EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 19.4.2018
COM(2018) 219 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EMPTY
Een Europese detailhandel die past bij de 21e eeuw
{SWD(2018) 236 final}
{SWD(2018) 237 final}
1.Versterking van het concurrentievermogen van de Europese detailhandel
Een dynamische en concurrerende detailhandel is belangrijk voor de consument, bedrijven en dus voor de hele EU-economie. De detailhandel is door de omvang van de betrokken bedrijven en banen en de bijdrage aan de toegevoegde waarde voor de EU essentieel voor de stimulering van de economische groei op de lange termijn.
De sector is door de veranderende consumentenbehoeften en technologische vooruitgang en snel veranderd en werkt als katalysator voor innovatie en productiviteit.
Huishoudens in de EU geven tot een derde van hun budget uit aan door detailhandelaren gedistribueerde goederen. Door de prijs, keuze en kwaliteit van de aangeboden producten heeft de detailhandel gevolgen voor de levenskwaliteit van de inwoners van de EU.
De 3,6 miljoen ondernemingen in de detailhandel (voornamelijk kmo's) werken samen met andere economische sectoren zoals groothandelaren en productfabrikanten, alsook vervoer en logistiek en andere zakelijke diensten. Een beter presterende detailhandel zal bijgevolg positieve overloopeffecten op de gehele economie hebben.
De eengemaakte markt biedt detailhandelaren toegang tot ongeveer 500 miljoen potentiële consumenten. Dit vereist echter een gunstig bedrijfs- en regelgevingskader dat geschikt is voor de behoeften van zowel online- als offline-detailhandelaren en dat helpt om op wereldwijd niveau te reageren op uitdagingen die de detailhandel aangaan.
De snelle groei van elektronische handel transformeert de sector. Elektronische handel is voor de meeste EU-burgers een onontkoombaar feit geworden. Dit brengt zowel nieuwe kansen als uitdagingen voor de sector met zich mee. De ontwikkeling van de multichannel-detailhandel en de vervaging van de grenzen tussen offline (fysieke winkels) en online (elektronische handel) bevorderen de concurrentie en de innovatie in de sector. De grensoverschrijdende elektronische handel in de EU is echter nog steeds voor veel verbetering vatbaar. Daarnaast vinden niet alle bedrijven het gemakkelijk om gelijke tred te houden met de opkomst van nieuwe bedrijfsmodellen – 80 % van de detailhandelaren verkoopt nog niet online. Met name veel kleine detailhandelaren hebben moeite zich aan te passen.
Wil de eengemaakte markt resultaten opleveren, dan moeten op nationaal, regionaal en lokaal niveau passende maatregelen worden genomen. In het kader van het Europees semester hebben verschillende lidstaten al hervormingen doorgevoerd om de regelgeving voor detailhandelaren te verbeteren.
Toch is de productiviteit van de detailhandel in de EU achtergebleven bij die in andere sectoren en minder dynamisch dan in andere vergelijkbare economieën. De detailhandel is ook minder winstgevend dan andere sectoren. De opeenstapeling van regelgeving heeft een negatief effect op de prestaties ervan. Detailhandelaren moeten voldoen aan een opeenstapeling van uiteenlopende en vaak ingewikkelde regelgevingskaders die op nationaal, regionaal en lokaal niveau zijn vastgesteld. Dergelijke restrictieve regelgeving leidt tot minder dynamische detailhandelsmarkten met minder toe- en uittredingen van detailhandelszaken en slechtere werkgelegenheidsvooruitzichten.
Bron:
Eigen berekeningen op basis van bij de lidstaten, Eurostat en via specifieke studies verzamelde informatie
Een moderne detailhandelsector heeft meer investeringen en een gunstig ondernemingsklimaat nodig. Het investeringsprogramma voor Europa ondersteunt een verdere verdieping van de eengemaakte markt, met name door het wegnemen van belemmeringen voor investeringen, het bevorderen van een grotere voorspelbaarheid van de regelgeving en het terugdringen van overregulering.
Met de uitvoering van de strategie voor een digitale eengemaakte markt
heeft de Commissie stappen ondernomen om de eengemaakte markt af te stemmen op het digitale tijdperk. Het stimuleren van grensoverschrijdende elektronische handel was een van de hoofddoelstellingen. De voorstellen van de Commissie inzake geoblocking
, grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten
, modernisering van het btw-stelsel
, regels inzake digitale contracten
en het aangekondigde initiatief inzake online platforms
moeten detailhandelaren helpen hun online activiteiten naadloos uit te voeren. De Commissie stelt ook maatregelen voor inzake een eerlijke en effectieve belastingheffing van de digitale economie
en om de onafhankelijkheid van betaalkaartsystemen en verwerkingsentiteiten te waarborgen.
Er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor startende ondernemingen die actief zijn in de sector. Het Starters- en opschalingsinitiatief heeft met name tot doel om voor startende ondernemingen de belemmeringen voor opschaling in de eengemaakte markt weg te nemen, door betere commerciële kansen te creëren en toegang tot financiering te vergemakkelijken.
In de nieuwe vaardighedenagenda voor Europa werd een aantal acties voorgesteld die ertoe zullen bijdragen dat EU-burgers over de juiste vaardigheden beschikken om de uitdagingen van de snel veranderende wereldeconomie aan te gaan. De detailhandel heeft vaardigheden nodig die zijn afgestemd op de eisen van de digitalisering. Bovendien biedt Erasmus+ nieuwe mogelijkheden voor langdurige leercontracten in het buitenland in een groot aantal economische sectoren, waaronder de detailhandel.
De eengemaakte markt voor goederen is van bijzonder belang voor de detailhandel. In december 2017 heeft de Commissie twee wetgevingsvoorstellen ingediend om het voor bedrijven, met name kmo's, gemakkelijker te maken hun producten in de hele EU te verkopen
en om de controles te verscherpen die voorkomen dat onveilige producten aan de EU-consument worden verkocht.
