Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AE2780

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Fiscalis-programma voor samenwerking op het gebied van belastingen (COM(2018) 443 final — 2018/0233 (COD))

    EESC 2018/02780

    PB C 62 van 15.2.2019, p. 118–120 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 62/118


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Fiscalis-programma voor samenwerking op het gebied van belastingen

    (COM(2018) 443 final — 2018/0233 (COD))

    (2019/C 62/19)

    Rapporteur:

    Krister ANDERSSON

    Raadpleging

    Europees Parlement: 14.6.2018

    Raad van de Europese Unie: 4.7.2018

    Rechtsgrondslag

    Artikelen 114 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

     

     

    Bevoegde afdeling

    Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang

    Goedkeuring door de afdeling

    3.10.2018

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    17.10.2018

    Zitting nr.

    538

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    194/2/0

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Het EESC is ingenomen met het Commissievoorstel voor een verordening over een nieuw Fiscalis-programma. Nationale belastingautoriteiten hebben nog steeds met onvoldoende capaciteit te kampen en ook de samenwerking schiet tekort. Het EESC onderschrijft dat het dringend noodzakelijk is om het belastingbeleid beter te laten functioneren, waarbij ook de administratieve samenwerking en de ondersteuning van de fiscale autoriteiten moeten worden verbeterd.

    1.2.

    Het EESC is het ermee eens dat meer efficiëntie tussen belastingautoriteiten belangrijk is voor de samenhang en de werking van de interne markt en dat de gewenste mate van samenwerking en coördinatie alleen op EU-niveau kan worden bereikt.

    1.3.

    Het EESC betwijfelt of het voorgestelde budget van 270 miljoen EUR wel zal volstaan, gezien het uitgebreide programma dat de Commissie voorstelt en de snel voortschrijdende digitalisering. Het EESC stelt dan ook voor om halverwege de looptijd te analyseren of de financiële middelen toereikend zijn.

    1.4.

    Het is belangrijk om rekening te houden met de digitale ontwikkelingen en het is dan ook een goede zaak dat de Commissie zich ten doel stelt om te zorgen voor coördinatie tussen Europese elektronische systemen en andere relevante acties inzake de e-overheid op EU-niveau.

    1.5.

    Het EESC spoort de Commissie ertoe aan om samen met de lidstaten een gemeenschappelijke basisopleiding voor belastingautoriteiten te ontwikkelen teneinde de werking van de interne markt te verbeteren. Volgens het EESC zou een gemeenschappelijke opleidingsmaatregel wellicht kunnen leiden tot de oprichting van een toekomstige EU-belastingacademie voor belastingautoriteiten.

    1.6.

    Op grond van de uitkomst van de evaluatie van het huidige programma stelt het EESC vast dat acties betreffende gezamenlijke audits, projectgroepen, werkbezoeken en deskundigenteams voor IT-samenwerking tot de meest geslaagde instrumenten behoren. Het zou graag zien dat de Commissie in het nieuwe Fiscalis-programma prioriteit geeft aan deze acties.

    1.7.

    De invoering van meerjarige werkprogramma’s om de administratieve lasten voor de Commissie en de lidstaten te verlichten, wordt door het EESC toegejuicht.

    1.8.

    Het EESC acht het belangrijk dat het bredere maatschappelijk middenveld actief bij het Fiscalis-programma wordt betrokken.

    2.   Inleiding en achtergrond

    2.1.

    In het kader van haar pakket over het volgende Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (1), dat op 2 mei 2017 is goedgekeurd, heeft de Commissie een voorstel ingediend inzake een hernieuwde financiële verbintenis voor het Fiscalis-programma.

    2.2.

    Het Commissievoorstel betreft de verlenging van het lopende programma Fiscalis 2020, dat bij Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad is ingesteld en dat door de Commissie in samenwerking met de lidstaten en geassocieerde landen wordt uitgevoerd.

    2.3.

