Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018IR6435

    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over versterking van het onderricht in STE(A)M-vakken in de Europese Unie

    COR 2018/06435

    PB C 404 van 29.11.2019, p. 30–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.11.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 404/30


    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over versterking van het onderricht in STE(A)M-vakken in de Europese Unie

    (2019/C 404/06)

    Rapporteur

    :

    Csaba BORBOLY (RO/EVP), voorzitter van de regioraad van Harghita

    BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

    1.

    is ingenomen met het besef bij een aanzienlijk deel van de Europese lokale en regionale overheden dat zij belangrijke mogelijkheden en verantwoordelijkheden hebben om een coherente en geïntegreerde aanpak van de STEM-vakken (wetenschap, technologie, engineering en wiskunde) uit te werken, alsook van de ontwikkeling van vaardigheden en competenties in verband met deze disciplines, die in de hele wereld op verschillende onderwijsniveaus steeds meer verbreid raken.

    2.

    Benadrukt zij dat, terwijl de groei van zeer innovatieve economische sectoren, zoals ICT, robotica, automatisering, technisch onderzoek en ontwikkeling, logistiek en diverse technische activiteiten zich naar verwachting duurzaam zal voortzetten, deze groei belemmerd kan worden door gebrekkig STEM-onderwijs.

    3.

    Hoewel het bij de STEM-vakken gaat om een beproefde leermethode die al tientallen jaren wordt toegepast en waarvan de materiële voorwaarden al aanwezig zijn, moeten er toch verdere maatregelen worden genomen, gezien het belang van meer leerkrachten die in staat zijn de traditionele grenzen tussen de verschillende vakgebieden te overschrijden en een interdisciplinaire projectmatige aanpak van het onderwijs, op basis van toegepast onderzoek en volgens een wetenschappelijke methode, te bevorderen, ook rekening houdend met het feit dat de noodzaak van investeringen op dit gebied tot dusver in het nationale onderwijsbeleid van de verschillende lidstaten nog niet wordt ingezien.

    4.

    Het CvdR benadrukt dat het STEM-onderwijs niet beperkt blijft tot de parallelle of onafhankelijke overdracht van de verschillende wetenschappelijke vakken of disciplines; een van de uitgangspunten is immers dat het onderwijs niet geïsoleerd moet worden gepland en uitgevoerd, maar in een samenhangend kader tussen de disciplines en volgens een systeem dat in de praktijk multidisciplinair van aard is.

    5.

    Er zij op gewezen dat volgens verschillende studies het aantal banen in de STEM-sectoren, ook op middellange termijn, aanzienlijk zal toenemen. Juist op dit gebied is de werkloosheid in bijna alle lidstaten het laagst.

    6.

    Volgens het World Economic Forum (1) bereidt de tweedeling tussen geestes- en technische wetenschappen nieuwe generaties niet voor op de nieuwe multifunctionele rollen waarvoor werknemers zowel technische als sociale en analytische vaardigheden nodig hebben. Het CvdR pleit daarom voor sterke nadruk op STEAM, die leerlingen en studenten uitrust met het vermogen om complexe problemen op te lossen, creativiteit, kritisch denken, people management en cognitieve flexibiliteit.

    7.

    Het is van belang om te kunnen stellen dat het op basis van de resultaten in de STEM-vakken op internationaal niveau de moeite waard is om ze niet alleen in het hoger onderwijs in overweging te nemen, maar ook om hiervoor op alle niveaus vanaf het basisonderwijs de fundamenten te leggen — door de basisvaardigheden voor iedereen toegankelijk te maken voor fundamentele kennis op het gebied van de STEM-vakken, met name voor technisch-wetenschappelijke geletterdheid.

    8.

    Conform het subsidiariteitsbeginsel en de multilevel governance moet worden onderzocht hoe het lokale en regionale niveau op basis van de opencoördinatiemethode kunnen bijdragen aan het verhelpen van bestaande tekortkomingen en mismatches in opleidingen, werknemers en banen in verband met de STEM-vakken door middel van coördinatie om aldus gelijke voorwaarden in Europa te scheppen.

    9.