Daarnaast heeft de Commissie een voorstel ingediend om de belangrijkste belemmeringen voor grensoverschrijdende handel op het gebied van contractenrecht weg te nemen. De Commissie neemt ook verdere initiatieven om het juridisch kader voor de consument en ondernemingen te verbeteren.
De dienstenrichtlijn stelt detailhandelaren in staat gemakkelijker verkooppunten in alle lidstaten te vestigen. In zijn arrest heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie ("Hof van Justitie") in de zaak Visser bevestigd dat de detailhandel een dienst is en als zodanig onder de dienstenrichtlijn valt. De richtlijn zorgt ervoor dat bepaalde zeer restrictieve eisen inzake toegang tot de markt verboden zijn en andere alleen mogen bestaan wanneer zij niet-discriminerend, gerechtvaardigd door een legitieme doelstelling van het overheidsbeleid en evenredig zijn. In dit verband beoogt de richtlijn ook efficiënte, objectieve en niet-discriminerende procedures voor toegang tot de markt binnen een redelijke termijn te waarborgen. Vergelijkbare eisen worden opgelegd door het Verdrag betreffende de werking van de EU in situaties die buiten het toepassingsgebied van de dienstenrichtlijn vallen, zoals operationele beperkingen.
De Europese Raad benadrukte dat de handhaving van de bestaande wetgeving essentieel is voor de werking van de eengemaakte markt. Bij de tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn hebben de lidstaten het regelgevingskader voor diensten op een aantal punten aangepast. Volledige naleving van de EU-regels zou het regelgevingsklimaat voor de detailhandel verbeteren en bedrijven en dus ook de consument in staat stellen de vruchten van de eengemaakte markt te plukken.
In de strategie voor de eengemaakte markt werd erop gewezen dat beperkingen ten aanzien van de vestiging van de detailhandel en beperkingen die van invloed zijn op het dagelijkse functioneren van de detailhandel aanzienlijke belemmeringen vormen voor een beter presterende detailhandel. De Commissie heeft zich ertoe verbonden "beste praktijken voor het vergemakkelijken van de vestiging van de detailhandel en het verminderen van de exploitatiebeperkingen op de eengemaakte markt [vast te stellen ... om te voorzien in] richtsnoeren voor hervormingen in de lidstaten en voor de vaststelling van de prioriteiten van het handhavingsbeleid met betrekking tot de detailhandel".
Deze mededeling heeft tot doel bij te dragen tot het ontsluiten van het potentieel van de detailhandel voor de EU-economie door beste praktijken vast te stellen. De beste praktijken zullen het concurrentievermogen van de detailhandel ondersteunen zonder de door de lidstaten nagestreefde doelstellingen van het overheidsbeleid te ondermijnen. In de conclusies van de Europese Raad wordt benadrukt dat de EU moet blijven werken aan een toekomstbestendige eengemaakte markt die geschikt is voor het digitale tijdperk. De detailhandel is in toenemende mate afhankelijk van multichannel-distributie en deze trend zal zich voortzetten. Verscheidene initiatieven op het gebied van de digitale eengemaakte markt zijn erop gericht ervoor te zorgen dat onlinedetailhandelaren effectief grensoverschrijdend kunnen verkopen. Deze mededeling gaat in op beperkingen die meer gelden in de offline detailhandel.
Op de 25e verjaardag van de eengemaakte markt moeten we de resultaten ervan vieren, maar ook vooruitkijken. De detailhandelssector verdient onze aandacht en analyse. De EU-instellingen en lidstaten moeten hun best doen om het concurrentievermogen van de sector te ondersteunen, nu de snelle groei van de elektronische handel zorgt voor verandering in de sector.
2.Beperkingen in de detailhandel die de marktprestaties beïnvloeden
Detailhandelaren hebben in verschillende mate te maken met tal van beperkingen met betrekking tot de vestiging van winkels (bv. met betrekking tot de grootte en locatie van de winkel of de procedure om een specifieke toestemming te verkrijgen) en bedrijfsvoering (bv. met betrekking tot openingstijden, verkoopbevordering en distributiekanalen, belastingen, inkoop). Veel van deze beperkingen kunnen worden gerechtvaardigd door legitieme doelstellingen van het overheidsbeleid, maar de opeenstapeling ervan kan onevenredige belemmeringen voor nieuwkomers op de markt opwerpen en daardoor de productiviteit van de sector negatief beïnvloeden. Nadere bijzonderheden benadrukken dat regelgevingskaders toekomstbestendig en flexibel moeten zijn om bedrijven in staat te stellen zich snel aan de veranderende realiteit aan te passen.
Het verminderen van beperkingen heeft positieve effecten op de werking van de markt. Een minder beperkend regelgevingskader stimuleert meer ondernemingen om de markt te betreden, de kansen te grijpen die ze biedt en te slagen. Detailhandelaren hebben meer flexibiliteit om te investeren in de juiste locatie en indeling van hun winkels en om beter in te spelen op de behoeften van de lokale consument. Dit alles, samen met de bloeiende elektronische handel, vergroot de concurrentie en leidt tot het succes van efficiëntere en innovatievere bedrijven.
Hierdoor verbetert de productiviteit van de sector, wat ook ten goede komt aan de consument. De consument kan genieten van meer variatie, meer innovatie en een hogere kwaliteit van de aangeboden producten en diensten. Hij zal waarschijnlijk ook lagere prijzen betalen. Daarnaast kan een sterkere detailhandel extra werkgelegenheid bieden. Niet alleen in de detailhandel, maar ook in ondersteunende diensten zoals vervoer, opslag en logistiek zouden meer en betere banen worden gecreëerd.
