Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019PC0171

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024)

    COM/2019/171 final

    Brussel, 10.4.2019

    COM(2019) 171 final

    2019/0090(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024)


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    De partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau is op 15 april 2008 in werking getreden. Het meest recente protocol bij de overeenkomst is op 24 november 2014 in werking getreden en liep af op 23 november 2017.

    Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren 1 heeft de Commissie met de regering van de Republiek Guinee-Bissau onderhandelingen gevoerd met het oog op het sluiten van een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau 2 . Na afloop van deze onderhandelingen is op 15 november 2018 een nieuw protocol geparafeerd. Het protocol bestrijkt een periode van vijf jaar vanaf de datum van voorlopige toepassing, d.w.z. vanaf de datum van de ondertekening ervan, zoals bepaald in artikel 16 van het protocol.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    In overeenstemming met de prioriteiten van de hervorming van het visserijbeleid 3 biedt het nieuwe protocol vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden in de wateren van Guinee-Bissau op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en met inachtneming van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas – Iccat). Dit nieuwe protocol houdt rekening met de resultaten van een evaluatie van het meest recente protocol (2014-2017) en van een verkennende evaluatie waarin is nagegaan of het wenselijk is een nieuw protocol te sluiten. Beide evaluaties werden uitgevoerd door externe deskundigen. Voorts zal het protocol het voor de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau mogelijk maken om nauwer samen te werken met het oog op de bevordering van een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de wateren van Guinee-Bissau, en zal het de inspanningen van Guinee-Bissau voor de ontwikkeling van zijn blauwe economie ondersteunen, dit alles in het belang van beide partijen.

    Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

    (a)vriestrawlers voor de garnaalvisserij;

    (b)vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen;

    (c)trawlers voor kleine pelagische soorten;

    (d)vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen;

    (e)vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel.

    Voor de eerste drie categorieën worden de vangstmogelijkheden voor de eerste twee jaar uitgedrukt in visserijinspanning (brutoregisterton, brt) en voor de laatste drie jaar in vangstbeperking (totaal toegestane vangsten, TAC).

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Guinee-Bissau passen in het kader van het externe optreden van de EU ten aanzien van de ACS-landen, en houden met name rekening met de doelstellingen van de Unie op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De gekozen rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waar in artikel 43, lid 2, het gemeenschappelijk visserijbeleid is vastgesteld en waar in artikel 218, lid 6, onder a), v), de desbetreffende fase van de procedure voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Unie en derde landen is vastgesteld.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

    Evenredigheid

    Het voorstel staat in verhouding tot de in artikel 31 van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgestelde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen tot stand te brengen. Het voorstel is in overeenstemming met die bepalingen, alsook met de bepalingen van artikel 32 van diezelfde verordening over financiële steun aan derde landen.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    In 2016 heeft de Commissie een ex-postevaluatie van het huidige protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en Guinee-Bissau verricht, alsook een ex-ante-evaluatie van een eventuele vernieuwing van het protocol. De conclusies van die evaluaties zijn opgenomen in een afzonderlijk werkdocument 4 .

    In de evaluatie is geconcludeerd dat de sector van de tonijnvisserij van de EU veel belangstelling heeft voor de visserij in Guinee-Bissau en dat een vernieuwing van het protocol zou bijdragen aan een betere monitoring, controle en bewaking en aan een betere governance van de visserij in de regio.

    Raadpleging van belanghebbenden

    In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector, internationale middenveldorganisaties, alsook met de visserijautoriteiten en met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van Guinee-Bissau. Daarnaast heeft ook overleg plaatsgevonden in het kader van de adviesraad voor de volle zee.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    Overeenkomstig artikel 31, lid 10, van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft de Commissie voor de ex-postevaluatie en de ex-ante-evaluatie een beroep gedaan op een onafhankelijke consultant.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Europese Unie bedraagt 15 600 000 EUR, berekend op basis van:

    a) een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de visbestanden, voor de in het protocol vastgestelde categorieën, dat is vastgelegd op 11 600 000 EUR per jaar voor de hele looptijd van het protocol;

    b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid en de blauwe economie van Guinee-Bissau ten bedrage van 4 000 000 EUR per jaar gedurende de hele looptijd van het protocol. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale beleid inzake duurzaam beheer van de continentale en maritieme visbestanden van Guinee-Bissau gedurende de hele looptijd van het protocol.

    Het jaarlijkse bedrag van de vastleggings- en betalingskredieten wordt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld, onder meer voor de reservelijn voor protocollen die bij het begin van het jaar nog niet in werking zijn getreden 5 .

    2019/0090 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v), en artikel 218, lid 7,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement 6 ,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Op 17 maart 2008 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 241/2008 7 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (hierna "de overeenkomst" genoemd) 8 , welke overeenkomst op 15 april 2008 in werking is getreden, vervolgens stilzwijgend is verlengd en nog steeds van kracht is.

    (2)Het meest recente protocol bij de overeenkomst liep af op 23 november 2017.

    (3)De Commissie heeft namens de Europese Unie onderhandeld over een nieuw protocol tot uitvoering van de overeenkomst (hierna "het protocol" genoemd). Na afloop van de onderhandelingen is het protocol op 15 november 2018 geparafeerd.

    (4)Overeenkomstig Besluit 2019/.../EU van de Raad 9 is het protocol ondertekend op [datum van de ondertekening invoegen].

    (5)Het protocol is voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening.

    (6)Het protocol heeft tot doel het voor de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau mogelijk te maken om nauwer samen te werken met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de wateren van Guinee-Bissau, en Guinee-Bissau ondersteuning te bieden bij zijn inspanningen om een blauwe economie te ontwikkelen.

    (7)Het protocol moet namens de Unie worden goedgekeurd.

    (8)Bij artikel 10 van de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die belast is met de controle van de toepassing van de overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie in bepaalde gevallen wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van die wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie onder bepaalde voorwaarden te worden gemachtigd om deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024) (hierna het "protocol" genoemd) wordt namens de Unie goedgekeurd.

    De tekst van het protocol is als bijlage I aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De Commissie wordt volgens de bepalingen en voorwaarden van bijlage II bij dit besluit gemachtigd om namens de Unie haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het protocol die worden vastgesteld door de krachtens artikel 10 van de overeenkomst opgerichte gemengde commissie.

    Artikel 3

    De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die gemachtigd is (zijn) om namens de Unie de in artikel 17 van het protocol bedoelde kennisgevingen te verrichten, waarmee de instemming van de Unie om door het protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    Aangenomen door de Raad Milieu op 28 februari 2017.
    (2)    PB L 342 van 17.12.2007, blz. 5.
    (3)    PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22.
    (4)    SWD (2017) 19 final van 18.1.2017.
    (5)    In overeenstemming met het Interinstitutioneel akkoord betreffende samenwerking in begrotingszaken (2013/C 373/01).
    (6)    PB C van , blz. .
    (7)    Verordening (EG) nr. 241/2008 van de Raad van 17 maart 2008 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (PB L 75 van 18.3.2008, blz. 49).
    (8)    PB L 342 van 27.12.2007, blz. 5.
    Top

    Brussel, 10.4.2019

    COM(2019) 171 final

    BIJLAGEN

    bij voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024)


    BIJLAGE 1
    PROTOCOL TOT UITVOERING VAN DE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE VISSERIJ TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE REPUBLIEK GUINEE-BISSAU

    (2019-2024)

    Artikel 1
    Toepassingsperiode en vangstmogelijkheden

    De vangstmogelijkheden die op grond van artikel 5 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij aan vaartuigen van de Unie zijn toegekend, worden als volgt vastgesteld:

    1.In het eerste en het tweede jaar van toepassing van het protocol worden de vangstmogelijkheden uitgedrukt op basis van een visserijinspanningsregeling (brutoregisterton, brt) volgens onderstaande regels:

    demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen) en kleine pelagische soorten:

    (a)vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 3 700 brt per jaar;

    (b)vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen: 3 500 brt per jaar;

    (c)trawlers voor kleine pelagische soorten: 15 000 brt per jaar;

    over grote afstanden trekkende soorten (in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 opgenomen soorten), met uitzondering van de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae en de volgende soorten: Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis en Carcharinus longimanus:

    (a)vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen: 28 vaartuigen;

    (b)vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 13 vaartuigen.

    2.Vanaf het derde jaar van toepassing van het protocol worden de vangstmogelijkheden uitgedrukt in vangstbeperkingen per soort (TAC) volgens onderstaande regels:

    demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen) en kleine pelagische soorten:

    (a)vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 2 500 ton per jaar;

    (b)vriestrawlers voor de visvangst: 11 000 ton per jaar;

    (c)vriestrawlers voor de vangst van koppotigen: 1 500 ton per jaar;

    (d)trawlers voor kleine pelagische soorten: 18 000 ton per jaar;

    over grote afstanden trekkende soorten (in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982 opgenomen soorten), met uitzondering van de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae en de volgende soorten: Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis en Carcharinus longimanus:

    (a)vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen: 28 vaartuigen;

    (b)vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 13 vaartuigen.

    3.De overschakeling van een beheersregeling op basis van visserijinspanning (brt) naar een regeling op basis van vangstbeperking (TAC) zal gepaard gaan met de invoering van het systeem voor elektronische vangstaangiften (Electronic Reporting System - ERS) en met de verwerking van de aldus doorgestuurde vangstgegevens. In dat verband zal de gemengde commissie vóór het derde jaar van toepassing van het protocol richtsnoeren opstellen voor de uniforme toepassing van dat systeem op alle industriële vloten.

    4.De leden 1 en 2 zijn van toepassing onverminderd de artikelen 8 en 9 van dit protocol.

    Artikel 2
    Looptijd

    Dit protocol en de bijlage erbij zijn van toepassing voor een periode van vijf jaar met ingang van de eerste dag van de voorlopige toepassing overeenkomstig artikel 16, tenzij het protocol overeenkomstig artikel 15 wordt opgezegd.

    Artikel 3
    Beginselen

    1.De twee partijen verbinden zich ertoe verantwoorde visserij in de visserijzone van Guinee-Bissau te bevorderen op basis van het beginsel van niet-discriminatie. Guinee-Bissau verbindt zich ertoe aan andere buitenlandse vloten die actief zijn in de visserijzone van Guinee-Bissau, dezelfde kenmerken hebben en op dezelfde soorten vissen, geen gunstigere technische voorwaarden toe te kennen dan die welke in dit protocol zijn opgenomen.

    2.De partijen verbinden zich ertoe dit protocol uit te voeren overeenkomstig artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou inzake de essentiële elementen van die overeenkomst, i.e. de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en het fundamentele element van die overeenkomst, i.e. goed openbaar bestuur, duurzame ontwikkeling en duurzaam en deugdelijk beheer van het milieu.

