EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 28.6.2018
COM(2018) 498 final
2018/0265(COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang en tot rectificatie van die verordening wat betreft de middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid"
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Het doel van het voorstel is de in artikel 91, lid 1, en artikel 92, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vastgestelde middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" en de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" aan te passen, alsmede de jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten uit bijlage VI om veranderingen in de financiële programmering voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief te weerspiegelen. Meer specifiek moeten de vastleggingskredieten voor de specifieke toewijzing voor het YEI, zoals vastgelegd in de goedgekeurde begroting voor 2018, worden verhoogd met een bedrag van 116,7 miljoen EUR, waardoor het totaalbedrag voor 2018 uitkomt op 350 miljoen EUR. De vastleggingskredieten voor 2020 zijn aangepast om rekening te houden met de vervroegde terbeschikkingstelling voor 2018.
Bovendien moet een aantal fouten worden gecorrigeerd in de bedragen en percentages voor de middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" als bedoeld in artikel 1, punt 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/2305, waarbij artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is gewijzigd.
•Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied
Dit voorstel is het resultaat van het begrotingsbesluit voor 2018.
•Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie
Het voorstel is in overeenstemming met andere voorstellen en initiatieven die de Commissie heeft vastgesteld.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
De herziening weerspiegelt de vervroegde terbeschikkingstelling van de middelen voor de specifieke toewijzing voor het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI) in de EU-begroting voor 2018.
•Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.
•Evenredigheid
Het voorstel is beperkt tot de technische aanpassingen die nodig zijn.
•Keuze van het instrument
Voorgesteld instrument: wijziging van de huidige verordening.
De Commissie heeft onderzocht welke speelruimte het rechtskader biedt en acht het nodig om wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor te stellen.
3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
•Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving
De bestaande wetgeving is niet aan een ex-postevaluatie of geschiktheidscontrole onderworpen.
•Raadpleging van belanghebbenden
Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd.
•Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.
•Effectbeoordeling
•Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Dit initiatief ressorteert niet onder het programma voor gezonde regelgeving (Refit).
•Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Er zijn veranderingen in de vastleggingskredieten als gevolg van de vervroegde terbeschikkingstelling van de specifieke toewijzing voor het YEI. De vastleggingskredieten voor 2018 moeten worden verhoogd met een bedrag van 116,7 miljoen EUR in lopende prijzen en het bedrag voor 2020 moet met hetzelfde bedrag worden verlaagd.
5.OVERIGE ELEMENTEN
•Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
•Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Niet van toepassing.
•Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel
Het doel van het voorstel is de in artikel 91, lid 1, en artikel 92, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vastgestelde middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" en de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" aan te passen, alsmede de jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten uit bijlage VI om veranderingen in de financiële programmering voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief te weerspiegelen. Meer specifiek moeten de vastleggingskredieten voor de specifieke toewijzing voor het YEI, zoals vastgelegd in de goedgekeurde begroting voor 2018, worden verhoogd met een bedrag van 116,7 miljoen EUR, waardoor het totaalbedrag voor 2018 uitkomt op 350 miljoen EUR. De vastleggingskredieten voor 2020 zijn aangepast om rekening te houden met de vervroegde terbeschikkingstelling voor 2018.
Bovendien moet een aantal fouten worden gecorrigeerd in de bedragen en percentages voor de middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/2305, waarbij artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is gewijzigd.
Artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2305, luidt als volgt:
"1. De middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" bedragen 96,09 % van de totale middelen (d.w.z. in totaal 317 103 114 309 EUR) en worden als volgt verdeeld:
a) 48,64 % (d.w.z. in totaal 160 498 028 177 EUR) voor de minder ontwikkelde regio's;
b) 10,19 % (d.w.z. in totaal 33 621 675 154 EUR) voor de overgangsregio's;
c) 15,43 % (d.w.z. in totaal 50 914 723 304 EUR) voor de meer ontwikkelde regio's;
d) 20,01 % (d.w.z. in totaal 66 029 882 135 EUR) voor de door het Cohesiefonds ondersteunde lidstaten;
e) 0,42 % (d.w.z. in totaal 1 378 882 914 EUR) als aanvullende financiering voor de in artikel 349 VWEU bedoelde ultraperifere gebieden en de regio's van NUTS-niveau 2 die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij de Toetredingsakte van 1994 voldoen."