De Commissie heeft een restrictiviteitsindicator voor de detailhandel ontwikkeld die de verschillende beperkingen illustreert die gelden voor de vestiging van de detailhandel en het dagelijks functioneren van winkels. De componenten ervan geven een beeld van de complexiteit en diversiteit van de in de lidstaten bestaande regelgevingskaders. Over het geheel genomen is de indicator een feitelijke momentopname en laat hij een sterk uiteenlopend restrictiviteitsbeeld in de EU zien. In alle lidstaten gelden beperkingen ten aanzien van zowel de vestiging als de exploitatie. De specifieke beperkingen en het niveau van restrictiviteit verschillen echter aanzienlijk. Dit niveau kan in sommige lidstaten tot vijf keer hoger liggen dan in andere. Hoewel in de minst beperkende regelgevingskaders van slechts enkele soorten beperkingen sprake is, kunnen de meest restrictieve beperkingen tot wel twaalf verschillende soorten beperkingen accumuleren. Dit is van invloed op de omgeving waarin detailhandelszaken opereren.
De regulering van de detailhandel valt in de eerste plaats onder de bevoegdheid van de lidstaten. Bij het vaststellen van regels moeten de lidstaten echter het EU-recht naleven en de vrijheid van vestiging of het vrij verrichten van diensten niet onnodig beperken. Bijgevolg zijn sommige beperkingen verboden, terwijl ze in andere gevallen kunnen worden gehandhaafd of ingevoerd zolang ze niet-discriminerend, gerechtvaardigd op grond van legitieme doelstellingen van het overheidsbeleid en evenredig zijn. Minder restrictieve regelgeving zou het concurrentievermogen van de sector ten goede komen. In dit verband moet rekening worden gehouden met het feit dat offline detailhandelaren door hun aard voornamelijk te maken hebben met vestigings- en operationele voorschriften. Bovendien stapelen de beperkingen zich op en moeten de lidstaten rekening houden met het cumulatieve effect ervan.
3.Vergemakkelijken van de vestiging van de detailhandel
Het openen van een nieuwe winkel is een manier voor detailhandelaren om toegang te krijgen tot een markt. Naarmate de multichannel-detailhandel zich verder ontwikkelt, is het van belang dat detailhandelaren een consistente strategie van markttoegang kunnen volgen met een combinatie van online- en offline-aanwezigheid. Bovendien moet een dergelijke toegang tot de markt binnen een redelijke termijn en zonder onnodige of onevenredige lasten mogelijk zijn. Een tijdige en snelle toegang tot de markt is voor detailhandelaren van het grootste belang. Zij maken zich zorgen over beperkingen ten aanzien van de vestigingsplaats van nieuwe winkels, productgerelateerde voorwaarden of een algemeen gebrek aan rechtszekerheid. Detailhandelaren geven aan dat de vestigingsprocedures te lang, te ingewikkeld en te onzeker zijn.
Beperkingen ten aanzien van de vestiging vormen ernstige belemmeringen voor de toegang tot de markt en zijn als zodanig herhaaldelijk aan de orde gesteld in de context van het Europees semester.
Voorwaarden voor vestiging
Alle lidstaten reguleren de vestiging van detailhandelszaken. Vaak is de vestiging van de detailhandel op regionaal en/of lokaal niveau gereglementeerd, wat de diversiteit van de regels waaraan detailhandelaren moeten voldoen, vergroot.
Door de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende de vrijheid van vestiging te codificeren, verbiedt de dienstenrichtlijn bepaalde vereisten zoals onderzoek naar de economische noodzaak. Verzoeken om informatie met het oog op de evaluatie van het aanbod (bv. aantal, types en formaten van bestaande winkels) of het meten van de marktvraag (bv. koopkracht of huishoudelijk verbruik in de betrokken vestigingsgebieden) vallen in deze categorie. Dergelijke vereisten zijn door de EU-wetgever verboden omdat zij louter economische belangen nastreven of door minder beperkende middelen kunnen worden vervangen. Veel lidstaten hebben bij de tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn hun vestigingsvoorwaarden herzien en de vereisten voor een economische beoordeling geschrapt. Economische informatie is echter nog steeds wettelijk of in de praktijk vereist of wordt gebruikt in sommige lidstaten.
De regels voor de vestiging van detailhandelszaken zijn gebaseerd op overwegingen van ruimtelijke ordening en stadsplanning, vaak met het oog op het behoud van de vitaliteit van stadscentra of de bescherming van het milieu. Dergelijke regels kunnen bijvoorbeeld de vestiging in de randgebieden van steden beperken. Deze doelstellingen worden als zodanig gedeeld door de Commissie, die in het kader van de EU-stedenagenda samen met de lidstaten, steden en andere belanghebbenden werkt aan de bevordering van een meer stadsvriendelijk, doeltreffend en efficiënt beleid en aan de bevordering van territoriale cohesie. Tegelijkertijd moet het nastreven van deze doelstellingen door de lidstaten op evenredige wijze geschieden.
Het Hof van Justitie bevestigde dat de dienstenrichtlijn van toepassing is op de vestiging van de detailhandel, ongeacht de wijze waarop de lidstaten de vestiging van de detailhandel reguleren, hetzij door middel van een vergunningenstelsel, hetzij door middel van ruimtelijke ordening. Het Hof van Justitie heeft bevestigd dat de dienstenrichtlijn het mogelijk maakt naar behoren rekening te houden met doelstellingen van het overheidsbeleid en dat de lidstaten over een beoordelingsmarge beschikken bij de wijze waarop legitieme doelstellingen van het overheidsbeleid worden verwezenlijkt. Om op dat punt verenigbaar te zijn met de dienstenrichtlijn, moeten de lidstaten er echter voor zorgen dat de wettelijke voorschriften met betrekking tot de vestiging van de detailhandel niet alleen gerechtvaardigd zijn door een dwingende reden van algemeen belang, maar ook evenredig zijn.
