, beroep van de Verenigde Staten op grond van artikel 22, lid 7, van het DSU (WT/DS26/21).
3.Uiterlijk tien (10) jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst komen de Verenigde Staten en de EU bijeen om de werking van het tariefcontingent te beoordelen, teneinde tot een onderling overeengekomen oplossing te komen en die oplossing uiterlijk aan het einde van de evaluatieperiode bij het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO aan te melden overeenkomstig artikel 3, lid 6, van het DSU. De evaluatie wordt uiterlijk elf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst afgerond. Deze bepaling vervangt artikel IV van het MvO 2014.
4.Slagen de partijen er niet in om binnen elf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst gezamenlijk een onderling overeengekomen oplossing bij het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO aan te melden, dan kan elke partij de overeenkomst overeenkomstig artikel 6, lid 1, beëindigen.
Artikel 5
Controles ter plaatse
De Commissie kan de regering van de Verenigde Staten verzoeken om vertegenwoordigers van de Commissie toestemming te verlenen om in de Verenigde Staten controles ter plaatse te verrichten, mits die controles op niet-discriminerende basis ten aanzien van andere leverende landen worden verricht. Die controles worden samen met de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten verricht.
Artikel 6
Opzegging en gevolgen
1.Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door de andere partij daarvan schriftelijk in kennis te stellen. De overeenkomst wordt beëindigd zes maanden na de datum van ontvangst van die kennisgeving door de andere partij. Opzegging van deze overeenkomst betekent niet dat de partijen het MvO 2014 opzeggen, tenzij de partijen dit voornemen uitdrukkelijk kenbaar maken.
2.Opzegging van het MvO 2014 krachtens artikel V, lid 4, ervan brengt de opzegging van deze overeenkomst met zich mee. Gedurende de periode van zes maanden vanaf de datum waarop de in artikel V, lid 4, van het MvO 2014 bedoelde tot opzegging strekkende kennisgeving is verricht, nemen de partijen de kernverplichtingen van artikel II van het MvO 2014 in acht.
3.Bij gebreke van een aanmelding bij het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO van een onderling overeengekomen oplossing overeenkomstig artikel 4, lid 3, wordt niets in deze overeenkomst uitgelegd als strekkende tot een wijziging van de respectieve rechten of verplichtingen van een van de partijen in het kader van het DSU met betrekking tot EC – Hormones.
4.Geen enkele bepaling in deze overeenkomst wordt aldus uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat zij verplichtingen bevat voor personen, anders dan die welke tussen de partijen zelf in het leven zijn geroepen, noch aldus dat op deze overeenkomst een rechtstreeks beroep kan worden gedaan voor de rechterlijke instanties en in de interne rechtsorde van de partijen.
5.Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag na de datum waarop beide partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de interne procedures die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de verplichtingen van de partijen uit hoofde van artikel 2 en artikel 4, lid 1, worden nagekomen.
TEN GETUIGE WAARVAN ondergetekenden, rechtsgeldig gemachtigd door hun respectieve regeringen, deze overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te <PLAATS> op <DATUM>, in twee exemplaren in de Engelse taal, die de authentieke tekst van de overeenkomst vormen.
Voor de Verenigde Staten van Amerika
Voor de Europese Unie