    3.De partijen verbinden zich ertoe informatie openbaar te maken en uit te wisselen over elke overeenkomst waarbij aan buitenlandse vaartuigen toegang tot de visserijzone van Guinee-Bissau wordt verleend en de daaruit voortvloeiende visserijinspanning, met name het aantal afgegeven machtigingen en de verrichte vangsten.

    4.Overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst mogen vaartuigen van de Europese Unie slechts visserijactiviteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau uitoefenen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van dit protocol en overeenkomstig de bijlage daarbij is afgegeven.

    Artikel 4
    Financiële tegenprestatie

    1.De in artikel 7 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 van het protocol bepaalde periode, vastgesteld op 15 600 000 EUR per jaar.

    2.De financiële tegenprestatie omvat:

    (a)een jaarlijks bedrag van 11 600 000 EUR voor de toegang tot de visbestanden in de visserijzone van Guinee-Bissau, en

    (b)een specifiek bedrag van 4 000 000 EUR per jaar voor steun aan het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau.

    3.Het bedrag van de door de reders verschuldigde rechten voor de op grond van artikel 4 van de overeenkomst en volgens de voorwaarden van hoofdstuk II afgegeven vismachtigingen wordt geraamd op ongeveer 4 miljoen EUR.

    4.Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 8, 9, 14, 15 en 16 van dit protocol.

    5.De betaling van de in lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie vindt uiterlijk 90 dagen na de datum van de voorlopige toepassing van het protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk 30 dagen na de verjaardag van de voorlopige toepassing van het protocol.

    6.De benutting van de in lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Guinee-Bissau.

    7.De in dit artikel vastgestelde bedragen worden betaald op één enkele bij de centrale bank van Guinee-Bissau geopende rekening van de schatkist, waarvan de gegevens elk jaar door het voor visserij bevoegde ministerie worden meegedeeld. De in lid 2, onder b), bedoelde financiële tegenprestatie voor sectorale steun wordt ter beschikking van Guinee-Bissau gesteld op een rekening van de schatkist. De gegevens van de bankrekeningen worden jaarlijks door de autoriteiten van Guinee-Bissau aan de Europese Commissie meegedeeld.

    Artikel 5
    Sectorale steun

    1.De in het kader van dit protocol verleende sectorale steun draagt bij aan de uitvoering van de nationale strategie voor de visserij en de blauwe economie. De steun beoogt het duurzame beheer van de visbestanden en de ontwikkeling van de sector, door met name:

    versterking van de monitoring, controle en bewaking van de visserijactiviteiten (onder meer door de installatie en het operationeel maken van ERS);

    versterking van gegevensverzameling en -verwerking voor wetenschappelijke doeleinden en van de analyse- en evaluatiecapaciteit betreffende de visbestanden en de visserijen;

    versterking van de capaciteit van de actoren in de visserijsector;

    steun voor de ambachtelijke visserij;

    versterking van de internationale samenwerking;

    verbetering van de voorwaarden voor de uitvoer van visserijproducten en bevordering van investeringen in de sector;

    ontwikkeling van voor de visserij relevante infrastructuur;

    steun voor de blauwe economie en ontwikkeling van de aquacultuur.

    2.De gemengde commissie stelt uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding of in voorkomend geval na de voorlopige toepassing van dit protocol een meerjarig sectoraal programma, met toepassingsbepalingen, vast waarin de volgende elementen zijn opgenomen:

    (a)de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 4, lid 2, onder b), genoemde deel van de financiële tegenprestatie;

    (b)de doelstellingen die op jaarbasis en op meerjarige basis moeten worden bereikt om een duurzame en verantwoorde visserij te bevorderen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten die Guinee-Bissau stelt voor zijn nationale visserijbeleid of voor andere relevante beleidsterreinen, met name op het gebied van steun voor ambachtelijke visserij, bewaking, controle en de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij), alsook met de prioriteiten op het gebied van versterking van de wetenschappelijke capaciteit van Guinee-Bissau in de visserijsector;

    (c)de criteria en de procedures, eventueel met inbegrip van begrotings- en financiële indicatoren, voor de jaarlijkse beoordeling van de behaalde resultaten.

    3.Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten in de gemengde commissie door de partijen worden goedgekeurd.

    4.Guinee-Bissau dient elk jaar een voortgangsverslag over de met de sectorale steun uitgevoerde projecten in, dat door de gemengde commissie wordt onderzocht. Voordat het protocol afloopt, dient Guinee-Bissau eveneens een eindverslag in.

    5.De Europese Unie kan de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk herzien of schorsen hetzij in geval van niet-benutting van deze financiële tegenprestatie, hetzij wanneer bij een door de gemengde commissie uitgevoerde evaluatie blijkt dat de bereikte resultaten niet met de programmering overeenkomen.

    6.Nadat beide partijen met elkaar overleg hebben gepleegd en hun toestemming hebben gegeven, wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de resultaten van de uitvoering dit rechtvaardigen. Die financiële tegenprestatie kan echter slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het aflopen van dit protocol.

    7.De partijen geven zichtbaarheid aan de acties die met sectorale steun worden gefinancierd.

    Artikel 6
    Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij 

    1.De twee partijen verbinden zich ertoe om in de visserijzone van Guinee-Bissau verantwoorde visserij te bevorderen en illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te bestrijden op basis van het beginsel van niet-discriminatie tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en op basis van het beginsel van een duurzaam beheer van de visbestanden en van de mariene ecosystemen.

    2.Gedurende de looptijd van dit protocol werken de Europese Unie en Guinee-Bissau samen om de situatie van de visbestanden en visserijen in de visserijzone van Guinee-Bissau te volgen.

    3.Beide partijen verbinden zich ertoe de naleving van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) en van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) te bevorderen en meer samenwerking te betrachten op subregionaal niveau op het gebied van een verantwoord beheer van de visserij, met name in het kader van de Subregionale Visserijcommissie (Subregional Fisheries Commission – SRFC).

    4.Beide partijen plegen in de gemengde commissie overleg om zo nodig en in onderlinge overeenstemming nieuwe maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen.

    Artikel 7
    Gezamenlijk wetenschappelijk comité

    1.Het gezamenlijke wetenschappelijke comité bestaat uit wetenschappers van wie de helft wordt benoemd door de ene partij en de andere helft door de andere partij. Met instemming van beide partijen mag de deelname aan het gezamenlijke wetenschappelijke comité worden uitgebreid met waarnemers, met name vertegenwoordigers van regionale organisaties voor visserijbeheer, zoals de Cecaf.

    2.Het gezamenlijke wetenschappelijke comité komt overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij ten minste eenmaal per jaar bijeen. In principe vinden de vergaderingen afwisselend in Guinee-Bissau en in de Europese Unie plaats. Op verzoek van een van de partijen kunnen ook andere vergaderingen worden belegd. De vergaderingen worden bij toerbeurt door een van beide partijen voorgezeten.

    3.De taken van het gezamenlijke wetenschappelijke comité hebben met name betrekking op de volgende activiteiten:

    (a)verzamelen van gegevens over de visserijinspanningen en de vangsten van de nationale en buitenlandse vloten die in de visserijzone van Guinee-Bissau actief zijn en vissen op soorten die in dit protocol worden vermeld;

    (b)voorstellen, volgen en analyseren van de jaarlijkse bestandsopname waarbij de bestanden worden geïnventariseerd en de vangstmogelijkheden en de exploitatieopties die de instandhouding van de visbestanden en het ecosysteem ervan waarborgen, worden bepaald;

    (c)op basis daarvan een wetenschappelijk jaarverslag opstellen over de onder deze overeenkomst vallende visserijen;

    (d)opstellen, op eigen initiatief of in reactie op een verzoek van de gemengde commissie of van een van de partijen, van wetenschappelijk advies over de beheersmaatregelen die nodig worden geacht voor een duurzame exploitatie van de onder dit protocol vallende bestanden en visserijen.

    4.Op basis van de aanbevelingen en resoluties van de Iccat en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen, zoals die van de Cecaf, en, in voorkomend geval, van de conclusies van het gezamenlijke wetenschappelijke comité stelt de gemengde commissie maatregelen vast die gericht zijn op een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden en die van belang zijn voor de activiteiten van de vissersvaartuigen van de Unie.

    Artikel 8
    Herziening van de vangstmogelijkheden en de technische maatregelen

    1.Indien Guinee-Bissau op advies van het gezamenlijke wetenschappelijke comité besluit tot een tijds- of gebiedsgebonden sluiting van een visserij in het kader van een instandhoudingsmaatregel, komt de gemengde commissie bijeen om de grondslagen van dat besluit te analyseren, de effecten van deze sluiting op de activiteiten van de EU-vaartuigen in het kader van deze overeenkomst te beoordelen en tot eventuele corrigerende maatregelen te besluiten.

    2.In de in lid 1 bedoelde gevallen bereikt de gemengde commissie overeenstemming over een evenredige verlaging van de door de Europese Unie uit hoofde van de overeenkomst te verlenen financiële tegenprestatie en, in voorkomend geval, over een aan de reders te verlenen compensatie.

    3.Als Guinee-Bissau op basis van wetenschappelijk advies besluit tot de sluiting van een visserij, geldt die sluiting, zonder onderscheid, voor alle bij de desbetreffende visserij betrokken vaartuigen, met inbegrip van nationale vaartuigen en vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.

    4.De in artikel 1 genoemde vangstmogelijkheden kunnen in de gemengde commissie in onderlinge overeenstemming en op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité worden herzien. De in artikel 4, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig aangepast pro rata temporis en het protocol en de bijlage daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd.

    5.De gemengde commissie kan, indien nodig, de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de uitvoeringsbepalingen van dit protocol en de bijlagen daarbij, met inbegrip van de bepalingen inzake de monitoring van de sectorale steun, onderzoeken en in onderlinge overeenstemming aanpassen.

    Artikel 9
    Experimentele visserij en nieuwe vangstmogelijkheden

    1.Indien vaartuigen van de Europese Unie belangstelling hebben voor visserijactiviteiten waarin niet in artikel 1 is voorzien, kunnen, om de technische haalbaarheid en de economische rentabiliteit van nieuwe visserijen te testen, machtigingen voor de experimentele uitoefening van die activiteiten worden toegekend overeenkomstig de geldende wetgeving van Guinee-Bissau. Voor zover mogelijk wordt die experimentele visserij verricht met behulp van de plaatselijk beschikbare wetenschappelijke en technische deskundigheid. De experimentele visreizen hebben tot doel de technische haalbaarheid en de economische rentabiliteit van nieuwe visserijen te testen.