Die bepaling moet als volgt luiden en moet derhalve worden gecorrigeerd:
"1. De middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" bedragen 96,09 % van de totale middelen (d.w.z. in totaal 317 073 545 392 EUR) en worden als volgt verdeeld:
a) 51,52 % (d.w.z. in totaal 163 359 380 738 EUR) voor de minder ontwikkelde regio's;
b) 10,82 % (d.w.z. in totaal 34 319 221 039 EUR) voor de overgangsregio's;
c) 16,33 % (d.w.z. in totaal 51 773 321 432 EUR) voor de meer ontwikkelde regio's;
d) 20,89 % (d.w.z. in totaal 66 236 030 665 EUR) voor de door het Cohesiefonds ondersteunde lidstaten;
e) 0,44 % (d.w.z. in totaal 1 385 591 518 EUR) als aanvullende financiering voor de in artikel 349 VWEU bedoelde ultraperifere gebieden en de regio's van NUTS-niveau 2 die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij de Toetredingsakte van 1994 voldoen."
2018/0265 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang en tot rectificatie van die verordening wat betreft de middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid"
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad voorziet in de gemeenschappelijke en algemene regels die van toepassing zijn op de Europese structuur- en investeringsfondsen.
(2)Bij Verordening (EU) 2017/2305 van het Europees Parlement en de Raad werd Verordening (EU) nr. 1303/2013 gewijzigd, onder meer wat betreft de middelen voor economische, sociale en territoriale cohesie.
(3)In de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 is de financiële programmering van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI) gewijzigd, namelijk door de vastleggingskredieten voor de specifieke toewijzing voor het YEI te verhogen met een bedrag van 116,7 miljoen EUR in lopende prijzen, waardoor het totale bedrag aan vastleggingskredieten voor het YEI voor 2018 uitkomt op 350 miljoen EUR in lopende prijzen.
(4)Het bedrag van de vastleggingskredieten voor 2020 moet worden verlaagd om rekening te houden met de vervroegde terbeschikkingstelling voor 2018. Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(5)Toen artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bij Verordening (EU) 2017/2305 werd gewijzigd, waren bepaalde financiële gegevens in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/2305 onjuist. Die financiële gegevens moeten worden vervangen door de correcte gegevens. Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.
(6)Aangezien de programma's ter ondersteuning van het YEI dringend moeten worden gewijzigd, moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:
(1)Artikel 91, lid 1, wordt vervangen door:
"1. De middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang die voor de periode 2014-2020 voor vastlegging in de begroting beschikbaar zijn, bedragen 329 982 345 366 EUR in prijzen van 2011, jaarlijks verdeeld zoals weergegeven in bijlage VI, waarvan 325 938 694 233 EUR de globale toewijzing voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds vormt en 4 043 651 133 EUR een specifieke toewijzing voor het YEI. Ten behoeve van de programmering en vervolgens de opneming in de begroting van de Unie worden de middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang geïndexeerd met 2 % per jaar.";
(2)Artikel 92, lid 5, wordt vervangen door:
"5. De middelen voor het YEI bedragen 4 043 651 133 EUR uit de specifieke toewijzing voor het YEI en ten minste 4 043 651 133 EUR uit de geoormerkte investeringen van het ESF.";
(3)Bijlage VI wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gerectificeerd:
Artikel 92, lid 1, wordt vervangen door:
"1. De middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid" bedragen 96,09 % van de totale middelen (d.w.z. in totaal 317 073 545 392 EUR) en worden als volgt verdeeld:
a) 51,52 % (d.w.z. in totaal 163 359 380 738 EUR) voor de minder ontwikkelde regio's;
b) 10,82 % (d.w.z. in totaal 34 319 221 039 EUR) voor de overgangsregio's;
c) 16,33 % (d.w.z. in totaal 51 773 321 432 EUR) voor de meer ontwikkelde regio's;
d) 20,89 % (d.w.z. in totaal 66 236 030 665 EUR) voor de door het Cohesiefonds ondersteunde lidstaten;
e) 0,44 % (d.w.z. in totaal 1 385 591 518 EUR) als aanvullende financiering voor de in artikel 349 VWEU bedoelde ultraperifere gebieden en de regio's van NUTS-niveau 2 die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij de Toetredingsakte van 1994 voldoen.".