    Ter wille van de subsidiariteit en de decentralisatie binnen de lidstaten is het van belang dat terdege beseft wordt dat de lokale en regionale overheden, die scholen financieren of het onderwijsnetwerk anderszins ondersteunen, in dit proces onmiskenbaar een rol spelen, aangezien zij van doorslaggevend belang zijn bij het mobiliseren van EU-middelen.

    10.

    De lokale en regionale publiek-private initiatieven, strategieën, actieplannen en partnerschappen op het gebied van de STEM-vakken kunnen een belangrijke rol spelen bij het dichten van de ontwikkelingskloof tussen de verschillende regio’s. Vaak verloopt de verbetering van de vaardigheden in verband met de STEM-sector niet via kostbare traditionele onderwijsinfrastructuur en zijn er, met name in het beroeps- en volwassenenonderwijs, ook veel mogelijkheden om gespecialiseerde korte cursussen aan te bieden, soms slechts van een paar maanden. Aangezien de aanwezigheid van in STEM-vakken geschoolde werknemers op hun grondgebied doorslaggevend is voor het concurrentievermogen van de regio’s, kan de inbreng van de verschillende lokale en regionale overheden op dit gebied bijzonder doeltreffend zijn. De aanpak van STEM-vakken als lokale en regionale onderwijsprioriteit, evenals gezamenlijke ontwikkelingsinvesteringen en -initiatieven, kunnen dus een belangrijke rol spelen bij het temperen van de negatieve effecten van de braindrain, door passende lokale carrièremogelijkheden aan te bieden aan werknemers die actief zijn in STEM-sectoren.

    11.

    Het betrekken van beroepsverenigingen en -organisaties die ook op lokaal en regionaal niveau actief en goed ingevoerd zijn, bij de planning van opleidingen en bij de opleidingsactiviteiten zelf, zal de doeltreffendheid van de STEM-aanpak bevorderen en het aldus mogelijk maken om aan lokale en regionale meerwaarde en belangen beter uiting te geven en onder de aandacht te brengen.

    12.

    Gelet op de programmering van de fondsen van het cohesiebeleid voor 2021-2027 en conform de landenverslagen van het Europees semester, die hiertoe richtsnoeren verstrekken, worden de Europese Commissie en de lidstaten verzocht om op lokaal en regionaal niveau voldoende prioriteit te geven aan STEM-initiatieven en om de maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de nodige investeringen uit de middelen van de lidstaten of de Unie worden gedaan, en dat bij de planning van het cohesiebeleid gerichter rekening wordt gehouden met de tekorten aan STEM-vaardigheden. De Europese Commissie wordt ook verzocht om bij de opstelling van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en in het kader van een “beter aanbod aan arbeidskrachten en vaardigheden”, dat structurele tekortkomingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels aanpakt, de lidstaten aan te moedigen om STEM-initiatieven naar behoren te steunen aangezien zij kunnen bijdragen tot de instandhouding van een Europees, op kennis gebaseerd economisch model dat zich met succes kan ontwikkelen en tegelijkertijd inclusief is en gelijke kansen bevordert.

    13.

    Het is nu tijd dat de Europese Commissie, naast de lovenswaardige en ambitieuze projecten van de Europese onderwijsruimte, ervoor zorgt dat alle prioriteiten in verband met de STEM-vakken in het directe beheer van relevante EU-programma’s worden behandeld. Voorts verdient het aanbeveling dat de Commissie goede praktijken op STEM-gebied meer verspreidt en uitwisselt door middel van een speciaal EU-portaal.

    14.

    Aanbevolen wordt dat de Europese Commissie en de lidstaten gecoördineerde inspanningen leveren om te zorgen voor:

    een genderneutrale benadering van STEM in het onderwijs, advisering en leerplanontwikkeling;

    uitbreiding van het scorebord Women in Digital (WID), het jaarlijkse scorebord van de Europese Commissie dat de deelname van vrouwen aan de digitale economie volgt, tot de beoordeling van de verwerving van STEM-vaardigheden en de integratie van vrouwen in STEM-banen;

    waarborging van de taalrechten van etnische en taalminderheden, ook bij innovatieve onderwijsinspanningen, zodat hun onderwijsmateriaal en curricula niet achteropraken;

    directe en effectieve actie en uitwisseling van goede praktijken om jongeren in het onderwijsstelsel en NEET’s te bereiken, om hen aan te trekken voor zowel STEM-cursussen als banen.