    2.Daarom informeert de Europese Commissie de autoriteiten van Guinee-Bissau over de machtigingsaanvragen voor experimentele visserij op basis van een technisch dossier dat de volgende gegevens bevat:

    (a)de beoogde soorten;

    (b)de technische kenmerken van het vaartuig;

    (c)de ervaring van de officieren van het vaartuig met de betrokken visserijactiviteiten;

    (d)het voorstel betreffende de technische parameters van de visreis (duur, vistuig, exploratiegebieden enz.);

    (e)het soort gegevens dat wordt vergaard met het oog op een wetenschappelijke monitoring van de impact van die visserijactiviteiten op het bestand en de ecosystemen.

    3.Machtigingen voor experimentele visserij hebben een looptijd van maximaal zes maanden. Voor dergelijke machtigingen wordt een door de Guinee-Bissause autoriteiten vastgestelde vergoeding betaald.

    4.Een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat en een door Guinee-Bissau gekozen waarnemer zijn tijdens de gehele reis aan boord.

    5.De vangsten die in het kader van de experimentele visreis zijn toegestaan, worden vastgesteld door de autoriteiten van Guinee-Bissau. De in het kader van en tijdens de verkenningsactie verrichte vangsten blijven eigendom van de reder. Vissen die niet aan de wettelijk voorgeschreven maten voldoen, en vissen die krachtens de geldende wetgeving van Guinee-Bissau niet mogen worden gevangen, mogen niet aan boord worden gehouden of in de handel worden gebracht.

    6.De gedetailleerde resultaten van de visreis worden ter analyse aan de gemengde commissie en aan het gezamenlijke wetenschappelijke comité toegezonden.

    7.Indien EU-vissersvaartuigen belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 van dit protocol zijn vermeld, raadplegen de partijen het gezamenlijke wetenschappelijke comité. De partijen maken afspraken over de voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden en wijzigen dit protocol en de bijlage daarbij totdat dit protocol afloopt. De in artikel 4, lid 2, onder a), van dit protocol genoemde financiële tegenprestatie wordt dienovereenkomstig verhoogd. De in de bijlage vastgestelde visrechten en andere voorwaarden die van toepassing zijn op de reders, worden dienovereenkomstig gewijzigd.

    Artikel 10
    Economische integratie van de actoren van de Europese Unie in de visserijsector van Guinee-Bissau

    1.Beide partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de Europese actoren in de gehele visserijsector van Guinee-Bissau te bevorderen, met name door de oprichting van gezamenlijke ondernemingen en de totstandbrenging van infrastructuur.

    2.De twee partijen werken samen om de particuliere actoren in de Europese Unie bewust te maken van de commerciële en industriële kansen in de gehele visserijsector in Guinee-Bissau, met name op het gebied van directe investeringen.

    3.Met hetzelfde doel kan Guinee-Bissau stimulansen geven aan actoren die dergelijke investeringen doen.

    4.De twee partijen werken samen om investeringsmogelijkheden en financieringsinstrumenten voor de uitvoering van de vastgestelde acties of projecten te identificeren.

    5.De gemengde commissie maakt jaarlijks de balans op van de uitvoering van dit artikel.

    Artikel 11
    Uitwisseling van informatie

    1.De partijen verbinden zich ertoe voorrang te geven aan elektronische systemen voor de uitwisseling van met de uitvoering van het protocol verband houdende gegevens en documenten.

    2.De elektronische versie van een document waarin in dit protocol is voorzien, wordt als volledig gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

    3.De partijen stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten worden dan automatisch vervangen door hun papieren versie overeenkomstig de in de bijlage vastgestelde bepalingen.

    Artikel 12
    Vertrouwelijkheid van de gegevens

    1.De partijen verbinden zich ertoe dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen nominale gegevens over de vaartuigen van de Europese Unie en hun visserijactiviteiten te allen tijde strikt worden behandeld overeenkomstig de beginselen van vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens.

    2.De partijen zien erop toe dat alleen de geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten van de vloot van de Europese Unie in de Guinee-Bissause visserijzone openbaar worden gemaakt, overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de Iccat en andere regionale en subregionale visserijorganisaties.

    3.Gegevens die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd, mogen door de bevoegde autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en voor visserijbeheer, -monitoring, -controle en -bewaking.

    4.Wat de door de Europese Unie verstrekte persoonsgegevens betreft, kan de gemengde commissie passende waarborgen en rechtsmiddelen vaststellen overeenkomstig de algemene verordening gegevensbescherming.

    Artikel 13
    Toepasselijke wetgeving

    1.De activiteiten van de vissersvaartuigen van de Europese Unie die in de wateren van Guinee-Bissau actief zijn, vallen onder het recht van Guinee-Bissau, tenzij anders is bepaald in de partnerschapsovereenkomst inzake visserij of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

    2.De partijen stellen elkaar schriftelijk in kennis van elke wijziging van hun respectieve beleid en wetgeving inzake visserij. Dergelijke wijzigingen van de regelgeving die technische gevolgen hebben voor de visserijactiviteiten, zijn van toepassing op vaartuigen van de Europese Unie na een termijn van drie maanden vanaf de officiële kennisgeving ervan.

    Artikel 14
    Schorsing van de uitvoering van het protocol

    1.De uitvoering van dit protocol, met inbegrip van de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie, kan na overleg in de gemengde commissie worden geschorst als zich een of meer van de volgende situaties voordoen:

    (a)abnormale omstandigheden, andere dan natuurverschijnselen, waardoor in de visserijzone van Guinee-Bissau geen visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden;

    (b)belangrijke wijzigingen in de inhoud en de uitvoering van het visserijbeleid van een van de partijen die gevolgen hebben voor dit protocol;

    (c)de inwerkingtreding van de in artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou vermelde overlegmechanismen naar aanleiding van een inbreuk op de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van die overeenkomst;

    (d)een probleem bij de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie door de Europese Unie om andere dan de in dit lid, onder c), genoemde redenen;

    (e)een ernstig en onopgelost geschil tussen de partijen over de interpretatie of uitvoering van de overeenkomst of van dit protocol.

    2.Nadat beide partijen met elkaar overleg hebben gepleegd en hun toestemming hebben gegeven, wordt de betaling van de financiële tegenprestatie hervat zodra de aan de in lid 1 genoemde gebeurtenissen voorafgaande situatie is hersteld. De in artikel 4, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het verstrijken van het protocol.

    3.De aan EU-vaartuigen verleende vismachtigingen kunnen worden geschorst zolang de betaling van de in artikel 4, lid 2, onder a), vastgestelde financiële tegenprestatie is geschorst. In geval van hervatting wordt de geldigheid van deze vismachtigingen verlengd met een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Alle activiteiten van de vissersvaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van Guinee-Bissau worden onderbroken gedurende de periode van de schorsing.

    4.Wanneer de toepassing van het protocol wordt geschorst, meldt de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing, behalve in het in lid 1, onder c), genoemde geval, dat tot een onmiddellijke schorsing leidt. In de tussentijd plegen de partijen overleg in de gemengde commissie.

    5.Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd overeenkomstig de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol was geschorst.

    Artikel 15
    Opzegging

    1.In geval van opzegging van dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen.

    2.Door de in lid 1 bedoelde kennisgeving te versturen wordt overleg tussen de partijen geopend.

    Artikel 16
    Voorlopige toepassing

    Dit protocol en de bijlage erbij zijn voorlopig van toepassing met ingang van de datum van ondertekening ervan.

    Artikel 17
    Inwerkingtreding

    Dit protocol en de bijlage erbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures hebben gemeld.



    BIJLAGE

    VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE UNIE

    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    1.Aanwijzing van de bevoegde autoriteit

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt, tenzij anders bepaald, met elke verwijzing naar de Europese Unie (EU) of Guinee-Bissau als bevoegde autoriteit het volgende bedoeld:

    voor de EU: de Europese Commissie, in voorkomend geval via de delegatie van de Europese Unie;

    voor Guinee-Bissau: het overheidsdepartement dat belast is met de visserij.

    2.Visserijzone waar mag worden gevist

    De visserijzone waar de vaartuigen van de Europese Unie mogen vissen, komt overeen met de visserijzone van Guinee-Bissau, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, overeenkomstig de wetgeving van Guinee-Bissau en de geldende internationale verdragen waarbij Guinee-Bissau partij is.

    De basislijnen worden bepaald door de nationale wetgeving.

    3.Aanwijzing van een plaatselijke agent

    Vaartuigen van de Europese Unie, met uitzondering van vaartuigen voor de tonijnvisserij, die in het kader van dit protocol een vismachtiging willen aanvragen, moeten worden vertegenwoordigd door een in Guinee-Bissau verblijvende gemachtigde agent.

    4.Bankrekening

    Guinee-Bissau stelt de Europese Unie vóór de inwerkingtreding van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekening(en) waarnaar de financiële bedragen moeten worden overgemaakt die in het kader van de overeenkomst voor de vissersvaartuigen moeten worden betaald. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de reders.

    5.    Contactpunten

    Beide partijen stellen elkaar in kennis van hun respectieve contactpunten met het oog op de uitwisseling van informatie over de uitvoering van het protocol, met name over kwesties in verband met de uitwisseling van algemene vanstgegevens en gegevens over de visserijinspanning, de procedures voor de vismachtigingen en de uitvoering van de sectorale steun.



    HOOFDSTUK II

    VISMACHTIGINGEN

    Deel 1: Toepasselijke procedures

    1.Voorwaarden voor het verkrijgen van een vismachtiging – in aanmerking komende vaartuigen

    De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het register van vissersvaartuigen van de Europese Unie en voldoet aan de bepalingen van Verordening (EU) 2017/2403 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten. Alle eerdere verplichtingen van de reder, de kapitein of het vaartuig zelf uit hoofde van visserijactiviteiten in Guinee-Bissau in het kader van de overeenkomst moeten zijn nagekomen.

    2.Aanvraag van een vismachtiging

    De Europese Unie dient ten minste 40 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij Guinee-Bissau een vismachtigingsaanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst wenst te vissen, met gebruikmaking van het formulier in het aanhangsel.

    Elke eerste vismachtigingsaanvraag in het kader van het huidige protocol en elke aanvraag naar aanleiding van een technische wijziging aan het vaartuig moet vergezeld gaan van:

    a)het bewijs van betaling van het forfaitaire visrecht voor de geldigheidsduur van de aangevraagde vismachtiging;

    b)in voorkomend geval de naam en het adres van de plaatselijke gemachtigde agent van het vaartuig;

    c)voor trawlers, het bewijs van betaling vooraf van de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer;

    d)voor trawlers, het door de vlaggenstaat afgegeven attest van de tonnage van het vaartuig.

    Voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd, gaat de aanvraag tot verlenging van een vismachtiging in het kader van het huidige protocol uitsluitend vergezeld van het bewijs van betaling van het visrecht en, in voorkomend geval, de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer.