Evenredigheid is een belangrijk kenmerk van de vrijheden van de eengemaakte markt. Evenredigheid is essentieel in de detailhandel. De dienstenrichtlijn vereist dat detailhandelaren niet worden onderworpen aan beperkingen die onevenredig zouden zijn. Dit is het geval met sommige voorschriften die expliciet worden vermeld in de dienstenrichtlijn, waaronder territoriale beperkingen. Een voorbeeld hiervan zouden zeer gedetailleerde ruimtelijke plannen kunnen zijn, waarin de soorten te verkopen goederen worden gespecificeerd.
In het arrest Visser herinnerde het Hof van Justitie aan de verplichting voor de lidstaten om op grond van de dienstenrichtlijn hun voorschriften en praktijken te toetsen aan de evenredigheid van territoriale beperkingen die van toepassing zijn op de vestiging van de detailhandel.
In de dienstensector in het algemeen heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn betreffende een evenredigheidstoets op het gebied van de gereglementeerde beroepen.
Evenzo is in het voorstel van de Commissie betreffende de kennisgevingsprocedure voor bepaalde beperkingen uit hoofde van de dienstenrichtlijn
een gestructureerde en uniforme benadering van evenredigheid vereist.
De lidstaten passen, door groottedrempels vast te stellen, vaak verschillende regels toe op projecten voor de vestiging van detailhandel, afhankelijk van de omvang van de geplande detailhandelszaak. Dit kan ertoe leiden dat het winkellandschap kunstmatig wordt vormgegeven door invloed uit te oefenen op de formaten en de omvang van de geopende winkels
, hetgeen uiteindelijk de productiviteit beïnvloedt.
Onderzoek naar economische noodzaak
Overeenkomstig de dienstenrichtlijn moeten overheidsinstanties hun regels en praktijken herzien om ervoor te zorgen dat economische gegevens niet vereist of gebruikt worden voor vestigingsdoeleinden.
Voorbeeld: in de meeste lidstaten worden economische gegevens niet gebruikt bij de vestigingsprocedures voor de detailhandel, terwijl in sommige andere lidstaten de jure of de facto nog steeds onderzoek wordt gedaan naar de economische noodzaak.
Locatiespecifieke regels
Indien overheidsinstanties overeenkomstig de dienstenrichtlijn locatiespecifieke regels toepassen, onder meer om stadscentra vitaal te houden, moeten zij de evenredigheid van deze regels beoordelen, met name om na te gaan of minder restrictieve regels even doeltreffend zouden zijn.
Voorbeeld: in Frankrijk kunnen detailhandelaren op grond van de regels inzake de vestiging van detailhandelaren de optimale locatie voor hun winkel kiezen zonder beperkingen wat betreft winkelformaat en productassortiment.
Lokale ruimtelijke zones
Bij het opstellen van lokale ruimtelijke plannen worden overheidsinstanties aangemoedigd om een breed scala aan commerciële activiteiten in commerciële zones toe te laten. Bovendien moeten overheidsinstanties, overeenkomstig de dienstenrichtlijn, op grond van het evenredigheidsbeginsel al te specifieke regels vermijden.
Voorbeeld: door in lokale plannen zones voor een breed scala van bedrijfsactiviteiten ("commercieel gebruik") aan te geven, zorgen de Roemeense autoriteiten voor flexibiliteit bij het gebruik van de ruimte.
Groottedrempels
Wanneer overheidsinstanties in het kader van het evenredigheidsbeginsel groottedrempels voor de vestiging van de detailhandel vaststellen, moeten zij overeenkomstig de dienstenrichtlijn nagaan of deze in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het overheidsbeleid. Bovendien worden overheidsinstanties aangemoedigd rekening te houden met de effecten ervan op de marktstructuur.
Voorbeeld: in Letland is geen grenswaarde van toepassing en geldt, ongeacht de grootte van een winkel, een enkele procedure voor de vestiging van de detailhandel, zolang het project wordt gepland in een gebied dat voor "commercieel gebruik" is bestemd. Ook in Denemarken en Finland zijn als gevolg van hervormingen van de regelgevingskaders voor de vestiging van de detailhandel hogere groottedrempels voor winkels vastgesteld en bepaalde bovengrenzen voor het vloeroppervlak geschrapt. De hervormingen zijn uitgevoerd met het doel de werking van de sector te verbeteren, de productiviteit te verhogen en de consument meer keuze en lagere prijzen te bieden.
Het behoud van bruisende stadscentra is een legitieme beleidszorg voor nationale, regionale of lokale autoriteiten en het aantal leegstaande winkels neemt toe. Om dit probleem aan te pakken, passen sommige van deze autoriteiten beperkingen toe op de vestiging van de detailhandel buiten stadscentra. Indien toegepast, moeten deze beperkingen gerechtvaardigd en evenredig zijn. In dit verband moeten de bevoegde nationale autoriteiten een meer omvattend beleid overwegen dat verder gaat dan specifieke op de detailhandel gerichte voorschriften. Er moet ook rekening worden gehouden met de elektronische-handelsdimensie en de veranderende voorkeur van de consument voor winkelen, die beide van invloed zijn op de aanwezigheid van detailhandelaren in stadscentra.
Nieuwe benaderingen om de vitaliteit van stadscentra te bevorderen
Overheidsinstanties worden aangemoedigd om een breed scala aan acties en maatregelen te overwegen om de consument naar stadscentra te lokken die niet uitsluitend op beperkingen op de vestiging van de detailhandel gebaseerd zijn.
Voorbeeld: in een deel van Amsterdam, bekend als de "9 Straatjes", kwamen winkeliers samen om een bloeiende gemeenschap te creëren, voortbouwend op de identiteit en het cultureel erfgoed van de buurt. Via een communitymanager worden detailhandelaren aangemoedigd om gemeenschappelijke marketing- en promotieactiviteiten te coördineren die verband houden met dit erfgoed en die toeristen of andere consumenten naar het gebied kunnen lokken. Deze activiteiten worden gepromoot via een website. Samen met andere initiatieven onder leiding van de bevoegde autoriteit, zoals de invoering van een autovrije zone, heeft dit de detailhandel en de vraag naar winkelruimte in de "9 Straatjes" versterkt.
