This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52018IR6422
Opinion of the European Committee of the Regions — Macro-regional strategies, such as the Danube: a framework for promoting transnational clusters
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over macroregionale strategieën, zoals de strategie voor het Donaugebied: een kader om transnationale clusters te stimuleren
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over macroregionale strategieën, zoals de strategie voor het Donaugebied: een kader om transnationale clusters te stimuleren
COR 2018/06422
PB C 404 van 29.11.2019, p. 1–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 404/1 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over macroregionale strategieën, zoals de strategie voor het Donaugebied: een kader om transnationale clusters te stimuleren
(2019/C 404/01)
Rapporteur |
: |
Dainis TURLAIS (LV/ALDE), gemeenteraadslid van Riga |
Referentiedocument |
: |
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU COM(2019) 21 final |
BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,
1. |
is verheugd over het verzoek van het Roemeense voorzitterschap aan het Europees Comité van de Regio’s om een advies over het concurrentievermogen en het industriebeleid van de Europese Unie, waarin onder meer wordt gestreefd naar de ontwikkeling van transnationale clusters om tot meer economische convergentie op macroregionaal niveau (zoals in het Donaugebied) te komen. |
2. |
Het Comité is ingenomen met het tweede verslag van de Europese Commissie over de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU (1), waarin de implementatie van de vier macroregionale strategieën ter bevordering van de economische ontwikkeling wordt geëvalueerd en de verdere ontwikkeling van deze strategieën wordt bestudeerd met het oog op het mogelijke EU-begrotingskader voor de periode na 2020. In het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag hoort, wordt elke macroregionale strategie uitgebreid geëvalueerd (2). |
3. |
Het is een goede zaak dat in het verslag van de Commissie concrete resultaten worden genoemd op het vlak van milieu en klimaatverandering, alsook op het gebied van onderzoek, innovatie, economische ontwikkeling en connectiviteit. Tegelijkertijd vestigt de Commissie terecht de aandacht op de problemen waarmee degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van macroregionale strategieën worden geconfronteerd: verschillen in bestuurlijke capaciteit en economische ontwikkeling, alsook problemen met multilevel governance en het aantrekken van kapitaal. |
4. |
Het Comité is ingenomen met de conclusies van de Raad van de Europese Unie van 21 mei 2019 over de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU (3), waarin de deelnemende landen worden opgeroepen om de eigen verantwoordelijkheid te vergroten, te zorgen voor de nodige politieke steun op nationaal niveau en de betrokkenheid van lokale en regionale belanghebbenden te bevorderen, en waarin wordt benadrukt dat het belangrijk is macroregionale strategieën te blijven gebruiken als strategisch kader voor een meer samenhangende en synergetische uitvoering van het beleid, de programma’s en de fondsen van de EU. |
5. |
Voor multilevel governance is niet alleen de coördinatie op macroregionaal en nationaal niveau van groot belang. Belangrijker is de rechtstreekse betrokkenheid van vertegenwoordigers van steden en regio’s. |
6. |
Het Comité herhaalt dat macroregionale strategieën de uiting zijn van een functionele en diepgewortelde Europese visie (4) en staat achter de uitspraak van de Commissie in het verslag dat macroregionale strategieën grote mogelijkheden bieden en een unieke en innovatieve bijdrage leveren aan de samenwerking binnen de EU en met buurlanden. Het Comité wijst er andermaal op dat de EU behoefte heeft aan een grensoverschrijdende territoriale visie (5) om een “totaalaanpak” te kunnen ontwikkelen. |
7. |
Feit is dat de in het Verdrag van Lissabon vastgelegde doelstelling van economische, sociale en territoriale samenhang nog steeds niet is verwezenlijkt. Economische groei en de gevolgen daarvan voor het welzijn van de burgers kunnen de EU echt krachtig maken. Door gebruik te maken van de mogelijkheden voor het bevorderen van economische groei waarover alle bestuursniveaus in de EU beschikken, kunnen de macroregionale strategieën er in belangrijke mate toe bijdragen dat de verschillen in levensstandaard tussen de inwoners van aan elkaar grenzende gebieden binnen een redelijke termijn worden weggewerkt, waarmee ze tevens de succesvolle verwezenlijking van de cohesiedoelstelling van het EU-Verdrag dichterbij helpen brengen. Verbetering van het welzijn van de burgers moet centraal staan in elke beleidsnota. |