    3.Afgifte van de vismachtiging

    Guinee-Bissau geeft de originele vismachtiging af binnen 25 dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier en ten minste 15 dagen vóór het begin van de visperiode. Deze machtiging wordt aan de reders toegezonden:

    voor trawlers via de gemachtigde agenten, met kopie aan de Europese Unie, en

    voor vaartuigen voor de tonijnvisserij via de delegatie van de Europese Unie in Guinee-Bissau.

    Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij zendt de bevoegde autoriteit onmiddellijk een kopie van deze vismachtiging langs elektronische weg aan de reder en, in voorkomend geval, aan zijn plaatselijke vertegenwoordiger, met kopie aan de Europese Unie. De geldigheidsduur van deze kopie verstrijkt bij ontvangst van de originele vismachtiging. Deze kopie, die aan boord van de vaartuigen voor de tonijnvisserij wordt gehouden, is geldig gedurende 40 dagen en wordt tijdens die periode als gelijkwaardig aan het origineel beschouwd.

    Wordt een vismachtiging tijdens de geldigheidsduur van het protocol verlengd, dan moet de nieuwe vismachtiging een duidelijke verwijzing naar de oorspronkelijke bevatten.

    De Europese Unie zendt de vismachtiging door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de kantoren van de Europese Unie gesloten zijn, kan Guinee-Bissau de vismachtiging rechtstreeks aan de reder of zijn gemachtigde agent afgeven, met kopie aan de Europese Unie.

    4.Lijst van vaartuigen die mogen vissen

    Onmiddellijk na de afgifte van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau voor elke categorie vaartuigen de definitieve lijst van vaartuigen op die in de visserijzone van Guinee-Bissau mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk toegezonden aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en elektronisch aan de Europese Unie.

    5.Geldigheidsduur van de vismachtiging

    De vismachtigingen hebben een geldigheidsduur van drie maanden, zes maanden of een jaar.

    Voor de bepaling van het begin van de geldigheidsduur wordt onder "een jaar" verstaan:

    a)in het eerste jaar van toepassing van het protocol: de periode tussen de datum waarop het protocol voorlopig van toepassing wordt en 31 december van datzelfde jaar;

    b)vervolgens elk volledig kalenderjaar;

    c)in het laatste jaar van toepassing van het protocol: de periode tussen 1 januari en de datum waarop het protocol afloopt.

    Een geldigheidstermijn van drie maanden of zes maanden gaat in op de eerste dag van de maand. De geldigheidstermijn van de vismachtigingen loopt echter nooit langer dan 31 december van het jaar waarin zij zijn afgegeven.

    6.Aan boord houden van de vismachtiging

    De vismachtiging moet permanent aan boord worden gehouden.

    De vaartuigen voor de tonijnvisserij en met de drijvende beug zijn evenwel gemachtigd te vissen zodra ze zijn ingeschreven op de hierboven vermelde voorlopige lijst. Zolang geen vismachtiging is afgegeven aan deze vaartuigen, moet de voorlopige lijst permanent aan boord worden gehouden.

    7.Overdracht van de vismachtiging

    De vismachtiging wordt voor een bepaald vaartuig opgesteld en is niet overdraagbaar.

    In geval van overmacht en op verzoek van de Europese Unie wordt de vismachtiging evenwel vervangen door een nieuwe machtiging die wordt afgegeven op naam van een gelijksoortig vaartuig als het te vervangen vaartuig.

    In geval van overdracht wordt de te vervangen vismachtiging door de reder of zijn gemachtigde agent in Guinee-Bissau ingeleverd en stelt Guinee-Bissau onverwijld een vervangingsmachtiging op. Wanneer de technische inspectie overeenkomstig punt 9 van dit hoofdstuk is uitgevoerd, wordt de vervangingsmachtiging onverwijld aan de reder of zijn gemachtigde agent afgegeven, op het ogenblik waarop de te vervangen machtiging wordt ingeleverd. De vervangingsmachtiging gaat in op de dag dat de te vervangen machtiging wordt ingeleverd.

    Bij trawlers wordt, indien de tonnage van het vervangende vaartuig groter is dan die van het te vervangen vaartuig, het aanvullende deel van het visrecht berekend naar rata van het verschil in tonnage en de resterende geldigheidsduur. Deze aanvullende vergoeding wordt door de reder betaald bij de overdracht van de vismachtiging.

    Guinee-Bissau werkt de lijst van gemachtigde vaartuigen onverwijld bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Europese Unie meegedeeld.

    8.Ondersteuningsvaartuigen

    Op verzoek van de Europese Unie machtigt Guinee-Bissau de vaartuigen van de Europese Unie met een vismachtiging om zich te laten bijstaan door ondersteuningsvaartuigen. Ondersteuningsvaartuigen moeten de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren of toebehoren aan een EU-onderneming, en mogen niet zijn uitgerust voor de beoefening van de visserij.

    Guinee-Bissau stelt de lijst van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op en deelt deze onverwijld mee aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de Europese Unie.

    De ondersteuningsvaartuigen moeten over een overeenkomstig het recht van Guinee-Bissau daartoe afgegeven machtiging beschikken, waarvoor een jaarlijkse vergoeding moet worden betaald.

    9.Technische inspectie voor trawlers

    Overeenkomstig de geldende regelgeving van Guinee-Bissau meldt elke EU-trawler zich eens per jaar, en verder na een wijziging van de tonnage van het vaartuig of wanneer het gebruik van andere soorten vistuig tot een wijziging van de visserijtak leidt, in de haven van Bissau voor een technische inspectie.

    De technische inspectie heeft tot doel na te gaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord conform de regelgeving zijn en of de gezondheidsvoorschriften en de bepalingen inzake de aanmonstering van nationale zeelieden worden nageleefd.

    Guinee-Bissau verricht de technische inspectie verplicht binnen 48 uur na aankomst van de trawler in de haven, voor zover die aankomst vooraf is gemeld.

    Na afloop van de technische inspectie geeft Guinee-Bissau onverwijld een conformiteitsattest af aan de kapitein van het vaartuig.

    Het conformiteitsattest heeft een geldigheidsduur van één jaar. Er is echter een nieuw conformiteitsattest vereist telkens wanneer wordt overgestapt naar de garnaalvisserij of van deze visserij wordt afgestapt. Een nieuw conformiteitsattest is eveneens nodig wanneer het vaartuig de visserijzone van Guinee-Bissau voor een periode van meer dan 45 dagen verlaat.

    Het conformiteitsattest wordt permanent aan boord gehouden.

    De kosten van de technische inspectie komen voor rekening van de reder en worden berekend volgens de in de Guinee-Bissause wetgeving vastgestelde tariefregeling. Zij mogen niet hoger zijn dan de bedragen die voor dezelfde dienst worden betaald door nationale vaartuigen of door vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.

    Deel 2: Visrechten en voorschotten

    Het bedrag van het forfaitaire visrecht wordt voor elke categorie vaartuigen vastgesteld in de technische notities in het aanhangsel van deze bijlage. Het omvat alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van de havengelden en de kosten van geleverde diensten.

    Bij vismachtigingen met een geldigheidsduur van minder dan een jaar wordt het bedrag van het forfaitaire visrecht naar rata van de aangevraagde geldigheidsduur aangepast. Het bedrag wordt in voorkomend geval verhoogd met de opslag die volgens de tabel in de desbetreffende technische notities verschuldigd is voor een periode van drie of zes maanden.



    HOOFDSTUK III

    TECHNISCHE INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN

    In de technische notities in het aanhangsel van de onderhavige bijlage worden per visserijtak de voor de visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende technische maatregelen voor vaartuigen met een vismachtiging vastgesteld.

    Alle aanbevelingen van de Iccat worden door de vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug in acht genomen.

    HOOFDSTUK IV

    VANGSTAANGIFTEN

    1.Visserijlogboek

    De kapitein van een vaartuig van de Europese Unie dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij is het visserijlogboek in overeenstemming met de toepasselijke resoluties van de Iccat inzake de vergaring en transmissie van gegevens over de visserijactiviteit.

    De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort met de FAO-drielettercode in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten.

    In voorkomend geval noteert de kapitein elke dag ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort in het visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

    Het visserijlogboek wordt leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en ondertekend door de kapitein.

    De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde gegevens.

    2.Vangstaangiften

    2.1.Eerste en tweede jaar van toepassing van het protocol – beheersregeling op basis van visserijinspanning

    De kapitein meldt de vangsten van het vaartuig door de visserijlogboeken betreffende de periode dat het zich in de visserijzone van Guinee-Bissau bevond, aan Guinee-Bissau toe te zenden.

    De kapitein zendt de visserijlogboeken naar Guinee-Bissau op het daartoe meegedeelde e-mailadres. Guinee-Bissau stuurt per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail.

    Aanvullend kunnen de visserijlogboeken ook als volgt worden verzonden:

    a)wanneer het vaartuig een Guinee-Bissause haven aandoet, wordt het origineel van elk visserijlogboek bezorgd aan de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de industriële visserij, die de ontvangst ervan schriftelijk bevestigt;

    b)wanneer de visserijzone van Guinee-Bissau wordt verlaten zonder dat vooraf een haven van Guinee-Bissau is aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek per post verzonden binnen 14 dagen na aankomst in een andere haven, en in ieder geval binnen 30 dagen na het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau.

    De kapitein doet de Europese Unie een kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug doet de kapitein ook aan één van de volgende wetenschappelijke instellingen een kopie van al zijn visserijlogboeken toekomen:

    (a)IRD (Institut de recherche pour le développement),

    (b)IEO (Instituto Español de Oceanografia), of

    (c)IPMA (Instituto Português do Mar e da Atmosfera).

    Wanneer het vaartuig tijdens de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de visserijzone van Guinee-Bissau, geeft dit aanleiding tot een nieuwe activiteiten- en vangstaangifte.

    Worden de bepalingen van dit hoofdstuk niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging weigeren. Guinee-Bissau stelt de Europese Unie onverwijld in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.

    2.2.Vanaf het derde jaar van toepassing van het protocol – beheersregeling op basis van quota

    1.De kapitein van een vaartuig van de Europese Unie dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een visserijlogboek bij dat in overeenstemming is met de toepasselijke resoluties en aanbevelingen van de Iccat. De kapitein is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens die in het elektronische visserijlogboek zijn vermeld.

    2.Elk vissersvaartuig van de Unie dat beschikt over een op grond van dit protocol afgegeven vismachtiging, moet zijn uitgerust met een elektronisch systeem (hierna "ERS-systeem" genoemd – "electronic reporting system") dat de gegevens over de visserijactiviteit van het vaartuig (hierna "ERS-gegevens" genoemd) kan registreren en doorsturen.