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
1.4.Doelstelling(en)
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.6.Duur en financiële gevolgen
1.7.Beheersvorm(en)
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
3.2.5.Bijdragen van derden
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang en tot rectificatie van die verordening wat betreft de middelen voor de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid"
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
4 Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
04 02 60 – Europees Sociaal Fonds – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 61 – Europees Sociaal Fonds – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 62 – Europees Sociaal Fonds – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 64 – Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (Youth Employment Initiative – YEI)
13 Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling
13 03 60 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 61 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 62 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 63 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 64 01 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Europese territoriale samenwerking
13 04 60 – Cohesiefonds – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie
⌧ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4.Doelstelling(en)
1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten
Specifieke doelstelling nr.
N.v.t.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
N.v.t.
1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.
1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten
1.6.Duur en financiële gevolgen
◻ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
–⌧
Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 01/01/2017 tot en met 31/12/2023
–⌧
Financiële gevolgen vanaf 2017 tot en met 2020
◻ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
–Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,
–gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7.Beheersvorm(en)
◻ Direct beheer door de Commissie
–◻ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
–◻
door de uitvoerende agentschappen
⌧ Gedeeld beheer met de lidstaten
◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
–◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;
–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
–◻de EIB en het Europees Investeringsfonds;
–◻ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
–◻ publiekrechtelijke organen;
–◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.2.1.Mogelijke risico's
2.2.2.Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle
2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en evaluatie van het verwachte foutenrisico
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
·Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
krediet
|
Bijdrage
|
|
Nummer
[Omschrijving………………………...……………]
|
GK/NGK
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement
|
1 Slimme en inclusieve groei
|
04 02 60 – Europees Sociaal Fonds – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 61 – Europees Sociaal Fonds – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 62 – Europees Sociaal Fonds – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 64 – Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (Youth Employment Initiative – YEI)
13 03 60 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 61 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 62 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 63 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 64 01 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Europese territoriale samenwerking
13 04 60 – Cohesiefonds – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
|
GK
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
NEE
|
·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarige financiële kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
krediet
|
Bijdrage
|
|
Nummer
[Omschrijving………………………...……………]
|
GK/NGK
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement
|
|
[XX.YY.YY.YY]
|
|
JA/ NEE
|
JA/NEE
|
JA/ NEE
|
JA/NEE
|
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
De vastleggingskredieten voor de specifieke toewijzing voor het YEI voor 2018 moeten worden verhoogd met 116,7 miljoen EUR in lopende prijzen en het bedrag voor 2020 moet met hetzelfde bedrag worden verlaagd. De betalingskredieten zijn dienovereenkomstig aangepast.