    Tevens verzoekt het CvdR om concrete acties om genderstereotypen ter discussie te stellen, STEM-vaardigheden en -onderwijs van vrouwen te bevorderen en te pleiten voor meer vrouwen op het gebied van STEM-gerelateerde werkgelegenheid en ondernemerschap.

    15.

    Het baart het CvdR zorgen dat er in de afgelopen decennia ten aanzien van STEM-vakken drie tekortkomingen zijn geconstateerd:

    i)

    in heel Europa is er op alle onderwijsniveaus een gebrek aan STEM-leraren;

    ii)

    in veel gevallen is de belangstelling van studenten voor STEM-vakken tanende;

    iii)

    de resultaten van het onderwijsstelsel sluiten niet altijd aan op de behoeften van de arbeidsmarkt.

    16.

    Deze kwesties moeten echter niet als een probleem worden gezien, maar als een concrete, aan te gane uitdaging. Om doeltreffend te kunnen reageren, moet een adequate planning worden opgezet, evenals lokale en regionale partnerschappen en samenwerking met werkgevers. Bovendien onderstreept het feit dat slechts negen lidstaten momenteel een nationale STEM-strategie hebben de noodzaak dat een en ander dringend door alle lidstaten en aan de hand van lokale en regionale strategieën optimaal aangepakt moet worden.

    17.

    Het percentage vrouwen in deze opleidingen en beroepen blijft laag, wat inhoudt dat er enerzijds nog veel moet worden gedaan op het gebied van gendergelijkheid, maar ook dat dit gebied en deze beroepen ruimte voor groei bieden. Voor jonge meisjes kunnen rolmodellen een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van een STEAM-gebied. Voor alle leeftijdsgroepen is het dus nodig om een aantal maatregelen, waaronder beroepskeuzeprogramma’s en specifieke studie- en leerbeurzen in te voeren. Uit studies blijkt dat het dichten van de STEM-genderkloof zou bijdragen tot een stijging van het bbp per hoofd van de bevolking van de EU met 2,2 tot 3,0 % en tot een toename van de werkgelegenheid in de EU met 850 000 tot 1 200 000 banen tegen 2050, terwijl een gelijk aandeel van vrouwen in de snelgroeiende, maar sterk gesegregeerde ICT-sector zou leiden tot een jaarlijkse stijging van het bbp van de EU met ongeveer 9 miljard EUR (2).

    18.

    Momenteel is in 35 Europese landen minder dan 1 op de 5 afgestudeerden in de informatica een vrouw (3). Het dichten van de genderkloof in verband met STEM-vaardigheden is des te belangrijker omdat de banengroei steeds meer plaatsvindt in STEM-sectoren, waar er jaarlijks ongeveer 120 000 nieuwe banen op het gebied van ICT bij komen. Volgens de Europese Commissie kijkt Europa tegen 2020 wellicht aan tegen een tekort van 900 000 geschoolde ICT-werknemers (4). Om meer meisjes en vrouwen te stimuleren om voor STEM-vakken te kiezen, is in dit verband een partnerschap geboden tussen ouders, onderwijsinstellingen, alle overheidsniveaus en het bedrijfsleven, waarbij aanmoediging, begeleiding en bevordering van vrouwelijke rolmodellen een sleutelrol spelen.

    19.

    Er liggen ook goede kansen voor regionale en stedelijke universiteiten wat betreft de verspreiding van STEM, want universitaire STEM-opleidingen en -disciplines kunnen worden geïnternationaliseerd, hetgeen ze bijzonder aantrekkelijk kan maken voor ambitieuze universiteiten, maar ook omdat de nieuwe oriëntaties voor STEM-vakken, te weten de ontwikkeling van teamwork, het faciliteren van interprofessionele synergie, de verspreiding en ondersteuning van stagesystemen, de uitbreiding van projectmatig onderwijs en de deelname van kansarme en gehandicapte studenten of studenten uit minderheden aan onderwijs- en opleidingsactiviteiten, regio’s een voortrekkersrol kunnen bezorgen, alsook aan universiteiten en beroepsopleidingen, als pioniers vroegtijdig de kansen aangrijpen die de STEM-vakken bieden.