    Met het Commissievoorstel wordt beoogd om vereenvoudigingen en aanpassingen te faciliteren: (1) ruimer gebruik van vaste bedragen/eenheidskosten (2) vereenvoudiging en vermindering van de verschillende soorten acties om meer flexibiliteit te bieden (3) verbetering van de definitie van gemeenschappelijke componenten en nationale componenten zodat die beter aansluit bij de werkelijkheid van IT-projecten en de kenmerken daarvan (4) de mogelijkheid om meerjarige werkprogramma’s vast te stellen teneinde de jaarlijkse administratieve lasten i.v.m. de comitéprocedure te vermijden.

    2.4.

    Het toepassingsgebied van het programma wordt ook aangepast. Hieraan zal kunnen worden deelgenomen door de lidstaten, toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten, alsook door landen van het Europese nabuurschapsbeleid en derde landen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

    2.5.

    Voor het Fiscalis-programma in de periode 2021-2027 stelt de Commissie een budget voor van 270 miljoen EUR. In de periode 2014-2020 was dat 223,2 miljoen EUR. Verder zal het leeuwendeel van de voorgestelde middelen worden besteed aan activiteiten voor IT-capaciteitsopbouw.

    2.6.

    De algemene doelstelling van het programma bestaat erin de belastingautoriteiten en de belastingheffing te ondersteunen om de werking van de eengemaakte markt te verbeteren, het concurrentievermogen van de Unie te bevorderen en de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen.

    2.7.

    Met dit programma beoogt de Commissie het fiscale beleid en de belastingautoriteiten te ondersteunen door middel van activiteiten ten behoeve van bestuurlijke en IT-capaciteitsopbouw en operationele samenwerking. Dit moet het mogelijk maken om een snel en gezamenlijk antwoord te bieden op opkomende problemen zoals belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking, de digitalisering en nieuwe bedrijfsmodellen, maar ook om te vermijden dat burgers en bedrijven bij grensoverschrijdende transacties met onnodige administratieve lasten te maken krijgen.

    3.   Algemene opmerkingen

    3.1.

    Het EESC is ingenomen met het Commissievoorstel voor een verordening over een nieuw Fiscalis-programma. Nationale belastingautoriteiten hebben nog steeds met onvoldoende capaciteit te kampen en ook de samenwerking schiet tekort, zowel binnen de EU als met derde landen. Het EESC onderschrijft dat het dringend noodzakelijk is om het belastingbeleid beter te laten functioneren, waarbij ook de administratieve samenwerking en de ondersteuning van de fiscale autoriteiten moeten worden verbeterd.

    3.2.

    Het EESC is het ermee eens dat meer efficiëntie tussen belastingautoriteiten belangrijk is voor de samenhang en de werking van de interne markt en dat de gewenste mate van samenwerking en coördinatie alleen op EU-niveau kan worden bereikt. Het EESC is ook van mening dat een EU-kader de mate van participatie waarschijnlijk ten goede zal komen en bijgevolg het potentieel en het concurrentievermogen van de interne markt zal vergroten.

    3.3.

    Een EU-brede aanpak met een nieuwe koers waarin de nadruk ligt op het ondersteunen van nationale belastingautoriteiten, zal er volgens het EESC inderdaad toe bijdragen om belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking te voorkomen en te bestrijden, en tegelijkertijd om onnodige administratieve lasten voor burgers en bedrijven bij grensoverschrijdende transacties te verminderen. Het EESC onderschrijft ook dat het programma de werking van de eengemaakte markt zal verbeteren, het concurrentievermogen van de Unie zal bevorderen en de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten zal beschermen.

    3.4.

    Het EESC betwijfelt of het voorgestelde budget van 270 miljoen EUR wel zal volstaan, gezien het uitgebreide programma dat de Commissie voorstelt en de snel voortschrijdende digitalisering. Het EESC stelt dan ook voor om halverwege de looptijd te analyseren of de financiële middelen toereikend zijn.

    3.5.

    Het is belangrijk om rekening te houden met de digitale ontwikkelingen en het is derhalve een goede zaak dat de Commissie zich ten doel stelt om te zorgen voor coördinatie tussen Europese elektronische systemen en andere relevante acties inzake de e-overheid op EU-niveau.

    3.6.