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
EUR, in lopende prijzen
Rubriek van het meerjarige financiële
kader
|
Nummer
1
|
Slimme en inclusieve groei
|
DG: EMPL, REGIO
|
|
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
TOTAAL
|
• Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1b: Economische, sociale en territoriale samenhang
Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds
|
Vastleggingen
04 02 60 – Europees Sociaal Fonds – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 61 – Europees Sociaal Fonds – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 62 – Europees Sociaal Fonds – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 64 – Jongerenwerkgelegenheids-initiatief (Youth Employment Initiative – YEI)
13 03 60 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 61 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 62 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 04 60 – Cohesiefonds – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
|
1)
|
|
|
|
237 320 881
251 466 089
87 329 881
500 000 000
237 320 880
251 466 089
87 329 881
-26 071 285
|
242 067 299
256 495 412
89 076 479
350 000 000
242 067 299
256 495 411
89 076 479
-26 592 711
|
246 908 645
261 625 320
90 858 008
233 333 333
246 908 645
261 625 320
90 858 009
-27 124 565
|
251 846 817
266 857 826
92 675 169
116 666 667
251 846 645
266 857 826
92 675 168
-27 667 056
|
978 143 642
1 036 444 647
359 939 537
1 200 000 000
978 143 469
1 036 444 646
359 939 537
-107 455 617
|
|
Betalingen
04 02 60 – Europees Sociaal Fonds – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 61 – Europees Sociaal Fonds – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 62 – Europees Sociaal Fonds – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
04 02 64 – Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (Youth Employment Initiative – YEI)
13 03 60 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Minder ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 61 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Overgangsregio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 62 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Meer ontwikkelde regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 63 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
13 03 64 01 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) – Europese territoriale samenwerking
13 04 60 – Cohesiefonds – Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid
|
2)
|
|
|
|
85 000 000
|
25 285 013
26 792 094
9 304 437
329 000 000
25 285 013
26 792 094
9 304 437
-2 777 728
|
50 887 923
53 921 033
18 725 854
231 000 000
50 887 923
53 921 033
18 725 854
-5 590 378
|
108 495 693
114 962 440
39 924 494
175 000 000
108 495 693
114 962 440
39 924 493
-11 918 977
|
184 668 629
195 675 567
67 954 785
820 000 000
184 668 629
195 675 567
67 954 785
-20 287 083
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
N.v.t.
|
|
3)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
voor DG EMPL, REGIO
|
Vastleggingen
|
=1+1a +3
|
|
|
|
1 626 162 416
|
1 498 685 668
|
1 404 992 715
|
1 311 759 062
|
5 841 599 861
|
|
Betalingen
|
=2+2a
+3
|
|
|
|
85 000 000
|
448 985 360
|
472 479 242
|
689 846 276
|
1 696 310 879
|
• TOTAAL beleidskredieten
|
Vastleggingen
|
4)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
5)
|
0
|
|
|
|
|
|
|
|
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
6)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 1
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
=4+ 6
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
0
|
|
Betalingen
|
=5+ 6
|
0
|
|
|
|
|
|
|
0
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken
• TOTAAL beleidskredieten
|
Vastleggingen
|
4)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
5)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
6)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4
van het meerjarige financiële kader
(referentiebedrag)
|
Vastleggingen
|
=4+ 6
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
=5+ 6
|
0
|
|
|
|
|
|
|
0
|
Rubriek van het meerjarige financiële
kader
|
5
|
"Administratieve uitgaven"
|
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
DG: <…….>
|
• Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL DG <…….>
|
Kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
(totaal vastleggingen = totaal betalingen)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
|
Vastleggingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
–⌧
Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs
⇩
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
|
OUTPUTS
|
|
Soort
|
Gem. kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Nee
|
Kosten
|
Totaal aantal
|
Totale kosten
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1...
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTALE KOSTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.3.1.Samenvatting
–⌧
Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere
administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal
buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften
–⌧
Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar N+2
|
Jaar N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
|
|
|
XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 01 02 (delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 01 (onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
• Extern personeel (in voltijdequivalenten, VTE)
|
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 04 jj
|
- zetel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- delegaties
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL
|
|
|
|
|
|
|
|
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel
|
|
Extern personeel
|
|
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
–⌧
Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader
–◻
Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
–◻
Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5.Bijdragen van derden
–Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden
–Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
Totaal
|
Medefinancieringsbron
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL medegefinancierde kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
–⌧
Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten
–◻
Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
voor de eigen middelen
voor de diverse ontvangsten
in miljoen EUR (tot op 3 decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:
|
Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten
|
Gevolgen van het voorstel/initiatief
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
Artikel ………….
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.