8. |
Het Comité herhaalt dat de macroregionale strategieën al een gevestigd bottom-up- en plaatsgericht instrument zijn geworden voor “een efficiënter gebruik van het gemeenschappelijk potentieel van macroregio’s” (6). Zij bieden mogelijkheden voor een echte multilevel governance zonder nieuwe bureaucratische rompslomp en overbruggen tegelijkertijd de kloof tussen de EU en de lokale politiek door vertegenwoordigers van steden en regio’s er rechtstreeks bij te betrekken. |
9. |
Het Comité is ingenomen met de inspanningen van de Commissie op het gebied van clusterbeleid en dringt aan op een veel nauwer verband tussen clusterbeleid en macroregionale strategieën. Dit kan bijdragen tot economische groei en tot de verwezenlijking van de cohesiedoelstellingen, aangezien dit beleid er vooral op gericht is de voordelen van het regionale concurrentievermogen te vergroten. Clusters hebben al een daadwerkelijke en zeer positieve bijdrage geleverd aan de uitvoering van de macroregionale strategieën. Zo ontstaan bijvoorbeeld via het “DanuBioValNet-project” (7) nieuwe waardeketens voor biologische producten in het Donaugebied. Macroregionale strategieën bevorderen de vorming van clusters, maar beperken zich geenszins tot het referentiegebied van een macroregionale strategie. |
10. |
Het Comité verwijst naar zijn advies over de uitvoering van de macroregionale strategieën (8), waarin het zich voorstander toont van het beginsel van “driewerf ja” om de werking van de macroregionale strategieën te verbeteren: “Het CvdR zegt ja tegen betere synergie met financieringsinstrumenten, ja tegen een betere integratie van bestaande structuren in MRS en ja tegen een betere uitvoering van bestaande regels.” Helaas heeft de Europese Commissie dit voorstel niet overgenomen. |
11. |
Het Comité schaart zich volledig achter het standpunt van het Italiaanse voorzitterschap van de EU-strategie voor het Alpengebied dat verankering van de macroregionale strategieën van de EU in het rechtskader van het cohesiebeleid voor de jaren 2021-2027 een win-winsituatie zou zijn, aangezien dit de strategieën zou versterken en zou bijdragen tot verbetering van de territoriale samenhang van de Unie. |
12. |
Het Comité staat welwillend tegenover een door verschillende lidstaten en regio’s gezamenlijk opgesteld en ondersteund initiatief voor een nieuwe macroregionale strategie om gemeenschappelijke uitdagingen in een afgebakend geografisch gebied het hoofd te bieden. Bij de evaluatie van de opzet van een nieuwe macroregionale strategie moet erop worden gelet dat het functioneren van de bestaande macroregionale strategieën niet wordt belemmerd. |
13. |
Het Comité steunt het initiatief om een EU-strategie voor het Karpatengebied op te stellen, die een permanent kader voor samenwerking tussen landen, regio’s en gemeenten in de Karpaten zou vormen. Door een strategie voor het Karpatengebied te ontwikkelen, zullen enerzijds de problemen in deze macroregio worden belicht en anderzijds mogelijkheden worden gecreëerd om het specifieke potentieel van de Karpatische landen op cultureel en milieugebied te benutten. Bij het opstellen van deze strategie moet de nadruk worden gelegd op de betrokkenheid van een breed scala van actoren die zowel het lokale en regionale als het nationale en Europese niveau vertegenwoordigen, hetgeen onder meer blijkt uit de activiteiten van de interregionale groep Karpaten van het Comité van de Regio’s. |
14. |
Het Comité juicht het toe dat de regio’s en landen die aan de Atlantische Oceaan grenzen en die momenteel deelnemen aan de Europese strategie voor het Atlantisch gebied, zich momenteel beraden op de ontwikkeling van een macroregionale strategie die gebaseerd is op de al tientallen jaren bestaande samenwerking tussen de Atlantische partners. Een macroregionale strategie voor de Atlantische regio zou een aanvulling kunnen vormen op de huidige maritieme strategie door deze te voorzien van een politieke dimensie en een vorm van meerlagig bestuur waarbij derde landen en regio’s zouden kunnen worden betrokken, door het toepassingsgebied ervan uit te breiden tot territoriale kwesties en door te zorgen voor een grotere samenhang tussen de thematische prioriteiten en de bestaande financieringsinstrumenten. De macroregionale strategie zou zich bijvoorbeeld kunnen richten op kwesties als het opwekken van oceaanenergie, hetgeen als een prioriteit voor de belanghebbenden in het Atlantische gebied is aangemerkt, en op belangrijke onderwerpen als werkgelegenheid en opleiding. |