    20.

    Het CvdR benadrukt dat, als STEM-modules op lokaal en regionaal niveau worden georganiseerd, specifieke lokale kennis in het opleidingsaanbod kan worden geïntegreerd, wat betekent dat ook de mogelijkheden en bevoegdheden van lokale en regionale overheden op dit gebied verder moeten worden uitgebreid.

    21.

    Toevoeging van een kunst-, scheppings- en ontwerpcomponent aan de STEM-vakken zou het ook mogelijk maken om specifieke lokale en regionale oplossingen en tradities te benutten. Tegelijkertijd biedt een dergelijke uitbreiding van STEM tot STEAM reële mogelijkheden voor innovatie in onderwijs en opleiding, waardoor de Europese regio’s, mits met succes gebruikt, ook het goede voorbeeld kunnen geven in de wereld, wat hun groeiende innovatiecapaciteit een extra impuls kan geven, aangezien de integratie van de kunsten kan leiden tot een aanzienlijke toename van de creativiteit op dit gebied. Er zij op gewezen dat volgens een recente studie van de OESO (5) kunstonderwijs in innovatiegerichte samenlevingen steeds belangrijker wordt, waarbij steeds meer universiteiten nieuwe vormen van interdisciplinaire leerplannen ontwikkelen.

    22.

    Het zou nuttig zijn de bewustmakings- en overtuigingsactiviteiten met betrekking tot STEM en STEAM ook uit te breiden tot de ouders. Verder is het van essentieel belang om geschikte methoden te vinden om de aandacht van kinderen op een passende en aantrekkelijke manier in een zeer vroeg stadium te vestigen op de onderdelen van STEM, om te beginnen vanaf de voorschoolse programma’s.

    23.

    De Europese Commissie wordt verzocht de nodige maatregelen te nemen in het kader van de voortzetting en vernieuwing van het Bolognaproces en in het kader van het proces dat tot automatische erkenning van diploma’s moet leiden. Verder zou zij ervoor moeten ijveren dat de kwestie van de wederzijdse erkenning van diploma’s en opleidingen op het gebied van STEM en kunsten zo spoedig mogelijk met voorrang en op passende wijze wordt aangepakt.

    24.

    De lidstaten en de Europese Commissie worden aangemoedigd om, gebruikmakend van de beschikbare instrumenten, in overleg met lokale en regionale overheden en met de inbreng van regionale en stedelijke universiteiten, curricula voor STEM en STEAM voor de verschillende onderwijsniveaus uit te werken, waardoor het gemakkelijker wordt STEM flexibeler in te voeren, ook als lokaal onderwijsprogramma; de Europese Commissie wordt verzocht om een geïntegreerd kader voor STEM-vaardigheden voor te leggen, met het oog op de verbetering van de vergelijkbaarheid en de leerdoelen in de EU.

    25.

    De Europese Commissie en Eurostat worden verzocht de methode van gegevensverzameling te verfijnen op basis van hun relevantie, zodat STEM-onderwijsstelsels als afzonderlijke vakken en systemen op basis van een holistische interpretatie van STEM duidelijk onderscheiden kunnen worden, en de regionale dimensie van het geheel te verduidelijken, hetgeen ook de ontwikkeling van lokale en regionale STEM-strategieën zal vergemakkelijken.

    Brussel, 26 juni 2019.

    De voorzitter

    van het Europees Comité van de Regio’s

    Karl-Heinz LAMBERTZ


    (1)  The World Economic Forum, Global Challenge Insight Report, januari 2016.

    (2)  Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE), 2017: Economic Benefits of Gender Equality in the EU.

    (3)  OECD Gender Data Portal, Where are tomorrow’s female scientists (https://www.oecd.org/gender/data/wherearetomorrowsfemalescientists.htm).

    (4)  Digital skills, jobs and the need to get more Europeans online (https://ec.europa.eu/commission/commissioners/2014-2019/ansip/blog/digital-skills-jobs-and-need-get-more-europeans-online_en).

    (5)  Art for Art’s Sake? The impact of Arts education (https://read.oecd-ilibrary.org/education/art-for-art-s-sake_9789264180789-en#page1).


    Top