    3.De vangsten worden als volgt aangegeven:

    (a)de kapiteins van alle vaartuigen die op grond van dit protocol in de wateren van Guinee-Bissau vissen, vullen elk dag het elektronische visserijlogboek in en zenden het binnen zeven dagen na het verlaten van de visserijzone naar het VCC van de vlaggenstaat en naar het VCC van Guinee-Bissau via het ERS-systeem (aanhangsel 4) of, bij een storing van dat systeem, per e-mail;

    (b)in het elektronisch visserijlogboek moet worden vermeld: de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten. Hij noteert ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

    4.Het vaartuig stuurt de ERS-gegevens naar zijn vlaggenstaat, die ze automatisch ter beschikking van Guinee-Bissau stelt. De vlaggenstaat zorgt voor de ontvangst en de registratie in een elektronische gegevensbank waarin die gegevens gedurende ten minste 36 maanden op beveiligde wijze kunnen worden bewaard.

    5.De vlaggenstaat en Guinee-Bissau zien erop toe dat zij zijn uitgerust met de nodige hardware en software voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in het in punt 3 van aanhangsel 4 vermelde formaat.

    6.Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de door de Europese Commissie beheerde elektronische communicatiemiddelen voor de uitwisseling in gestandaardiseerde vorm van visserijgegevens.

    7.Worden de bepalingen inzake de vangstaangifte niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet. In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging weigeren. Guinee-Bissau stelt de Europese Unie onverwijld in kennis van iedere in dit verband toegepaste sanctie.

    8.De vlaggenstaat en Guinee-Bissau wijzen elk een ERS-correspondent aan die fungeert als contactpunt voor aangelegenheden in verband met de uitvoering van aanhangsel 4. De vlaggenstaat en Guinee-Bissau stellen elkaar in kennis van de contactgegevens van hun ERS-correspondent en werken deze informatie zo nodig onmiddellijk bij.

    3.Overschakeling naar een elektronisch systeem

    Beide partijen plegen in het gemengd comité overleg over de overschakeling naar het elektronische systeem voor vangstaangiften (ERS) waarmee de vaartuigen van de Europese Unie de gegevens betreffende de in het kader van de overeenkomst verrichte visserijactiviteiten elektronisch registreren en meedelen aan Guinee-Bissau overeenkomstig de bepalingen in het aanhangsel van deze bijlage.

    De overschakeling moet uiterlijk aan het begin van het derde jaar van het protocol zijn afgerond.

    4.Afrekening van de visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    Op basis van de vangstaangiften stelt de Europese Unie voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij en voor elk vaartuig voor de visserij met de drijvende beug een eindafrekening van de voor het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar verschuldigde visrechten vast.

    De Europese Unie deelt deze eindafrekening mee aan Guinee-Bissau en de reder vóór 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar waarin de vangsten zijn gedaan.

    Valt de eindafrekening hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging betaalde forfaitaire visrecht, dan maakt de reder het saldo onverwijld aan Guinee-Bissau over. Is het bedrag van de eindafrekening kleiner dan het betaalde forfaitaire visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.

    HOOFDSTUK V

    AANLANDINGEN EN OVERLADINGEN

    1. Aanlanding of overlading van de vangsten

    De kapitein van een vaartuig van de Europese Unie die in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangsten in de haven van Bissau wil aanlanden of overladen, moet de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de industriële visserij ten minste 24 uur vóór de aanlanding of overlading in kennis stellen van:

    (a)de naam van het vissersvaartuig waaruit wordt aangeland of overgeladen;

    (b)de haven van aanlanding of overlading;

    (c)de datum en het verwachte tijdstip van aanlanding of overlading;

    (d)de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke aan te landen of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode);

    (e)in geval van overlading, de naam van het ontvangende vaartuig.

    In geval van overlading moet de kapitein zich ervan verzekeren dat het ontvangende vaartuig over een door de bevoegde autoriteiten afgegeven machtiging voor deze activiteit beschikt.

    De overlading moet plaatsvinden in de haven van Bissau, waarvan de geografische coördinaten door de bevoegde autoriteiten aan de kapitein en de gemachtigde agent van het vaartuig zullen worden toegezonden. Overlading op zee is verboden.

    Worden deze bepalingen niet nageleefd, dan worden de daartoe in de wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde sancties toegepast.

    2. Bijdrage in natura voor de voedselzekerheid

    Trawlers zijn verplicht om een deel van hun in Guinee-Bissau verrichte vangsten aan te landen in het kader van de voedselzekerheid van het land. Die aanlandingen gebeuren als volgt:

    2,5 ton per vaartuig per kwartaal voor trawlers voor de visvangst / de vangst van koppotigen;

    1,25 ton per vaartuig per kwartaal voor trawlers voor de garnaalvisserij.

    Voor een gemakkelijkere uitvoering van deze maatregel mogen de bijdragen worden gegroepeerd voor meerdere vaartuigen en voor meerdere kwartalen. De aanlandingen gebeuren in de haven van Bissau en worden in ontvangst genomen en gecontroleerd door de vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de industriële visserij.

    Voor die bijdragen in natura wordt systematisch een ontvangstformulier opgesteld en ondertekend door het directoraat-generaal voor de industriële visserij, dat vervolgens wordt overhandigd aan de kapitein.

    Over die aanlandingen kunnen nadere bepalingen worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

    HOOFDSTUK VI

    CONTROLE EN INSPECTIE

    1.Binnenvaren en verlaten van de visserijzone

    Telkens wanneer een vaartuig van de Europese Unie met een vismachtiging de visserijzone van Guinee-Bissau binnenvaart of verlaat, moet dit 24 uur van tevoren aan Guinee-Bissau worden gemeld. Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug bedraagt deze termijn slechts vier uur.

    Bij de melding van het binnenvaren of verlaten van de visserijzone deelt het vaartuig met name de volgende gegevens mee:

    (a)verwachte datum, verwacht tijdstip en verwachte plaats van binnenvaren of verlaten van de zone;    

    (b)de aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren;

    (c)de aanbiedingsvorm van de producten.

    De melding gebeurt bij voorkeur per e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax of per radio, op een e-mailadres, oproepnummer of radiofrequentie zoals meegedeeld door Guinee-Bissau. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de Europese Unie onverwijld in kennis van elke wijziging van de e-mailadressen, het oproepnummer of de radiofrequentie.

    Een vaartuig dat in de visserijzone van Guinee-Bissau tijdens het vissen wordt waargenomen zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging vist.

    2.Positieberichten van de vaartuigen – VMS-systeem

    Tijdens hun aanwezigheid in de visserijzone van Guinee-Bissau moeten vaartuigen van de Europese Unie zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System – VMS) dat hun positie automatisch en permanent (om het uur) meedeelt aan het VCC van hun vlaggenstaat.

    Het is verboden het satellietcommunicatiesysteem voor permanente lokalisering dat voor gegevenstransmissie aan boord van het vaartuig is geplaatst, te verplaatsen, los te koppelen, te vernietigen, te beschadigen of onklaar te maken of om bewust de door dit systeem verzonden of geregistreerde gegevens te manipuleren, te verdraaien of te vervalsen.

    De kennisgeving van de positie- en vangstberichten gebeurt bij voorkeur via het ERS/VMS-systeem of wanneer dat niet goed werkt, per e-mail, fax of radio. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de Unie onverwijld in kennis van elke wijziging van het e-mailadres, het oproepnummer of de radiofrequentie.

    Elk positiebericht moet het volgende bevatten:

    (a)de identificatiegegevens van het vaartuig;

    (b)de meest recente geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;

    (c)    de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;

    (d)de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig;

    (e)en geconfigureerd zijn volgens het formaat in aanhangsel 3.

    Een vaartuig dat in de visserijzone van Guinee-Bissau tijdens het vissen wordt waargenomen zonder dat het zijn aanwezigheid vooraf heeft gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig in overtreding.

    3.Inspectie op zee of in de haven

    De vaartuigen van de Europese Unie met een vismachtiging worden op zee (in de visserijzone van Guinee-Bissau) of in de haven gecontroleerd door vaartuigen en inspecteurs van Guinee-Bissau die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

    Alvorens aan boord te gaan, stellen de Guinee-Bissause inspecteurs het vaartuig van de Europese Unie in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en functie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen. Zij kunnen eventueel worden vergezeld door vertegenwoordigers van de nationale veiligheidstroepen van Guinee-Bissau in overeenstemming met het internationale zeerecht.

    De Guinee-Bissause inspecteurs blijven niet langer aan boord van het vaartuig van de Europese Unie dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.

    Guinee-Bissau kan door de Europese Unie geaccrediteerde inspecteurs toestemming geven om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen.

    De kapitein van het vaartuig van de Europese Unie vergemakkelijkt het aan boord gaan en de werkzaamheden van de Guinee-Bissause inspecteurs.

    Aan het eind van elke inspectie stellen de inspecteurs van Guinee-Bissau een inspectieverslag op. De kapitein van het vaartuig van de Unie mag opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt, en door de kapitein van het vaartuig van de Unie.

    De inspecteurs van Guinee-Bissau overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapitein van het vaartuig van de Unie alvorens het vaartuig te verlaten. Guinee-Bissau doet de Unie binnen acht dagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

    4.Controle van de vangsten

    Tijdens de eerste twee jaar van het protocol (beheersregeling op basis van brt) worden elk kwartaal bij toerbeurt bij een derde van de Europese trawlers die over een vismachtiging beschikken, steekproefsgewijze controles verricht om na te gaan of de vangsten overeenstemmen met de aangiften in de visserijlogboeken.

    Elke controle vindt plaats aan het einde van de visreis na een kennisgevingstermijn van 24 uur en duurt niet langer dan vier uur.

    Deze controles vinden plaats op een punt waarvan de geografische coördinaten door de bevoegde autoriteiten aan de kapitein en de gemachtigde agent van het vaartuig worden toegezonden.

    Vanaf het derde jaar van het protocol (beheersregeling op basis van quota (TAC)) wordt de frequentie van de controles van de vangsten herzien om rekening te houden met de invoering van het gebruik van het ERS-systeem voor de controle van de vangstgegevens.

    HOOFDSTUK VII

    INBREUKEN

    1.Behandeling van inbreuken

    Iedere inbreuk door een EU-vaartuig met een vismachtiging op de bepalingen van de onderhavige bijlage moet worden vermeld in een inspectieverslag.

    De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tegen de betrokken inbreuk onverlet.

    2.Aanhouding van een vaartuig – informatievergadering

    Wanneer de nationale wetgeving daar voor de betrokken inbreuk in voorziet, kan elk EU-vaartuig dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een haven van Guinee-Bissau te begeven.