Financiering en governance
15. |
Het Comité acht het noodzakelijk dat de macroregionale en de sectorale strategieën van de EU — zoals Horizon 2020, Erasmus+, Creatief Europa, het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme), LIFE, de Connecting Europe Facility (CEF) en de EU-fondsen voor strategische investeringen — verder worden geïntegreerd teneinde synergieën tot stand te brengen voor het gezamenlijk oplossen van dringende problemen. |
16. |
Het Comité is zeer te spreken over de inspanningen van de Commissie om via haar wetgevingsvoorstel inzake Europese territoriale samenwerking te zorgen voor betere synergieën met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (9), maar stelt vast dat deze aanpassingen slechts een zeer klein deel van de EU-middelen betreffen. |
17. |
Het Comité staat achter de aanbeveling van de Commissie om de prioriteiten van de macroregionale strategieën en de EU-fondsen beter op elkaar af te stemmen middels coördinatie van de activiteiten van de programma-autoriteiten en de belangrijkste uitvoerders van de macroregionale strategieën, alvorens partnerschapsovereenkomsten te sluiten. De landen en regio’s die bij de uitvoering van macroregionale strategieën zijn betrokken, moeten overeenstemming bereiken over een bottom-upbenadering en over de prioriteiten van deze strategieën. |
18. |
Het Comité verzoekt de Commissie niet alleen te zorgen voor coördinatie binnen en tussen de lidstaten, maar ook op een derde niveau, nl. op EU-niveau. Macroregionale strategieën hebben betrekking op een groot aantal beleidsterreinen en worden los van het beleid voor territoriale samenwerking van de EU ontwikkeld. De beleidsstrategieën waarin de financiering op macroregionaal niveau wordt geregeld, zijn dus niet met elkaar verbonden. Om een echte aanpak op meerdere niveaus te waarborgen, zou de uitvoering van de macroregionale strategieën ook onder de directe verantwoordelijkheid van de Commissie moeten vallen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de werkzaamheden van de verschillende directoraten-generaal van de Commissie onderdeel gaan uitmaken van elke macroregionale strategie. |
19. |
Het netwerk van nationale autoriteiten dat sinds 2016 de middelen uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het Oostzeegebied beheert, is een goed voorbeeld is van de bottom-upcoördinatie die op andere beleidsterreinen en in andere geografische gebieden kan worden bevorderd. |
20. |
Het Comité deelt de mening van de Europese Commissie dat de succesvolle uitvoering van de macroregionale strategieën staat of valt met de inzet van de lidstaten en de regio’s. Deze strategieën zullen hun potentieel niet ten volle benutten en kunnen niet doeltreffend worden uitgevoerd als de lidstaten en regio’s niet over de nodige financiële en personele middelen beschikken. |
21. |
Macroregionale strategieën hebben hun belang voor de bevordering en versterking van multilevel governance bij de uitvoering van EU-projecten bewezen door de werkzaamheden en deskundigheid van de bestaande instanties te helpen coördineren en aldus een doeltreffender gebruik van de beschikbare financiële middelen te bevorderen. |
Vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU
22. |
Het Comité wijst er nogmaals op, vooral met het oog op het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, dat macroregionale strategieën ook buiten de grenzen van de EU kunnen bijdragen aan geïntegreerde ontwikkeling. Daarom stelt het voor na te gaan welke rol de macroregionale strategieën kunnen spelen in de toekomstige betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU, en dringt het er bij beide partijen op aan om de lokale en regionale overheden nauw te betrekken bij de toekomstige discussie over deze kwestie. |
23. |
Het Comité erkent dat macroregionale strategieën waarbij het Verenigd Koninkrijk en de EU-regio’s betrokken kunnen zijn, een belangrijk instrument zouden zijn om te zorgen voor een duurzame gezamenlijke programmering, coördinatie en samenwerking tussen de steden en regio’s van het Verenigd Koninkrijk en die van de EU in de toekomst. Het Comité dringt erop aan dat steden en regio’s actief worden betrokken bij de ontwikkeling van deze samenwerking. |
Clusters
24. |
In een wereld waarin niet enkel meer bedrijven maar ook regio’s wereldwijd met elkaar concurreren, zijn clusters als kenniscentra van groot belang voor de welvaart en het concurrentievermogen van regio’s en voor het stimuleren van hun economische ontwikkeling; daarmee dragen clusters bij aan de territoriale cohesie. |