Parallel met deze mededeling publiceert de Commissie een gids over de stimulering en modernisering van de kleine detailhandel. Deze gids bevat succesverhalen van steden die de vitaliteit van hun stadscentra hebben hersteld en moet de bevoegde autoriteiten helpen kleine detailhandelaren bij te staan om zich aan te passen aan de nieuwe realiteiten van het digitale tijdperk.
|
Vestigingsprocedures
Eenvoudige, transparante en efficiënte vestigingsprocedures ("terugdringen van de bureaucratie") bieden de detailhandel mogelijkheden om zijn productiviteit te verbeteren. In de reacties op de openbare raadpleging werd benadrukt dat het vestigingsproces moet worden gestroomlijnd, dat de procedures transparanter moeten worden en dat onlineprocedures beter en systematischer moeten worden gebruikt. Om deze toegang te vergemakkelijken, moeten digitale technologieën worden gebruikt. Het EU-actieplan inzake e-overheid
heeft tot doel de digitale transformatie van de overheid te versnellen om de interactie van ondernemingen met overheidsdiensten efficiënter, transparanter, sneller en goedkoper te maken.
Het is van cruciaal belang voor al degenen die gebruik willen maken van de voordelen van de eengemaakte markt, en met name voor kmo's, dat relevante en nauwkeurige informatie over de wettelijke voorschriften en procedures in een gemakkelijk te begrijpen vorm te vinden is en dat administratieve procedures online kunnen worden ingezien en uitgevoerd. Om beter in deze behoeften te voorzien, heeft de Commissie een wetgevingsvoorstel ingediend om één digitale toegangspoort op te zetten.
In de praktijk hebben fysieke detailhandelaren nog steeds te maken met belangrijke vertragingen als gevolg van vele procedurele belemmeringen. Dergelijke vertragingen hebben een negatief effect op de start en levensvatbaarheid van een project – dat voor een specifieke marktsituatie kan worden ontworpen – en veroorzaken aanzienlijke kosten.
Alleen al door de volledige tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn zou een ambitieus programma van administratieve vereenvoudiging en samenwerking mogelijk worden. In het licht van het arrest Visser moeten de lidstaten beoordelen of de administratieve vereenvoudiging in de detailhandel ambitieus genoeg is geweest of dat er meer werk nodig is. De richtlijn verplicht de lidstaten ertoe één-loketten in te stellen, te voorzien in de mogelijkheid om procedures op afstand en via elektronische middelen af te ronden en informatie over nationale eisen en procedures gemakkelijk toegankelijk te maken. Aanvragen moeten zo snel mogelijk worden behandeld. De sector en de overheid zouden baat hebben bij efficiëntere, transparantere en kortere vestigingsprocedures.
Vereenvoudigde procedures
Vereenvoudigde procedures vergen minder tijd en middelen. Overeenkomstig de dienstenrichtlijn moeten overheidsinstanties de toegang van fysieke detailhandelaren tot de markt vergemakkelijken door middel van vereenvoudigde vestigingsprocedures voor de detailhandel met minder vergunningen, die via één enkel online aanspreekpunt kunnen worden aangevraagd.
Voorbeeld: om de administratieve procedure in België te vereenvoudigen, hebben de gewesten geïntegreerde procedures en één-loketten voor de vestiging van de detailhandel ingevoerd. Deze wijzigingen stellen detailhandelaren in staat op een plaats een enkele geïntegreerde vergunning aan te vragen.
Transparantie
Transparantie in alle stadia van de vestigingsprocedure voor de detailhandel is gunstig voor de detailhandelaren. Overeenkomstig de dienstenrichtlijn moeten de overheidsinstanties ervoor zorgen dat alle noodzakelijke informatie over de vestigingsprocedures voor de detailhandel vooraf via een speciale website aan de detailhandelaar ter beschikking wordt gesteld. Ze worden ook aangemoedigd om alle vestigingsbeslissingen, zowel positieve als negatieve, openbaar te maken.
Voorbeeld: in Litouwen worden zowel positieve als negatieve vestigingsbeslissingen van rechterlijke instanties elektronisch gepubliceerd.
Duur van procedures
Verkorting van de vestigingsprocedures helpt detailhandelsprojecten snel van start te gaan. Met het oog op de ontwikkeling van de onlinehandel is het van belang de termijnen te verkorten waarbinnen fysieke detailhandelaren toegang tot de markt moeten hebben. Dit zou ook de ontwikkeling van multichannel-omgevingen ondersteunen. Overeenkomstig de dienstenrichtlijn moeten overheidsinstanties aanvragen zo snel mogelijk behandelen. Ze worden aangemoedigd alle opties te overwegen om de tijd te verkorten die nodig is om een detailhandelsactiviteit te starten, onder meer door maatregelen om opportunistische beroepen te vermijden.
Voorbeeld: de recente hervorming in Finland had tot doel de procedures voor de vestiging van de detailhandel te vereenvoudigen en aldus te verkorten.
4.Verminderen van operationele beperkingen
Naast de regelgeving die van invloed is op de vestiging van detailhandelszaken, hebben detailhandelaren te maken met een aantal voorschriften die verband houden met hun dagelijkse activiteiten (bv. inzake openingstijden, verkoopbevordering, distributiekanalen en bevoorrading).
Er zijn vaak operationele beperkingen ingevoerd om doelstellingen van het overheidsbeleid te verwezenlijken, zoals de bescherming van werknemers, de consument, het milieu en de volksgezondheid. Elektronische handel verandert het koopgedrag van consumenten (consumenten zijn gewend om altijd en overal te winkelen, ook over de grens). Dit pleit ervoor dat de lidstaten zo nodig hun regelgevingskader beoordelen en moderniseren, waarbij zij zich in voorkomend geval laten inspireren door goed functionerende en minder verstorende oplossingen die in andere lidstaten zijn ontwikkeld.