    Guinee-Bissau stelt de Europese Unie uiterlijk binnen 48 uur in kennis van iedere aanhouding van een EU-vaartuig met een vismachtiging. Deze kennisgeving gaat vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de betrokken inbreuk.

    Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Guinee-Bissau, op verzoek van de Europese Unie, binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig, een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen.

    3.Op de inbreuk toe te passen sanctie – schikkingsprocedure

    De op de inbreuk toe te passen sanctie wordt door Guinee-Bissau volgens de bepalingen van de geldende nationale wetgeving vastgesteld.

    Wanneer de afhandeling van de inbreuk een gerechtelijke procedure impliceert, wordt, voordat deze wordt ingeleid, een schikkingsprocedure tussen Guinee-Bissau en de Europese Unie ingeleid om de aard en de hoogte van de sanctie te bepalen. Aan deze schikkingsprocedure kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk vier dagen na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

    4.Gerechtelijke procedure – bankgarantie

    Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een door Guinee-Bissau opgegeven bank ter hoogte van een door Guinee-Bissau vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding van het vaartuig, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt pas vrijgegeven nadat de gerechtelijke procedure is voltooid.

    De bankgarantie wordt onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis vrijgegeven en aan de reder terugbetaald:

    (a)in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

    (b)ten bedrage van het saldo, indien de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

    Guinee-Bissau stelt de Europese Unie binnen acht dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de resultaten van de gerechtelijke procedure.

    5.Vrijgave van het vaartuig

    Het vaartuig en de kapitein ervan mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

    HOOFDSTUK VIII

    AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

    1.Aantal aan te monsteren zeelieden

    Zolang de vismachtiging geldig is, heeft elke trawler van de Europese Unie het volgende aantal zeelieden uit Guinee-Bissau aan boord:

    (a)vijf zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van minder dan 250 brt;

    (b)zes zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van 250 tot en met 400 brt;

    (c)zeven zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van 400 tot en met 650 brt;

    (d)acht zeelieden op vaartuigen met een capaciteit van meer dan 650 brt.

    De reders van vaartuigen van de Europese Unie trachten nog extra nationale zeelieden aan te monsteren.

    2.Keuze van zeelieden

    De bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau stellen een indicatieve lijst op van gekwalificeerde zeelieden die met name beschikken over een attest waaruit blijkt dat zij een opleiding inzake veiligheid op zee (STCW-normen) hebben genoten, en die kandidaat zijn om op vaartuigen van de Europese Unie te worden aangemonsterd, en zij werken deze lijst bij. Deze lijst en de regelmatige bijwerkingen ervan worden aan de Europese Unie meegedeeld.

    De lijst wordt opgesteld aan de hand van criteria voor de selectie van bekwame en gekwalificeerde zeelieden. De zeeman:

    (a)beschikt over een geldig Guinee-Bissaus paspoort;

    (b)beschikt over een geldig monsterboekje waaruit blijkt dat hij een basisopleiding inzake veiligheid op zee voor het personeel van vissersvaartuigen heeft genoten die in overeenstemming is met de geldende internationale normen;

    (c)heeft een met documenten gestaafde ervaring op vaartuigen voor de industriële visserij;

    (d)beschikt over een geldig medisch attest waaruit blijkt dat hij in staat is de taken aan boord van vissersvaartuigen uit te voeren.

    De reder, of zijn gemachtigde agent, kan uit deze lijst de aan te monsteren zeelieden kiezen. Hij stelt Guinee-Bissau in kennis van hun inschrijving op de bemanningslijst.

    3.Contract van de zeelieden

    Het arbeidscontract van een zeeman wordt opgesteld door de reder of zijn gemachtigde agent, en de zeeman, eventueel vertegenwoordigd door zijn vakbond, in samenwerking met Guinee-Bissau. Het bevat met name de datum en de haven van aanmonstering.

    Het contract garandeert de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die in Guinee-Bissau op hen van toepassing is. Het omvat ook een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

    De ondertekenende partijen krijgen een kopie van het contract.

    De in de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) neergelegde fundamentele rechten op het werk zijn van toepassing op zeelieden uit Guinee-Bissau. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

    4.Loon van de zeelieden

    Het loon van de zeelieden uit Guinee-Bissau komt ten laste van de reder. Het wordt vastgesteld vóór de afgifte van de vismachtiging, in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde agent en Guinee-Bissau.

    Het loon mag niet minder bedragen dan dat van de bemanning van de vaartuigen uit Guinee-Bissau en mag evenmin onder de IAO-normen liggen.

    5.Verplichtingen van de zeeman

    De zeeman moet zich daags vóór de in zijn contract vermelde datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. De kapitein deelt de zeeman de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd mee. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt of zijn kwalificaties niet beantwoorden aan de verwachtingen van de kapitein, wordt zijn contract als vervallen beschouwd. Hij wordt dan vervangen door een andere zeeman uit Guinee-Bissau, zonder dat dit het vertrek van het vaartuig mag vertragen.

    HOOFDSTUK IV

    WAARNEMERS

    1.Waarneming van visserijactiviteiten

    De visserijactiviteiten van vaartuigen met een vismachtiging vallen onder een waarnemersregeling in het kader van de overeenkomst.

    Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug gaan de twee partijen zo snel mogelijk met de belanghebbende landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers op te zetten en de bevoegde visserijorganisatie te kiezen.

    De overige vaartuigen nemen een door Guinee-Bissau aangewezen waarnemer aan boord. Als de waarnemer zich niet op het vastgestelde tijdstip en de vastgestelde plaats meldt, moet hij worden vervangen zodat het vaartuig zijn activiteiten onverwijld kan aanvangen.

    2.Aangewezen vaartuigen en waarnemers

    Op het ogenblik van de afgifte van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau de Europese Unie en de reder of zijn gemachtigde agent in kennis van de aangewezen vaartuigen en waarnemers, alsook van de tijd die de waarnemer aan boord van elk vaartuig zal doorbrengen. Guinee-Bissau stelt de Europese Unie en de reder of zijn gemachtigde agent onverwijld in kennis van iedere wijziging in de aangewezen vaartuigen en waarnemers.

    De waarnemer blijft niet langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten.

    3.Forfaitaire financiële bijdrage

    Wanneer het visrecht moet worden betaald, maakt de reder aan Guinee-Bissau voor elke trawler een forfaitair bedrag van 8 000 EUR per jaar over, dat pro rata temporis wordt aangepast naargelang van de duur van de vismachtiging van de aangewezen vaartuigen.

    4.Loon van de waarnemer

    Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van Guinee-Bissau.

    5.Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer

    De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening gehouden met de technische indeling van het vaartuig.

    Kost en logies van de waarnemer aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder.

    De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke veiligheid en het algemene welzijn van de waarnemer te waarborgen.

    De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij heeft toegang tot de communicatiemiddelen, de documenten die verband houden met de visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het visserijlogboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van zijn taken.

    6.Verplichtingen van de waarnemer

    Gedurende zijn volledige verblijf aan boord:

    (e)zorgt de waarnemer ervoor dat hij de visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert;

    (f)gaat de waarnemer zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord;

    (g)bewaart de waarnemer geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

    7.Inscheping en ontscheping van de waarnemer

    De reder of zijn vertegenwoordiger stelt Guinee-Bissau tien dagen vóór het aan boord nemen van de waarnemer in kennis van de datum, het tijdstip en de haven van inscheping. Indien de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten tot de haven van inscheping voor rekening van de reder.

    Wanneer de waarnemer niet in een haven van Guinee-Bissau van boord gaat, zorgt de reder er, op zijn kosten, voor dat de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Guinee-Bissau kan terugkeren.

    8.Taken van de waarnemer

    De waarnemer verricht de volgende taken:

    (a)hij observeert de visserijactiviteiten van het vaartuig;

    (b)hij verifieert de positie van het vaartuig tijdens de visserijactiviteiten;

    (c)hij verricht activiteiten in het kader van wetenschappelijke programma's, waaronder bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden;

    (d)hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

    (e)hij verifieert de in het visserijlogboek opgenomen gegevens over de in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangsten;

    (f)hij verifieert de percentages bijvangsten op basis van hetgeen in de notities voor elke visserijtak is vastgesteld, en schat hoeveel vangst is teruggegooid;

    (g)hij deelt zijn waarnemingen eenmaal per dag mee en geeft daarbij ook de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst op.

    9.Verslag van de waarnemer

    Alvorens het vaartuig te verlaten, legt de waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag van zijn waarnemingen voor. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer en de kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de waarnemer.

    De waarnemer zendt zijn verslag toe aan Guinee-Bissau. De vangst- en teruggooigegevens worden meegedeeld aan het wetenschappelijk instituut (CIPA) van Guinee-Bissau, dat deze na verwerking en analyse presenteert aan het gezamenlijke wetenschappelijke comité als bedoeld in artikel 7 van dit protocol. Een kopie van het verslag van de waarnemer wordt elektronisch toegezonden aan de Europese Unie.



    Aanhangsels

    Aanhangsel 1        Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

    Aanhangsel 2        Technische notities per visserijtak

    Aanhangsel 3        VMS-systeem (vessel monitoring system – satellietvolgsysteem)

    Aanhangsel 4    Invoering van het elektronische systeem voor het rapporteren van visserijactiviteiten (ERS-systeem)



    Aanhangsel 1

    Formulier voor de aanvraag van een vismachtiging

    VISSERIJOVEREENKOMST GUINEE-BISSAU – EUROPESE UNIE

    I.    AANVRAGER

    1.    Naam van de aanvrager:    

    2.    Naam van de producentenorganisatie (PO) of de reder:    

    3.    Adres van de PO of de reder:    

    4.    Telefoonnummer:    Faxnummer:    E-mailadres:    

    5.    Naam van de kapitein:    Nationaliteit:    E-mailadres:    

    6.    Naam en adres van de plaatselijke agent:    

    II.     IDENTIFICATIE VAN HET VAARTUIG

    7.    Naam van het vaartuig:    

    8.    Vlaggenstaat:    Haven van registratie:    

    9.    Op het vaartuig aangebrachte kentekens:     MMSI:    IMO-nr.:    

    10.    Registratiedatum van huidige vlag (DD/MM/JJJJ): …/…/…

    Vroegere vlag (indien van toepassing):    

    11.    Bouwplaats: Datum (DD/MM/JJJJ): …/…/…

    12.    Radiofrequentie: HF:    VHF:    

    13.    Satelliettelefoonnummer:    IRCS:    

    III.    TECHNISCHE GEGEVENS VAARTUIG

    14.    Lengte over alles (meter):    Breedte over alles (meter):    

    Tonnage (in GT Londen):    

    15.    Motortype:    Motorvermogen (in kW):    

    16.    Aantal bemanningsleden:    

    17.    Conserveringsmethode aan boord:    [ ] ijs    [ ] koeling    [ ] gemengd    [ ] invriezen

    18.    Verwerkingscapaciteit per dag (24 uur) in ton:    

    Aantal visruimen:     Totale capaciteit visruimen (in m3):        

    19.    VMS. Gegevens automatische positiemelder:

    Fabrikant:    Model:    Reeksnummer:    

    Softwareversie:    Satellietexploitant (MCSP):    

    IV.    VISSERIJACTIVITEIT

    20.    Toegestaan vistuig:    [ ] ringzegen    [ ] beuglijnen    [ ] hengels

    21.    Plaats van aanlanding van de vangsten:    

    22.    Machtiging gevraagd voor de periode van (DD/MM/JJJJ) …/…/… tot en met (DD/MM/JJJJ) …/…/…

    Ondergetekende verklaart dat de informatie in deze aanvraag juist is en te goeder trouw is verstrekt.