25. |
Clusters zijn belangrijke aanjagers van innovatie, omdat zij interessant zijn voor zowel investeerders als innovatoren, en omdat zij bedrijven, lokale overheden en onderzoeks- en opleidingsinstellingen met elkaar in contact brengen. Clusters moeten absoluut worden betrokken bij de ontwikkeling van strategieën voor slimme specialisatie, met name bij de door de Europese Commissie gepromote thematische S3-platforms. Binnen macroregionale strategieën kan een op clusters gebaseerde aanpak op natuurlijke wijze worden gestimuleerd. De strategieën voor slimme specialisatie moeten doeltreffend afgestemd blijven worden op regionale en nationale beleidsmaatregelen om, via meer clusters en meer synergetische toegang tot financieringsbronnen, efficiënte interregionale samenwerking te bevorderen en daarmee ook de meerwaarde van macroregionale strategieën voor een harmonieuze ontwikkeling van de betrokken gebieden zichtbaarder te maken. Er moet worden gezorgd voor duurzame financieringsvormen om clusterinitiatieven te versterken bij de uitvoering van strategieën voor slimme specialisatie in het kader van interregionale en transnationale samenwerking. |
26. |
Samenwerking tussen clusters is een veelbelovende manier om het innovatievermogen van een regio te versterken, en daarom moet de grensoverschrijdende of transregionale samenwerking tussen clusterorganisaties niet beperkt blijven tot Europa, maar moet zij mondiaal zijn, om het uiteindelijke doel — wereldwijde clusters — te bereiken. Macroregionale strategieën voor EU-regio’s, lidstaten en, in voorkomend geval, derde landen, kunnen een passend kader bieden voor een dergelijke samenwerking. |
27. |
Het Comité verwijst nogmaals naar de conclusies van de Raad van de Europese Unie van 12 maart 2018, waarin ervoor wordt gepleit het Europees clusterbeleid nader uit te werken met het oog op het onderling verbinden en opschalen van regionale clusters om te komen tot pan-Europese clusters van wereldklasse, zulks op basis van slimme specialisatie, teneinde de vorming van nieuwe waardeketens in heel Europa te bevorderen. In de volgende begroting voor Interreg moet dan ook worden gezorgd voor de financiering van samenwerking op het vlak van slimme specialisatie in de hele EU. |
28. |
Het Comité is ingenomen met de conclusies van de Raad van de Europese Unie van 21 mei 2019 over de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU (10), waarin wordt geopperd te profiteren van de verbanden tussen slimme specialisatiestrategieën en -clusters om de ecosystemen en het industrie- en innovatiebeleid binnen de macroregionale strategieën beter op elkaar te laten aansluiten. |
29. |
Het Comité zou dan ook graag zien dat de Europese Commissie maatregelen neemt ter ondersteuning van de werkzaamheden van clusters en hun onderlinge samenwerking, met name om de regionale dimensie van clusters te versterken. Daarnaast zou, als onderdeel van een territoriale en regionale aanpak, voor meer samenhang en synergie in het clusterbeleid moeten worden gezorgd. |
30. |
Macroregionale strategieën kunnen bijdragen tot een clustervriendelijk klimaat. Daardoor kunnen overheden, met name lokale en regionale overheden, universiteiten, onderzoekscentra en bedrijven hun activiteiten coördineren. Grensoverschrijdende clusters stimuleren, vanwege hun aard, de samenwerking tussen verschillende partners over geografische en sectorale grenzen heen. |
31. |
Het Comité zou graag zien dat de EU, in het kader van haar clusterbeleid, meer doet om grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen, bijvoorbeeld door te helpen zoeken naar internationale partners voor clusters (en hun leden) en, tot op zekere hoogte, financiële middelen ter beschikking te stellen voor het testen en verder ontwikkelen van de samenwerking tussen clusters. Deze aanpak is bijvoorbeeld succesvol gebleken in het project “Innovation Express” voor het Oostzeegebied (11). |
Macroregionale strategie voor het Donaugebied
32. |
Het Comité stelt vast dat het Donaugebied aanzienlijke verschillen vertoont qua innovatie, waarbij sommige regio’s tot de groep van best presterende regio’s van de EU behoren, terwijl andere een achterstand hebben. Dit is toe te schrijven aan ongelijke randvoorwaarden en het brede scala aan bestuurlijke procedures op het gebied van onderzoek en investeringen. In verband hiermee pleit het Comité voor een betere coördinatie van de desbetreffende overheidsmaatregelen en voor slimmere en meer gerichte investeringen, ook in het kader van EU-programma’s. |