    Op grond van de uitkomst van de evaluatie van het huidige programma stelt het EESC vast dat acties betreffende gezamenlijke audits, projectgroepen, werkbezoeken en deskundigenteams voor IT-samenwerking tot de meest geslaagde instrumenten behoren. Het zou daarom graag zien dat de Commissie in het nieuwe Fiscalis-programma prioriteit geeft aan deze acties.

    3.7.

    Het EESC spoort de Commissie ertoe aan om samen met de lidstaten een gemeenschappelijke basisopleiding voor belastingautoriteiten te ontwikkelen teneinde de werking van de interne markt te verbeteren. Volgens het EESC zou een gemeenschappelijke opleidingsmaatregel wellicht kunnen leiden tot de oprichting van een toekomstige EU-belastingacademie voor belastingautoriteiten.

    3.8.

    De invoering van meerjarige werkprogramma’s om de doeltreffendheid van de interne markt te verbeteren en de administratieve lasten voor de Commissie en de lidstaten te verlichten, wordt door het EESC toegejuicht.

    3.9.

    Het EESC begrijpt dat de uitwisseling van informatie momenteel alleen betrekking heeft op de verzending en niet op de verwerking van informatie. Om te bewerkstelligen dat de lidstaten op het gebied van IT-capaciteitsopbouw intensief en doeltreffend gaan samenwerken, is het volgens het EESC zaak om de verwerkingsfunctie van de informatie-uitwisseling verder te ontwikkelen.

    3.10.

    Het EESC acht het belangrijk dat het bredere maatschappelijk middenveld actief bij het Fiscalis-programma wordt betrokken, zodat het kan deelnemen aan de vooruitgang die werkende weg met het programma wordt geboekt en deze in de gaten kan houden.

    3.11.

    Het EESC erkent het vernieuwende karakter van het directere en gemakkelijkere mechanisme om de Europese elektronische systemen aan te passen of uit te breiden met het oog op samenwerking met niet met het programma geassocieerde derde landen of internationale organisaties. Het EESC juicht dit toe.

    3.12.

    Tot tevredenheid van het EESC is het voorstel consistent met andere voorgestelde EU-actieprogramma’s die verwante doelstellingen nastreven en waarmee beoogd wordt om frauduleus gedrag te verminderen, tot efficiëntere instellingen te komen en steun te bieden voor maatregelen om de interne markt beter te laten werken.

    3.13.

    Het EESC is het ermee eens dat het overgrote deel van de voorgestelde middelen aan activiteiten voor IT-capaciteitsopbouw zal worden besteed. Ook stemt het EESC ermee in dat er wordt gekozen voor een IT-architectuurmodel met een combinatie van gemeenschappelijke en nationale componenten, en niet voor een volledig gecentraliseerd model. Met een Europees elektronisch model dat op nationale voorkeuren, vereisten en beperkingen is gebaseerd, zal het gemakkelijker worden om interoperabiliteit en interconnectiviteit ten behoeve van de interne markt op een evenredige wijze te realiseren.

    3.14.

    Het EESC benadrukt dat het verdelen van de bevoegdheden tussen de Commissie en de lidstaten een belangrijk uitgangspunt vormt om gezamenlijk voor de ontwikkeling en werking van de Europese elektronische systemen in te staan. Hierdoor wordt het gemakkelijker om een adequate oplossing te vinden voor een bredere EU-visie en voor wat er voor iedere lidstaat toepasbaar en functioneel is, hetgeen hopelijk zal resulteren in optimale samenwerking tussen de deelnemers.

    3.15.

    Een efficiënt bestuur komt niet alleen de belastingdiensten ten goede. Naar het oordeel van het EESC zal een gunstiger belastingklimaat ook het bedrijfsleven in de EU stimuleren en de groei bevorderen. Als de nalevingskosten en de administratieve lasten worden verlaagd, kunnen bedrijven zich op hun kerntaken concentreren en voor groei en werkgelegenheid zorgen.

    Brussel, 17 oktober 2018.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Luca JAHIER


    (1)  COM(2018) 321 final.


    Top