    Gedaan te ….........................., op ... / ... / ...

    Handtekening van de aanvrager:    



    NOTITIE 1

    VISSERIJTAK 1 - VRIESTRAWLERS VOOR DE VISVANGST EN DE VANGST VAN KOPPOTIGEN

    1.    Visserijzone

    Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

    2.    Toegestaan vistuig

    2.1    Er mag worden gebruikgemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.

    2.2    Er mag worden gebruikgemaakt van de boomkor.

    2.3    Voor alle soorten vistuig geldt een verbod op het gebruik van middelen of voorzieningen om de mazen van de netten te versperren of die tot gevolg hebben dat de selectieve werking ervan wordt verminderd. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, uitsluitend beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil worden bevestigd. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de gestrekte mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.

    2.4    Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

    3.    Toegestane minimummaaswijdte

    70 mm

    4.    Bijvangsten

    Voor de eerste twee jaren van toepassing van het protocol mogen vaartuigen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.

    Vanaf het derde jaar van toepassing van het protocol geldt het onderstaande.

    Vaartuigen voor de visvangst mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 5 % schaaldieren en niet meer dan 15 % koppotigen aan boord hebben. Pijlinktvissen (Todarodes sagittatus en Todaropsis eblanae) mogen worden gevangen en worden meegerekend bij de doelsoorten.

    Vaartuigen voor de vangst van koppotigen mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 60 % vis en niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.

    Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.

    Beide partijen plegen met elkaar overleg in de gemengde commissie om de toegestane percentages eventueel aan te passen op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité.

    5.    Toegestane tonnage / visrechten

    5.1    Toegestane tonnage (brt) voor de eerste twee jaren van het protocol

    3 500 brt per jaar

    5.2    Visrechten (in EUR) per brt voor de eerste twee jaren van het protocol

    282 EUR/brt/jaar

    Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen worden de visrechten pro rata temporis berekend en verhoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %.

    5.3    Toegestane tonnage (TAC) vanaf het derde jaar tot het einde van het protocol

    11 000 ton per jaar voor demersale soorten

    1 500 ton per jaar voor koppotigen

    5.4    Visrechten (in EUR) per ton vanaf het derde jaar tot het einde van het protocol

    90 EUR/ton voor demersale soorten

    270 EUR/ton voor koppotigen



    NOTITIE 2

    VISSERIJTAK 2 - TRAWLERS VOOR DE GARNAALVISSERIJ

    1.    Visserijzone

    Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

    2.    Toegestaan vistuig

    2.1    Er mag worden gebruikgemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.

    2.2    Er mag worden gebruikgemaakt van de boomkor.

    2.3    Voor alle soorten vistuig geldt een verbod op het gebruik van middelen of voorzieningen om de mazen van de netten te versperren of die tot gevolg hebben dat de selectieve werking ervan wordt verminderd. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, aan de onderzijde van de kuil van bodemtrawls, uitsluitend beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend aan de voorkant en de zijkanten van de onderzijde van de trawlkuil worden bevestigd. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de gestrekte mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.

    2.4    Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

    3.    Toegestane minimummaaswijdte

    50 mm.

    4.    Bijvangsten

    4.1    Vaartuigen voor de garnaalvisserij mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van de visreis niet meer dan 15 % koppotigen en niet meer dan 70 % vis aan boord hebben.

    4.2    Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.

    4.3    Beide partijen plegen met elkaar overleg in de gemengde commissie om de toegestane percentages eventueel aan te passen op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité.

    5.    Toegestane tonnage / visrechten

    5.1    Toegestane tonnage (brt) voor de eerste twee jaren van het protocol

    3 700 brt per jaar

    5.2    Visrechten (in EUR) per brt voor de eerste twee jaren van het protocol

    395 EUR/brt/jaar

    Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen worden de visrechten pro rata temporis berekend en verhoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %.

    5.3    Toegestane tonnage (TAC) vanaf het derde jaar tot het einde van het protocol

    2 500 ton per jaar

    5.4    Visrechten (in EUR) per ton vanaf het derde jaar tot het einde van het protocol

    280 EUR/ton









    NOTITIE 3

    VISSERIJTAK 3 - VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL

    1.    Visserijzone:

    1.1    Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

    1.2    Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen het voor het uitoefenen van hun activiteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau nodige levend aas vangen.

    2.    Toegestaan vistuig:

    2.1    Hengels

    2.2    Ringzegen met levend aas: 16 mm

    3.    Bijvangsten: 

    3.1    Overeenkomstig het Verdrag inzake trekkende diersoorten en overeenkomstig de resoluties van de Iccat is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de kaphamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden.

    3.2    Beide partijen voeren overleg in de gemengde commissie om deze lijst op basis van wetenschappelijke aanbevelingen bij te werken.

    4.    Toegestane tonnage / visrechten:

    4.1    Jaarlijks forfaitair voorschot

    2 500 EUR voor een hoeveelheid van 45,5 ton per vaartuig

    4.2    Aanvullend visrecht per gevangen ton

    55 EUR/ton

    4.3    Aantal vaartuigen dat mag vissen

    13 vaartuigen





    NOTITIE 4



    VISSERIJTAK 4 - VRIESSCHEPEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN BEUGSCHEPEN

    1.    Visserijzone:

    Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

    2.    Toegestaan vistuig:

    Zegen en drijvende beug

    3.    Bijvangsten:

    Overeenkomstig het Verdrag inzake trekkende diersoorten en overeenkomstig de resoluties van de Iccat is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de kaphamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden.

    Beide partijen voeren overleg in de gemengde commissie om deze lijst op basis van wetenschappelijke aanbevelingen bij te werken.

    4.    Toegestane tonnage / visrechten:

    4.1    Jaarlijks forfaitair voorschot

    4 500 EUR voor een hoeveelheid van 64,3 ton per zegenvaartuig

    3 000 EUR voor een hoeveelheid van 54,5 ton per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug

    4.2    Aanvullend visrecht per gevangen ton

    70 EUR/ton voor zegenvaartuigen

    55 EUR/ton voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

    4.3    Rechten voor ondersteuningsvaartuigen

    3000 EUR/jaar/vaartuig

    4.4    Aantal vaartuigen dat mag vissen

    28 vaartuigen



    NOTITIE 5

    VISSERIJTAK 5 – VISSERSVAARTUIGEN VOOR KLEINE PELAGISCHE SOORTEN

    1.    Visserijzone

    Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

    2.    Toegestane vaartuigen en toegestaan vistuig

    Enkel vaartuigen met een capaciteit tot en met 5 000 BT zijn overeenkomstig de wetgeving van Guinee-Bissau toegestaan.

    Toegestane vistuigen zijn pelagische trawlnetten en industriële ringzegens.

    3.    Toegestane minimummaaswijdte

    70 mm voor trawlnetten.

    4.    Bijvangsten

    4.1    Trawlers mogen op de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau verrichte vangst aan het einde van een visreis niet meer dan 10 % andere dan pelagische vis, niet meer dan 10 % koppotigen en niet meer dan 5 % schaaldieren aan boord hebben.

    4.2    Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft.

    4.3    Beide partijen plegen met elkaar overleg in de gemengde commissie om de toegestane percentages eventueel aan te passen op basis van een aanbeveling van het gezamenlijke wetenschappelijke comité.

    5.    Toegestane tonnage / visrechten

    5.1    Toegestane tonnage (brt) voor de eerste twee jaren van het protocol

    15 000 brt per jaar

    5.2    Visrechten (in EUR) per brt voor de eerste twee jaren van het protocol

    250 EUR/brt/jaar

    Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse machtigingen worden de visrechten pro rata temporis berekend en verhoogd met 4 %, respectievelijk 2,5 %.

    5.3    Toegestane tonnage (TAC) vanaf het derde jaar tot het einde van het protocol

    18 000 ton per jaar

    5.4    Visrechten (in EUR) per ton vanaf het derde jaar tot het einde van het protocol

    100 EUR/ton (vaartuigen van meer dan 1 000 BT)

    75 EUR/ton (vaartuigen van 1 000 BT of minder)



    Begrip "visreis":

    Voor de toepassing van dit aanhangsel wordt de duur van een visreis van een Europees vaartuig als volgt gedefinieerd:

    - hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau;

    - hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het overladen van de vangst;

    - hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het aanlanden van de vangst in Guinee-Bissau.

    Aanhangsel 3

    VMS-SYSTEEM (VESSEL MONITORING SYSTEM – SATELLIETVOLGSYSTEEM)

    1.    Positieberichten van de vaartuigen – VMS-systeem

    De eerste positie die na het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau wordt geregistreerd, wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI".

    Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard.

    2.    Versturen van positieberichten bij uitval van het VMS-systeem

    De kapitein ziet er op elk moment op toe dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden verstuurd naar het VCC van de vlaggenstaat.

    Bij uitval wordt het VMS-systeem van het vaartuig binnen 30 dagen hersteld of vervangen. Zo niet mag het vaartuig na deze termijn niet langer in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen.

    Vaartuigen die in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen en waarvan het VMS-systeem defect is, sturen hun positieberichten ten minste om de vier uur per e-mail, radio of fax door aan het VCC van de vlaggenstaat, met opgave van alle verplichte gegevens.

    3.    Beveiligde verzending van de positieberichten aan Guinee-Bissau

    Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC van Guinee-Bissau. Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Guinee-Bissau wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere wijziging daarvan.

    De transmissie van de positieberichten tussen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Guinee-Bissau gebeurt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.

    Het VCC van Guinee-Bissau stelt het VCC van de vlaggenstaat en de Unie onmiddellijk in kennis van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een vismachtiging, voor zover dat vaartuig niet heeft gemeld dat het de visserijzone zou verlaten.

    4.    Slechte werking van het communicatiesysteem

    Guinee-Bissau zorgt ervoor dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de Unie onverwijld in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten, met het oog op een zo spoedig mogelijke technische oplossing. Eventuele geschillen worden door de gemengde commissie beslecht.