33. |
De relatief sterke groei van het midden- en kleinbedrijf (mkb) is een van de belangrijkste factoren voor het concurrentievermogen van de macroregio Donaugebied. Aangezien clusterinitiatieven doorgaans gericht zijn op het mkb en er een nauw en positief verband bestaat tussen prestaties op het gebied van regionale innovatie en regionaal concurrentievermogen, kan dit de regio de kans bieden om zijn concurrentievermogen te verbeteren. |
34. |
Verbetering van het concurrentievermogen op macroregionaal niveau vereist een actievere aanpak en het kader voor de toekomstige ontwikkeling van clusters moet worden versterkt, ook al worden er reeds diverse veelbelovende projecten en initiatieven in macroregio’s gerealiseerd. Het Comité verzoekt de Europese Commissie en de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de macroregionale strategie om niet alleen de voortgang en de resultaten van de tenuitvoerlegging van deze initiatieven te volgen en te evalueren, maar ook conclusies hieruit te trekken, ervaringen uit te wisselen en nieuwe mechanismen voor het stimuleren van de groei en het concurrentievermogen op macroregionaal niveau in het leven te roepen. |
35. |
Eventueel kan worden overwogen een intelligente specialisatiestrategie voor de macroregio Donau te ontwikkelen, rekening houdend met de specifieke voordelen en behoeften van de regio, zoals de relatief sterke groei van kleine en middelgrote ondernemingen. |
36. |
Het Comité dringt aan op een systematische uitwisseling van ervaringen, informatie en gegevens met andere macroregionale strategieën om het concurrentievermogen van macroregio’s te ontwikkelen, waarbij de nadruk ligt op een groene economie, de innovatiesector en het scheppen van nieuwe banenkansen. |
37. |
Clusters spelen ook een belangrijke rol in het “triple helix”-model van samenwerking tussen universiteiten, overheden en de particuliere sector. Door hun nabijheid tot de lokale markten en hun kennis van de lokale behoeften zijn zij geschikte instrumenten om de basisgedachte van gebiedsgebonden maatregelen in combinatie met een bottom-up benadering in praktijk te brengen. |
Conclusies
38. |
Elk initiatief dat de eenheid, samenwerking, integratie, veiligheid, sociale gelijkheid en daadwerkelijke cohesie van de Europese Unie versterkt, verdient steun. Macroregionale strategieën kunnen er in belangrijke mate toe bijdragen dat de levensstandaard van de inwoners van aan elkaar grenzende gebieden binnen een redelijke termijn gelijkgetrokken wordt. |
39. |
Macroregionale strategieën zijn de uiting van een diepgewortelde Europese visie, bieden grote mogelijkheden en leveren een innovatieve bijdrage aan concrete samenwerking met het oog op de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen die belangrijk zijn voor de burgers, ongeacht het land of de regio waarin ze wonen. |
40. |
Macroregionale strategieën effenen het pad voor echte multilevel governance, van lokale overheden tot de Europese Commissie. Daarbij worden geen nieuwe bureaucratische structuren opgezet, maar de kloof tussen het Europese en het lokale bestuursniveau wordt verkleind. De wisselwerking tussen clusterbeleid en macroregionale strategie kan ertoe bijdragen dat de in het Verdrag van Lissabon vastgelegde doelstelling van economische, sociale en territoriale samenhang sneller wordt gehaald. |
Brussel, 26 juni 2019.
De voorzitter
van het Europees Comité van de Regio’s
Karl-Heinz LAMBERTZ
(1) COM(2019) 21 final.
(2) SWD(2019) 6 final.
(3) https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-9895-2019-INIT/nl/pdf
(4) Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de uitvoering van de macroregionale strategieën (COR-2017-02554).
(5) Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Territoriale visie 2050: wat is de toekomst? (COR-2015-04285).
(6) Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de uitvoering van de macroregionale strategieën (COR-2017-02554).
(7) http://www.interreg-danube.eu/approved-projects/danubiovalnet
(8) Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de uitvoering van de macroregionale strategieën (COR-2017-02554).
(9) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (Interreg) ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en financieringsinstrumenten voor extern optreden (COM(2018) 374 final, artikel 15, lid 3).
(10) https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-9895-2019-INIT/nl/pdf
(11) http://www.bsr-stars.eu/innovation-express/