Operationele beperkingen gelden doorgaans voor fysieke detailhandelaren. Zo zijn beperkingen ten aanzien van de openingstijden van winkels of specifieke op de detailhandel gerichte belastingen op grond van de grootte van de verkoopruimte niet van toepassing op onlinedetailhandelaren. Overheidsinstanties moeten de evenredigheid en efficiëntie van operationele beperkingen voor de fysieke detailhandel beoordelen om een gelijk speelveld met de elektronische handel te waarborgen.
Operationele beperkingen kunnen een aanzienlijke last worden voor bedrijven, die hun productiviteit beïnvloeden, en zijn als zodanig herhaaldelijk gesignaleerd in het kader van het Europees semester.
Een gelijk speelveld in de detailhandel
Fysieke detailhandelaren moeten rekening houden met nieuwe consumptiepatronen en hun commerciële strategie dienovereenkomstig aanpassen. Het kan voor kleine detailhandelaren moeilijk zijn om zich aan te passen aan de digitale evolutie van de markt. Zij omarmen technologie niet altijd gemakkelijk en hebben over het algemeen minder middelen, kennis en capaciteiten om structurele veranderingen te ontwerpen en door te voeren.
Hulp bij de overstap voor kleine detailhandelaren
Overheidsinstanties worden aangemoedigd de invoering van digitale technologieën door kleine detailhandelaren te vergemakkelijken.
Voorbeeld: in België heeft het Waalse Agence du Numérique (AdN) een zelfdiagnose-instrument ontwikkeld dat kleine detailhandelaren helpt om na te gaan welke digitale technologie past bij hun middelen en ervaring en welk type oplossingen ze op korte termijn nodig hebben om de toepassing van digitale technologieën te vergemakkelijken.
De gids over de stimulering en modernisering van de kleine detailhandel moet de bevoegde autoriteiten helpen kleine detailhandelaren bij te staan om zich aan te passen aan de nieuwe realiteit van het digitale tijdperk.
In lidstaten met regels voor promoties en kortingen kunnen consumenten gewoonlijk profiteren van promoties en kortingen die worden aangeboden door onlinewinkels in lidstaten met soepelere regels (zoals regels die geen strikte uitverkoopperioden opleggen of verkoop onder de kostprijs toestaan).
Elektronische handel stelt de consument in staat producten online te kopen waarvoor sommige lidstaten, wanneer zij offline worden verkocht, specifieke distributiekanalen opleggen. Dit kan verschillende voorwaarden creëren voor offline en online detailhandel.
Regelgeving die hoofdzakelijk is ontworpen voor de offline detailhandel, beperkt het vermogen van detailhandelaren om zich aan te passen aan en in te spelen op de veranderingen die elektronische handel met zich meebrengt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij beperkingen op de winkelopeningstijden. Deze beperkingen waren vaak ingevoerd ter bescherming van zowel werknemers als kmo's, die zich niet altijd voldoende personeel kunnen veroorloven voor lange openingstijden. Deze problemen moeten worden aangepakt door offline detailhandelaren te ondersteunen bij de aanpassing aan nieuwe consumentengewoonten.
De bestaande specifieke op de detailhandel gerichte belastingen en heffingen op basis van de grootte van de verkoopruimte zijn alleen van toepassing op fysieke winkels, wat hen in een nadelige positie kan brengen ten opzichte van onlinewinkels en andere bedrijven.
Verkoopbevorderingen en kortingen
Verkoopbevorderingen en kortingen kunnen deel uitmaken van de strategie van een detailhandelaar in een multichannel-omgeving of voor het betreden van een nieuwe markt. Overheidsinstanties moeten onder meer de beginsels van non-discriminatie-, rechtvaardiging en evenredigheid in acht nemen wanneer zij regels inzake verkoopbevorderingen en kortingen vaststellen; dit zou ook bijdragen tot een gelijk speelveld met elektronische handel.
Voorbeeld: een recente hervorming in Luxemburg had tot doel de uitverkoop van bedrijven te vergemakkelijken en verkoop onder de kostprijs toe te staan. Griekenland verlengde de uitverkoopperioden in 2014.
Specifieke verkoopkanalen
De overheid wordt aangemoedigd om een gelijk speelveld met elektronische handel tot stand te brengen.
Voorbeeld: in Portugal, Italië, Zweden en Denemarken zijn hervormingen doorgevoerd om de verkoop van bepaalde receptvrije geneesmiddelen op andere plaatsen dan apotheken mogelijk te maken.
Winkelopeningstijden
De winkelopeningstijden zijn van grote invloed op de toegankelijkheid van een detailhandelszaak voor de consument. Door de elektronische handel verandert het koopgedrag van de consument aanzienlijk en kunnen fysieke detailhandelaren moeilijkheden ondervinden om de concurrentie van onlinedetailhandelaren bij te houden. Overheidsinstanties worden aangemoedigd om te zorgen voor flexibiliteit om zich aan de veranderende voorkeuren van de consument aan te passen en te streven naar een gelijk speelveld met elektronische handel.
Voorbeeld: in Finland zijn de winkelopeningstijden onlangs volledig geliberaliseerd, met een aanzienlijk positief effect op de concurrentie en de werkgelegenheid.
Specifieke op de detailhandel gerichte belastingen
Overheidsinstanties worden aangemoedigd om te zorgen voor een gelijk speelveld met de elektronische handel en met alle bedrijfstakken, door ervoor te zorgen dat elke specifieke op de detailhandel gerichte belasting gerechtvaardigd is en niet ten onrechte nadelig uitpakt voor fysieke detailhandelaren.
Voorbeeld: in de meeste lidstaten zijn de belastingen niet specifiek op de detailhandel gericht en dus discrimineren zij deze sector niet ten opzichte van de andere.