    De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor elke bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde sancties.

    5.    Herziening van de frequentie van de positieberichten

    Op basis van bewijsstukken ter staving van een overtreding kan Guinee-Bissau het VCC van de vlaggenstaat, met kopie aan de Unie, verzoeken het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig gedurende een bepaalde onderzoeksperiode te verminderen tot 30 minuten. Guinee-Bissau moet deze bewijsstukken overleggen aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de Unie. Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onverwijld volgens de nieuwe frequentie door naar Guinee-Bissau.

    Aan het einde van de onderzoeksperiode stelt Guinee-Bissau het VCC van de vlaggenstaat en de Unie in kennis van de eventuele follow-up.

    6.    Verzending van de VMS-berichten aan Guinee-Bissau

    Gegeven

    Code

    Verplicht (V) /Optioneel (O)

    Inhoud

    Begin record

    SR

    V

    Systeeminformatie – geeft het begin van de record aan

    Geadresseerde

    AD

    V

    Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van geadresseerde

    Verzender

    FR

    V

    Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van verzender

    Vlaggenstaat

    FS

    V

    Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van vlaggenstaat

    Berichttype

    TM

    V

    Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI, MAN)

    Radioroepnaam (IRCS)

    RC

    V

    Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS)

    Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij

    IR

    Vaartuiginformatie – uniek nummer van de overeenkomstsluitende partij ISO-alfa-3-code (ISO-3166), gevolgd door het nummer

    Extern registratienummer

    XR

    V

    Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1)

    Breedtegraad

    LT

    V

    Positie-informatie – positie in graden en decimale graden N/Z GG.ggg (WGS84)

    Lengtegraad

    LG

    V

    Positie-informatie – positie in graden en decimale graden O/W GG.ggg (WGS84)

    Vaarrichting

    CO

    V

    Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

    Snelheid

    SP

    V

    Vaarsnelheid van het vaartuig in tiental knopen

    Datum

    DA

    V

    Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

    Tijdstip

    TI

    V

    Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

    Einde record

    ER

    V

    Systeeminformatie – geeft het einde van de record aan

    Bij de transmissie is de volgende informatie vereist om het VCC van Guinee-Bissau in staat te stellen het VCC van verzending te identificeren:

    IP-adres van de server van het VCC en/of DNS-referenties;

    SSL-certificaat (volledige keten van de certificeringsautoriteiten).

    De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

    de gebruikte tekens moeten in overeenstemming zijn met ISO-norm 8859.1;

    een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan;

    elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//);

    een enkele schuine streep (/) scheidt code en gegeven;

    de code "ER", gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan.



    Aanhangsel 4

    Invoering van het elektronische systeem voor het rapporteren van visserijactiviteiten (ERS-systeem)

    Registratie van de visserijgegevens en verzending van de aangiften via ERS

    1)    De kapitein van een vissersvaartuig van de Unie dat beschikt over een machtiging op grond van dit protocol, moet, wanneer het vaartuig zich in de visserijzone bevindt:

    a)    elk binnenvaren en verlaten van de visserijzone registreren aan de hand van een specifiek bericht waarin is vermeld welke hoeveelheden van elke soort aan boord zijn op het moment waarop de visserijzone wordt binnengevaren of verlaten, en de datum, het tijdstip en de positie waarop de visserijzone wordt binnengevaren of verlaten. Dat bericht wordt uiterlijk twee uur vóór het binnenvaren of het verlaten van de visserijzone via ERS of een ander communicatiemiddel naar het VCC van Guinee-Bissau doorgestuurd;

    b)    elke dag de positie van het vaartuig om 12 uur 's middags registreren, indien geen enkele visserijactiviteit heeft plaatsgevonden;

    c)    voor elke visserijactiviteit de positie van deze activiteit registreren, het soort vistuig en de van elke soort gevangen hoeveelheden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de aan boord gehouden vangsten en de teruggegooide vangsten. Elke soort wordt geïdentificeerd aan de hand van de FAO-drielettercode. De hoeveelheden worden uitgedrukt in kilogram levend gewicht en, zo nodig, in aantal exemplaren;

    d)    de in het elektronische visserijlogboek geregistreerde gegevens dagelijks, uiterlijk om 24:00:00 uur, doorsturen naar zijn vlaggenstaat; deze transmissie vindt plaats voor elke dag die in de visserijzone wordt doorgebracht, zelfs als niets wordt gevangen. Zij vindt ook telkens vóór het verlaten van de visserijzone plaats.

    2)    De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden gegevens.

    3)    De vlaggenstaat stelt de ERS-gegevens ter beschikking van het visserijcontrolecentrum (VCC) van Guinee-Bissau overeenkomstig de beginselen van hoofdstuk IV van de bijlage bij dit protocol. 

    Gegevens in UN/CEFACT-formaat worden doorgestuurd via het FLUX-net dat de Europese Commissie ter beschikking stelt.

    Als transmissie op die wijze niet mogelijk is, worden de gegevens tot het einde van de overgangsperiode via DEH (Data Exchange Highway) doorgestuurd in EU-ERS-formaat (v 3.1).

    Het VCC van de vlaggenstaat zendt de instantberichten (COE, COX en PNO) die van het vaartuig afkomstig zijn, onverwijld automatisch door naar het VCC van Guinee-Bissau. De andere berichttypen worden vanaf de datum van daadwerkelijke ingebruikname van het UN-CEFACT-formaat ook automatisch eenmaal per dag doorgestuurd, of worden, in afwachting van die ingebruikname, onverwijld ter beschikking van het VCC van Guinee-Bissau gesteld wanneer daartoe via het centrale knooppunt van de Europese Commissie automatisch een verzoek aan het VCC van de vlaggenstaat wordt gericht. Na de effectieve invoering van het nieuwe formaat zal deze wijze van terbeschikkingstelling enkel nog betrekking hebben op specifieke aanvragen betreffende historische gegevens.

    4)    Het VCC van Guinee-Bissau bevestigt de ontvangst van de toegezonden instant-ERS-gegevens door een ontvangstbevestiging waarin ook de geldigheid van het ontvangen bericht wordt bevestigd. Er wordt geen ontvangstbevestiging verstuurd voor gegevens die Guinee-Bissau ontvangt naar aanleiding van een aanvraag die het zelf heeft ingediend. Guinee-Bissau behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk.

    Mankement van het systeem voor elektronische transmissie aan boord van het vaartuig of van het communicatiesysteem

    5)    Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Guinee-Bissau stellen elkaar onmiddellijk in kennis van alle gebeurtenissen die een weerslag kunnen hebben op de transmissie van de ERS-gegevens van een of meer vaartuigen.

    6)    Indien het VCC van Guinee-Bissau de gegevens die een vaartuig moet toezenden, niet ontvangt, stelt het het VCC van de vlaggenstaat hiervan onmiddellijk in kennis. Het VCC van de vlaggenstaat onderzoekt zo spoedig mogelijk waarom de ontvangst van de ERS-gegevens uitblijft en brengt het VCC van Guinee-Bissau op de hoogte van het resultaat van dat onderzoek.

    7)    Als er een mankement is in de transmissie tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat, meldt dit VCC dit onverwijld aan de kapitein of de exploitant van het vaartuig of hun vertegenwoordiger(s). Na ontvangst van deze kennisgeving stuurt de kapitein van het vaartuig de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat elke dag uiterlijk om 24:00:00 uur de ontbrekende gegevens toe via een daartoe geschikt telecommunicatiemiddel.

    8)    Bij een storing van het systeem voor elektronische transmissie dat aan boord van het vaartuig is geïnstalleerd, zorgt de kapitein of de exploitant van het vaartuig ervoor dat het ERS-systeem binnen tien dagen na de ontdekking van de storing wordt hersteld of vervangen. Na die termijn mag het vaartuig niet langer in de visserijzone vissen en moet het binnen 24 uur die zone verlaten of een haven van Guinee-Bissau aandoen. Het vaartuig mag die haven pas verlaten of pas naar de visserijzone terugkeren nadat het VCC van zijn vlaggenstaat heeft geconstateerd dat het ERS-systeem weer naar behoren functioneert.

    9)    Als Guinee-Bissau geen ERS-gegevens ontvangt door een storing van de elektronische systemen die onder toezicht van de Europese partij of Guinee-Bissau staan, neemt de betrokken partij onverwijld alle maatregelen die deze storing zo spoedig mogelijk kunnen verhelpen. De oplossing van het probleem wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van de andere partij.

    10)    Het VCC van de vlaggenstaat zendt het VCC van Guinee-Bissau om de 24 uur via een ter beschikking staand elektronisch communicatiemiddel alle ERS-gegevens door die de vlaggenstaat sinds de meest recente transmissie heeft ontvangen. Op verzoek van Guinee-Bissau kan dezelfde procedure worden toegepast bij een onderhoud dat langer dan 24 uur duurt en een weerslag heeft op de systemen die onder toezicht van de Europese partij staan. Guinee-Bissau waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat wordt aangenomen dat de vaartuigen van de Unie in overtreding zijn wat de transmissie van hun ERS-gegevens betreft. Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de ontbrekende gegevens worden ingevoerd in de elektronische databank die het overeenkomstig punt 3 van dit aanhangsel bijhoudt.

    BIJLAGE II

    Reikwijdte van de verleende bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het standpunt van de Unie in de gemengde commissie

    1.De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Guinee-Bissau te onderhandelen en, waar passend en indien wordt voldaan aan punt 3 en volgende van deze bijlage, namens de Unie wijzigingen van het protocol goed te keuren die betrekking hebben op de volgende aangelegenheden:

    (a)herziening van de vangstmogelijkheden en bijgevolg van de financiële tegenprestatie overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 4, van het protocol;

    (b)aanpassing van de uitvoeringsbepalingen voor de sectorale steun overeenkomstig artikel 5 van het protocol;

    (c)aanpassing van de beheersmaatregelen die overeenkomstig artikel 6, lid 4, en artikel 7, lid 4, van het protocol onder de bevoegdheid van de gemengde commissie vallen, en aanpassing van de bepalingen betreffende de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij overeenkomstig artikel 8, lid 5, van het protocol.

    2.In de gemengde commissie die bij de partnerschapsovereenkomst is opgericht:

    (a)handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

    (b)ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten.

    3.Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

    4.Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een voorbereidend document met nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    5.Het beoogde standpunt van de Unie in het voorbereidende document wordt geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd.

    6.Indien tijdens latere vergaderingen van de gemengde commissie, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de zaak overeenkomstig de procedure van de punten 4 en 5 opnieuw aan de Raad of zijn voorbereidende instanties voorgelegd om ervoor te zorgen dat in het standpunt van de Unie rekening wordt gehouden met de nieuwe elementen.

    7.De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de mededeling van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

    Top