In Hongarije is een in 2010 ingevoerde specifieke op de detailhandel gerichte belasting in 2014 ingetrokken, waardoor het evenwicht is verbeterd, niet alleen tussen de verschillende sectoren, maar ook tussen binnenlandse en buitenlandse marktdeelnemers.
Eerlijke en efficiënte toeleveringsketens
De detailhandel brengt de eengemaakte markt dichter bij de consument. De eengemaakte markt van de EU stelt detailhandelaren in staat overal in de EU producten te kopen. Dit verhoogt de efficiëntie, kan productiever zijn en verlaagt de kosten tot het uiteindelijke voordeel van de consument. De eengemaakte markt heeft tot gevolg gehad dat de keuze aan beschikbare producten is toegenomen. Regelgevingsbarrières die de mogelijkheid beperken om producten over de grens te kopen, dreigen de eengemaakte markt te versnipperen en zijn in strijd met het verdragsbeginsel van vrij verkeer van goederen.
Op EU- en nationaal niveau worden ook inspanningen geleverd om evenwichtige toeleveringsketens te bevorderen teneinde de milieueffecten te verminderen en duurzame consumptie aan te moedigen. De EU heeft al stappen ondernomen om het probleem van het kunststofafval aan te pakken. In haar strategie voor kunststoffen in een circulaire economie van januari 2018 plant de Commissie verdere werkzaamheden op dit gebied.
De Commissie stelt ook maatregelen voor ter bevordering van de preventie van voedselverspilling.
Veel lidstaten hebben ook regelgeving ingevoerd ter bevordering van eerlijke handelspraktijken, met name in de voedselvoorzieningsketen. De Commissie ondersteunt deze inspanningen, onder meer via het voorstel voor een richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen en bedrijven in de voedselvoorzieningsketen. Het is echter van belang leveranciers en detailhandelaren niet te beletten tot wederzijds voordeel samen te werken.
De Commissie is ook op de hoogte van territoriale beperkingen op leveringen die door particuliere marktdeelnemers zijn vastgesteld en die de mogelijkheden van detailhandelaren kunnen beperken om producten te kopen van wie en waar zij dat willen, met nadelige gevolgen voor de eengemaakte markt. Het lijkt erop dat detailhandelaren die in een bepaalde lidstaat gevestigd zijn en zakendoen met een multinationale leverancier, in sommige gevallen niet de keuze krijgen om te beslissen bij welke nationale entiteit van de leverancier de goederen bij voorkeur worden betrokken en in plaats daarvan worden doorverwezen naar een specifieke nationale dochteronderneming. Detailhandelaren worden met dezelfde belemmering geconfronteerd wanneer de leverancier zijn netwerk van onafhankelijke groothandelaren belet zijn producten grensoverschrijdend te leveren, met als gevolg dat de markt wordt afgeschermd of de markt volgens nationale scheidslijnen wordt verdeeld. Wanneer de leverancier die territoriale beperkingen op leveringen oplegt, een machtspositie heeft of wanneer deze beperkingen worden toegepast in het kader van een overeenkomst tussen de leverancier en een onafhankelijke groothandelaar, kan onder bepaalde omstandigheden het mededingingsrecht worden gebruikt om deze beperkingen als concurrentiebeperkend gedrag te bestraffen. Dit is echter niet het geval voor situaties waarin dergelijke instructies door verticaal geïntegreerde leveranciers aan hun nationale dochterondernemingen worden gegeven. Momenteel maken sommige leveranciers gebruik van het feit dat de mededingingsregels in dergelijke situaties niet van toepassing zijn.
Territoriale beperkingen op leveringen sturen de segmentering van de markt, beperken de concurrentie en leiden tot waarschijnlijk aanzienlijke discrepanties tussen groothandels- en consumentenprijzen of het assortiment producten die aan de consument in de hele EU worden aangeboden.
Dergelijk gedrag moet worden voorkomen, zodat parallelimport door detailhandelaren mogelijk wordt voor alle producten, zodat zij de eengemaakte markt nog dichter bij de Europese consument kunnen brengen. De Commissie zal verder onderzoek doen naar de gevolgen van dergelijke praktijken voor de eengemaakte markt. Verdere maatregelen kunnen nodig zijn indien de situatie niet verandert als gevolg van de vrijwillige verandering van de aanpak door de leveranciers.
Beperkende voorschriften inzake grondstoffen
Overeenkomstig de eengemaakte goederenmarkt moeten detailhandelaren kunnen profiteren van de vrijheid om hun bevoorradingsketens op te zetten, ook grensoverschrijdend, om de toegang van de consument tot een ruime keuze aan producten tegen concurrerende prijzen te verbeteren.
Voorbeeld: Tsjechië en Slowakije hebben de wettelijke voorschriften afgeschaft op grond waarvan bepaalde detailhandelaren verslag moesten uitbrengen over het aandeel of percentage van de omzet dat uit de verkoop van in het binnenland geproduceerde levensmiddelen afkomstig was.
Contractuele praktijken van moderne detailhandel
Indien overheidsinstanties overeenkomstig de vrijheid van vestiging praktijken ter bescherming van kwetsbare marktdeelnemers reguleren, mogen zij dergelijke contractuele praktijken tussen detailhandelaren en leveranciers die tot wederzijds voordeel strekken, niet verbieden.
Voorbeeld: in Ierland is het niet verboden dat een leverancier er in een contract uitdrukkelijk mee instemt een bijdrage te leveren aan de marketingkosten, op voorwaarde dat waarborgen worden geboden, zoals de eis dat deze bijdrage objectief en redelijk wordt geraamd.
Territoriale beperkingen op leveringen
Particuliere marktdeelnemers mogen detailhandelaren er niet van weerhouden ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden van de eengemaakte markt om producten over de grenzen heen aan te kopen. Detailhandelaren moeten in staat zijn de consument tegen potentieel lagere prijzen toegang te bieden tot een ruime keuze aan producten, waaronder verschillende versies van hetzelfde product.
Voorbeeld: de detailhandelaren moet de keuze worden gelaten om te beslissen bij welke nationale entiteit van de leverancier de goederen bij voorkeur worden betrokken.
5.Verlichten van de nalevingskosten
Het voldoen aan regelgeving brengt kosten met zich mee – de nalevingskosten – die kunnen oplopen tot 0,4 tot 6 % van de jaaromzet van detailhandelaren.
Voor micro-ondernemingen is dit een bijzonder zware last.
Respondenten van de openbare raadpleging hebben aangegeven dat op bepaalde gebieden verbeteringen mogelijk zijn: het rapporteren van bedrijfsinformatie, het melden van wijzigingen, inspecties
, meer evenredige boetes en sancties.
De Commissie heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor de bevordering van betere regelgevingsbeginselen, zowel op EU- als op lidstaatniveau.
De lidstaten moeten ook controleren of de nationale regelgeving doelgericht, empirisch onderbouwd en duidelijk geformuleerd is. Eenvoudigere regelgeving, een beter bewustzijn van de specifieke kenmerken van de sector en beleidsondersteuning zouden de detailhandel helpen flexibel en innovatief te zijn.
Om de ontwikkeling van de detailhandel ten voordele van de consument te bevorderen, is een brede aanpak vereist: vereenvoudiging van de regelgevingskaders, om ervoor te zorgen dat deze geschikt zijn voor een situatie met meerdere verkoopkanalen, en vermindering van de al te omslachtige en dure maatregelen en procedures die aan detailhandelaren worden opgelegd om de naleving van deze regels te waarborgen.
Administratieve lasten en sancties
Bij het ontwerpen en toepassen van voorschriften, met name met betrekking tot het dagelijks functioneren van winkels, worden overheidsinstanties aangemoedigd rekening te houden met de kosten van administratieve taken en noodzakelijke apparatuur. Dit is met name van belang voor kmo's en voor overheidsinstanties.
Voorbeeld: het faciliteren van toepassingen of rapportage door middel van onlinehulpmiddelen, alsook vereenvoudigde administratieve procedures en gestroomlijnde inspecties leiden tot aanzienlijke besparingen en stellen met name kleine detailhandelaren in staat middelen over te hevelen van administratieve taken naar hun kernactiviteiten, waaronder innovatie.
6.Conclusies
Een goed functionerende eengemaakte markt en een gemoderniseerde regelgeving zijn onontbeerlijk voor een detailhandel in de EU die past bij de 21e eeuw. De juridische richtsnoeren en beste praktijken die in deze mededeling worden beschreven, moeten de lidstaten helpen bij hun hervormingen in de richting van een meer open, meer geïntegreerde en meer concurrerende detailhandelsmarkt, zonder het nastreven van legitieme doelstellingen van het overheidsbeleid in gevaar te brengen.
Het verminderen van de beperkingen in de detailhandel zou ook positieve overloopeffecten hebben in andere sectoren van de economie, met name upstream in de vervaardiging. Een efficiëntere detailhandelssector en lagere consumentenprijzen creëren meer vraag en sturen de toeleverende fabrikanten naar innovatievere producten.
Hoewel de opkomst van elektronische handel ongekende mogelijkheden biedt voor zowel de detailhandel als de consument, stellen beperkingen voor fysieke detailhandelaren hen niet in staat zich aan te passen aan veranderende gewoonten van de consument. De onlineconsument is gewend om op elk moment en overal te kunnen winkelen. Het is daarom van cruciaal belang dat nationale, regionale en lokale overheden bij het ontwerpen en uitvoeren van relevante regelgeving rekening houden met het feit dat in de komende jaren de detailhandel via meerdere verkoopkanalen de trend zal blijven.
De juridische richtsnoeren en beste praktijken die in deze mededeling worden beschreven, moeten overheidsinstanties helpen hun regelgevingskader te beoordelen en minder restrictieve maatregelen vast te stellen. De lidstaten moeten de bestaande en voorgestelde maatregelen voor de detailhandel blijven beoordelen om ervoor te zorgen dat ze niet-discriminerend, naar behoren gerechtvaardigd en evenredig zijn. Ze worden ook aangemoedigd ervoor te zorgen dat deze maatregelen doeltreffend zijn voor de nagestreefde doelstellingen van het overheidsbeleid, op evenredige wijze tegemoetkomen aan hun behoeften inzake stadsontwikkeling en geschikt zijn voor de snel veranderende detailhandelsomgeving. De nationale mededingingsautoriteiten moeten bij deze beoordeling een rol spelen.
De restrictiviteitsindicator voor de detailhandel zal worden gebruikt als een dynamisch monitoringsinstrument om de inspanningen van de lidstaten te meten om de beperkingen voor de detailhandel te verminderen, rekening houdend met gerechtvaardigde doelstellingen van het overheidsbeleid, zoals volksgezondheid, en het effect van dergelijke hervormingen op de marktprestaties, met inbegrip van productiviteit, prijzen, innovatie en de overloopeffecten op andere sectoren.
De Commissie zal de ontwikkeling van de relevante regelgevingskaders en de trends in de detailhandel blijven monitoren. Deze monitoring zal als input dienen voor de economische analyse van de Commissie in het kader van het Europees semester. Ze vormt ook de basis voor de vaststelling van prioriteiten in het kader van het handhavingsbeleid van de Commissie in de detailhandel.
Een doeltreffend partnerschap tussen de relevante actoren van de EU en de lidstaten op alle niveaus is noodzakelijk om het algemene beleidskader voor de detailhandel te verbeteren. De Commissie zal de dialoog over de toekomst van deze sector tussen de EU-instellingen en de nationale, regionale en lokale autoriteiten en de vertegenwoordigers van de detailhandel voortzetten.